dinsdag 31 januari 2012

De top 300

Lijstjes zijn altijd interessant. De International Cooperative Alliance (ICA) publiceerde in november de top-300 van cooperaties. De meeste coops vind je in de landbouw en de bosbouw. Frankrijk domineert de lijst, door een combinatie van een groot marktaandeel voor cooperaties en na veel fusies  de nodige nationale kampioenen die in zo'n lijst domineren. Maar ook NL doet het niet gek.

zondag 29 januari 2012

Universitaire huwelijksmarkt

De rots van Aphrodite op Cyprus,
bedevaartsplek voor vrouwen die
ongelukkig zijn in de liefde
De NRC heeft zijn (vooral vrouwelijke) medewerkers gezet op het probleem van het overschot van hoog opgeleide vrouwen in de Nederlandse (universiteits)stad, er zijn te weinig dito mannen. Hoogopgeleide jonge mannen zitten in een verkopersmarkt, en kunnen veel eisen stellen. Verkorting van de relatieduur. En downtrading: minder hoge eisen door de dames aan het product man: een afgebroken HBO opleiding is voor een universitair opgeleide vrouw ook goed (waarmee er weer een reden minder is voor de mannen om die opleiding af te maken). Maatschappelijk gezien overigens prima, dat doorbreekt de klassen.
Reden om hier nog een stukje uit 2007 te recyclen waarin de huwelijksmarkt in het Wilde Westen van de 19e eeuw werd geanalyseerd: vergelijkbare markteffecten.
Stine Jensen benoemt overigens wat ook volgens mij het echte probleem is: niet het vrouwenoverschot in de stad maar het vrouwentekort op het platteland. In sommige delen van Europa trekken vrouwen weg en blijft de laag (of niet-) geschoolde man achter in typische zware mannenberoepen in de mijn-, bos- en landbouw. Of werkeloos. In 2007 wees ik al op Duitse berichtgeving waar dat met neo-nazi sentimenten werd gekoppeld. Stine Jensen (ook uit een 2007 column, welk advies blijkbaar niet is opgevolgd): "Wat is erger? De hoogopgeleide single vrouw of de {laagopgeleide) dolende man? Laten we het vanaf nu eindeloos over die dolende man gaan hebben. Want niet zij, maar hij verstoort de relatiemarkt. En daar komt dan oorlog van. En dus moet er een aparte emancipatie- en onderwijsnnota voor deze mannen verschijnen".
Tot slot: weet iemand hoe dit in ons aller Wageningen zit, waar vroeger de studentenverenigingen uitjes en avonden organiseerden met damesopleidingen (zoals Rollecate in Deventer) teneinde het probleem van de gender balance te adresseren?

En de Luistertip: the Beach Boys over het vrouwentekort in California: Midwest farmers' daughters make you feel allright.

zaterdag 28 januari 2012

Sommig beleid mislukt

Effectief overheidsbeleid is niet altijd makkelijk. Los van rare bedenksels van politici of slecht werk van juristen, is een van de redenen dat de burgers niet gek zijn, en met zijn allen vaak slimmer dan die knappe ambtenaren. Mensen houden namelijk al vast rekening met de wetgeving die er mogelijk komt, of dat nu de hypotheekaftrek is (misschien toch nog geen huis kopen) of de biodiversiteitsbraak in het GLB-na-2013 (alvast elders een beetje extensief grasland bijpachten dan kan ik straks met minder kopakkergras uit). Economen noemen dat de theorie van rationale verwachtingen (rational expectations).
Een buitengewoon mooi voorbeeld daarvan kwam ik tegen in het tweede nummer van het blad Boerenbusiness. Daarin schrijft fiscalist Andre Verduijn van het agrarisch accountancybureau Countus een column over de onrust rond de landbouwvrijstelling. Die vrijstelling houdt in dat wie als boer  landbouwgrond verkoopt en daarmee winst maakt, daarover geen belasting hoeft te betalen mits hij binnen een aantal jaren binnen Nederland weer in grond herinvesteert.
Dat is een aardige regeling voor wie min of meer verplicht grond verkoopt voor een stukje wegaanleg, je wordt dan niet gestraft met een winstbelasting. Maar verder lijken er weinig argumenten voor zo'n regeling die we voor bv. winkels helemaal niet kennen. Net als dat er op de hypotheekaftrek inperking zijn gemaakt, is al in een ver verleden deze regeling ook beperkt tot de winst in de verkoop als landbouwgrond, niet voor de overwinst als je tegen boven-agrarische waarde verkoopt voor industrieterrein of woningbouw.
Ook over wat er nu nog over is, is er blijkbaar weer onrust of een volgend kabinet (of het huidige bij forse verdere bezuinigingen) hier niet het mes inzet. Zie hier hoe rationele verwachtingen werken: mensen zien dat de overheid geld zoekt, vragen zich af wat ze zelf in die positie zouden doen en er bedenkt iemand dat hernieuwde discussie over de landbouwvrijstelling net als over de hypotheekrente best eens zou kunnen. Er lijken immers weinig argumenten voor deze regeling die we in andere sectoren niet kennen. En waarom zou je de vrijstelling niet krijgen als je over de grens investeert en het lijkt grondprijsopjagende effecten te hebben (die slecht zijn voor de concurrentiekracht) omdat het met de regeling aantrekkelijker is om te herinvesteren in grond dan in ander vastgoed of Italiaanse staatsobligaties.

Aftrekbare verliezen
Dus ook als er nog geen beleidsmaker een voorstel heeft gedaan, speelt de burger er al op in. Zijn fiscalisten helpen hem daarbij, natuurlijk niet ontbloot van enig belang bij [goede] advisering. En dus zijn er nu mensen die hun grond alvast herwaarderen en de boekwaarde waarvoor ze de grond in de jaren tachtig voor een zacht prijsje van hun ouders hebben gekocht op het huidige (hoge?) niveau brengen. Dat kan door wat boekhouders Stelselwijziging noemen. Dat wil de belastingdienst nog niet erkennen, dus loopt er nu een principe procedure richting de Hoge Raad. Dat is dus inzicht nummer 2 (naast de rationele verwachtingen): door de gevoelde onzekerheid, maken we nu als maatschappij alvast kosten van juristen en in onze rechtspraak die we niet zouden maken als de toekomst volkomen zeker was.
Maar het kan ook zonder stelselwijziging: verander de maatschap en je start een nieuwe onderneming waarin je de grond tegen de huidige waarde kunt inbrengen. En dat doen sommigen nu (wordt je door dit stukje op een idee gebracht, raadpleeg dan een goede fiscalist).
Nog een pikant detail. Stel dat de regeling verandert en de grondprijs daalt, dan hebben deze mensen een enorm verlies (op papier, daar waar ze nu forse onbelaste winst hebben). En daar waar onder het nieuwe regime winsten belast zijn, zijn verliezen aftrekbaar, dus dat is dan een hele grote aftrekpost.
Gevolg daarvan is weer dat in zo'n situatie de overheid van de koude kermis thuis komt en misschien wel helemaal geen belang meer heeft bij verandering van de wetgeving (of een heel ingewikkelde moet maken met weer meer juristenwerk), en juist de betrokken boeren wel. Inzicht nummer 3: de belangenbehartiging wordt er door de rationele verwachtingen niet eenvoudiger op.

