zaterdag 30 september 2006

mansholt: de biografie


Gaarne maak ik je deelgenoot van een aantal goede boeken die ik afgelopen maand tijdens mijn vakantie las. Allereerst

de door Johan van Merrienboer gepubliceerde biografie van Sicco Mansholt, waarover ik begin augustus al even blogde. Een must voor iedereen die in landbouwpolitiek is geinteresseerd.

Het roept de vraag op inhoeverre de Europese integratie (inclusief die van de Balkan) anno 2010 nog staat of valt met een landbouwbeleid. Ik vermoed dat Kroatie niet bij de EU wil voor het landbouwbeleid maar voor de algemene economische en politieke stabiliteit of de euro, maar dat terzijde.

Van Merrienboer maakt duidelijk dat het Mansholt niet om de landbouwpolitiek sec te doen was, maar dat Europese integratie (om de lieve vrede te bewaren) het doel was. Vandaar dat hij het advies naast zich neerlegde om eerst de landbouwstructuur aan te pakken. Dat was nationaal beleid, en door een prijsbeleid op te zetten schoof de macht naar Brussel. Mansholt wist dat hij zeer voorzichtig met prijsverhogingen moest zijn, maar bij de onvoorziene lege-stoelen politiek van De Gaulle ging dat mis. Vervolgens moest eind jaren zestig na het voltooien van de marktintegratie in de landbouw, toch de structuur worden aangepakt. Mansholt's provocerende stijl waarmee hij de afvloeiing van boeren bepleitte, riep teveel weerstand op, zodat de structuurpolitiek verwaterde. Dat de afvloeiing toch via de markt gebeurde is een ander verhaal: als je zijn doelen als voorspellingen interpreteert zat de werkelijkheid er niet zo erg naast (ook zonder harde structuurpolitiek).

Vorige week was ik in Praag voor o.a. een EAAE Seminar over de ontkoppeling van landbouwsubsidies aan de productie (zeg maar het huidige EU beleid). Ik raakte er in gesprek met mijn Italiaanse collega F.S. en de biografie kwam ter sprake. Hij vertelde me dat ook Mansholt het meest trots was op zijn bijdrage aan de integratie, niet op het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid an sich. Toen men na een college in de jaren tachtig in Ancona met hem de kroeg indook en durfde te vragen hoe de architect van het GLB terugkeek op de (negatieve) effecten ervan, had hij de studenten nog eens heel duidelijk gemaakt dat de landbouwpolitiek er ook is voor hogere doelen en niet alleen voor de boeren. Op het totstandbrengen van die integratie was hij trots.

De foto is van www.anpfotoarchief.nl, die het copyright heeft (hoewel hij op de cover van het boek staat als copyricht van Spaarnestad Fotoarchief). De biografie is verschenen bij Boom Pers.

woensdag 27 september 2006

backpackers voor de landbouw


De NRC had afgelopen dagen een artikeltje over de drijfveren van de jongelui die als rugzaktoerist naar Australie gaan - de backpackers. In Australie sprak ik er een aantal. Een loon van 650 australische dollar per week, wat bij 40 uur bijna 10 euro per uur zou zijn, werd als realistische beloning genoemd.
Bij velen is werk in de toeristenindustrie favoriet: het is relatief schoon werk en op plekken waar je als backpacker toch ook naar toe wil. Aardbeien en mango's plukken of ander agrarisch werk is minder populair. Niet tot vreugde van de bedrijven die er vrijwel volledig van afhankelijk zijn, zo vermoed ik. Men vertelde me dan ook dat je een werkvergunning voor een jaar alleen voor nog een jaar verlengd kunt krijgen als je eerst 3 maanden in de agrarische sector werkt.
De trend van mechanisatie (op de foto: de oogst van suikerriet) zal dan ook wel onverminderd doorzetten.

zondag 24 september 2006

a tale of three cities: Rockhampton



Tot slot van het serietje blogs over onze rondreis door Queensland, Australie, nog even explicieit aandacht voor het al eerder genoemde Rockhampton.

Rockhampton is de rundvlees hoofdstad (beef capital) van Australie, zo niet de wereld. Die trots uit zich op elke rotonde, die met een standbeeld van een stier (van steeds weer een ander ras) is uitgevoerd. Je kunt er dan ook uitstekend biefstuk eten, zoals in het (relatief) oude Criterion hotel aan de rivier. Voor 10 euro heb je er een uitstekende lunch: net als in Argentinie kost rundvlees hier bijna niets.

