woensdag 30 april 2014

quiz-time: waar is er keuze aan boter?

Voor wie hard werken op de oude Koninginnedag nog niet gewend is en ter afwisseling even wil quizen: hier twee foto's, beiden gemaakt in een supermarkt. De ene in een land (Cyprus) dat nauwelijks boter produceert en waar de inwoners er ook niet veel van kopen. De andere in een land dat al heel lang heel veel boter exporteert (Nieuw-Zeeland).
De vraag: welke foto is waar genomen, ofwel: waar is er de meeste keuze aan boter in de supermarkt, en waarom ?
Het antwoord komt op of na de Dag van de Arbeid.

dinsdag 29 april 2014

maandag 28 april 2014

stadslandbouw in Den Haag

Hierbij een videootje dat me werd toegestuurd over Stadslandbouw in Den Haag: De landbouw gaat het dak op.

zondag 27 april 2014

Hoezo grondstoffenschaarste ??

Twee jaar geleden besprak ik hier het boek The Rational Optimist van Matt Ridley waarin hij stelt dat innovatie ons inmiddels in de genen zit. Dezelfde Ridley heeft nu een groot stuk in de Wall Street Journal geschreven waarin hij stelling betrekt tegen het algemene idee dat er grondstofenschaarste ontstaat. Innovatie wordt in zijn ogen fors onderschat.

En het voeden van die 5 miljard mensen ? Onze eigen Anthonie van Leeuwenhoek rekende al in 1679 voor dat de aarde 13,4 miljard mensen kon voeden. Sinds die tijd is er veel aan gerekend, met uitkomsten tussen de 1 en 100 miljard, zonder dat wetenschappers ook maar enigszins eens lijken te kunnen worden.
Enfin, een mooie bijdrage aan het debat. Lees het hier.

zaterdag 26 april 2014

land art in Zeeland

appeltjes van Oranje
(uit Hong Kong) op deze
1e Koningsdag
Gisteren had ik het genoegen om op de Koninklijke Wilhelinapolder de totstandkoming en overdracht van het Land Art project Polder Peil bij te wonen. Ik ben opgegroeid in de provincie met de meeste land art van Nederland (Flevoland dus) maar mooi dat het moederland er ook aan begint.
Bij het inrijden van de Wilhelminapolder was het even wennen aan de bollen maar de film The Making of Polder Peil maakt nieuwsgierig en laat een paar spectaculaire werken zien. De kunstenaar wil de hoogteverschillen in het vlakke landschap accentueren. Zie hier een nuttige link. Dat wordt nog een keer een  wandel- of fietstochtje. Scheidend directeur J.P.C. van Hoven is er in geslaagd om de tijdgeest te verstaan en het landschap en het bedrijf met de maatschappij te verbinden via uitdagende kunst.

vrijdag 25 april 2014

economisering publieke dienstverlening

Interessante bijdrage in de NRC van afgelopen zaterdag over de stress tussen klagende professionals en falende managers in de klassieke publieke sectoren als politie, zorg, onderwijs, rechterlijke macht en volkshuisvesting. Aanleiding is de problematiek bij de NZa, waar klokkenluider Gotlieb een dossier opstelde en zelfmoord pleegde.
De Utrechtse hoogleraar Mirko Noordegraaf (Publiek management en medeauteur van Professionals under pressure) wijst op het feit dat deze sectoren in een overgangssituatie zitten van de verzorgingsstaat. Met permanente reorganisaties als gevolg. Drie ontwikkelingen voeren zijn inziens dan de boventoon:
1. De overheid trekt zich meestal om financiele redenen terug en biedt meer ruimte aan marktwerking
2. De burgers zijn mondiger en assertiever en stellen hogere eisen
3. Organisaties die publieke diensten verlenen zijn bang en onzekrer en leggen om dat te ondevangen meer de nadruk op controle en disciplinering.
Dat heeft er ook mee te maken dat het ingewikkelder is dan in de echte markt, waar je op een maatstaf als aandeelhouderswaarde kunt sturen. Hier is het meten van prestaties ingewikkelder en onderwerp van politieke of maatschappelijke discussie tijdens de reorganisatieperiode.
Ben Fruytier van de Hogeschool Utrecht: "wat je altijd ziet is dat managers die het moeilijk hebben, hun toevlucht nemen tot allerlei instrumenten waarachter ze zich gaan veschuilen: tijdschrijven, verantwoorden, monitoren, chekcen, targets, doorlooptijden, dagplannen, noem maar op". Ben Tiggelaar komt tot vergelijkbare conclusies en beveelt decentralisatie aan naar teams die weten wat collega's doen. Blaming the managers helpt niet. Noordegraaf en Fruytier pleiten ook voor nieuwe vaardigheden van professionals om in klienschalige teams te werken waarbij management- en professionele vaardigheden geintegreerd kunnen worden.