Mooi vak, empirische economie. Maar ook dat wordt er in zulke situaties niet makkelijker op: probeer bovenstaande maar eens in een goed model met up to date data te kwantificeren om beleid te adviseren.


Zie "Is uw grond ge(her)waardeerd?" column van Andre Verduijn in Boerenbusiness #2, 2011


vrijdag 27 januari 2012

Belgisch bier

Deze week vertelde ik een Amerikaan bij een Westmalle voorafgaand aan een etentje in Belgie de historie van het Belgische bier. Dankzij the Economist las je dat hier al eerder. Dat verhaal heeft nog een staartje.
Zo meldde de een briefschrijver in hetzelfde blad van vorige week dat het alcoholisme in de industriele revolutie niet alleen werden bestreden door accijnsen (met als gevolg de ontwikkeling van het bier met een hoog alcohol percentage) maar vooral ook door een socialistische wet die de verkoop van jenever en andere sterke drank in flessen kleiner dan 2 liter verbood. En daarmee te duur maakte voor de arbeider.

donderdag 26 januari 2012

Farmerama

Romeinse variant uit Pafos met
Dionysos
Voor wie het gemist heeft en Farmville wel gezien heeft: meer dan 3,6 miljoen mensen spelen Farmerama. Trek je laarzen aan, en geef je planten water. Interessant detail: je kunt er ook nieuwe vee rassen verdelen, Maak je eigen gouden schaap op farmerama

woensdag 25 januari 2012

Cooperaties of verticaal bundelen

Het tweede nummer van Boerenbusiness (al een tijdje uit) bevatte een paar interessante inzichten. Marktplaatsmiljonair en brandnetelproducent Bas Crebas vind dat de veehouderij op de Maasvlakte thuis hoort. Nog interessanter vanuit mijn werk rond cooperaties vond ik het interview met de top van het Belgische bedrijf PinguinLutosa. Belgisch marktleider in de fritesindustrie. Het concern is een van de belangrijkste Europese producenten van diepvriesgroenten  en conserven (ik berichtte hier al eerder over de Westvlaamse cluster).
Interessant dat aardappelteelt zo groeit in Belgie. Men zit nu op bijna 80.000 ha en dit jaar gaan ze voor het eerst meer frites verwerken dan Nederland. Nog interessanter is dat de Boerenbond via zijn investeringmaatschappij een belang van 10% heeft genomen in het beursgenoteerde bedrijf. COO Dejonghe van PinguinLutosa: "De Boerenbond wil dichter bij de verwaarding in de keten zitten, om zo meer inzicht te krijgen in de relatie tussen handel, verwerking en retail. De transactie is dus niet alleen financieel, maar ook strategisch".
Het zou het bewijs zijn van opvattingen over samenwerking en krachtenbundeling in Belgie aan het veranderen zijn: "Zij hebben hier heel lang geloofd in horizontaal bundelen in cooperaties en verenigingen. Wij geloven daar niet in, maar wel in de kracht van verticaal bundelen. Oftewel de productie afstemmen op de markt. Dat besef is er al dertig jaar in de groenteverwerking".
Als voorbeeld noemt CEO Deprez de vorming van The Greenery: "Daar hebben telers zich ook horizontaal gebundeld zonder zich te committeren aan afspraken over productie en varieteiten. Je ziet waartoe dat geleid heeft: dramatisch slechte prijzen en een bijna bankroet van de glastuinbouw".
Boeren die vrijheid willen van rassenkeuze, gewassen en areaal zijn in de ogen van de geinterviewde niet bezig met ondernemersvrijheid, maar domheid en hebben helemaal geen vrijheid in de strop van de bank. Teel wat je in de markt kwijt kunt, en voel je vrij met het verdiende inkomen, zo redeneren deze Belgen.

In het zelfde blad een interview met cooperatiedeskundige Onno van Bekkum die de 25 grootste zuivelcooperaties bespreekt en internationale clusters ziet ontstaan, bv. van het type Arla-Fronterra

dinsdag 24 januari 2012

Coolfarming

Hotfarming in Cyprus: geen
glas- maar plastictuinbouw
Ernst & Young stuurde een mailtje naar zijn netwerk met hun best gelezen artikelen van 2011. Waaronder een artikel over Coolfarming. Interessant voor wie meer innovatie in zijn organisatie wil. Het artikel bevat ook nog een tweede aardige term: COIN: Collaborative innovation network. Klinkt leuker dan de GLB term Operational Group. Hier de link naar het artikel, dat verder niets met farming van doen heeft.

maandag 23 januari 2012

Genie

Knollen en citroenen (op Cyprus)
Een paar weken geleden hoorde ik op de radio dat er een fors oplopende discussie is (of was) over de vergoedingen die boeren ontvangen voor leidingen die onder of boven hun land lopen (of bij de aanleg ervan). In het verre verleden werd daar vaak vrij goed voor betaald (in de jaren 80 heb ik er wel eens aan gerekend), en de verklaring daarvoor ligt in de transactiekosten: de betrokken (energie)maatschappijen wilden geen gezeur en betaalden dus de geschatte schade bij de beste boeren op de beste grond met een plus. Met voor iedereen hetzelfde bedrag. Want afhandeling van klachten of individuele afspraken maken is duur. Daar kwamen alle boeren goed mee weg, en sommigen erg goed. Maar ja, toen waren die nutsbedrijven nog veelal monopolisten die dat wel konden doorberekenen.
Het radiobericht schoot me te binnen (zo werkt associatie) toen een lezer van deze blog mij naar aanleiding van een post met een vrij willekeurig plaatje van een Kwattaposter uit WO I, een mailtje stuurde dat het hem herinnerde aan zijn diensttijd waarvan hij ook nog wat bij Wageningen had doorgebracht. We praten over de jaren zestig. Dat was een Genie-eenheid, waarvoor nu een website bestaat met fraaie oude foto's.
De associatie loopt via het feit dat ik ook ooit bij de Genie mijn diensttijd vervulde. Waarbij we in Duitsland oefenden met de cavalerie: de Genie bouwde een brug (zelf deed ik de food-kant), en dan mochten die tanks er even overheen om te laten zien dat het werkte, en dan werd het weer afgebroken. Vooral bij de slechte aardappelprijzen in 1977 (ik was 76/5) hadden boeren graag dat die tanks even draaiden door een aardappelveld. Want daarna werd de schade bepaald en daar deden de NATO-boys ook niet moeilijk over. Dat wisten die boeren natuurlijk. En het verhaal ging dat er ook wel eens een schuurtje plat ging door wat ruim te draaien, als tegenprestatie om in het hooi te slapen. Maar daar was ik niet bij - en het leger kenmerkte zich door sterke verhalen.

De luistertip kan niet anders zijn dan Rijk de Gooyer met zijn Brief uit La Courtine

zondag 22 januari 2012

Hoe FH het aflegde tegenover HF

Een verre voorloper van deze blog was de Achterkant van de LEI Nieuwsbrief voor medewerkers die ik begin jaren tachtig maakte. Een van de eerste stukjes ging over het feit dat de Fries-Hollandse koe het af ging leggen tegenover de Amerikaanse Holstein Friesians die niet op exterieur of dubbeldoel maar alleen op melk waren veredeld. Vanavond op NL 2, 21.15 uur in Andere tijden: het verhaal van de laatste Friese koe. We're all Americans now, so much for Us Mem..

