zondag 30 juni 2013

urban gardening

Donderdagavond was ik dus in het Geelvinck museum (zie de blog van gisteren), op invitatie bij de Club of Amsterdam, een groep mensen die samen out of the box denken. Deze keer over The future of urban gardening, dat niet voor de tuinclub bleek te staan, maar voor urban farming of urban agriculture, stadslandbouw. En niet zozeer de klassieke volkstuinen - zoals een mevrouw in de discussie opmerkte- maar voor wat de elite van de grachtengordel daarmee wil.
De Club of Amsterdam had een viertal boeiende sprekers uitgenodigd. Wouter Schik liet vanuit zijn werk bij Arcadis zien hoe je steden leefbaarder maakt met meer groen. Inclusief re-design. Daar waar altijd weer wateroverlast is: laat de weg deels aflopen naar een park. Wat de toekomst betreft is de zelfrijdende auto mogelijk een zegen: die kan zichzelf gaan parkeren, je hebt dus je eigen taxi en daarmee hoeven er geen stilstaande auto's meer in de straat: ruimte voor groen. En de ICT brengt ramen waarop je van binnenuit een wallpaper ziet met live-beelden van de waterval in Costa Rica.
Rachelle Eerhart van het IVN benadrukte de sociale kant van samen tuinen, en vooral dat het ons weer in contact brengt met ons voedsel. Ze wees er zelf of dat het vooral iets is voor hoofdwerkers, de culturele elite, die er achter komt hoe moeilijk het is om radijs te telen - en bewondering krijgen voor de 'echies'.. Het is dan ook geen enkele concurrentie voor de echte landbouw, integendeel, het gaat niet om productie, het is 'reconnecting to food'. Stadslandbouwers zijn de betere ambassadeurs van de boeren buiten.
Ze benadrukte Quality of Life als driver, waarbij je en passant zorgt voor duurzaamheid. Want eco verkoopt niet, dat gaat vooral om verbieden wat er mag en niet mag. Plezier moet voorop staan. Omgaan met de natuur leidt tot systeemdenken en respect voor de echte boeren.
Waarbij onze parken in en om de stad nog veel mogelijkheden bieden voor deze beleving, want die zijn nu uitgegroeid tot decoraties.
Wat een mooi bruggetje was naar de volgende spreker, Vincent Kuypers van the Solid Grounds, die Park Supermarkt presenteerde. Ik kende het uit Innovatienet kringen - de hollandse polder als supermarkt. Er is een Youtube video van.
Last but not least was er een boeiend verhaal van Tom Bosschaert van Exept Integrated Sustainability. Ze brengen complexity in beeld, hoe ingewikkelder hoe liever en komen dan met een interventie om tot leefbare stadsdelen te komen. Ook een interessant business model trouwens.
Tot zover mijn subjectieve aantekeningen van een boeiende avond.

zaterdag 29 juni 2013

Grachtengordel gardening

Resterend detail
suikerplantage
Marienburg, SU
Donderdagavond was ik te gast in het Amsterdamse museum Geelvinck. Een jong museum (1991) dat de historie van een oud grachtenpand laat zien, en daarmee verbonden is met buitenplaatsen zoals Kasteel Groeneveld (zie de blog van gisteren).
Die relatie cultiveren ze ook want, wat ik niet wist maar de gastheer vertelde, is dat een van de kenmerken van de grachtengordel de grote hoeveelheid groen is. Die zie je niet (alleen vanuit de lucht) want die ligt in de huizenblokken tussen de grachten - de grachten zijn vrij ver van elkaar aangelegd. Het zijn fraaie, diepe prive-tuinen waarvoor sinds de aanleg al publieke regelgeving via bestemmingsplannen geldt: het moet groen zijn, en mag niet bebouwd worden met woninkjes voor dienstbodes, tuinhuizen etc. Museum Geelvinck beschikt over een ingang op de Herengracht en op de Keizersgracht met daartussen een fraaie tuin.
In het museum is er momenteel een mooie tentoonstelling in het kader van 150 jaar (zo je wilt 140 jaar) afschaffing van de slavernij. De tentoonstelling gaat vooral over de koloniale producten en hoe dat .o.a. in gevelstenen in Amsterdam terug te vinden is, waaronder een mooie steen Sernaemse koffie (bruikleen van DE uit Joure). Veel aandacht natuurlijk ook voor suiker en voor wat ooit een van de grootste suikerplantages ter wereld was: Marienburg in Suriname. Ik was er toevallig eerder dit jaar.
Gaat dat zien, het is altijd weer een genoegen aan de Amsterdamse grachten te zijn. Ik was er overigen voor een avond over stadslandbouw - waarover morgen meer.