NRC: De klagende professional tegen de falende manager, NRC 19.4.2014

donderdag 24 april 2014

de economie van eco-systeemdiensten

Mijn collega's Huib Silvis en Martijn van der Heide schreven een zeer nuttig boekje over de economie van eco-systeemdiensten, een geleerd woord voor wat de aarde ons biedt. Met mooie overzichten uit de geschiedenis van het economisch denken over natuurlijke hulpbronnen, en inleidingen over milieu-economie en ecologische economie (en waarin die verschilt van de neo-klassieke).
Ik las het met de Paasdagen (op het terras waarbij een sterke oostenwind een brandlucht van de heidebrand op de Hoge Veluwe aanvoerde, een negatieve eco-systeemdienst) en beveel het sterk aan. Hier is de link.

woensdag 23 april 2014

familiebedrijven

De term familiebedrijven rukt op. Soms is dat een slechte vertaling van de term Family Farm, en gaat het om gezinsbedrijven. Soms wordt terminologie die juist is voor bedrijven als Bavaria of C&A iets te makkelijk omgezet naar landbouw. Maar soms is het ook juist, omdat gezinsbedrijven complexer worden en meer-gezinnenbedrijven en eventueel ook meer-locatie bedrijven worden.
Het paasnummer van de Boerderij had een aantal mooie voorbeelden, zodat de titel van het nummer heel terecht was. Verder las ik met de Paasdagen nog "Wat de boer niet zegt - communicatie in agrarische familiebedrijven" van Johan Weerkamp en Truke Zeinstra. Ik kreeg het boekje pas mee bij de spreekbeurt voor LTO waar het werd uitgedeeld aan bestuurders. Het bevat mooie inzichten hoe familie-systemen en bedrijfssystemen verschillen, o.a. in hun communicatie. Overigens ook heel nuttig voor veel gezinsbedrijven. Van harte aanbevolen.
Over hetzelfde onderwerp kreeg ik van Ilse Matser van Windesheim hun boekje over goed bestuur in MKB familiebedrijven. Gemaakt binnen het lectoraat (Ilse Matser, Judith van Helvert, Ron van der Pol en Andrea Kuiken: Goed Bestuur in MKB Familiebedrijven). Dezelfde auteur schreef met Mira Bloemen en Chantal Remery ook nog "Vrouwen in het vizier". Over vrouwen binnen het familiebedrijf in relatie tot opvolging en eigendom.
Wie dacht dat de VN en FAO geen invloed hadden? Het Year of the Family Farm lijkt te werken.

dinsdag 22 april 2014

craft beer

Koffie is in de VS de afgelopen twintig jaar op kwaliteit vooruit gegaan en in ieder geval is er steeds meer keuze. Door micro-koffietentjes waarvan sommigen zoals Starbucks tot grote ketens zijn uitgegroeid. Naar verluidt omdat vroeger koffie net als water bij of na de maaltijd in de VS gratis was (hier wordt verdiend aan de drank, daar niet) en dus een steeds slapper aftreksel werd. Tot de wal het schip keert en sommigen een marktkans zien.
Met bier is iets dergelijks gebeurd. Er zijn micro-brouwerijen ontstaan die experimenteren en een bier-cultuur hebben ontwikkeld. De eerste zijn uit de jaren 80, o.a. uit San Francisco (waar de allereerste Fritz Maytag in 1965 begon).. Aanvankelijk werden de micro-breweries en brewpubs in de accijnswetgeving bevoordeeld, nadat het verbod op thuisbrouwen was opgeheven.
Ze werden geholpen door een clientele die bereid was een forse premium te betalen voor het product uit het alternatieve circuit in de regio. Later kwam daar het internet als reclame-medium bij. Intussen hebben de groten, Anheuser-Busch en MillerCoors zich ook op deze business geworpen.
Wie er meer over wil weten moet een nieuw boek lezen: Steve Hindy: The Craft Beer Revolution, zo meldt the Economist van 12 april 2014

zaterdag 19 april 2014

Vrolijk Pasen


apps voor in de super

Veel mensen lopen met een behoorlijk tempo door de supermarkt, op routine de boodschappen pakkend. Soms zie ik ze twijfelen waar ze de goede koekjes kunnen vinden of de cayennepeper, zelden zie ik mensen (en zeker geen vrouwen die nog een oogje op een van de kids moet houden) langdurig logo's en etiketten bestuderen.
Maar wie dat toch wil doen, die krijgt ook steeds meer apps ter beschikking om digitaal het etiket uit te lezen, in plaats van op de kleine lettertjes van de verpakking te staren. Het blad PC Active wijst er op twee.
Vivino Wine Scanner is een gratis Engelstalige app die een database van 2 miljoen wijnen raadpleegt. Fotografeer het etiket en je krijgt informatie over de wijn, de gemiddelde prijs (ook handig voor de flessen die je cadeau krijgt) en beoordelingen of proefnotities. Geef je smaak door aan de app en hij wordt relevanter. Chateau Tongariro (foto) ontbreekt overigens.
Boodschapp is een app die van 7500 voedingsmiddelen een gezondheidscore geeft, als je de barcode scant. Voedingsstoffen worden vermeld. Automatisch worden gezondere alternatieven voorgesteld. Althans voor zover die in de supermarkt waar je bent, en dat moet een AH, Jumbo of C1000 (zo lang die nog bestaan) zijn. Volgende stap is natuurlijk om de duurzaamheidsdata er aan te koppelen, daar is QuestionMark mee bezig. En dan kun je ook de werkelijke sociale kostprijs uitreken, ofwel de kosten die de kassabon niet halen. True pricing dus.
Wie overigens wil weten welke muzak de supermarkt draait om je in een rustige stemming te krijgen (dan koop je meer), moet SoundHound installeren. Die heeft maar een paar seconden nodig om een liedje te herkennen en daarover te informeren. Ideetje: zou je dat niet om kunnen draaien: dat je je favoriete muziekje kunt instellen voor de super en dat software op basis van de ingegeven keuzes van de mensen (agenten) die er zijn, de grootste gemene deler opzet. Of iedereen een minuut geeft wat zij wil ?
En ik weet het, er zijn apps van de supers die je helpen met de routing en je bestellijstje omzetten in het vinden van het schap waar de cayennepeper staat.