Rational optimist


Economen worden er nog wel eens van beticht dat ze het niet eens kunnen worden, maar biologen lijken daar ook last van te hebben. Na Jared Diamonds Collpase (zie de vorige blogs) las ik The Rational Optimist, een bestseller uit 2010 van Matt Ridley, ook een bioloog. Maar misschien geldt mijn indruk alleen voor biologen die over economie schrijven.
Waar Diamond weliswaar verklaart niet pessimistisch te zijn maar toch een sombere kijk op de problemen heeft, begint Ridley zijn boek met een fraai verhaal over hoe het steeds beter gaat met de mensheid. En hij laat even zien wat de werkelijkheid van ziekte, geweld en honger is achter de nostalgische beelden van bv. het landleven van honderd jaar geleden, of het leven in (de sloppen van) de grote steden. Dat alleen al is het lezen waard, maar het boek is bovenal een mooi overzicht van de evolutie van de mens en de creatie van welvaart.
Economie dus, en Ridley gaat zover dat hij veronderstelt dat de mens geworden is wat hij is, juist door economie en ruil. Dat begint bij de uitvinding (adoptie is wellicht een beter woord) van het vuur. Door vlees te koken of braden is er veel minder tijd nodig voor vertering. Dat zorgde voor verkleining van ons maag- en darmstelsel ten gunste van de groei van de hersenen.
Zo’n 100.000 jaar (en misschien 200.000 jaar) geleden was er een groepje Afrikanen die over ging tot ruilhandel. Misschien wel ook vanwege dat vuur en het koken. Want vuur is moeilijk aan te krijgen maar daarna makkelijk door te geven. En ook de resultaten ervan: een stukje extra [marginaal !] vlees in de pot kook je zo mee, daarmee kan een moeder langer en beter voor haar kind zorgen en de arbeidsspecialisatie is geboren. Vrouw is aan kind gebonden en zorgt voor het verzamelen van groente en fruit, mannen zijn voorzien van in ieder geval enig eten en kunnen langer op jacht voor af en toe vlees, en hebben bij een langere jachttijd ook meer succes. Man en vrouw specialiseren zich (bij de Neanderthalers gebeurde dat niet) en ruilhandel is een feit. Dit gebeurde ook in groepsverband, maar ook los daarvan is het het onderscheiden criterium voor Ridley ten opzichte van dieren. Die kennen wel reciprociteit (you scratch my back, I scratch yours, en ook werkverdeling binnen de familiekolonie, zoals mieren) maar geen ruilhandel waarin het ene goed tegen het andere wordt geruild in een beperkte tijdsspanne.
En vervolgens ontstaat er een innovatie-spiraal. Ruilhandel leidt tot specialisatie en in specialistische functies is het eerder zinvol te investeren in werktuigen. Daarmee krijg je een innovatiespiraal. Die is het sterkst in gemeenschappen die groot zijn, met veel arbeidsdeling (kleine groepen verliezen juist vaardigheden, Ridley komt met mooie voorbeelden – ook interessant is de opmerking dat mutaties / systeemveranderingen altijd in niches buiten de mainstream gebeuren). En je krijgt afnemend geweld: handel leidt tot samenwerking tussen vreemden, terwijl dieren elkaar meteen zouden aanvallen. Voor handel is niet alleen vertrouwen nodig, het genereert ook vertrouwen. Juist ook omdat handel geen zero-sum deal is – beide partijen winnen erbij. Sterker nog, het genereert beschaving, dat kun je van totalitaire systemen niet zeggen.
Al die handel zou wel eens gestart kunnen zijn door vrouwen, die bij huwelijk de groep verlieten voor hun schoonfamilie, maar dus ook in hun oude groep veel verwanten hadden die ze konden vertrouwen voor handel.

Landbouw
Ridley geeft ook een mooi overzicht van het ontstaan van de landbouw, op verschillende plekken in de wereld min of meer tegelijk: doordat na de ijstijd het klimaat stabieler werd, wat een voorwaarde is wil het risico niet te groot zijn. En het ontstond in het Midden-Oosten bij handelsnederzettingen (steden is een te groot woord), waar tot dan toe op verzameld materiaal werd geleefd (inclusief brood bakken). Dat is geen toeval: daar was er behoefte aan, verzamelen van granen leverde niet meer genoeg op. Landbouw hoorde bij de stad, het platteland bleef nog even verzamelen en jagen (aan dat laatste kwam een eind omdat er door de landbouw meer tijd beschikbaar kwam om te jagen en soorten werden uitgeroeid). De volgende stap was dat de landbouw echte steden mogelijk maakte.
Steden die bestonden door specialisatie en dus handel. Ridley trekt de conclusie dat dat goed ging zolang het bestuur contact had met de handel als bron van welvaart en daarvoor de instituties leverde. Maar veelal ontstond vroeg of laat een zelfstandige klasse van bestuurders, keizers, koningen die niet alleen rents naar zich toe trokken, maar wier conspicous consumption, veroveringsdrift en administratieve lasten de handel en specialisatie bezwaarden. Ineenstorting is hier niet het gevolg van externalities en uitputting van hulpbronnen, maar verkeerd gebruikte macht (hoewel elders in het boek Ridley wel stelt dat tot de industriele revolutie de groeikernen stuk liepen op uitputting, resp. oplopende kosten (bomen moesten verder weg worden geveld) en dat Engeland daar onderuit gekomen is door kolen te gaan stoken).
Na zo’n ineenstorting moest iedereen weer terug naar meer zelfvoorziening in het dorp of het klooster en liepen steden leeg. Maar dat waren dan vaak ook weer periodes van uitvindingen, veelal in andere regio’s. Ridley geeft in een notendop een overzicht van de wereldgeschiedenis met handel als leidend thema.
In al deze beschrijvingen gaat Ridley de discussie niet uit de weg. De “nostalgie voor modder” bij sommige westerlingen past zo wie zo niet, net als food miles. Prima dat steeds meer mensen in de stad wonen, dat is prima voor het milieu en de natuur en de mensen zijn beter af in de krottenwijken dan op het platteland – daarom kiezen ze er ook voor. Landbouw is (of in ieder geval was) hard werken voor weinig geld. Biologische landbouw gebruikt teveel areaal en gaat ten koste van natuur. Biologisch-vegetarisch vind Ridley helemaal inconsequent vanwege de noodzakelijke mest. En hij heeft een overtuigend verhaal over biotechnologie, ook in biologisch: daardoor komen we van de bestrijdingsmiddelen af en bt werd er ooit gebruikt. Verder ziet hij weinig in alternatieve energie en zeker niet in biobrandstoffen: we moeten de vierkante meters per persoon verminderen, willen we 9 miljard mensen huisvesten bij de huidige productiviteit, en dus niet vermeerderen met iets wat nuttige grond beslaat, of dat nu windmolens, zonnecel-farms laat staan biobrandstoffen zijn.
De Malthusiaanse problematiek van overbevolking is er in het verleden vaak geweest (het leidde ertoe dat Japan afstand deed van technologie zoals trekdieren en ploegen: te duur, arbeid was goedkoper) en de industriele revolutie met arbeidsbesparende technologie hebben we vermoedelijk te danken aan het feit dat Engeland ook Amerika had, als emigratiebestemming voor goedkope arbeid en als graanleverancier (zodat de wet van de dalende meeropbrengsten niet toesloeg). Wat Malthus mogelijk over het hoofd zag, zo redeneert Ridley, is dat het aantal kinderen per gezin een economische beslissing is. Als vrouwen vrij in hun keuze zijn (en opgeleid) en een redelijke zekerheid hebben dat hun kinderen in leven blijven, blijft het bij een paar. Zeker in de stad in een omgeving van welvaart, waar kinderen al snel een luxe consumptiegoed zijn, waar ze op het land veel goedkoper want al snel een productiemiddel zijn.
Verder bespreekt de Brit Matt Ridley kritisch alle onheilsvoorspellingen en milieuzorgen die dagelijks over ons heen gestort worden. De fout die we maken is teveel uit te gaan van extrapolatie en “als we zo doorgaan”,  waarmee innovatie (en mogelijk de steeds snellere innovatie) wordt genegeerd. We leven niet in een evenwichtssituatie maar in een van dynamische verandering. Wat betreft het klimaatprobleem is zijn kritiek dat het vooral een probleem is als de hele wereld veel rijker wordt (en de technologie niet schoner), maar in dat geval is er in 2100 ook veel geld om de effecten op te vangen. Dus kun je nu je geld beter aan malaria-netten besteden. En ach, de wereld heeft eerder een paar graden warmer overleeft. Daar zal niet iedereen het mee eens zijn.
Enfin, dit boek is een fraaie economische geschiedenis van de wereld en een optimistisch tegengeluid bij alle onheilsvoorspellingen (heeft iemand je de laatste 50 jaar verteld dat we nu veel beter af zouden zijn dan in 1960, 1970, 1980, 1990 en zelfs 2000?). Zeer sterk aanbevolen. En dat geldt in het bijzonder voor Wageningse studenten die iets met biologie hebben gedaan (en iets van economie willen weten of niet te eenzijdig milieukunde willen studeren) – het boek is een leuke manier je in economisch denken te verdiepen.