Een paar panden verderop langs Quai street, de boulevard langs de rivier, staat het 'Cattle house' van de bedrijfstakorganisaties. Ook in dat rijtje bovenstaand pand waarvoor ik onze huurauto parkeerde: de locale Rabobank, wat tropischer en minder groot dan in ons eigen dorp. Waarmee de foto de globalisering van het agrarisch bankwezen illustreert.

dinsdag 19 september 2006

a tale of two cities: Emerald



Zo'n 400 kilometer ten Noorden van Roma ligt Emerald. Ooit ook begonnen als een agrarisch stadje aan het eind van een spoorlijn. Een tegel-promenade in het stadspark belicht de geschiedenis van Emerald en zijn legendarische State farm die boeren wel eens even zou leren om onder extreme droogte te boeren. Volgens de eerste zin van een boekje in het toeristenbureau overigens een mislukt project. Australiers zijn geen meesters in verhullend taalgebruik.

Extensieve rundveehouderij is er nog altijd belangrijk: ik bekeek het Victoriaanse houten station en daar stond een lange veetrein van Meatpackers die het vee naar de slachthuizen in Rockhampton brengt. Blijkbaar is vervoer van levend vee nog altijd aantrekkelijker dan ter plekke slachten - dat lijkt op een pad-afhankelijkheid uit de tijd van voor de diepvries en koelsystemen. Verder staat er in het stadspark een enorme ezel met een kopie van van Gogh's zonnebloemen. Dat gewas heeft mogelijk de tulpen vervangen die onze management assistente B. er twaalf jaar geleden nog pelde.

In Emerald zag ik zo snel geen kantoor van de Rabobank, maar wel van ABN Amro. En dat is gepast want Emerald is tegenwoordig vooral een mijnbouwstadje. In de omgeving delft men goud, saphieren, koper, zink en steenkool - als je in dagbouw althans ook van delven kunt spreken. En dat is een booming business. De spoorlijn naar de kust wordt zo te zien verdubbeld want alles moet naar China. In twee dagen tijd werden we op de highway drie keer verwezen naar de berm omdat er grote mijnbouwmachines over de volle breedte van de weg van de kust naar het binnenland werden getransporteerd.

Australische stadjes in het binnenland: centraal staan primaire industrieen zoals landbouw en mijnbouw. Ooit heb ik iemand horen beweren dat de erosie in de landbouw in sommige droge jaren zo groot is dat ook dat een vorm van mijnbouw is. Maar dat is een ander verhaal.

maandag 18 september 2006

a tale of two cities: Roma


Wie de Bosatlas van Australie openslaat ziet zo'n 500 km ten Westen van Brisbane (en het Noordelijker gelegen Rockhampten) twee plaatsen liggen, in wat nog lang niet het echte binnenland ('de outback') van Australie is: Roma en Emerald. We zijn er in augustus eens even wezen kijken om iets meer dan de toeristenindustrie van Queensland te zien.
Om met de Little River Band, een van de grootste australische popgroepen uit de vorige eeuw, te spreken: It's a long way there. Die hitsong duurt ruim acht minuten, de trein van Brisbane doet er 11 uur over en met de auto over de highway (een tweebaans provinciale weg die rustiger is dan elke tweebaansweg in Nederland, leve de automaat met cruise control) lukt het wel in een uur of zes.
Imposant zijn de Road Trains onderweg: de grote vrachtwagens. Sommige met twee aanhangers achter de oplegger. In Nederland wordt dat niet vertoond, hoewel het me deed denken aan de koolzaadwagens van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolder die begin jaren zestig ook met drie wagens achter een tractor reden. Dat mocht in de nieuwe polders (het was geloof ik een soort eigen terrein waarop het wegenverkeersregelement van toepassing was verklaard) en wij vonden dat als kinderen imposant. De grote vrachtwagens illustreren dat arbeidskracht er schaars is en er veel ruimte is. Hetzelfde geldt voor de VS waar de vrachtauto's ook een imposante motorkap hebben. In Europa lukt het je niet om daar de Albert Heijn in de Dorpsstraat mee te bevoorraden (te grote draaicirkel) en is de kabine bovenop de motor gebouwd en zijn de opleggers wat kleiner. Economische schaarsteverhoudingen geven de techniek vorm.
Plaatsjes als Roma zijn ondanks hun plek in de Bosatlas niet groot: 6500 inwoners, dat is minder dan ons eigen Zevenhuizen. Ze zijn vooral agrarisch, hoewel bij uitzondering Roma een klein olie- en gasveld exploiteert. De musea zijn er zonder uitzondering historisch en houden de pioniersgeest in stand. Je vindt er een T-Ford en een rupstrekker uit de jaren dertig. Of de eerste asfalteermachine. Voor galleries met kunst die je over 30 jaar op de tube zonnebrandolie vindt, moet je hier niet zijn.
Met die 6500 inwoners heeft men overigens wel vrijwel alle voorzieningen. Toen ik er de supermarkt uitliep stond ik dan ook recht tegenover een vestiging van de Rabobank. Later zou ik in de beefcity Rockhampton ook mijn huurauto bij toeval voor de bank parkeren. De globalisering zet door. In Nederland heb ik intussen van een Rabomedewerker vernomen dat het exporteren van de Nederlandse Raboformule naar een overgenomen Australische bank tot een behoorlijk marktaandeel heeft geleid, en profijtelijk is.