vrijdag 28 juni 2013

Futuristen op het kasteel

ik bracht de middag door op de oude Amsterdamse buitenplaats Kasteel Groeneveld. De jonge Dutch Future Society kwam daar bijeen en oefende een leuke (serious) game: The Future Game van FutureIQ, een Australisch bedrijf dat zich nu ook in Europa (via Ierland) heeft gevestigd.
De techniek komt neer op het spelen van een beslissingsspel waarmee je in een van de (eerder uitgewerkte) scenario's terecht komt. Wij oefenden op de realistische case van Zuid-Ierland. Dat kan de mindset openen voor transitieprocessen, maar bovenal lijkt het een probleem te verhelpen dat veel scenariowerk kenmerkt, nl. dat het scenariodenken de werkgroep zeer helpt, maar dat het lastig is de resultaten zodanig over te dragen dat die bij de besluitvormers verinnerlijkt. Met zo'n spel van een paar uur lijkt daar wat aan te doen.

woensdag 26 juni 2013

AOC helpt - soms

Appelation Controlee, of meer algemeen: de oorsprongsbenaming (PDO in EU jargon) bieden bedrijven een paraplu-merk. De vraag is dan: hebben ze er wat aan. Een aantal Franse collega's zochten naar het antwoord in het geval van de kaas. In een land waarvan president De Gaulle ooit claimde dat het wel onbestuurbaar moest zijn omdat het meer kazen had dan dagen in het jaar. (Wat volgens mij alleen een probleem is als je het centraal wil aansturen, maar dat terzijde).
Enfin, de collega's vonden dat kleine bedrijven (zuivelcooperaties) baat hebben bij zo'n label. Het vermindert hun risico's en ze hoeven minder in marketing te investeren. Bedrijven die onder zo'n label vermarkten hebben dan ook meer overlevingskansen dan zij die dat niet doen. Maar daarmee zijn hun overlevingskansen altijd nog een stuk minder dan die van grotere bedrijven. En bij die categorie is er geen verschil tussen het wel of niet vermarkten onder een AOC label.

Christophe Bontemps, Zohra Bouamra-Mechemache en Michel Simioni: Quality labels and frim survival: some first empirical evidence. In: ERAE Juli 2013

maandag 24 juni 2013

Transatlantische handel

Vorige week maandag zijn de onderhandelingen gestart tussen de EU en de VS over de transatlantische trade deal. De collega's van het IFO uit Munchen zetten op betaald verzoek van de Bertelsmann Foundation de evenwichtsmodellen aan en keken wat de gevolgen zouden zijn als de douanetarieven verdwijnen en de zgn. non-tariff bariers sterk gereduceerd zouden worden.
Op lange termijn zouden de Europeanen daar een inkomensstijging van 5% aan overhouden, o.a. dankzij goedkoper varkensvlees. En de Amerikanen zelfs 13.4% - die krijgen onze kaas goedkoper. Die agrarische voorbeelden verzin ik er (niet los van de werkelijkheid) even bij, hoe dat precies uitpakt meldde de Financial Times vorige week niet.
Wat de FT wel meldde is dat de intra-handel in de EU zou afnemen, en vooral het VK zou profiteren + 9.7%. Ook Ierland, Zweden en Finland profiteren bovengemiddeld. Duitsland ook nog altijd 4.7%. Wat vooral belangrijk lijkt is dat ook Spanje en Griekenland goed zouden profiteren. De grote landen Duitsland, Spanje, Frankrijk en Italie mogen allemaal rekenen op 100.000 - 2000.000 arbeidsplaatsen. Dat is meer dan welkom in deze barre tijden.
Handel is geen zero-sum gain, maar de rest van de wereld, met name ook Afrika, Azie en Latijns-Amerika (maar niet Brazilie) zouden inleveren. Also ook Canada, Australie en Japan.