En de luistertip uit Cyprus: het is nog geen 2 voor 12 - It's 5 o' clock Aphrodites Child

zaterdag 21 januari 2012

Ineenstorting - slot


Afgelopen dagen vermoeide ik je met wat samenvattingen en impressies uit Collapse van Jared Diamond. Een aanbevelenswaardig boek uit 2005. Het boek overtuigd dat samenlevingen van tijd tot tijd ten onder gaan door een combinatie van overbevolking, te grote externe effecten op milieu en vooral (als gevolg daarvan) het teloor gaan van essentiele resources. Afgelopen dagen beschreef ik wat voorbeelden. Die gemeen hebben dat het vooral marginale omgevingen waren. Maar dat zijn ze misschien wel per definitie, als de samenlevingen ten ondergaan.

Diamond beschrijft ook wat contemporaine cases. China is een bekend milieuprobleem en dat hoofdstuk brengt weinig nieuws. Australie heeft oude bodems en zelfs landbouw is daar snel een vorm van mijnbouw die met uitputting gepaard gaat. De steden liggen er op toevallige plekken (nl. waar de boten met Engelse gevangen makkelijk konden landen) en zijn onmogelijk zelfvoorzienend in de regio, maar zolang we voedsel kunnen transporteren is dat niet zo’n belangrijk issue. Maar als de “tirannie van de afstand” weer toeslaat, is dat niet de plek waar je moet zijn. Doordat er weinig nutrienten naar zee spoelen is er zelfs relatief weinig vis.
Rwanda-Burundi is overtuigend niet zozeer een stammenoorlog maar ook een gevecht om hulpbronnen, met name land, waarbij de arme de rijken beroofden. En er zijn veel meer gebieden waar milieu- en politieke problemen samengaan: Somalie, Afghanistan, Pakistan, Haiti (maar weer minder in de Dominicaanse republiek op hetzelfde eiland Hispaniola).

De synthese hoofdstukken van het boek bevatten aardige hoofdstukken over de rol van het bedrijfsleven (met publieke aandacht en certificeren als oplossing), over de vraag waarom gemeenschappen de verkeerde keuzes maken (daar valt vanuit de economie en bestuurskunde meer over te zeggen dan het boek doet), een lijst van de 12 belangrijkste milieu-issues (bekend) en de antwoorden  op alle bekende tegenwerpingen tegen de ernst van milieuproblemen (er is genoeg voedsel voor iedereen, technologie lost het op etc.) – een handig overzicht. Weinig aandacht voor wetgeving, in dat opzicht is het boek Amerikaans.

Polder
Het laatste hoofdstuk is naar Nederland vernoemd (“the world is a polder”) en roept op tot goed beleid tot op wereldschaal. En je niet in je gated community in Florida terugtrekken. Het polder idee lijkt me juist bij common pool resources maar de redenering dat het hoge milieubewustzijn in ons land (of beter: hoge organisatiegraad in natuur- en milieuorganisateis) verband houdt met de strijd tegen het water betwijfel ik. Voor hetzelfde geld komt het vanwege het feit dat we ook in het vervuildste land van Europa wonen of delen we dat met Scandinavie of komt het door tolerantie voor extremere standpunten, of houden we van organiseren (maar waarom dan op milieu?) of is het een gevolg van de jaren zestig (nergens ter wereld werden in begin jaren 70 relatief zoveel exemplaren verkocht van het rapport van de Club van Rome dan in dit land).
Wat in de eindanalyse van het boek wat door elkaar loopt zijn de externe effecten op milieu, natuur, biodiversiteit en het issue van de ineenstorting van de samenleving. Je zou de vraag moeten stellen wanneer die effecten zo groot worden dat ze de veerkracht van de samenleving te veel aantasten om de ene resource door de andere te vervangen. De Nederlandse samenleving is niet ingestort door een deel van West Nederland uit te venen (en Amsterdam op te bouwen), of de Veenkolonien te ontginnen (na daartoe fors in kanalen te hebben geinvesteerd). Het was leuk geweest als de dodo er nog was, maar de samenleving heeft het uitsterven van de walgvogel overleefd.  De externe effecten zijn daarmee niet goed te praten en moeten voorkomen of anders gecompenseerd of waar mogelijk hersteld worden, maar het lijkt me niet juist (en contraproductief) om dan met de ineenstorting van de samenleving te dreigen. Natuurlijk is het ergerlijk als Los Angeles dichtslibt met auto’s en smog omdat men het openbaar vervoer niet wil of kan organiseren, en water schaars wordt, maar de Amerikaanse samenleving stort niet in, maar gaat dan in Denver of Austin rustig verder. Misschien gaat het soms wel fout omdat we niet weten wanneer de veerkracht om tot substitutie te komen teveel wordt aangetast. Dat lost dit boek dan ook niet echt op.

