Dierenliefde is big business. Daarmee doel ik niet op welzijnsmaatregelen in de veehouderij, maar op het houden van huisdieren. We hebben er in Nederland 30 miljoen (bijna 2 per persoon dus), en daar geven we 1,1 miljard euro aan uit.
De Nederlandse Bank vindt begrijpelijkerwijs dat het meer aan public relations moet doen en geeft nu een magazine uit dat in zijn eerste nummer van dit jaar een dossier over huisdieren publiceert.
Met de individualistischer maatschappij is de rol als gezelschapsdier steeds belangrijker geworden. Waarbij we dierwelzijn gemakshalve maar meteen vertalen in het zien van de dieren als kleine mensjes. We kleden ze aan en ze krijgen specifieke taartjes. We behandelen ze tegen kanker, laten dure operaties uitvoeren daar waar een beest vroeger werd afgemaakt en daar kun je je natuurlijk ook tegen verzekeren. Dat laatste doen we in Nederland nog maar voor 4% van de huisdieren, in Zweden al voor 70%. En omdat het dier ook van groot belang is voor mensen met een erg laag inkomen, is er inmiddels een voedselbank voor dieren en in Rijnmond een medische post die als een soort rechtshulp voor verlaagd tarief werkt.
In de bovenkant van de markt verwacht men daarentegen veel van het WK: het zal de verkoop van oranjehondenshirts, hondenbier en hondenchips sterk bevorderen. Dat alles brengt toch weer verfrissend nieuwe aspecten aan voor discussies over verduurzaming van ons consumptiepatroon. Het volgende artikel zou ook nog eens de milieukant van dit gedrag en deze sector kunnen onderzoeken.
Ellen Tolsma: Dure Dieren in: DNB Magazine nr. 1, 2010.
Foto: Kunstwerk van Matthias Grunveld
Geen opmerkingen:
Een reactie posten