En omdat de Fransen (verwachte inkomensstijging een povere 2.64%) de grootste moeite hebben met de cultuur-aspecten van deze deal in the making: de luistertip van vandaag is Johnny Hallyday met de onvolprezen cover van Paul Anka's zomerhit rond de introductie van de bikini. Hier met meezing vertaling in het Frans. Kan cultuur Frans-Amerkaanser?

Bron: FT 17.6.2013

zondag 23 juni 2013

lijstje: trivia uit de gedragseconomie

ons gedrag bepaalt de stand van de economie (duidelijker wellicht: het niveau van de economische bedrijvigheid), maar dat geldt ook omgekeerd. In een magazine bij de NRC van gisteren dook Philip Droge voor Delta Lloyd in indicatoren die aangeven wanneer de crisis in volle gang is. Altijd leuke trivia voor een receptie. Hier is een lijstje:
  • de zoomlijn (hemline index): in tijden van crisis zijn we conservativer en de modehuizen weten dat: de rokken worden langer (zoals de student George Taylor in Pennsylvania al opviel in de jaren dertig)
  • om dezelfde reden wordt kleding rustiger en dus vaker zwart
  • muziek krijgt in de crisis minder beats per minuut, en wordt dus ook al rustiger
  • boeken zijn zwaarder op de hand met meer verdrietige woorden
  • de playmates in de Playboy zijn in crisistijd ouder (23 jaar ipv 19) en met minder grote borsten - we willen zekerheid en minder avontuur
  • geldt evenzo voor de damesmodellen in Vogue: minder babyfaces, bredere heupen, wat langer.
  • vrouwen zelf beschikken wel over een bredere taille, door het wegeten van de spanning bij zorg over werkeloosheid; chocolade wordt meer verkocht (eieren, sla, tabak en frisdrank weer minder).
  • mannen worden ook dikker maar grijpen ook naar de fles en meer. Criminaliteit en zelfdoding zijn bekende verschijnselen. De laatste loopt momenteel ook in Nederland fors op.
  • wel zijn we de stress van de baas kwijt en de levensverwachting stijgt. In de jaren dertig zelfs vrij fors (in Europa met 6 jaar maar het was ook een tijd zonder veel oorlog...)
Bron: Philip Droge: De Playmate index in: Delta Lloyd Magazine, commerciele bijlage bij NRC 22.6.2013

zaterdag 22 juni 2013

lijstje: indicatoren Veldleeuwerik

Gisteren congresseerde de Stichting Veldleeuwerik bij de Rabobank in Utrecht. Circa 400 akkerbouwers die aan duurzaamheid doen en zich door outsiders de les lieten lezen. Zo vond de directeur WNF dat je dan ook wel de Veldleeuweriken mag tellen en een vermeerderingsdoel mag stellen, de man van Heineken drong aan op synergie net de SAI kengetallen (het moet ook wel voor de gerst in Mexico werken en je moet die kunnen vergelijken met de Nederlandse) en het SAI zelf legde nog eens uit dat het goed is het vooral in de beweging van duurzame ontwikkeling te zoeken, maar dat dat niet zonder regels en kengetallen voor monitoring kan. Misschien niet als rijbewijs maar als dashboard. CROP-R liet zien hoe je dat met IT ondersteunt.
Drie dingen zijn in deze wereld overigens nog niet opgelost: efficiente registratie op de bedrijven door aanlevering van digitale data door de toeleveranciers en afnemers (we werken eraan in FIspace), goede software voor bedrijfsvergelijking en vooral benchmark normen op de 3 P's (denken we over na), en (werken we al jaren aan, en het gaat vooruit) internationale vergelijking van duurzaamheidsdata (zijn we door onze hoge opbrengsten duurzamer dan elders?).
Enfin, we kregen een mooi boekje mee en daaruit noteer ik de 10 thema's waar de akkerbouwers zich in groepen mee bezighouden en acties op definieren. Heb ik binnenkort nodig in een Europees project, en dan weet ik waar het in de cloud zit:

  1. productwaarde (economie dus)
  2. voedingsstoffen (v/h meststoffen)
  3. energie
  4. bodemvruchtbaarheid
  5. gewasbescherming
  6. biodiversiteit
  7. bodemverlies (erosie door verstuiven, dekvruchten)
  8. water 
  9. menselijk kapitaal
  10. lokale economie (incl. wandelpaden).
Uit: Stichting Veldleeuwerik: "Zo doen wij dat" 

vrijdag 21 juni 2013

Super-cycli

The National Bureau of Economic Research publiceerde in maart een paper over de lange termijn prijsontwikkeling. Lange termijn is hier echt lange termijn: 160 jaar. Het blijkt dat over de periode 1950 - 2011 (ook niet echt kort) de prijzen van veel commodities (voor inflatie gecorrigeerd) fors zijn gestegen, vooral energie (olie en gas) maar ook goud. En rundvlees.
Maar niet voor de voedselgewassen. De stelling vandaag van een van de sprekers op het congres van de Stichting Veldleeuwerik dat de stijgende energieprijzen en voedselprijzen hand in hand gaan was in ieder geval de laatste 50 jaar onzin - ook al zijn onze gewassen erg energie-afhankelijk. Suiker, mais, tarwe, cacao, koffie, ze daalden allemaal met 50 tot soms 100%.
Dit soort lange termijn bewegingen gaan zo langzaam dat ze meestal niet opvallen, een korte termijn stijging of juist daling in de supercycles duurt al snel een generatie. Tussen dal en top (+20% ten opzichte van trend) zit toch niet meer dan 40 jaar.
Met name snelle economische groei en sterke trek naar de stad gaan gepaard met sterk stijgende prijzen: 1890s in de VS, de 2000s in China, maar ook de 1930s en de 1960s. Dan is er veel behoefte aan grondstoffen, ook voor de bouw. De huidige opgaande golf is ergens tussen 1994 en 1999 begonnen, door de groei van de ontwikkelingslanden. In het verleden kwam de piek na gemiddeld 20 jaar, daarna was het aanbod genoeg gestegen om de prijzen naar de trend terug te laten keren - en erger. (Schalie)gas is het eerste voorbeeld waar het nu kantelt, en het sleurt steenkolen al mee.
Velen verwachten hogere voedselprijzen in komende jaren - na lezing van dit artikel kunnen daar toch enige vraagtekens bij worden gezet.

Ontleend aan The Economist 8.6.2013 / paper David Jacks, NBER.

dinsdag 18 juni 2013

innovaties

Vorige week publiceerde de NRC een nieuwe editie van de Syntens innovatie top-100. Wat minder innovaties op het terrein van deze weblog dit jaar, zo kreeg ik de indruk, maar ik noteer er toch een aantal die in presentaties over de sector nog eens te pas kunnen komen:
  • MILabs: een CT scanner voor muizen en ratten die proefdieren spaart
  • Foreco maakt Nobelwood: dennenhout met kwaliteit van tropisch hardhout door bewerking met biopolymeren uit suikerrietstengels
  • Pharmafilter voor het filteren van ziekenhuis-afvalwater
  • VerdraaidGoed! verkoopt de Foodiebag, een doggybag.
  • PlantPlanet doet aan storytelling van bedreigde planten om uitsterven te voorkomen
  • Van den Heuvel Werkendam maakt de MUDTRAP die modder afvangt voor het bagger wordt
  • Noldus Information Technology heeft nu software voor gedragstesten van vissenlarven, zodat je kunt zien hoe stoffen uitwerken op de larven
  • Kokke Designer ontwierp een roterende keuken voor rolstoelgebonden koks
  • Thunderbuild heeft een IT platform voor papierloze keten rond de wegenbouw
  • NNRGY doet olifantsgras op braakliggend land
  • de Vegetarische Slager, niet meer van vlees te onderscheiden door experts
  • Clean light dood schimmels en bactieren in gewassen met ultraviolet licht
  • Delicious is het Plantlab-achtige concept voor 7 lagen sla van 20*40 meter
  • De FLOFLO boort op handkracht in Afrika naar grondwater
  • Dutch Sustainable Development levert Betaprocess dat vergisting verbetert
  • Vendinova Group maakt de 365-Soup elk moment van echte ingredienten in plaats van poeder
  • De Xcellent plug for orchids vervangt de handmatige vermeerdering van orchideeen door een geautomatiseerde met als gevolg minder wortelbeschadiging en een teeltversnelling van 15 a 20%
Al met al toch nog een mooie lijst.