vrijdag 18 april 2014

decentralisatie plattelandsbeleid

Een mooi experiment uit Finland. Daar zette een collega de computer aan met gedetailleerde gegevens over de economien van diverse regio's (zgn. social accounting matrices).
Ze koos een regio waar landbouw en de voedselindustrie zeer belangrijk zijn, en een regio waar die sectoren niet zo'n grote betekenis hebben. Vervolgens investeerde ze (in het model) in de regio's overheidsgeld in de vorm van forse investeringssubsidies, en keek wat er gebeurde.
Beide regio's werden er beter van in termen van regionaal inkomen. Als de investeringssubsidies werden gegeven voor traditionele investeringen als stallenbouw en machines, dan bleef er meer geld in de regio hangen dan wanneer de investeringen naar moderne technologie als ICT ging. Daarvan eindigde een groter deel in de stad. Logisch want de bouwvakkers wonen in de regio, de softwareboys en glasvezelkabelaars in de stad. Wel leek het te leiden tot een diverser productenaanbod uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie.

Ook interessant is de doorrekening van een verschuiving van inkomenssubsidies voor de landbouw (Pijler 1 in het jargon) naar subsidies voor diversificatie van het bedrijf (pijler 2, hoewel de auteur die termen niet gebruikt). Dat pakt zoals te verwachten valt ook verschillend uit. Alleen in de regio waar landbouw minder belangrijk is, was het effect op het regionaal inkomen positief. In de regio waar landbouw belangrijk is, daalde het regionaal inkomen: de landbouwproductie nam er door af, en daarmee het export inkomen. Die daling werd niet goedgemaakt door de wat hogere verkopen van gediversificeerde producten en diensten in de eigen regio. Met andere woorden daar waar de landbouw sterk is, is de landbouw ook het meest efficiente kanaal als je het regionaal inkomen met subsidies wil opkrikken. Haal je in die landbouw subsidies weg, dan maak je dat niet goed met subsidies voor huisverkoop, zorglandbouw, natuur, fietspaden of wat dan ook.

Tot slot kun je natuurlijk ook de agrarische ondersteuning vervangen door regionale investeringssubsidies. Dat is gunstig, ook als je de agrarische subsidies met eenzelfde bedrag verlaagt. Althans voor de regio, die is in beide gevallen beter af. Maar binnen die regio profiteren vooral de steden, terwijl de agrarische gezinnen natuurlijk inleveren.

Al met al lijkt me dit een bewijs dat je vooral de regio zelf moet laten kiezen hoe ze hun menu invullen. Dan krijg je efficienter besteed geld.

N. Hyytia: Farm diversification and regional investments: efficient instruments for the CAP rural development targets in rural regions of Finland? in ERAE 41[2] april 2014

donderdag 17 april 2014

wie wordt er biologisch?

Twee Franse collega's (met een ervan werken we samen in een leuk EU project) keken of er iets te zeggen valt van de Franse boeren die overschakelen van gangbaar naar biologisch. Zoals de vraag of het vooral efficiente boeren zijn, of juist de minder efficiente (die problemen hebben het vol te houden in gangbaar).
De dames vonden uit dat bij grotere akkerbouwbedrijven het de bedrijven zijn met een hogere technische efficiency die gemiddeld vaker omschakelen dan hun collega's met meer matige resultaten. Je moet het blijkbaar ook gangbaar goed in de vingers hebben.
Maar bij groente en fruit en wijn en kleinere akkerbouwbedrijven trad dit effect niet op. Daar bleven de betere bedrijven doen wat ze deden en schakelden niet vaker of minder vaak over dan hun minder efficiente collega's.
Naast de technische efficiency zijn er nog wel andere factoren die al/niet overschakelen beinvloeden: omschakelaars zijn hoger opgeleid, hebben kleinere bedrijven en ontvangen al meer agro-milieu subsidies (bijvoorbeeld omdat ze al wat aan natuur doen of omdat ze in benadeelde gebieden zitten).
Opvallend is dat de omschakelingssubsidie en het prijsverschil tussen gangbare en bio producten geen significante invloed had. Dat kan komen door de omvang van de steekproef, zo stellen de auteurs, maar het roept natuurlijk ook vragen op over de effectiviteit van die subsidies; misschien zijn boeren wel zo slim om in te zien dat je geen bedrijfssystemen moet baseren op subsidies die de overheid met een pennenstreek kan elimineren. Dan liever de onzekere markt.

