weblog over de toekomst van de Nederlandse landbouw en het platteland. Gemotiveerd vanuit het werk als econoom, de nevenfuncties als bestuurder en de woonomgeving van de moderator, maar als persoonlijke stellingname geheel buiten de verantwoordelijkheid van mijn werkgevers - zoals het hoort bij een weblog.
dinsdag 30 september 2008
Kondratieff revisited
Het gekke is wel dat hij er op staat dat met geleend geld te financieren. Zo kun je misschien uitleggen dat het niet direct door de belastingbetaler wordt betaald en dat het financieringstekort van de staat laag blijft, maar als jij of ik dat deden was het een beleggingshypotheek (aandelen kopen met geleend geld), en juist die zijn niet meer zo populair.
Wie de kredietcrisis verder wil duiden, wijs ik op een paper van eigen hand over Kondratieff golven dat ik medio juni hier aanprees. Toen ik in juni het paper presenteerde op een bijeenkomst bij LNV vertelde ik dat Carlota Perez (wier boek uit 2002 ik uitgebreid citeerde in dit paper) de Nasdaq crisis als de mid life crisis van deze Kondratieff golf zag, maar dat de huidige kredietcrisis als financiele crisis misschien wel minstens zoveel erop zou kunnen gaan lijken. Wat ik niet als een beleggingsadvies zag overigens, zelf ervoer ik het ook niet als een strong sell (helaas).
Inmiddels is mijns inziens wel duidelijk dat we pas nu in de mid life crisis zitten die de eerste twee fasen van de Kondratieff scheiden van de volgende twee. De Nasdaq crisis was slechts een voorschok voor deze aardverschuiving.
Keep your seatbelts fastened, er komt een roep om regulering (met name van risk management en mogelijk auditing), staatsinmening mag weer, de roaring twenties liggen achter ons en in de recessie gaan we weer naar groei hunkeren waarmee er ruimte komt voor nog meer ICT (ook in milieubeleid en rekeningrijden, minder zorgen over privacy issues), biotechnologie (GMO en meer) en wellicht (als de olieprijzen niet zouden dalen) kernenergie. En nu maar hopen dat de economie de afgelopen jaren flexibeler is gemaakt.
maandag 29 september 2008
conservatief Italie
De komst van de supermarkten brengt de komst van huismerken mee, het middel waarmee een retailketen zich profileert naar de consument. En dat gaat ten koste van het kleine locale merk. Als het echt een merk is zal het wel meevallen denk ik, maar als de consument minder sterke gevoelens bij het lokale mkb merk heeft dan nu soms gedacht wordt dan hebben die bedrijven inderdaad een probleem.
De belangenbehartigers denken dat op te lossen met de verplichting om op het huismerk ook het merk van de oorspronkelijke producent te zetten. Volgens mij (en mijn mede-auteurs) gaat dat om tal van reden niet werken.
Ik vergelijk onder de koffie de situatie in de Italiaanse winkelstructuur wel eens met die in hun banksector, we kennen dat nog van ABN-Amro en Antonveneta. In de NRC van zaterdag kwam Russell Shorto van het John Adams Institute met een boeiende kijk op Italie, die bijdraagt aan een verklaring: het land is aartsconservatief.
Shorto constateert dat in de hele wereld in restaurants een soort eenheidsmenulijst ontstaat, en je overal Lay's chips (in Nederland v/h Smith chips) kunt kopen maar niet in Italie. Dat houdt vast aan zijn eigen traditie. Die traditie houdt ook gezinsvriendelijkheid in en dus hebben de Italianen minder kinderen (vruchtbaarheidscijfer van 1,3). Dat is overigens het eigenlijke betoog van Shorto: door de conservatieve insteek (ook in Japan en Spanje, dat overigens wel een moderne winkelstructuur heeft) zijn normen en waarden als daardoor ook instituties (als flexibel werken, kinderopvang) niet aangepast aan de nieuwe omstandigheid waarin vrouwen wel goed zijn opgeleid. En dus kiezen vrouwen voor werk en ontplooiing, niet voor het aanrecht en de kids. In Noord-Europa hebben we dat via sociale voorzieningen en kinderopvang (en in Nederland vooral deeltijdwerk) wel opgelost en de Amerikanen doen het via een zeer flexibele arbeidsmarkt.
De roep om co-labelling heeft dus diep conservatieve wortels. Net als slow-food.
NRC: Russell Shorto: Conservatieven zijn o zo gezinsvriendelijk en hebben dus minder kinderen i27.9.2008
zondag 28 september 2008
Wijn economie
druivenoogst
zaterdag 27 september 2008
de health check in Malta
De tweede reden leek me doorslaggevender voor de Commissie: de uitgaven zijn onvoorspelbaar. In goede jaren kost het weinig, bij lage prijzen een vermogen. Daar kunnen de ambtenaren van financien niet mee leven, zo kun je geen begroting door het parlement krijgen. Lukt dus op zijn best als je er een of ander verzekeringsfonds tussen zet, maar dan nog loop je zeker in de eerste jaren veel risico dat je als overheid fors bij moet passen. Dan kun je beter een beroep op de nationale bijstandsregelingen in de sociale verzekering doen.