Het tweede issue dat in de eindanalyse naar voren komt als verder uitdiepbaar is de relatie tussen ineenstortende samenlevingen in de derde wereld en de ondergang van de westerse samenleving. Dat zelfs ongeacht of de toestand in Rwanda, Somalie of Afghanistan veroorzaakt wordt door de westerse consumptie, door het feit of wij in die landen gezondheidszorg hebben gebracht, of volledig door inheemse redenen. Met de globalisering leidt dat tot een bevolkingsstroom naar en geweld (terreur) tegen Europa en de VS. Overigens is die trek er ook al bij “gewone” armoede, zo zie je bij de Amerikaans-Mexicaanse grens (en als de veranderkosten laag zijn zoals binnen de VS, daar al bij veel kleinere inkomensverschillen). Dit soort bevolkingsstromen zijn er altijd geweest en zullen blijven. Juist de VS heeft een historie van immigratie en Europa krijgt dat ook. En het is bovenal goed nieuws dat de derde wereld, Afrika nu voorop, zelf hard groeit. Want hoewel groei tot meer consumptie en dus vervuiling leidt, zit er weinig anders op dan te zorgen dat die groei er is en evenwichtig wordt verdeeld. Met dus als opgave die groei zo schoon mogelijk te maken, en met name de veerkracht van samenlevingen niet aan te tasten.
Met die kanttekeningen schaar ik me achter de recensie van Nature: “essential reading”

En de luistertip uit Cyprus: Aphrodites' Child - Rain and Tears
En een die uitstekend bij deze post past: de eerste Nederlandse Milieuhit van Barend Servet (a.k.a. IJff Blokker) op een tekst van Wim T. Schippers en Gied Jaspers: Waar moet dat heen......

vrijdag 20 januari 2012

Lijstje: Jared Diamomd’s 5 verklaringen voor instortende samenlevingen


In Collpase (2005) benoemt de bioloog Jared Diamond 5 redenen die ten grondslag liggen aan het verdwijnen van samenlevingen, en veelal is het een combinatie:
1.environmental damage
2. climate change
3. vijandiger buren
4. minder vriendelijk wordende  handelspartners
5. de reactie van de betrokken samenleving

donderdag 19 januari 2012

Groenland


De woeste Vikingen waren groot liefhebbers van varkensvlees: in de sagen werden de dode krijgers van de oorlogsgodin Odin in het Walhalla dagelijks op varkensvlees onthaald. Ik heb dat niet uit een of ander discutabel Tilburgs/Nijmegens papier, maar uit Jared Diamond’s Collapse (zie de blog van gisteren). 
Hij besteedt veel aandacht aan de Vikingen in hun kolonien: de Shetlands, Orkney, Faroer, IJsland, Groenland en Vinland, het wijnland aan de Amerikaanse oostkust. In de eerste drie wisten de Vikingen zich met redelijk gemak te handhaven, in IJsland met enige moeite, in Vinland zagen ze na tien jaar al in dat ze dat niet van de indianen gingen winnen en in Groenland verdwenen ze na zo’n 450 jaar.
Nooit beseft dat IJsland vroeger behoorlijk bebost was en het meest ecologisch gedegradeerde land van Europa is. In de fragile omgeving is er door kappen van bomen en veehouderij heel veel bouwgrond verdwenen en naar zee gespoeld of gewaaid. Voor Groenland gold iets dergelijks, bovendien werd er veel turf gewonnen (ook voor de plaggenhuizen, bij gebrek aan hout).

De Vikingtochten kun je blijkbaar economisch verklaren: forse bevolkingsdruk in Scandinavie drijft de ervaren zeelui (visserij) tot handel op verdere afstand en dan blijkt dat je met superieure boten weinig te duchten hebt en net zo makkelijk kunt roven dan handelen. Daartoe aangezet door lokale chiefs die tegen elkaar opbieden. En niet gehinderd door moraal, de onbeschermde kerken en kloosters in Europa (tot in het huidige Istanbul) waren de makkelijkste buit voor heidense Vikingen. En Europa was slecht verdedigd. In veel gebieden assimileerden de Vikingen, maar in IJsland en Groenland was daar geen mogelijkheid toe. Bovendien werden hier de meest woeste figuren naar toegestuurd, die in eigen land niet te handhaven waren.
Enfin, in Groenland werd dus een kolonie opgezet die nauw met het moederland verbonden was. Alle Europese modes, tot die in de begrafeniscultuur toe, werden gevolgd. Inclusief de dure bouw van kerken en kathedralen. Maar het handelsverkeer was beperkt en dus ging het om exclusieve spullen. Zoals walrus-ivoor en (soms levende) ijsberen(huiden) voor ijzer en voor de kerkmateriaal (van glas-in-lood tot miswijn). Diamond verbaast zich over de voorkeur voor kerkmateriaal boven ijzer, maar komt zelf met de verklaring dat Groenland een sterk hierarchische structuur had met de chief en bisschop aan de macht en het handelsmonopolie met de Noorse koning: die letten op hun korte termijn eigen belang. Zelfs overbegrazing was voor hun niet zo’n ramp omdat daarmee boeren steeds meer pachters werden en dus de macht van de top toenam.

Met de komst van de kleine ijstijd rond 1400 bleek het gebied te marginaal voor de Vikingen. De zomers werden te kort en te koud, er was al een gebrek aan hout en er was erosie, de handel met Noorwegen (dat net als Zweden door huwelijken Deens was geworden) verdween. In Europese kunst raakte ivoor uit de mode.
Vreemd genoeg hadden de Vikingen ooit besloten geen vis te eten. Daarmee was er ook weinig te leren van de nieuwkomers in het gebied, de Inuit (v/h Eskimo’s), die superieur waren in het leven in dit gebied. Die aanpassing was voor de Eurocentrische Vikingen te lastig. Zeer vermoedelijk waren de relaties tussen de al langer aanwezige en vechtlustige Vikingen met de nieuwkomers ook niet erg harmonieus.
Daarmee is hier dus sprake van een ingestorte samenleving. Ook hier een die leefde in marginale omstandigheden die nog marginaler werden door klimaatsverandering. En die zelf door structuur en cultuur niet voldoende kon meeveranderen. Zoals zo veel culturen die ooit ten onder gingen. Waar dus veel van te leren valt, ook voor onze wereld. Maar de suggestie van Diamond dat we deels in het zelfde schuitje zitten vanwege de aantasting van hulpbronnen en met name zijn suggestie dat de migratie vanuit derde wereldlanden naar Europa en de VS daar een aanwijzing voor zijn, lijkt me toch wat al te ver gezocht.