Laure Latruffe and Celine Nauges: Technical efficiency and conversion to organic farming - the case of France. In: ERAE 41(2), april 2014

woensdag 16 april 2014

Barfen

Zaterdag leerde ik weer eens wat nieuws uit de NRC: barfen staat voor het aan honden voeren van BARF- Bones And Raw Food. En dat is in de mode, liefst ook nog biologisch. Sommige dieren eten beter dan hun baasjes.
Maar het idee dat je de natuur moet nabootsen alsof het goed is dat de door en door gefokte honden eten als hun voorouder wolf, is ook een gevaar voor de dier- en volksgezondheid zo blijkt uit het artikel. Rauw vlees wil nog wel eens besmet zijn met ziekmakende bacterien.
Zo wordt volksgezondheid weer lastiger te managen. Doet me denken aan de  onvoorziene opkomst van sushi, waar de risk managers ook niet dol op waren. Niets zo veilig als een pakje Honig aspergesoep bij wijze van spreken (tip van een amateurchef: doe er echte asperges uit glas van de Lidl bij).
En het Barfen levert ook een interessante discussie over voedselzekerheid en food waste op in het artikel: wat is beter: rauw afvalvlees als geitenkop, 'gewoon' biologisch rauw vlees of brokken met meer koolhydraten uit plantaardig materiaal (akkerbouwgewassen). Antwoord: helemaal geen hond zo lijkt me, maar dat heeft weer negatieve effecten op de sociale gezondheid. Trade-offs genoeg.

dinsdag 15 april 2014

Oscar de verzekeraar

Nog een kleine notitie uit dezelfde The Economist van 5.4.2014: Oscar is een nieuwe gezondheidsverzekeraar in NY die onder Obamacare hoopt de bedrijfstak op zijn kop te zetten, gebaseerd op IT. Oscar is een soort Facebook waarop je je doktersbezoek en medicijnaankoop/gebruik bij kunt houden. Je eigen patientendossier dus. En je kunt er klachten invoeren en dan krijg je advies, met daarbij de doctoren en klinieken die je mogelijk kunnen helpen en wat die kosten, een soort marktplaats dus. Men wil goed medisch advies aanbevelen zoals Amazon dat doet met boeken.
Maar Oscar is geen Amazon of Marktplaats of Facebook, maar een verzekeraar: je moet je bij hen verzekeren, je krijgt dan een aantal standaard consulten gratis als ook een aantal ''generic'' medicijnen. En ze vergoeden doctor- en hospitaalbezoek conform de polis. Maar je hebt dus veel vrije keuze.

maandag 14 april 2014

AKIS rapport

De Europese Commissie heeft ons tweede AKIS rapport on line gezet. Hier is de link:
http://ec.europa.eu/research/bioeconomy/pdf/agricultural-knowledge-innovation-systems-towards-2020_en.pdf

Flower power: de ongemakkelijke kant van MVO

is de titel van een column in The Economist van een week geleden, waarin het blad de bloemenindustrie in Kenia even doorlicht en een paar fraaie constateringen doet over het omver halen van ideologische zekerheden.
Het blad ziet 3 trends: om te beginnen twee tegengestelde consumenten eisen waar de machtige Britse retail zeer sterk op stuurt: meer waar voor je geld (lagere prijzen dus) en maatschappelijk verantwoord (CSR). De derde zijn lokale omstandigheden in Kenia. met 3,2 miljard US$ omzet en 4.5 miljoen directe banen beginnen grond en arbeid duur te worden en ontstaan er inderdaad ook allerlei milieu-effecten op beschikbaarheid van water en migratieproblemen. Waarbij overigens het debat bij de consument doorgaat of je nu duurzamere bloemen uit het Westland of uit Kenia haalt.
Gevolg hiervan: er ontstaat een golf van consolidatie en verticale integratie waarbij bedrijven als VP-Group (die de Longonor Farm bezitten die in het artikel beschreven wordt) dichter tegen de retailers aankruipen. Ze breiden ook uit naar Tanzania, Ethiopie, Zanzibar, Namibie. En gaan in toegevoegde waarde: bij het vliegveld van Nairobi staat een fabriekshal waar 2000 mensen continue groentes omzetten in kant-en-klaar salades.
Dat brengt allemaal inkomen, zodanig dat het ook een middenklasse in Afrika helpt ontstaan. Maar de keerzijde is dat deze integraties de traditionele onafhankelijke tuinders ("many of them white and sharp-eyed middlemen, many of them Indians") er uit concurreren. Precies overigens wat je in theorie mag verwachten van deze aandacht voor andere zaken in de transactie dan prijs en volume.
Het leidt ook tot veel innovatie, omdat die grotere integraties daar tijd, geld en management voor vrij kunnen maken (die blijkbaar ontbrak bij de kleinere bedrijven of de overheids-onderzoeksstructuur daar omheen), waarmee de CSR doelstellingen en lagere kostprijzen tegelijkertijd worden gerealiseerd.
En daarmee leidt de hele aandacht voor CSR tot twee ongemakkelijke waarheden, zo concludeert The Economist: ter linkerzijde is men verward omdat de beweging naar CSR leidt tot machtige agri-business concerns ten koste van het gezinsbedrijf. En aan de rechterzijde is men verward dat de CSR eisen leiden tot meer innovatie en hogere productiviteit tegelijk (de verklaring is natuurlijk dat je er meer management instopt, maar dat is nu eenmaal slecht meetbaar).