Haves and have-nots
Twintig procent van de boeren strijkt 80% van de subsidies op. En onder die 20% zitten verrassende winnaars: het gemiddelde bedrijf in de EU (hele kleintjes buiten beschouwing gelaten) krijgt jaarlijks 12.000 euro op de bankrekening. In Slowakije is dat 104.000 euro, in Tjechie 63.000 euro. Maar daar hebben ze dan ook grote bedrijven.
Mijn Franse collega Jean Pierre Butault liet met cijfers voor Frankrijk zien dat het allemaal niet helpt als je de bedragen niet op historische gronden uitbetaald maar een vast bedrag voor alle hectares. Dan zijn er wel winnaars en verliezers (soms ook fors) maar de verdeling blijft 20/80. Het is nu eenmaal een feit dat 20% van de boeren 80% van de grond of de productiemiddelen en daarmee de productie in handen heeft. En het is de politieke vraag of juist die 20% niet met wat minder toe kan (modulatie) net als er trouwens aan de andere kant ook wel 20% is die (zoals wijzelf) zijn echte inkomen elders vandaan haalt.
Het enige wat de zaak echt doet veranderen in de Franse berekeningen is als je subsidies per arbeidskracht gaat verstrekken. Dat geldt ook op EU niveau: in Finland krijgt een arbeidskracht 27.800 euro, tien keer zo veel als in Polen of Litouwen. Natuurlijk, ook de levensstandaard tussen die landen verschilt, maar de Finnen en Zweden krijgen ook 2,5 keer zo veel als de Belgische arbeidskracht.
John Deere vervangt Jan Polanski
En er zouden best goede redenen zijn dat per arbeidskracht te doen: door de subsidie per ha of per bedrijf uit te keren blijft er een prikkel voor het bedrijf om Lech en Jan Polanski te vervangen door John Deere. De mechanisatie gaat door, ook daar waar we zeggen juist mensen op het platteland te willen houden om het lokale schooltje en de bakker open te houden. Een subsidie per arbeidskracht gaat dat tegen. Grote probleem is echter dat het oncontroleerbaar is. Een ha kun je via de sateliet controleren, maar als iemand zegt dat hij met zijn vrouw 2 fte in het bedrijf steekt, hoe controleer je dat als er ook nog een Engelse bed en breakfast of een Frans burgemeesterschap is? Ook dan kom je al gauw bij de nationale inkomstenbelasting en sociale voorzieningen uit.
Een optimaal landbouwbeleid ontwerpen blijft lastig, ook vanaf Malta.
vrijdag 26 september 2008
32 uur in Malta
Deze week was ik twee korte nachten en een lange dag op Malta, het dichtst bevolkte landje van Europa (1000 inwoners per vierkante kilometer - dat halen wij in de verste verte niet). Het EU beheerscommittee van het FADN vergaderde er over hoe het verder moet met dit informatienet in het tijdperk na de Health Check.
Ik mocht er de openingsspeech verzorgen en terugkijken naar de veranderingen in landbouwbeleid en het informatienet over de afgelopen 25 jaar. Het was een genoegen al die ervaringen nog eens de revue te laten passeren en veel oude bekenden te ontmoeten. Mijn stelling dat het net goed gepresteerd heeft in het toepassen van ICT en het integreren van nieuwe landen, dat het landbouwbeleid niet meer denkbaar is zonder zo'n netwerk van informatie maar dat we slecht zijn in het aanpassen van de verzamelde gegevens aan veranderende doelen van het beleid, werd gedeeld en als nuttig ervaren.
Het leverde ook een leuke discussie op met de Maltese minister van Landbouw. Die kwam wat verlaat rechtstreeks uit de ministersbijeenkomst in Annecy, en mocht dus even wachten met het openen van de conferentie tot ik klaar was met mijn inleiding. Hij deed ons kort verslag uit de Savoie en reageerde geinteresseerd en ad rem op mijn verhaal. Met het oog op de melkpoeder ellende in China vroeg hij aandacht voor een echte health check van ons voedsel.
.
Helikopter
De minister deelde de noodzaak van het hebben van goede feiten, en hij kwam ook met een mooie anekdote hoe heel Malta tot less favoured area (benadeeld gebied in de zin van de bergboerenregeling en zo) is verklaard. Bij de toetreding had de EU Commissaris gezegd dat dat niet de bedoeling was, waarop hij een bezoek had gearrangeerd met een helikoptertocht. In de lucht was de commissaris al overtuigd dat het hier toch slecht boeren was. Kortom de feiten doen er toe en duurder dan een helikopter moet zo'n informatienet ook niet worden.
.