woensdag 18 januari 2012

Collapse


Uit de bibliotheek van ongelezen boeken nam ik Jared Diamond’s Collapse ter hand. Het boek is uit 2005 en toen veel besproken en geprezen resp. bekritiseerd. Ik kocht een paar jaar geleden in de VS de vuistdikke Penguin-editie voor half geld. Tijd om het ook eens te lezen en een eigen mening te vormen.
De bioloog Diamond begint zijn expose in Montana. Een mooie manier om lezers in het probleem te trekken van externalities: veel mijn-, bos- en (marginale) landbouw die negatieve effecten op natuur en recreatie hebben. En tegelijkertijd in sommige streken exploderende grondprijzen omdat Californie er gaat rentenieren. Mooie beschrijving van hoe een melkveevallei dan een paardenvallei wordt en wat oud- en nieuwkomers er van vinden.
Daarmee is Montana niet een maatschappij die aan uitputting van resources ten onder gaat. Het verandert alleen, en heeft het geluk dat de vervuilende mijnbouw vervangen kan worden door recreatie. Bovenal is het probleem met dit voorbeeld dat er niet zo iets is als een geisoleerde Montana-samenleving. Die is veel te veel geintegreerd in de Amerikaanse. En die verdwijnt niet als we Montana teruggeven aan de buffels.
Ik was er in de jaren 80 en toen vierden sommige plaatsjes in het land van de big sky hun centennial. Essayisten maakten zich niet populair maar werden wel serieus genomen in pleidooien de marginale graanteelt te stoppen en het land terug te geven aan de buffaloes. Met andere woorden als je zo’n streek verlaat, net als wanneer je delen van Finland of het Centraal Massief weer bebost (na 100 resp. misschien wel 1000 jaar) stort daarmee niet de Amerikaanse, of Finse of Franse (laat staan Europese) samenleving in.

Paaseiland
Wat dat betreft is de case van Paaseiland beangstigender. Vooral als je hem samenvat in economische termen, wat Diamond maar beperkt doet: het issue is hier vooral het fout lopende beheer van (een) common pool resource (s). Het eiland was ooit sterk bebost met de grootste palmboom ter wereld.  Dat bos leverde de polynesische immigranten hout op voor zeewaardige kano’s (met zeil, zo waren ze er in een dag of 17 ook gekomen, en een eiland herken je op 200 mijl afstand aan de vogels, wat niets afdoet aan de hoogstaande navigatiekunst van de Polynesiers) voor de visvangst, voor de bouw, om de grote beelden te transporteren en hun doden te cremeren.
Maar dat bos werd volledig gekapt voor die doelen, en het eilandsbestuur was niet sterk genoeg. Er waren 11 of 12 clans die ieder over bepaalde resources (de vulkaan, bepaalde groeven, de beste kanoplaats en dus vis, de landbouwgrond) beschikten en blijkbaar goed samenwerkten / handelden. Zo was er een surplus van 25% aan voedsel die kon worden besteed aan de voorouder cultus met de beelden. Tussen de clans ontstond een rivaliteit van wie de grootste had. Terwijl wij kathedralen bouwden, richtte men op Paaseiland beelden op. Maar toen op Paaszondag  5 april 1722 Jacob van Roggeveen het eiland ‘ontdekte’ was er geen boom meer over en waren de meeste beelden neergehaald. Het eilandbestuur en de religie hadden een militaire coup met steun van het volk niet overleefd toen de economie ten gronde ging.  Na het tipping point (een term van na 2005) van de economie op het eiland met de top van zijn productie (als je de negatieve waarde van het bomen vellen er even buiten laat) ging het zeer snel bergafwaarts. De coup bracht blijkbaar onvoldoende nieuwe instituties die de vrede konden handhaven. Oorlogen tussen de clans waarbij elkaars beelden werden neergehaald / verwoest (en die toch al bij de oude cultuur hoorden) waren frequent. Kannibalisme een vorm van overleven.

Maya’s
Minder gedetailleerd bevat Collapse nog een aantal van dergelijke cases. Zoals het Bounty eiland Pitcairn, de Anastazi in New Mexico en de Maya’s. Allemaal culturen in enigszins marginale omgevingen (verweg van het centrum waar ze mee handelden en afhankelijk waren, zoals Pitcairn), op marginale gronden (zoals de Anastazi en in zekere zin ook de Maya’s in Copan). Voor deze gemeenschappen had Malthus een punt: ze groeiden groot onder achteraf gezien gunstige omstandigheden, bouwden een bovenlaag van instituties op met luxe paleizen en een heersende klasse, maar ook met nieuwe uitvindigen. Vervolgens werden de externe effecten te groot, of er ontstond een periode van klimaatsverandering (droogte) die tot gevolg had dat de bevolking te groot was, dus honger leed. En instituties wisten zich niet of onvoldoende aan te passen en gingen over tot meer oorlogsvoering dan voorheen (ofwel landje pik om resources aan te vullen). C.q. een coup leidde niet tot een nieuw regime dat het probleem met een goedkopere organisatievorm wist op te lossen. En dat stort na zo’n tipping point de zaak snel in.

dinsdag 17 januari 2012

Heren van de thee

appeltjes van oranje op Cyprus

Al vele jaren geleden schreef Hella Haasse “Heren van de Thee”. Ik kwam er pas vorige week toe om het te lezen. Veel zin heeft het vermoedelijk niet, maar het boek is sterk aan te bevelen.  Het is het verhaal (en de ontwikkeling) van de planter Rudolf Kerkhoven. Autocratische man, sterke pioniersgeest. Interessant om te zien hoe die clan in de thee actief was: familie, maar ook samen in zaken, met daarbij (vermeende) rivaliteit. Pionieren met uitwisseling van kennis tussen de plantages die ik uit de akkerbouw herken. En zoals je van Haasse mag verwachten zeer passend woordgebruik, niet alleen Indisch, ook mooie oudere Nederlandse (handels)uitdrukkingen. En zo leerde ik ook nog dat de Groningse Kerkhovenpolder een investering was van een Amsterdamse effectenhandelaar uit het voorgeslacht van de hoofdpersoon. Wie het nog niet gelezen heeft: alsnog doen.

maandag 16 januari 2012

Cyprus


We brachten tien dagen door op Cyprus, om precies te zijn in een agrotoerismo in Tochni. Komende dagen dus wat fotootjes van Cyprus en wat aantekeningen van uitgelezen boeken. Volgens de reisgidsen is het niet helemaal de ideale tijd voor Cyprus. Maar die zijn misschien wat beïnvloed door het zontoerisme in plaatsen als Aiga Napa (na Ibiza het grootste marktaandeel in het Mediteraanse sun, sand & sex toerisme met veel Britse en Scandinavische jeugd als doelgroep). Wij troffen in ieder geval goed weer (op 1 verregende dag na), soms met heerlijke zon, een graad of 16 a 17, af en toe regen en daardoor een groen eiland met de eerste voorjaarsbloemen. Niet slecht dus voor bezoek aan de vele archeologische vindplaatsen, van neolithische in Khirokitia, een boerengemeenschap van 7000 jaar voor Christus tot Romeinse met mooie mozaïekvloeren in Pafos. En aantrekkelijk voor het wandelen langs enkele stukken van het lange afstandswandelpad E4 en wat nature trails.

De landbouw is Cyprus is rijk geschakeerd, van melkvee (voor de yoghurt en meer) en graan tot de mediterrane producten druiven en olijven. We zagen dat we in de EU ook nog tropische bananen telen. Het maakte op mij een betere indruk dan wat ik in het verleden wel op Kreta of Malta zag, maar vanaf de weg is het natuurlijk moeilijk te beoordelen.

Cyprus, strategisch gelegen het oosten van de Middellandse zee, is 10.000 jaar westerse geschiedenis. Met invloeden van tal van wereldmachten, met als laatste de Engelsen. [Quizvraag: in meer dan 10% van de EU landen rijdt men links – in welke landen?].