zaterdag 15 juni 2013

Helaas Pindakaas

Nieuwe ontwikkelingen rond de naamgeving van pindakaas - dat buiten de landsgrenzen peanut butter / beurre de cacahuetes of Erdnussbutter heet. Sinds jaar en dag is het verhaal dat de afwijkende naam komt door de strenge regelgeving rond boter en margarine in dit land, waardoor de naam boter na de introductie van pindakaas na WO II hier niet mocht. NRC Next schreef dat in 2007 nog eens op (zie mijn oude blog).
In de NRC van vandaag gaat taalkundige Nicoline van der Sijs voorbij aan dat verhaal. Maar legt uit dat al in 2005 in onderzoek van de kenner van het Surinaams-Nederlands J. van Donselaar is aangetoond dat in onze toenmalige kolonie het woord in 1783 werd gebruikt voor een blokvormige massa gestampte pinda's waarvan plakjes werden afgesneden - wat de samenstelling met kaas logisch maakt. De smeerbare variant kwam pas later (en naar ik aanneem uit de VS).
Een en ander sluit niet uit dat beide verklaringen juist zijn, en dat daardoor de overheid (of productschap?) zo makkelijk een alternatief hadden toen de pindaboter hier werd geintroduceerd.
Weet overigens iemand waar de melige uitdrukking "helaas pindakaas" vandaan komt? Het internet suggereert (jeugd)straattaal.

N.a.v. column Nicoline van der Sijs in de NRC van vandaag, ook getiteld Helaas Pindakaas.

vrijdag 14 juni 2013

recycling

Ik recycle een oude blog over verkiezingsaffiches en de landbouw. Omdat de iconische PSP affiche Ontwapenend (beter bekend als de koe en het naakt) weer eens in de NRC stond. Het toenmalige model, Saskia Holleman, overleed.  De poster werd symbool van de jaren 70. Zij werd strafrechtadvocate.

donderdag 13 juni 2013

akkerranden situationeel succesvol

De NRC van vanavond bespreekt een meta-analyse over akkerranden, uitgevoerd onder leiding van Alterra-collega Jeroen Scheper (en gepubliceerd in Ecology Letters). Die randen blijken te werken, althans het komt de bestuiving en vruchtzetting van de akkerbouwgewassen ten goede. Daarmee levert het niet per se interessante, zeldame soorten op vanuit de biodiversiteit, zo meldt de krant.
De vraag of het economisch aantrekkelijk is blijft in de krant onbeantwoord. Als de baten dan ook nog meer privaat (vruchtzetting) dan publiek (biodiversiteit, milieu - maar over effecten op schonere sloten rapporteert de krant ook niet) zijn, blijft voor mij wel de vraag waarom je die akkerranden verplicht maakt - zoals de EU wil.
En met name overal verplicht maakt, want uit de studie blijkt dat het vooral werkt in intermediair landachap. In Flevolandse landschappen (met bv maar 1% natuur) en Veluwse landschappen (waar al heel veel natuur is) heeft het geen zin. Daar kunnen de nieuwe soorten de akkerranden niet bereiken (Flevoland), of ze zijn er al en het marginale effect is gering (Veluwe).
Kortom mijn scepcis bij de Ecologische Focus Zones blijft, maar ik ben dan ook opgegroeid in een Flevolands landschap. Waar we voor de natuur op zondagmiddag naar de Veluwe reden. Specialisatie brengt welvaart. Toch het hele paper nog eens lezen.