Zelf kwam ik later tot een heel andere conclusie: landbouwkundig mag het op zo'n droge rots dan slecht boeren zijn, economisch zou het wel eens erg mee kunnen vallen. Voor een late lunch reden we naar het midden van het eiland (dat 20 bij 20 km groot is). Daar ligt - op een terrein dat ooit een militaire vliegbasis was- een mooi wijnbedrijf. De buren zijn de nieuwe Amerikaanse ambassade in aanbouw en het voetbalstadion van de natie (dat ooit met 12-1 van Spanje verloor, ik volg het niet maar sommige Nederlanders voelen zich nog benadeeld begrijp ik).
Niet vreemd dus dat de gemiddelde grondprijs voor landbouwgrond tussen de 250.000 en 300.000 euro ligt, zo vertelde de wijnbouwer en later ook iemand van het ministerie. Er zijn strikte ruimtelijke ordeningsvoorschriften maar zo af en toe wordt er toch weer wat omgezet in bouwgrond. Als handhaving in Nederland al een probleem is, dan toch ook tussen Sicilie en Noord-Afrika in deze overigens keurige ex-Engelse kolonie.
Met boeren haal je nooit een goed rendement van zulke grond, hoe goed je wijn ook is en hoeveel bergboerenpremie je ook krijgt. Het rendement komt hier uit beleggen in grond. Van de ruim 10.000 boeren is 80% dan ook part-time boer (of zo je wil belegger). Kortom weer eens een voorbeeld dat economen heel andere beelden bij een benadeeld gebied hebben dan landbouwkundigen.
Naar goed Engelse traditie is het land sterk importerend. Het enige export product dat men kon noemen waren de beroemde Malta's (aardappelen), die er op boerderij niveau een kwartje per kg opbrengen. En men is zelfvoorzienend in konijn, dat er veel gegeten wordt. 's Avonds prikten we een vorkje mee en dat smaakte prima.
donderdag 25 september 2008
Onder de groene zoden
De titel "Onder de groene zoden: verdwijnt de landbouw uit Nederland en Europa?" van een recente publikatie van J.A. Klijn (Wageningen UR) doet dan ook het ergste vrezen. Ik ben geleerd dat wetenschappelijk werk eigenlijk al helemaal geen vraag als titel mag hebben (van wetenschappers verwachten we antwoorden) dus heb ik het boekje maar eens even kritisch opgevraagd.
In dit geval kun je er ook nog als kritiek op hebben dat de titel niet de suggestie dekt die er vanuit gaat, want de auteur komt tot de conclusie dat veel van de indicatoren om de stelling te onderbouwen onjuist worden geinterpreteerd (boeren verdwijnen wel maar de productie niet) en dat de landbouw wel degelijk een blijvertje is. Als met deze titel de twijfelaars tot lezen worden aangezet en daarna overtuigd worden, heiligt het doel de middelen zullen we maar denken.
woensdag 24 september 2008
basis risico's
Allereerst dat het er bij bedrijven niet omgaat de inkoop- of verkoopprijzen stabiel te krijgen, maar om de winstmarge te beschermen. Als dus de inkoop- en verkoopafdeling niet goed samenwerken dan leidt hedging aan de inkoopkant niet tot minder maar tot meer risico voor de winst.
Een tweede is dat termijnmarkten en de reele dagmarkt zich niet 100% gelijk op hoeven te ontwikkelen. Dat heet het basis-risico (basic risk) en neemt toe als er in de termijnmarkt alleen met cash settlement wordt gewerkt. De kans op arbitrage neemt dan af en daarmee het basic risk toe. En verder bestaat er bij termijnmarkten een market-depth risk: het risico dat de markt niet groot genoeg en dus niet zo liquide is, zodat de prijsvorming niet optimaal is.
Wie qua risk attitude sterk risico avers is en qua risk perception (dat zijn dus twee verschillende dingen) denkt dat er nog meer risico aankomt, kan zijn voordeel met deze inzichten doen.
dinsdag 23 september 2008
beweeglijke prijzen
Nu de prijsbewegingen op de aandelenmarkt groter lijken te worden (en oktober moet nog komen) en de olie weer minder dan 100 dollar kost (terug op weg naar de 60?), maar even wat aandacht voor de beweeglijkheid (volatiliteit) op de agrarische grondstoffen markten. In een lezing op het landbouweconomencongres in Gent, eind augustus, stelde FAO directeur Alexander Saris dat de volatiliteit langzaam lijkt toe te nemen. Hij kwam met de volgende hypotheses die daar de oorzaak van zouden kunnen zijn:
- onzekerheid over de US dollar
- de biobrandstoffen brengen de onzekerheid van de politiek de markt binnen
- lage voorraden en daardoor minder mogelijkheden voor arbitrage
- reacties van beleid (exportrestricties) waardoor beweeglijkheid op de wereldmarkt wordt afgewenteld: export van risico
- beleggingen en speculaties vanuit de financiele markt
- hoge prijzen gaan uberhaupt vaak gepaard met hoge volatiliteit.