Gedeelde stad
In de vestingstad Nicosia (dat eigenlijk in het Grieks Lefkosia heet) zie je de meest recente geschiedenis. Voor wie Berlijn heeft gemist, is hier nog een kans: het is de enige opgedeelde hoofdstad ter wereld. Dwars door de stad loopt de green line, een door de VN bewaakte bufferzone die het Griekse en (niet erkende) Turkse deel uit elkaar houdt. Een onwerkelijke sfeer die me deed herinneren aan mijn bezoek met de middelbare school aan het IJzeren Gordijn bij Helmsted. In dit geval VN posten in in 1974 kapot geschoten gebouwen, concertina’s (voor wie militaire dienst gemist heeft: uitgerold prikkeldraad), barricaden van zandzakken met daarin schietgaten. Aan het eind van de drukste winkelstraat een grenspassage naar het Noorden waar het er niet onvriendelijk aan toe gaat met de Occupy beweging present in de bufferzone. Het Noordelijke deel is zichtbaar armoediger dan het Zuidelijke. Dat krijg je na  bijna 40 jaar boycot en gebrek aan internationale handel. Wie denkt dat zelfvoorziening je rijk maakt en dat internationale handel maar niets is, moet hier even gaan kijken en vergelijken.

Het geeft een wat onwerkelijke sfeer en een raar idee dat hier vanaf juli menig EU vergadering zal worden gehouden (Cyprus wordt voorzitter na Denemarken) op een paar honderd meter van de grens met een geassocieerd en aspirant lid (althans een soort vazalstaat daarvan), en dat we de VN nodig hebben dit beheersbaar te houden. Gezien de borden met weinig diplomatieke teksten en de eisen daarin, lijkt me het ook nog niet snel opgelost.

Naast toerisme is ook het bankwezen zo te zien een grote bron van inkomsten. Nicosia kent althans een groot aantal glazen bankpaleizen en het nieuwe Ministerie van Financien mag er ook zijn. Inmiddels is dat een fors risico want het systeem, zo begreep ik uit de internationale pers, is zeer verknoopt met het Griekse. Sinds 2008 heeft Cyprus de Euro, dat is handig, maar de koffie is er niet goedkoper op geworden. Op een goed terras betaal je al snel 3 euro of meer. Dat lijkt meer op Nederland dan op het 75 km Noordelijker liggende Turkije. Overigens kun je er nog wel redelijk goedkoop goed eten. Al met al: gaat dat zien.


Luistertip: de ZZN over Lefkosia

zondag 15 januari 2012

Zweden


In opdracht van de Zweedse landbouworganisatie LRF heeft SLF (The Swedish Farmers’ Foundation for Agricultural Research) het landbouwonderzoek vergeleken in Denemarken, Finland, Frankrijk, Nederland, het VK, de VS en Zweden. Ik werd er vorig jaar voor geinterviewd en onze ambassade in Kopenhagen meldde nu dat het resultaat op 19 december 2011 gepresenteerd is.
Bijgaande grafiek komt uit het rapport dat online in het Zweeds te lezen is.

Uit het abstract: The study is particularly focused on applied agricultural research, which is of great significance for the future competiveness and production ability of agriculture. The study shows that there is a relationship between the importance of a country’s agricultural sector and the resources allocated to its agricultural R&D system. Countries with a strong agricultural sector appear to invest more in applied agricultural research than countries with an agricultural sector of less importance. The mapping shows that research institutes in general are more severely hit by decreasing public R&D funding than universities. In addition, Sweden clearly differs from the studied countries in some aspects. Suggestions and recommendations are given in order to strengthen the Swedish agricultural R&D system, including an increased SLF secretariat. Moreover, SLF should to a greater extent take part in different types of research collaborations.

Luistertip: de Zweedse Nederlander Cornelis Vreeswijk: Misschien wordt het morgen beter, maar..


zaterdag 14 januari 2012

Transparantie in voeding

In een europees onderzoeksproject Smart AgriFood discussieren we over hoe je de consument het winkelen en het maken van duurzame keuzse met ICT nog leuker zou kunnen maken. Nog niet zo simpel want wat vaak als eerste geroepen wordt, kan al. Zo is informatie over de inhoud (en prijzen) van producten al lang op websites beschikbaar, je hoeft maar een productnaam of nummer in te voeren. En de ook apps op de telefoon die barcodes scannen hoef je niet meer te bedenken. Hier een paar Duitse websites: Das-ist-Drin  en Barcoo

donderdag 12 januari 2012

robots in de tuin

Voor het geval de arbeidsmarkt toch nog krap wordt komende jaren, gaat de robot uitkomst bieden. In een EU project wordt gewerkt aan slimme robots die paprika's, appelen en druiven gaan plukken.

woensdag 11 januari 2012

FARM Foundation en G20

Er zijn meerdere FARM foundations, maar dit is de Franse variant. Hun directeur Bernard Bachelier schreef in mei 2011 een brochure over de G20 agenda met zinvolle ideeen om het niet alleen te hebben over prijsvolatititeit maar vooral verhoging van de productie in de locale (ontwikkelings)markt. Daar ontbreekt het vaak aan economische efficiency. En er zijn 3 vormen van publieke ondersteuning gewenst: goed werkende kredieten, verzekeringen en versterken van organisaties van boeren en cooperaties die succesvol zijn. Lijken me zinnige aanbevelingen, en uit Franse kringen nog wel.

Bernard Bachelier: The G20 agricultural agenda: an opportunity for world agriculture?

dinsdag 10 januari 2012

Waar blijft je geld?

Waar blijven de belastingcenten in de vorm van subsidies? De Amerikanen hebben er een oplossing voor: via internet kun je kijken waar je geld blijft: track the money. Op recovery.gov, een wat aparte domein naam. De Engelsen hebben ook al zo iets en de Rekenkamer heeft het ook al gesuggereerd voor Nederland, omdat het ook een beter beeld zou kunnen geven van de effectiviteit van subsidies. Op naar een transparante overheid.

maandag 9 januari 2012

Economische toekomst van NL

De Koninklijke Vereniging voor Staathuishoudkunde, waarin macro-economen zich verenigen, publiceerde een bundel over de economische toekomst van Nederland. Online te lezen.
Preadviezen heten die papers in die kring. Interessant is die van Lex Hoogduin. Hij ziet twee oplossingen voor de huidige crisis:  ‘kiezen voor een sterke euro en een sterk Europa’ of  ‘fragmentatie, (re)nationalisatie en een mogelijke terugkeer naar de gulden’.