woensdag 12 juni 2013

canvas

In ons werk rond het Future Internet wordt er nagedacht over business modellen en verdienmodellen. Een populaire techniek daarvoor is het Canvasmodel, dat ontwikkeld is door Alexander Ostwalder in een PhD project in 2004 in Lausanne. Er zijn minder praktische dissertaties.
Ik lees momenteel het boek Business Model Generation van zijn hand en zijn hoogleraar Yves Pigneur. Met forse Nederlandse inbreng en gemaakt met een nieuw business model (een soort crowd sourcing).
Vooral in de internetwereld zijn nogal wat vernieuwingen in business modellen doorgevoerd, die soms complete bedrijfstakken op zijn kop zetten. Zoals Skype dat de markt voor internationale telefoongesprekken volledig ontwricht heeft (en zijn geld verdient aan die mensen die met Skype naar een gewone (mobiele) telefoon willen bellen). Maar het kan ook bij vliegtuigmotoren, waar Rolls Royce zijn motoren sinds een aantal jaren succesvol als een service levert (motors as a service?): de vliegtuigmaatschappijen betalen per draaiuur, in plaats van de motoren aan te schaffen.
Vandaag vergaderden we op Schiphol over Future Internet verdienmodellen en meer. Goede plek om dit voorbeeld ter sprake te brengen. Zou je zo ook een ander business model kunnen bedenken voor -ik noems een wat- een melkveebedrijf of een varkenshouderij? Wie inspiratie zoekt, heeft aan dit boek een goede bron, en het bevat ook een paar leuke interactieve methodieken (uitgegeven door Wiley, ik kocht het in de UK, maar ik neem aan dat het hier gewoon verkrijgbaar is).

zondag 9 juni 2013

speel precisieboer

Wie kennis wil maken met precisie landbouw, kan nu op de site van New Holland terecht. Die hebben de Farm Genius app, waarmee je voor boer kunt spelen en kunt investeren in precisie apparatuur.
Boerenbusiness wees me erop, en ze bespreken ook nog apps die in het echt toepasbaar zijn: met de Aardappelmanager geeft Dacom advies over bemesting, beregening en bespuiting, OCI Nutri-N geeft de optimale stikstofgift in granen naar Wagenings inzicht en Bayer heeft de digitale regenmeter ontwikkeld. Hoef je niet meer in de auto de kavel op om het bekerglas uit te lezen.

vrijdag 7 juni 2013

aandelen koe

bijna volle Duitse rivier
Sommige boeren hebben interessante investeringsplannen maar krijgen geen geld los. Bedrijfseconomen moeten zich dan als eerste afvragen of er wel een echt financieringsprobleem is. Meestal is het een rentabiliteitsprobleem en is het project niet renderend genoeg om bv. 12% op achtergestelde leningen te betalen bij een private equity financier.
Enfin, sommigen zijn goed bezig met nieuwere constructies als erfpacht (sale and lease back) of crowd funding of stille vennoten. In de categorie aandeelhouderschap van buiten het gezin zijn sommige Amerikaanse veehouders nu bezig met aandelen in hun koeien te verkopen aan klanten. Zogenaamde Herdshares, zo bericht the Economist (die op minstens 2 plekken in het blad van vorige week de grap "stakes not steaks" maakt, Britse humor blijkbaar). En er wordt uitbetaald in liters melk per aandeel, terwijl de boer een rekening stuurt voor het onderhoud van de koe.
De reden voor deze constructie is typische Amerikaans, waar de jurist inventief is en je de vrijheid moet hebben om je te bewapenen. Daar vinden sommige ook dat je het recht moet hebben om rauwe, ongepasteuriseerde melk ('moo-shine') te drinken. De FDA legt op zijn website uit dat je er eerder ziek van wordt en dat de gezondheidsclaims die sommigen er aan toe kennen, niet aangetoond zijn. Maar daar laten sommigen zich niet door weerhouden, en verzinnen een juridische constructie.