maandag 22 september 2008
Risico management
In het zelfde Syscope nummer 18 (zie blog van gisteren) een discussie over de rol van de overheid in het managen van de risico's die boeren lopen. Over het feit of de overheid moet helpen om veeziekten te voorkomen lijken de discussanten het wel eens, maar of de overheid ook een taak heeft weersverzekeringen te sponsoren of zelfs (zoals in de VS) een inkomensverzekering aan te bieden, daar zijn de meningen over verdeeld. Ik pleit er voor dat niet eerder te doen dan we het ook voor de strandtenthouders op Scheveningen doen. Die hadden ook geen weer deze zomer.
zondag 21 september 2008
van blogger tot columnist
zaterdag 20 september 2008
belasting over inkomenstoeslagen
vrijdag 19 september 2008
einde van het prikkeldraad
Maar toen trokken we naar de prairie van de Verenigde Staten en daar waren geen heggen. Cowboys waren ook schaars en dus werd het prikkeldraad uitgevonden (zie de Wiki, waaruit ook de foto komt), in tal van varianten die nu in het museum nog te zien zijn. Later in de markt gestandaardiseerd tot het type dat nu gemeengoed is. En dus werden ook in Europa heggen en stenen muren overbodig, ze sneuvelden bij de ruilverkavelingen om ruimte te maken voor de tractor. Waarmee ook een wandeling maken over andermans land niet meer tot de mogelijkheden hoorde, we stapten in de auto en de kerkepaden verdwenen.
Voor de wandelaars en het wild is er nu goed nieuws: er wordt gewerkt aan veekering op basis van ICT. We krijgen virtuele hekken waarbij het dier op basis van een GPS een tikje of stroomstootje (minder sterk dan prikkeldraad) of een geluid in een van de oren krijgt als zij het weiland uit dreigt te lopen.
Dan kan dus al dat roestige ijzer uit het landschap weg, herten en ander wild kunnen weer gaan en staan waar ze willen (dit doet wellicht meer voor de Ecologische Hoofdstructuur dan nog een paar ha aankopen dus wil Natuurmonumenten deze ontwikkeling eens snel sponsoren), en wandelen door de weilanden wordt gemakkelijk. Niet dat dat dan mag, maar daar wordt als het nuttig is ook wel een arrangement voor bedacht.
n.a.v. een artikel in The Economist 6.9.2008: Virtual fencing
donderdag 18 september 2008
Reagan over de overheid
hondenvoer
Publiciste Marlon Nestle wijdt haar nieuwe boek eraan, zo lees ik in een recensie in the Economist: Pet Food Politics: The Chihuahua in the Coal Mine. Haar stelling is dat het ook over menselijk eten gaat omdat afval uit de diervoederketen als varkensvoer weer in de keten voor mensenvoer terecht komt.
woensdag 17 september 2008
Maar luxe is niet altijd een goed milieu
Een meelezend collega en gerespecteerd milieu-econoom wees me daar op via een berichtje uit de NRC van eerder dit jaar. Dat meldde dat onderzoeker Etty van Yale University er op wijst dat de lage landen wedijveren met Roemenie en Bulgarije op het lijstje van landen die het milieu verwaarlozen. Het inkomen moet hier blijkbaar nog fors omhoog, of we moeten toch anders over het milieubeleid gaan denken willen we geen uitbijter in de grafiek zijn.
Over hoe het komt dat we slecht scoren moet iemand zich nog maar eens buigen, de hypotheses liggen voor het oprapen: we importeren als kleine landen in de delta veel via lucht en rivieren, biodiversiteit is so wie so ver te zoeken in een dichtbebouwd land (hoewel van oorspong delta's heel rijk zijn aan diversiteit), veel verkeer rond havens leidt tot veel uitstoot, in delta's past men het landschap makkelijk aan met weinig respect voor de natuur, maar er lijken me ook institutionele aspecten: kleine landen grijpen vaak naar kostprijsverlaging in de internationale concurrentie, institutionele aanpassingen lopen altijd achter bij de problemen dus aanpassing zal hier wel weer later gebeuren dan in Duitsland. En natuurlijk is landbouw inherent milieuvervuilend, zeker als je de koeien niet binnen zet.
Met dank aan mijn tipgever, hier het NRC berichtje nogmaals:
Nederland 'verwaarloost' het milieu
Rotterdam, 16 juli 2008 - Als het gaat om de bescherming van het milieu moet Nederland wedijveren met Bulgarije, België en Roemenië om niet op de laagste plaats in Europa terecht te komen. Dat concluderen onderzoekers van Amerikaanse topuniversiteiten Yale en Columbia. Het internationale tijdschrift Newsweek schreef deze week een groot artikel over het onderzoek. Nederland en België verwaarlozen het milieu en schieten tekort in het beschermen van de natuurlijke leefomgeving.
dinsdag 16 september 2008
milieu is luxe
maandag 15 september 2008
institutionele veranderingen, ook in Belgie
En dan zijn er twee onafhankelijke factoren die institutionele verandering verklaren: er moet een 'window of opportunity' zijn: de ene situatie is meer geschikt voor veranderingen dan de andere. En actoren moeten de middelen (resources) hebben om verandering teweeg te kunnen brengen.