The Economist: Flower Power, Schumpeter column, 5..4.2014

zondag 13 april 2014

Relletjes rond Zeeuws geld

Gisteren waren we in Hulst, we tankten zeer goedkoop in Belgie (tip: bij Avia in Stekene betaal je nog 1,487 cent voor een liter Euro95, dat is bijna dertig cent goedkoper dan hier langs de snelweg). Wij Zeeuwen zijn zunig, heeft Unilver er met Zeeuws Meisje ingeramd..En dus is het tijd voor Zeeland op ons geld.
Ik kom daarop omdat De Nederlandsche Bank net als het Koninkrijk 200 jaar bestaat. DNB Magazine besteedt er veel aandacht aan met een mooi verhaal over de geschiedenis van DNB.
En ook met een foto-reportage van oude bankbiljetten. En daarin zag ik niet alleen vele bekende terug, maar ook bijgaand biljet van ca. 100 jaar geleden. Het toont een Zeeuwse vrouw.- in de volksmond heette dit biljet al snel Kop & Schotel.
Het is het biljet dat misschien wel de meeste ophef gemaakt heeft zo schrijft de bank- iets wat toch al niet ongewoon is bij de introductie van publieke goederen. Hier ging het al fout in de ontwerpfase, want de ontwerper had gekozen voor een katholieke kap, dat kon echt niet en moest een muts naar protestants model worden. (Later leidde in 1952 een biljet van 25 gulden met Sint Maarten die zijn mantel in tweeen snijdt tot het verzoek van de SGP in de 2e Kamer dit biljet als zijnde Roomse propaganda in te trekken. Het biljet bleef tot 1961 in omloop).
Enfin, het idee dat heel Nederland er als Zeeuws meisje bijloopt vond 100 jaar geleden ook al geen genade. En vervolgens leidde het biljet nog tot een fiks schandaal (voor die tijd) in de prive-sfeer. Het model was de dienstbode van de Nederlandsche Bank vertegenwoordiger in Middelburg. Die moest en  plein public verklaren dat wel de kap van de dienstbode was gebruikt, maar dat het verder geen beauty was waar hij iets mee had.
Dat andere Zeeuwse bankbiljet was ons enige 250 gulden biljet, de paarse vuurtoren. Waarvoor Oxenaar de vuurtoren van Haamstede gebruikte - het relletje bleeft beperkt tot de vewerking van twee namen van vriendinnen en een kleindochter in het ontwerp zonder dat iemand het wist.

vrijdag 11 april 2014

lijstje: agrarische geschiedenis boeken over NL

Op tafel ligt bij ons om onduidelijke reden het standaardwerk van Slicher van Bath over de Agrarische Geschiedenis van West-Europa. Misschien wel het beste wat het vakgebied in Nederland voortbracht. Maar het deed niet mee bij de verkiezing van de beste boeken van de Vereniging van Agrarische Geschiedenis bij zijn 75 jarig bestaan. Want die boeken moesten over Nederland gaan.
En dus was de terechte winnaar Jan Bieleman met Boeren in Nederland 1500-2000.
Hier is de complete lijst, althans de eerste 10. De rest staat op de website van de vereniging.
  1. Bieleman, J. Boeren in Nederland. Geschiedenis van de landbouw, 1500-2000 (Engelse versie Five centuries of farming : a short history of Dutch agriculture 1500-2000, Wageningen Academic Publishers 2010).
  2. Slicher van Bath, B. H. (1957). Een samenleving onder spanning : geschiedenis van het platteland in Overijssel. Assen: Van Gorcum.
  3. Vries, J. d. (1974). The Dutch rural economy in the Golden age, 1500 - 1700. New Haven [etc.]: Yale University Press.
  4. Bavel, B. J. P. v. (2010). Manors and markets: economy and society in the Low Countries, 500-1600. Oxford [et c.]: Oxford University Press.
  5. Roessingh, H. K. (1976). Inlandse tabak. Expansie en contractie van een handelsgewas in de 17e en 18e eeuw in Nederland. AAG Bijdragen 20. Wageningen: Afdeling Agrarische Geschiedenis, Landbouw hogeschool Wageningen.
  6. Poel, J. M. G. v. d. (1967). Honderd jaar landbouwmechanisatie in Nederland. Wageningen: Vereniging voor Landbouwgeschiedenis.
  7. Noordam, D. J. (1986). Leven in Maasland. Een hoogontwikkelde plattelandssamenleving in de achttiende en het begin van de negentiende eeuw. Hilversum: Verloren.
  8. Woude, A. M. v. d. (1972). Het Noorderkwartier. Een regionaal historisch onderzoek in de demografische en economische geschiedenis van westelijk Nederland van de late middeleeuwen tot het begin van de negentiende eeuw. AAG Bijdragen 16. Wageningen: Afdeling Agrarische Geschiedenis, Landbouw hogeschool Wageningen.
  9. Westerman, F. (1999). De graanrepubliek. Amsterdam [etc.]: Uitgeverij Atlas.
  10. Bieleman, J. (1987). Boeren op het Drentse zand 1600 - 1900 : een nieuwe visie op de `oude' landbouw. AAG Bijdragen 29. Wageningen: Afdeling Agrarische Geschiedenis, Landbouw Universiteit Wageningen.