Hoogduin gaat ook in op de relatie tussen economische wetenschap en de economische politiek (grofweg het bevorderen van welvaart door acties van de overheid). De kwaliteit van de economische politiek in Nederland kan nog wel wat beter door na te denken over doelstellingen van het beleid, afruilen tussen doelstellingen en keuze van instrumenten. De auteur ziet vier doelstellingen:

• Vooruitgang (groei van welvaart in materiële en niet-materiële zin, mogelijk inclusief satisfactie van het hebben van werk en volledige werkgelegenheid en/of duurzamere of duurzame productie en consumptie),

• Verdeling (van de welvaart op een acceptabele manier),

• Veiligheid (van welvaart: zekerheid van inkomen, vermogen en banen, inclusief prijs- en financiële stabiliteit), en

• Vrijheid.

zondag 8 januari 2012

Toekomstverkenning

Ik kwam tot de ontdekking dat the 3rd foresight rapportage van SCAR niet via deze site is terug te vinden. Dat is niet handig - ik beveel de meta analyse nog al eens aan voor wie een goede toekomstverkenning zoekt.

zaterdag 7 januari 2012

Van mest en mist

Tijd voor poezie.
De enige regel van de 19e eeuwse gekwelde predikantsdichter Pieter de Genestet nog wel eens wordt geciteerd (maar te weinig als opening in rapporten over het mestbeleid) is het toch enigszins sarcastische:
 "O land van mest en mist, van vuilen, kouden regen"

vrijdag 6 januari 2012

Transparantie in de mededinging

uit vroeger tijden

Sommige mensen denken dat meer transparantie in de keten per definitie goed is. Vaak wel, maar soms niet. Niet voor degene die met meer kennis van zaken een wat hogere prijs weet te realiseren dan zijn zakenpartner met minder kennis van de markt. Maar soms ook niet voor de maatschappij in zijn geheel, omdat transparantie bij weinig spelers kartelvorming makkelijker maakt.
Voor wie dat verbazend vindt of gewoon zijn micro-economie weer eens op wil halen en geillustreerd wil zien met veel cases uit de agrarische sector, beveel ik van harte een LEI publicatie aan die eind vorig jaar verscheen: Mededinging en Transparantie.

donderdag 5 januari 2012

column over innovatiecontracten

Boerenbusiness plaatste vandaag een column van mijn hand over de innovatiecontracten. Mijn punt is dat het meer R&D contracten dan innovatiecontracten zijn, en dat de bias van technisch onderzoek ten koste van gedragsonderzoek (gamma wetenschappen) ongewenst is. Lees hier de column. 

woensdag 4 januari 2012

Duurzaam agrarisch ondernemen

Al meer dan een half jaar geleden verscheen de uitgave Duurzaam Agarisch Ondernemen van Transforum. Een boek waarin de ervaringen van deze instelling voor innovatie van de metropolitane landbouw en zijn kennis- en innovatie-systemen zijn gedocumenteerd.
Een mooi en bruikbaar boek dat een tijdje op tafel lag en toen door een collega van een groot ingenieursbureau werd geleend en op zijn praktische waarde werd getoetst (en ook die clubs moeten op de kleintjes letten). En zodoende las ik het pas in de kerstvakantie en maak ik verlaat nog wat reclame.
Het boek documenteert 9 cases waar jaren aan innovatie is gesleuteld. Het gaat daarbij om

  • product-innovaties ("Duurzaam vernieuwen": Noordelijke Friese Wouden als landschapsdienst en Landzijde als franchise voor professionele zorg-landbouw), 
  • markt-innovaties ("Duurzaam verwaarden": Landmarkt, MijnBoer en Ronddeel) en
  • proces-innovaties ("Duurzaam verbeteren": Biopark Terneuzen, Greenport Shanghai, Koe-Landerij en Nieuw gemengd bedrijf).
Ik ben benieuwd hoe we over 10 jaar tegen die innovaties aankijken: zijn ze geslaagd, of zijn ze vooral inspirerend geweest voor andere doorbraken en welke zijn mislukt. Van dat laatste hoeven we niet te schrikken want als er niet een paar mislukken, is Transforum niet innovatief genoeg geweest.
Het boek is een geslaagde documentatie van ervaringen. Ook al ken je de meeste projecten, je leert er toch weer van of vindt er inspiratie in. Wat daarbij helpt is de vele schema's. Waaronder die van de waardecreatiemodellen (full transparancy: daarvoor hebben we een paar jaar geleden nog eens twee dagen op de Gooise hei gezeten, leuk dat nu in betere vorm terug te zien), maar ook andere schema's. 
Van harte aanbevolen dus, mede vanwege de getoetste bruikbaarheid in de praktijk.

dinsdag 3 januari 2012

Bankieren in Florence

2011 was in zekere zin het jaar van de banken en de euro. In dat kader lovend besproken: de tentoonstelling Money and Beauty. Bankers, Botticelli and the Bonfire of the Vanities in het Palazzo Strossi in Florence. Over de oorsprong van ons banksysteem. Bijbel en kerk waren -net als in de Koran- niet enthousiast over geld lenen want in essentie verkocht of leende je tijd. En tijd was niet van de mens maar van onze lieve Heer. Dus was dat tot dan toe de handel van joodse families. Maar wolverkopers als de De Medici gingen toch bankieren. Met natuurlijk forse winsten en die werden besteed aan religeuse kunst, ook als een soort aflaat. En zo komen we aan Toscaanse termen in de geldhandel. Florijn kende ik al. Risico komt van Rischio, dat het bedrag is dat nodig is als kosten van het lenen van geld - rente dus.
Zie hier de fraaie website van het Palazzo, waar je nog tot 22 januari terecht kunt.
Zie ook The Ecomist van 17.12.2011 Gold, God and forgiveness.
Twee positieve reacties op de nieuwe lay-out en een dringend advies van onze ICT- en presentatie-adviseur uit   Drenthe om niet tegen de basisregel van een witte achtergrond in te gaan. Dus is nu de achtergrond voorlopig heel licht blauw (op mijn scherm) en de letter weer echt zwart. En in Verdana, volgens andere gurus de beste computer-letter. Laat niet na je reactie achter te laten.

maandag 2 januari 2012

Wild pig

courtesy nu.nl
Of ik even wat wilde bloggen over de wijnen van Wild Pig. Gasten kwamen vorige week met een fles Viognier 2010 en verbaasden zich over het feit dat ze blijkbaar een fles Vin de Pays d' Oc. hadden gekocht. Frans dus, terwijl ze aan de hand van de naam dachten een wijn uit de nieuwe wijnlanden te hebben gekocht..

Klopt, sterker: Wild Pig is geen merk uit Australie dat nu ook in Franse wijn doet. Het is een echt Frans huis, dat dus mogelijk meelift met de tegenpartij in de strijd tussen de Franse chateaux en de "nieuwe"  wijnlanden die het terroir laten voor wat het is en rassen als Merlot vermarkten onder merk. If you cann't beat them, join them.
Wild Pig heeft een aardige website (je kunt de screensaver downloaden) met het verhaal dat het merk genoemd is naar de lokale plaag, het wilde zwijn Greta die de druiven zo lekker vond. Oudejaarsnacht vertelde iemand me dat het ook de nickname zou zijn voor Engelse kolonisten in het gebied, maar daar heb ik geen bevestiging van gevonden.
O ja, te koop bij AH, hij smaakte mij best, op het internet lopen de meningen uiteen van "aardige bbq wijn"  tot "afschieten dat beest".

zondag 1 januari 2012

nieuw jasje

Nieuw jaar, nieuw jasje. Ik vond dat de weblog aan een nieuwe frisse vormgeving toe was. Altijd even wennen, maar laat weten wat je er van vindt.