Die wijsheden las ik in een bijdrage van ene S. Harty in een Canadese bundel met artikelen over institutionalisme in de politieke wetenschappen.
Het boek bevat ook een mooie analyse van het nationalisme in Belgie. De afscheiding van 1830 zou vooral ingegeven zijn (wat ik niet wist) doordat Willem I het Nederlands tot enige officiele taal van het Koninkrijk der 17 provincien maakte. Dat marginaliseerde de Franstaligen en met name hun bourgeousie. Maar ook de geestelijkheid in Vlaanderen die Nederlands en Calvinisme als synoniem ervoer: er ontstond een onwaarschijnlijke alliantie tussen de Vlaamse conservatieve katholieke geestelijkheid en de Waalse liberale bourgeousie.
Vervolgens legde de Vlaamse beweging (die zich afzette tegen de Franstalige overheersing) het aan met de katholieke politieke familie, tegen het Waalse liberalisme en socialisme. Dat werd zeer geholpen door het kiesrecht, waardoor de Vlamingen in de meerderheid kwamen. En zo ontstonden er Vlaamse en Waalse identiteiten en institutitionele veranderingen.
A. Lecours (ed): New Institutionalism - theory and analysis. Toronto 2005
S. Harty: Theorizing Instititutional Change in: Lecours.
zondag 14 september 2008
100 jaar Sicco Mansholt
Onder leiding van de Groningse hoogleraar Dirk Strijker was er gisteren een interessant en gezellig symposium. De minister onthulde eerder in de Blauwe Stad een standbeeld en ging in op het actuele landbouwbeleid en haar bijdrage aan de houtskoolschets: we gaan voor liberaal met targetted payments voor bovenwettelijke diensten rond natuur, landschap en welzijn (zoals eerder ook door de OECD bepleit). Mooie opening ook trouwens in het portret van Gerda Verburg in het FD van gisteren: de eerste vrouwelijke minister van landbouw, maar gelukkig is er nog steeds een vrouw van de minister.
.
Liftboy
Manholt's biograaf Van Merrienboer had mooie plaatjes en annekdotes. Een van de mooiere is die van de start van de Commissie. Hallstein had wat kleine hotelkamers geregeld, een procesaanpak die de samenwerking ten goede moest komen. Mansholt liet in de eerste vergadering in Luxemburg een liftboy opdraven, gaf hem 20 francs en de opdracht papier en potlood te kopen. Van een simpelheid die je bij de huidige tenderprocedures van de Commissie node mist.
Ik had de anekdote van de week in de biografie opgezocht omdat ik volgende week in Malta als oudgediende het beheerscomite van de EU inzake het Bedrijven Informatienet mag toespreken. Een netwerk onder verantwoordelijkheid van Mansholt opgezet om te zorgen dat Brussel een beetje zicht op de toestand in de landbouw houdt. Dat leek me aardig om mee te beginnen: van papier naar ICT, maar nog steeds alleen inkomens en geen andere data. Terwijl we op de minister wachtten wees een vaak in Brussel werkende LNVer die Mansholt's boek De crisis had meegebracht ook op de passage en de biograaf was de derde. Die houden we er dus in.
.
De Amsterdamse hoogleraar Gerrit Meester liet nog eens mooi zien dat goed beleid een kind is van zijn tijd: beleid probeert bepaalde problemen op te lossen en als de tijden en omstandigheden veranderen moet je het beleid aanpassen anders loopt het fout. Het slimme van Mansholt was dat hij dat vanaf dag 1 wist toen hij voor prijsbeleid koos ter wille van de Europese eenheid en vrede, terwijl er ook een groot strucuurprobleem was. De tragiek was dat toen het tijd werd voor aanpassing, hij daar geen gehoor voor kreeg. Er bleven teveel mensen op het platteland en de industrie haalde zijn arbeidskrachten dan maar van buiten de EU.
In zijn latere jaren onderschreef Mansholt het idee van LEI directeur Jan de Veer (terzijde: Mansholt was ooit ondergedoken bij die familie) van de inkomenstoeslagen zoals we die nu kennen. Meester onthulde dat Mansholt die omslag mede toeschreef aan de val van de Berlijnse muur, die de grenzen en hopelijk ook de graanschuren in het Oosten weer openden. Misschien was dat in het bekende SPIL artikel wel een betere redenering geweest dan de vaste-kosten theorie, want als we alles moeten steunen met toeslagen dat zich kenmerkt door veel vaste kosten dan zijn we nog niet klaar. We zullen het klassieke artikel nog eens opduiken.