woensdag 9 april 2014

Lijstje: Test wetenschappelijke claims

Wetenschappelijke claims moeten kritisch worden bekeken. Ze worden gemakkelijk gemaakt en ook reviewers laten er wel eens wat doorheen slippen. Nature gaf vorig jaar een artikel met een lijstje van 20 tips voor het interpreteren van scientific claims - het idee is dat het beter gaat als je deze concepten begrijpt:
  1. Differences and chance cause variation
  2. No measurement is exact
  3. Bias is rife
  4. Bigger is usually better for sample size
  5. Correlation does not imply causation
  6. Regression to the mean can mislead
  7. Extrapolating beyond the data is risky
  8. Beware the base-rate fallacy
  9. Controls are important
  10. Randomization avoids bias.
  11. Seek replication, not pseudoreplication
  12. Scientists are human
  13. Significance is significant
  14. Separate no effect from non-significance
  15. Effect size matters
  16. Study relevance limits generalizations
  17. Feelings influence risk perception.
  18. Dependencies change the risks
  19. Data can be dredged or cherry picked
  20. Extreme measurements may mislead

maandag 7 april 2014

VORK

Nieuw in de bladenmarkt is Vork. Het is de opvolger van SPIL dat met het heengaan van Arend Jan Voortman ter ziele ging. Het eerste nummer ziet er mooi uit. Het is een bookazine dat belooft elk kwartaal te verschijnen (en hopelijk nemen ze niet die rare nummering van Spil over).
Het eerste nummer heeft een mooie opmaak en fotografie. Belangrijker voor een kritisch-wetenschappelijk, opinierend tijdschrift zijn de inhoudelijke bijdragen.
Toutes le monde droeg bij aan het eerste nummer: Louise Fresco, Rudy Rabbinge, Dick Veerman, Marcel Schuttelaar, Wouter van der Weijden en nog tal van andere opiniemakers.
Ik genoot van de bijdrage van Dick Veerman die nu eens voorstelt het doorvoer-gebonden grondstoffen-opwerkingscluster centraal te stellen en niet de grondstoffen-productie georienteerde primaire sector. En van die van Marcel Schuttelaar met een inkijkje in zijn tijd bij de Consumentenbond. Ook verhalen over grasraffinage, over de relatie tussen mens en dier en over de historie van het beeld van de boer in de stad.
Foutjes trof ik in het eerste nummer niet echt aan, of het moet de zwakke vertaling van de term Family Farm in familiebedrijf zijn. Vroeger had SPIL een leuke taalrubriek, en de auteur daarvan had vast kunnen uitleggen dat Family Farm in het Engels vertaald moet worden als Gezinsbedrijf. En ons woord familie vertale men als relatives. Anglicismen zijn er al om, en laat je daarmee niet afhouden van het lezen van deze boeiende artikelen.
Wie een vorkje mee wil prikken kan een proefnummer aanvragen of meteen een abonnement nemen. Bij deze van harte aanbevolen. Klik hier naar de site van Vork.

zondag 6 april 2014

Maarten over de moestuin

Mijn conclusie van gisteren dat veel stadslandbouw projecten vooral de sociale leefbaarheid dienen en minder de voedselvoorziening werd vanochten in Vroege Vogels mooi onderstreept door Warmonder volkstuinder en schrijver Maarten 't Hart.
In zijn column legde hij uit (zonder het woord te gebruiken) dat de opportunity cost van de geoogste groente uiterst laag is. Je tomaten zijn rijp als de hele wereld omkomt in tomaten, ze bij de grootgrutter in de aanbieding liggen en je op zaterdagmiddag bij het sluiten van de markt in Leiden en elders voor een habbekrats een kistje meekrijgt.
Nog een tip: ga op hetzelfde moment naar die markt en vertel dat je een geit hebt en nog wat groenvoer zoekt. Dan krijg je hele kisten sla mee waar wat blaadjes van verlept zijn en dozen mango's met een rotplekje. Kunnen niet meer in de kraam maar zijn na het wegsnijden van het minder goede deel nog prima direct bruikbaar.
Zijn conclusie: tuinieren doe je voor het proces en om wat groente uit te delen aan buren en vrienden (een uitzondering: kruiden die in te grote bosjes in de super worden aangeboden, maar dat kan in een plantenbak, zo stelde de auteur).