Economist: The menace of moo-shine, 1.6.2013

woensdag 5 juni 2013

Sorteren van euro's

Er zijn economische experimenten die alleen Europeanen kunnen bedenken. Michele Belot (Edinburgh) en Marina Schroeder (Magdeburg) gebruikten op creatieve wijze de euro. Ze gaven aan vrijwilligers een doos munten ter waarde van 780 euro, met de vraag die te sorteren op hun unieke voorkomen. De euro heeft 160 verschillende munten (heb je ze al compleet?), naar waarde (van 1 cent tot 2 euro) met per land een verschillende afbeelding. Voor 17 eurolanden plus Monaco, San Marino en Vaticaanstad, die ook euro's uitgeven. Beloning voor het sorteren: 20 euro.
Dat is een simpel klusje, zeker als je er lang over mag doen en de doos mee naar huis mag nemen. Veel kennis of vaardigheid is er niet voor nodig. Belangrijk voor dit experiment. Mede daardoor is ook slecht werk goed meetbaar: slecht gesorteerd, laat opgeleverd en diefstal. Met opzet bevatten de dozen namelijk munten van het Vaticaan en die zijn meer waard in de verzamelmarkt dan de waarde die er op staat: een munt van 50 cent doet on-line 3 euro, dus door zo'n munt om te wisselen met een eigen munt kon een vrijwilliger 2 euro vijftig verdienen, meer dan 10% bonus.

wel of niet monitoren?
Economen wisten al dat een externe (financiele) beloning de intrensieke motivatie kan aantasten. Bekend is het voorbeeld dat als je voor bloed afgeven gaat betalen, sommige mensen niet meer mee doen, het is teveel handel geworden. Dat geldt vooral ook als je een tijdje betaalt, en daarna niet meer, of minder.Het euro-experiment was ook bedoeld om te zien of je veel tijd en kosten moet besteden aan het meten van prestaties van mensen, en ze daarop moet uitbetalen, of dat je het wel aan de eigen motivatie van medewerkers kunt overlaten.
Het euro-experiment leert dat matig monitoren een slecht idee is. Bij niet-monitoren heb je geen kosten van toezicht en van een bonus, je betaalt meteen bij het opleveren van het resultaat de 20 euro die is afgesproken. 10% van de vrijwilligers ontvreemde de Vaticaanmunt, maar dat was in de andere groepen niet hoger of lager.
Het andere uiterste was intensief monitoren. Die groep kreeg een strafkorting van 15 euro als meer dan 2 munten fout gesorteerd waren. 16% maakte meer dan 10 fouten (blijkbaar is het niet zo simpel als het lijkt) maar sommigen gingen langzamer werken en leverden de doos pas laat weer in.
De middenweg (1 euro strafkorting bij meer dan 10 fouten) leverde de meeste problemen op: 30% maakte meer dan 10 fouten, slechter dan de groep die helemaal niet gemonitored werd. Ook waren er meer laat-sorteerders. Kortom de kosten van die monitoring waren weggegooid geld.
Conclusie: fors monitoren of helemaal niet monitoren. Een beetje monitoren irriteert de goede werknemers en  vermindert hun resultaten ten opzichte van niet begeleiden of zeer intensief begeleiden.

Ontleend aan The Economist: 25 mei 2013

dinsdag 4 juni 2013

big data

Ook wij werken aan big data projecten en dus las ik met interesse zaterdag in de NRC het interview met Viktor Mayer-Schonberger (Hoogleraar Internet Governance and Regulation in Oxford), mede-auteur van een bestseller: De Big Data Revolutie.
Niet zoveel nieuws, ik noteer wel dat hij een nieuwe baan voorziet, die van algoritmisten, mensen die de computer code en conclusies uit de big-data controleren. Omdat dat in de wetenschap in peer review niet genoeg aandacht krijgt - een vermoeden dat we vorige week bij een vergadering van de EAAEP Foundation ook bespraken. Maar ook op andere plaatsen gedt die behoefte aan auditing.
Verder laat Mayer alvast de negatieve externaliteiten noteren van deze ICT revolutie: privacy, het gestraft worden (met geen bonuskorting etc) op correlaties ("er is samenhang tussen slordig medicijn gedrag en slecht aflossen van leningen") in plaats van op gedrag, en het genoegen nemen met de makkelijke data. 