Meester had nog een tweede mooi inzicht: de eerste versie van het beruchte plan-Mansholt had in de titel "Hervorming van de landbouw". Toen zeiden politici als Mansholt nog gewoon wat ze wilden, het beleid is immers maar een instrument. Tegenwoordig gaan we dat uit de weg, en hebben we het over de Hervorming van het landbouwbeleid.
.
Vandaag en morgen
Zo zijn we nog elke dag in ons werk bezig met de erfenis van Sicco Mansholt. Nog los van de directe betalingen die we ontvangen. Een meer persoonlijke band heb ik er eigenlijk niet mee, of het moet zijn dat de stijging van de landbouwprijzen in de jaren zestig bij ons thuis wel goed uitkwam. Er werd met veel geleend geld een nieuw bedrijf op nieuwe poldergrond opgebouwd en daar kwam het Europese beleid goed bij te pas. Dat we later in zekere luxe konden studeren komt misschien wel door deze socialistische insteek. Ook in onze liberale CHU kringen kon Mansholt, voor sommigen ooit te links binnen de PvdA, daarom weinig kwaad doen. En de latere structuurplannen deerden de optimaal ingerichte Flevolandse bedrijven nu ook niet direct, sterker: de rest zou je ook optimaal moeten inrichten; engineering boven de markt. Ok het streven naar Europese veiligheid stond in hoog aanzien bij de door WO-II geteisterte generatie.
.
Het symposium eindigde met de speculaties wat Mansholt nu zou doen. Voedsel boven biofuels en internationale solidariteit met Afrika kwamen in het panel bovendrijven. Op de lange weg terug naar het westen vroeg ik me af of er geen radicaler, meer visionair idee mogelijk zou zijn. De huidige houtskool doelgerichte betalingen (targetted payments for environmental services) leiden via budgetkortingen en nationale medefinanciering vrijwel onherroepelijk tot renationalisatie van het beleid. Dat hoeft niet erg te zijn, maar de vraag is of de jonge landbouwcommissaris Mansholt zo de Europese gedachte zou hebben ingevuld. Net zoals hij toen het advies voor structuurbeleid in de ijskast zette en koos voor prijsbeleid, zou je je kunnen voorstellen dat hij nu in de zorg voor lagere internationale voedselprijzen zou kiezen voor internationaal structuurbeleid in plaats van prijsbeleid voor landschapsdiensten. In West-Europa zijn bedrijven te klein en hebben we management over, in het Oosten komen we management en kennis te kort. Er zijn tal van institutionele blokkades in belastingen, kapitaal- en grondmarkt die een efficiente aanwendig van productiefactoren in Europa in de weg staan. Met de EU-cohesiefondsen hebben we goede ervaringen in Spanje en Ierland. Misschien zou een goed internationaal ontwikkelings- en structuurbeleid een heel verstandige keuze zijn. Het wachten is op een tweede Sicco Mansholt.
zaterdag 13 september 2008
Brinta
vrijdag 12 september 2008
Urban farming in Dordt
donderdag 11 september 2008
op zijn boers
Ook daarvan moet hij nu regelmatig om een identiteitsbewijs vragen - for the record- en elke keer vraagt hij zich af hoe dat bij de verlenging van die identiteitsbewijzen zal gaan met de eis dat op de pasfoto voortaan de oren zichtbaar moeten zijn.
dinsdag 9 september 2008
recht voor zijn raap
Aldus Alexander Rinnooy Kan (momenteel SERvoorzitter) onlangs in een aflevering van "Op zoek naar Nederland" in de NRC. Dat was me wel bekend, sterker veel Nederlanders in het buitenland verontschuldigen zich als zijnde 'blunt' om er vervolgens maar op het onbeschofte af op in te hakken.
In het zelfde artikel komt Friso de Zeeuw, hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft en directeur van het Rabo Bouwfonds met een interessante verklaring vanuit het poldermodel: "Die manier van praten lijkt te staan voor een neiging tot confrontatie, maar dat klopt niet. In een overleg kan het zelfs voordelig zijn alle partijen onomwonden duidelijk maken wat hun positie is. Mits de bereidheid daar is, komen ze sneller tot een compromis". Een makelaar legde mij ook eens uit dat als je gaat onderhandelen je alleen tot een resultaat komt als je bij je zelf blijft en niet voor een ander denkt ("hij zal wel..")
Kortom: de Nederlandse directheid verlagen de transactiekosten in onderhandelingen. Althans binnen de landsgrenzen.
NRC "Polderen is klef en duur, maar levert ook wat op", NRC 1.9.2009
maandag 8 september 2008
First Farms: investeren in Oost Europese landbouw
Nostalgie is misschien wel terecht, want de landbouw verandert in een razend tempo en zeker elders zitten ze niet stil. Neem nu de Deense, beursgenoteerde onderneming FirstFarms die nu meer dan 7.500 ha in Roemenie beboert en een melkveebedrijf van 3.400 koeien in Slowakije opzet. Het heeft een mooie openhartige website en je kunt meeinvesteren, ze hopen dit jaar een winst te maken van 1,3 miljoen euro (dit is geen aanbeveling mijnerzijds overigens).