uien
En nu we het toch over de media hebben: de NRC heeft dit weekend een mooi verhaal over de uien van Titus van der Torren uit Zonnemaire. Iemand die geweken is voor de uitbreiding van Waddinxveen en nu op Schouwen een grote boerderij heeft met veel uienteelt. De journalist volgt een partij die in 2013 onder zeer lastige omstandigheden werd geteeld en pas met de Sinterklaas werd geoogst. Geen klasse 2NL en kwam dus in de schilbedrijven in Polen terecht.
We leren uit het verhaal dat Zeeland het juunland bij uitstek is, maar onduidelijk blijft waarom (grond, klimaat, de havens, in het verleden de vele arbeid die aanwezig was voor het wiedwerk met de korte schrepel??), en Reimerswaal is de verzameling dorpen dat het grootste deel van de Nederlandse (21 bedrijven regelen 70% van de verwerking) zo niet West-Europese uienhandel in handen heeft.
We leren ook dat slechte partijen die niet naar de Afrikaanse markt kunnen, dus naar Polen gaan waar zich sinds de Wende, met infrastructurele investeringen uit EU gelden, een aantal plaatsen heeft gespecialiseerd in het handmatig uien schillen. Handmatig omdat voor machinaal schillen je ook goede kwaliteit nodig hebt. Food waste reductie dus aan de onderkant van de markt. Er gaat minder dan 5% van de oogst naar Polen die daar wordt opgewerkt tot uienringen voor Italiaanse pizza's en Burger King hamburgers..

Europa
Goed dus dat we die EU hebben. In dezelfde NRC een  boeiend interview met de Bulgaarse wetenschapper Ivan Krastev. Zijn analyse: globalisering maakt de burger machteloos, politici ook en die verschuilen zich achter Brussel: "het moet van". Gebrek aan visie. Wantrouwen bij de burger tegen de grote structuren. Niemand in de politiek die het meer uitlegt vanuit een visie op de maatschappij: waarom doen we het een lokaal, het ander in Brussel.
Wat overblijft is een zoektocht naar identiteit, en een politiek van identiteit. Die is veelal regionaal en maakt compromis niet nodig. (Over God en identiteit hoef je geen compromis te sluiten, maar dat is gezien de ervaring in de verzuiling nog maar de vraag. Zie Belgie: als je maar bij elkaar wil blijven - kjp). Krastev (zijn boek: In EU we (mis)trust) waarschuwt voor een USSR of Joegoslavisch desintegratie scenario: niemand hield er rekening mee en het gebeurde toch.
Dat de zoektocht naar identiteit (en mogelijk religie) er is constateerden we deze week in een bijeenkomst ook. Voor sommigen levert voedsel die identiteit. Of de moestuin.

zaterdag 5 april 2014

stadslandbouw in Berlijn

Donderdag had ik het genoegen een dagje de stadslandbouw van Berlijn te bekijken. Het IFSA congres waar ik een lezing over ICT en een over Agrarische Kennis- en Innovatie Systemen mocht houden, trok ook wat tijd uit om de boer op. Met voortreffelijk weer om na een stop bij Checkpoint Charlie de laatste boer van de stad Berlijn te bezoeken (tussen Berlijn en de ring zitten er meer, maar dat is formeel niet meer de stad Berlijn).
De eerste stop was bij Boerderijtuin Mette. Een uniek concept waar een jonge academisch opgeleide biologische boer zijn klanten helpt een biologische volkstuin te runnen. Hij huurt daartoe grond van Boer Mette (waarover straks meer) en maakt dat zaaiklaar en zaait de gewassen. In cirkels met een uitgekiend 'intercropping' systeem: stikstofbindende gewassen naast planten die veel stikstof nodig hebben en daarnaast de minder behoeftigen. Stukken van 50 vierkante meter van zo'n cirkel ("pizzapunten") verhuurt hij aan burgers voor 390 euro. Die moeten de gewassen schoon houden en mogen oogsten. Hij ondersteunt zijn klanten met cursussen, waaronder de cursussen onkruidherkenning en uitleg dat de biologische landbouw wel degelijk mest, namelijk biologische mest, gebruikt. Op de zanderige grond zou het anders ook niet veel worden.
Klanten mogen eventueel ook nog wel wat eigen planten neerzetten mits ze biologisch uitgangsmateriaal meebrengen. Want de boer wil liever niet zijn biologische erkenning verliezen, hoewel hij die strikt genomen helemaal niet nodig heeft omdat hij geen producten verkoopt.