maandag 3 juni 2013

de kenniswerker van de toekomst

Journalsiten moeten meer op Armin van Buuren gaan lijken, zo stelde Mark Deuze, hoogleraard journalistiek en media in Amsterdam afgelopen zaterdag in de NRC. Andere kenniswerkers, waaronder onderzoekers ook, zo dacht ik na het lezen. Zijn argumentatie: "Ik heb onderzoek gedaan naar de ideale mediawerker van de toekomst. Dat is iemand die goe in zijn uppie alles aankan, maar die ook met anderen weet samen te werken. Het is iemand die zichzelf goed weet te branden. Iemand die een goede balans weet te vinden tussen het maken van iets orgineels en het bij elkaar brengen van dingen die er al zijn om die te ontsluiten voor een groot publiek".
En op de vraag van de journalist "Moet u zelf ook een merk zijn?": "Ja, vind ik wel. De wetenschap is net als de journalistiek een creatief beroep. De ontwikkelingen die spelen zijn hetzelfde: steeds meer tijdeijke aanstellingen, jaarcontracten. Om ergens anders aangenomen te worden, moet je je profileren. Ik doe dat ook. Daarom heb ik een blog, daarom zit ik op Twitter en Facebook".
 

zondag 2 juni 2013

varkens op foodlog

Op Foodlog loopt een discussie over de varkenshouderij. Ik meende me daar gisteren in te moeten mengen en voor wie niet door wil klikken, hier hetzelfde berichtje (voor eigen hergebruik wou ik het ook in de eigen cloud opbergen):
In een discussie onlangs op HAS Den Bosch met transitiedenkers uit de Peelhorst werd me duidelijk dat je in deze discussie onderscheid moet maken tussen een aantal 'grote jongens': families van varkenshouders die op diverse plekken in Europa / de wereld grootschalig varkens houden, tegen een lage kostprijs. Een vorm van kennis export en bijdrage aan de voedselvoorziening waar je ook trots op zou kunnen zijn. Vaak doen ze dat ook daar waar ze begonnen zijn: bv. in de Peel. Mijn informant somde zo meer dan 5 familienamen op als voorbeeld alleen al.
In de knel komen de middenbedrijven, kleinere gezinsbedrijven die daar niet tegenop kunnen en internationaal aan mee kunnen / willen doen. Dat heeft kenmerken van de middenbedrijven die altijd in de knel komen als technologie zich ontwikkelt om via hogere arbeidsproductiviteit inkomens te realiseren die vergelijkbaar zijn met die in de stad.
Doet me erg denken aan de akkerbouwers van 40 ha in mijn 'home town' Flevoland die begin jaren negentig ten tijde van de verandering in graanbeleid in de knel kwamen en waar voor hen geen grond te koop was tegen aanvaardbare prijzen. Daar zag je allerlei strategien: een groep jongere boeren die een aantal jaren draaiden en het bedrijf in de vingers hadden, schakelden succesvol om naar een nieuw concept: biologisch (cooperatie Nautilus, met ups en downs). Een minstens zo grote groep stopte, verkocht grond, of nam er een baan bij, veelal bij andere partijen in de keten (van aardappelvrachtauto-chauffeur tot makelaar). Een enkeling winst via huur en koop van land het (nog) wel vol te houden in de schaalvergrotingsrace.
Vraagje aan het panel: klopt deze analogie voor de concentratiegebieden ?

PS ook interessant: de nieuwe uitgave van Boerenbusiness met een verhaal over de problemen van Vion en een over de kracht van Tonnies. Dit is een gevecht in een Europese markt, we moeten niet al te Nederlands perspectief nemen in de analyse.

zaterdag 1 juni 2013

naar ontwrichting voor kenniswerkers

Babymelkpoeder voor China was hier recent talk-of-the day. The Economist van vorige week waarschuwde nog even dat er gevangenisstraf staat op het meenemen van 3 of meer blikken melkpoeder vanuit Hong-Kong.
Inmiddels kreeg ik de McKinsey studie Disurptive technologies toegestuurd. Ik moet hem nog lezen maar dezelfde Economist meldde alvast dat het veel voorbeelden bevat van hoe de ICT het leven van kenniswerkers gaat veranderen, en veel van hun banen zal doen verdwijnen. Iets wat in Race against the Machine van Brynjolfsson en McAfee ook al werd voorspeld.