Een ontwikkeling die overigens conform de theorie is: als management schaars is, ligt grootschaligheid voor de hand (we herinneren ons de plantages in de derde wereld, in Nederland hebben we juist management over en dus te kleine gezinsbedrijven), en als kapitaal ter plekke via banken lastig te krijgen is, doen buitenlandse investeerders het via de beurs. Het duurt even maar dan zetten hoge prijzen aan tot marktconforme oplossingen.
zondag 7 september 2008
duurzaam veevoer
De handel gaat gepaard met opslag (de fabrieken hebben een vrij constante productie van afval, maar soms ook een poosje niet, de vraag bij vooral rundveehouders is deels seizoensgebonden), met mixen (de nederlandse handel heeft bij veel producten altijd veel verdiend door verschillende stromen of producten van hoge en lage kwaliteit te mixen) en soms een simpele bewerking (als stomen of garen om iets verteerbaar te maken). Zelfs de al verpakte goederen die bv. over de verkoopdatum zijn of waarna bij nader inzien toch geen vraag is, komen na het lossnijden van de verpakkingen weer in het veevoer circuit.
Inmiddels is ook deze activiteit wat industrieler geworden: zetmeel dat vrijkomt bij het snijden van de frietjes wordt opgewerkt tot hoogwaardig zetmeel voor de papierindustrie en de olie-offshore industrie. Dat bijprodukt wordt te duur voor het vee. En helemaal onder de indruk was ik van de nieuwste vinding: aardappelschilletjes bevatten kurk die geen voederwaarde hebben en zich uiteindelijk in de bodem van de mestkelder van de varkenshouder ophopen en voor problemen zorgen. Een nieuw procede haalt ze uit het voer en zet ze om in kurk schilfers, die worden verkocht aan boom- en plantenkwekers. Want die telen niet meer in de grond (veel te lastig) maar in plastic potten (containers) maar mogen dan geen bestrijdingsmiddelen meer gebruiken tegen onkruid want dan loopt het te snel de sloot in. Die kurksnippers houden als natuurlijk product het onkruid tegen. Twee milieuproblemen tegelijk opgelost dus.
Wie denkt dat afval in de levensmiddelenindustrie een groot probleem is (of gereguleerd moet worden), moet eens naar dit soort voorbeelden kijken - en kan zich dan vervolgens met echte problemen gaan bezighouden want hier doet de markt zijn werk.
zaterdag 6 september 2008
Landbouw na 2013
vrijdag 5 september 2008
reclame voor eigen werk
Ik kom tot de conclusie dat dat voor een open economie als Nederland op de klassieke manier niet kan en dat er ook niet meteen een alternatief voor handen is. More research is needed.
Voor wie het wil lezen en mee wil denken: downloadable bij het LEI.
donderdag 4 september 2008
transacties met de natuur
Het zal wel door mijn Rotterdamse algemene bedrijfseconomische opleiding komen, maar ik heb altijd de neiging dat in twijfel te trekken. Wie beweert dat de landbouw zo bijzonder is omdat het weerafhankelijk, is moet eens een strandtent op Scheveningen gaan exploiteren - dat soort voorbeelden mag ik graag uit de kast halen.
Op het EAAE congres in Gent deed de Berlijnse hoogleraar Konrad Hagedorn vorige week een nieuwe poging. Nu vanuit de ook door mij graag gebruikte institutionele economie. Dat deel van het vakgebied zet transacties en de kosten van transacties centraal en beredeneert van daaruit welke organisatievormen het meest kosteneffectief zijn.
Hagedorn ziet een verschil tussen gefabriceerde goederen en transacties waarin de natuur een rol speelt. In het eerste geval zijn de opeenvolgende fabricageprocessen onafhankelijk van elkaar (er is handel in halffabrikaten) en de structuren van instituties zijn modulair en decomposeerbaar (uit elkaar te rafelen). Het gaat om atomistisch-geisoleerde transacties.
In de landbouw zitten we in de tegenovergestelde situatie van afhankelijke processen en niet uit elkaar te trekken structuren: complexe, onderlingsamenhangende transacties.
Ik vraag me met mijn Rotterdamse kijk af of het waar is (de mosselteelt en de vleesveehouderij zijn enorm modulair), en als het al waar is dan is toch de grote beweging van deze tijd dat door de ict en biotechnologie de landbouwtransacties meer op industriele productie gaat lijken en dat in de belevingseconomie de industriele producten tot complexe belevingsdiensten verworden.
Maar stimulerend om over na te denken is het wel, ondanks het ingewikkelde taalgebruik.