De boer als trainer
Een slim model zo leek me: alle oogstrisico's en veel van het intensieve werk wordt naar de consument geschoven. Die consument is vooral het (blanke) burgergezin met kantoorbanen die in het weekend met de kids er even uit willen, iets met de natuur en grond willen doen en geen kennis genoeg hebben voor een volkstuin. De opbrengsten verschillen enorm tussen huurders, zo vertelde de gastheer, maar wie er elke week komt haalt zijn 390 euro er mogelijk wel uit. Mooie opbrengst per ha voor de boer, zo leek me. Bij zijn motivatie dat maar 2% van de bevolking in de landbouw werkt en zo de kennis van landbouw verloren dreigt te gaan leek me discutabel. Er zijn alijd nog 5 miljoen boeren in Europa die die kennis hebben, hooguit kun je stellen dat de burger van de landbouw vervreemdt.

werkelozen
Een tweede bezoek was aan een project eveneens op de grond van boer Mette. Nu ging het om een gebied naast een woonwijk waar paardenweitjes en paardenstalling (180 euro per maand) kon worden gehuurd. Ook was er een grote volkstuin waar werkelozen in oude rassen groente aan de slag konden, die vervolgens in de soepkeuken van de stad weer in maaltijden voor 1,50 euro aan behoeftigen werden verwekrt.
We reden ook nog even langs wat echte percelen van boer Mette voordat we bij hem gingen lunchen. de medewerker die ons rondleidde had veel klachten over burgers die hun hond uitlieten in het koolzaad en daar kuilen graafden. En meer van dat ongerief. Maar ja, diezelfde burgers zijn wel de levensader van het bedrijf. Huisverkoop o.a. van vlees en jaarlijks een Strobalenfeest dat 75.000 bezoekers trekt.
De boerderij zelf ligt volledig ingebouwd in de stad. Rijp voor projectontwikkeling zou je denken, maar de boerderij wordt daar vermoedelijk niet veel beter van, want veel grond is eigendom van de stad Berlijn en wordt gepacht.

Tempelhof
Tot slot bezochten we het Allmende-Kontor op het in 2008 jaar geleden gesloten vliegveld Tempelhof. Het vliegveld is een toegankelijk park geworden (zonder bomen, een grasveld dus) waar je over de twee startbanen kunt fietsen, rennen, skeeleren etc. Een gemengde groep mensen, van studenten tot immigranten is er een volkstuincomplexje begonnen dat een bijzondere indruk maakt. Er mag vanwege kerosine-vervuiling, mogelijke oorlogsminutie in de bodem en vooral de angst dat er straks bomen staan die aantrekkelijke projectontwikkeling blokkeren, niet in de grond worden geteeld. En dus is er van sloophout een grote hoeveelheid teeltbakken gemaakt, in tal van vormen. De eerste indruk is die van een krakersnest.
De plekjes zijn ingedeeld in buurtjes, die samen hun watertoevoer e.d. regelen. Er wordt heel wat afvergaderd in dit multi-culturele project zo is de indruk. Veel mensen doen mee uit integratiemotieven, om mensen in de wijk te leren kennen, en lekker buiten bezig te zijn, zo was mijn indruk. Voor de voedselvoorziening heeft dit geen betekenis zo vertelde ik enkele van de studenten in onze trip. Er zullen wel wat tomaten worden geoogst en een kropje sla, maar dit is vooral van belang voor de leefbaarheid van de wijken om Tempelhof heen (en voor het opdoen van praktische organisatieskills van studenten, in plaats van op de societeit), dit heeft geen betekenis voor de toekomstige voedselvoorziening van Berlijn, zo mag je hopen.

Al met al scherpten we onze opvatting over de stadslandbouw aan: een mooi verschijnsel, ofwel sociale innovatie, voor de leefbaarheid van de stad. En goed voor de landbouw, want het brengt de landbouw terug in beeld bij de burger in de stad. Maar de komende 25 jaar geen bedreiging voor de echte Agrariers, Agrico's en Albert Heijns.

dinsdag 1 april 2014

lijstje: 20 zaken die wetenschappers over beleid moeten weten

Ik werd gewezen op een artikel van vorig jaar in Guardian van Chris Tyler met daarin een lijstje van 20 zaken die wetenschappers moeten weten over de beleidsmakers:
  1. making policy is really difficult
  2. no policy will ever be perfect
  3. policy makers can be expert too
  4. policy makers are not a homogeneous group
  5. policy makers are people too
  6. policy decisions are subject to extensive scrutiny
  7. starting policies from scratch is very rarely an option
  8. there is more to policy than scientific advice
  9. economics and law are top dogs in policy advise
  10. public opinion matters
  11. policy makers do understand uncertainty
  12. parliament and government are different
  13. policy and politics are not the same thing
  14. the UK has a brilliant sciency advisory system
  15. policy and science operate on different time scales
  16. there is no such thing as a policy cycle
  17. the art of making policy is a developing science
  18. science policy isn't a thing
  19. policy makers aren't interested in science per se
  20. "we need more science" is the wrong answer