Zie: Konrad Hagedorn: Particular requirements for institutional analysis in nature-related sectors. In: ERAE 35-3, 2008
woensdag 3 september 2008
verhalen uit de beleveniseconomie
In de landbouw doen we niet anders. Enkele weken geleden was ik bij een restauratieproject in s'Heer Abtskerke waar men een oude hoeve met mooie boomgaard en boerenbedrijf in jaren 50 landbouw herstelt. Daar wordt de tijd stil gezet. Iemand die de streek goed kent, vertelde me dat dit maar het halve verhaal is. De vorige eigenaren zouden -zo doet het verhaal ter plekke de ronde- wel erg lang aan de jaren vijftig methoden hebben vastgehouden en zo in de jaren zestig met sterk teruglopende marges zijn geconfronteerd. Hun oplossing lag er in in de boomgaard een nudistencamping te beginnen, een succes waar het bestemmingplan in de conservatieve gemeente geen rekening mee gehouden had. Uiteindelijk wist de gemeente dit via horeca- en hygieneeisen tot sluiten te dwingen. Dit onderdeel van de boomgaard lijkt niet hersteld te worden in oude glorie.
Ongetwijfeld moeten dit soort verhalen met een korreltje zout worden genomen, maar het geeft aan dat het verleden authenticiteit verleent aan objecten en dat daarbij de geschiedenis meestal niet is wat hij op het eerste gezicht lijkt.
dinsdag 2 september 2008
lijstje: 1,2,3 rollen van prijzen
- de informatieve rol: prijzen vertellen de partijen in het maatschappelijk verkeer wat ze zouden kunnen doen.
- de allocatierol: door de prijzen wordt de bestemming (aanwending, allocatie) van producten bepaald - als graan duurder wordt wordt er relatief meer in brood en minder in veevoer verbruikt (als alle andere zaken niet veranderen)
- de verdelingsrol (distribution): prijzen belonen de partijen in de handel en zorgen zo voor inkomensverdeling: als de graanprijs stijgt worden graanboeren rijker en consumenten armer.
Zie ook E. Romstad: The informational role of prices in: European Review of Agricultural Economics, 35-3, sept. 2008
Verdwijnpunt
Ook het eind van de werkdag was memorabel. Ik bezocht een receptie van LNV ambtenaar Teun Klumpers, die van positie wisselt en ter ere daarvan zijn nieuwe dichtbundel "Verdwijnpunt" ten doop hield. Net als de auteur kregen we hem cadeau. In de bus door de regen naar huis las ik enkele verzen. Zoals het mooie Groene Hart gedicht "Enkele Wiericke". Ze zijn de moeite waard, zorg dat je de mooi uitgegeven bundel te pakken krijgt.
maandag 1 september 2008
prijsschommelingen
De sessie ging overigens vooral over schommelingen in prijzen, die ook heftiger lijken te worden. En of we daar wat aan moeten en kunnen doen. Volgens de OECD niet, prijzen zijn informatief. Alleen in prijzencycli (zoals de varkenscyclus) zag de spreker weinig nut (maar zag ook niet wat er aan te doen zou zijn). Dat nut zie ik zelf overigens wel: de lage prijzen corrigeren de extravagantie van de hoogconjunctuur en voorkomen dat er onnuttige overinvesteringen worden gedaan. De lage prijzen maken het ook sociaal wat makkelijker om te stoppen en onroerend goed komt dan tegen relatief lage prijzen beschikbaar voor degenen die willen uitbreiden. Met andere woorden het ondersteunt schaalgrootte ontwikkeling en kostprijsverlaging. S. zou eens over deze speculatie nadenken, zo kwamen in de wandelgangen tot de conclusie.
.
speculatie
Een inleiding over termijnmarkten leidde tot enige speculatie of speculatief kapitaal op termijnmarkten nu mede veroorzaker is van ellende. Sommigen beweren van niet: ook al vloeit er veel geld naar de termijnmarkt van beleggers: tegenover een koper staat een verkoper, het is een zero sum game en de hoeveelheid graan verandert er niet door.
Daar staat tegenover dat reele markten zich wel richten op ontwikkelingen op termijnmarkten (ook door arbitrage) - tenslotte zijn termijnmarkten goed in "prijsvinding".
Gaat de termijnmarkt omhoog dan volgt de locale reele markt en daardoor wordt in ieder geval graan (of andere produkten) langer bewaard. En bewaren gaat gepaard met voorraad verliezen (bederf, indroging etc), die bij landbouwprodukten makkelijk tot 5% of meer kan oplopen door een heel seizoen. En in landbouwmarkten hebben kleine volumeverschillen grote prijseffecten, dus mijns inziens zijn er alleen al daarom wel degelijk effecten. Niet dat we daarom die termijnmarkten moeten verbieden, maar om te beweren dat ze buiten de werkelijkheid staan lijkt me ook niet juist. En zo discussieerden economen door, daar in Gent.