dinsdag 12 september 2006

de winst van liberalisatie - in Nieuw Zeeland

Het opheffen van subsidies leidt veelal tot meer welvaart, onder andere door meer dynamiek. In theorie zijn de meeste economen het daar wel overeens, maar er is wel discussie hoe groot dat effect is. Als subsidies al worden afgeschaft, dan gebeurt dat in een langzaam tempo waardoor het effect moeilijk te meten is.
Dat maakt het geval Nieuw Zeeland zo interessant, want daar werd in 1984 in een keer alle landbouwsubsidies afgeschaft. Op het landbouw economen congress in Brisbane was er een interessant boekje verkrijgbaar waar het effect in de NieuwZeelandse case is beschreven. En het blijkt dat de winst niet gering is. In de periode voor de liberalisatie lag de totale factorproductiviteit op 1,5% per jaar. Dat betekent dat er per hoeveelheelheid arbeid en kaptiaal elk jaar 1,5% meer werd geproduceerd dan het jaar er voor. In Nederland zou dat nauwelijks meer zijn dan de 1% stijging van de melkproductie en kilogramopbrengsten per jaar als gevolg van o.a. genetische verbetering. Na de liberalisatie was dat 2,5%, dus bijna dubbel zoveel: de groei van de landbouweconomie lag structureel hoger. Dat is geen gering effect. Daarbij daalde het aantal banen maar beperkt (1 a 2% per jaar). De grondprijs daalde aanvankelijk maar ging later weer stijgen. Al met al dus wel pijn en moeite in de aanpassingen, maar het loonde ook.

bron: Abare: Agricultural economies of Australia and New Zealand, 1996

maandag 11 september 2006

landbouweconomen congresseren in Brisbane



Eind augustus kwamen een kleine duizend landbouweconomen uit de hele wereld bijeen om elkaar in Brisbane bij te praten. Een van de opvallendste ontwikkelingen die ik meende te constateren is dat de trends in de landbouw en voedselvoorziening wereldwijd steeds meer op elkaar gaan lijken. Een mooi voorbeeld daarvan is dat ook in ontwikkelingslanden (die zich ook echt ontwikkelen, zoals Mexico, Brazilie, India, China) de grote retailers nu supermarkt formules opzetten en uitrollen. De kleine familiewinkeltjes komen daardoor in het gedrang. De discussie over de effecten daarvan (en de methodologie waarmee economen dat proberen te meten) komt helemaal overeen met de discussie in de Verenigde Staten over de rol van Wall-mart: creeert een beetje werkeloosheid bij de weggeconcurreerde plaatselijke winkels, schept lage-lonen banen, maar zorgt ook voor lagere voedselprijzen, wat vooral de lage inkomensgroepen helpt.

Verder viel enkele Nederlanders op dat velen buiten (en soms ook binnen) Europa het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid nog helemaal ervaren als het beleid van begin jaren 90 en dat men onvoldoende doorheeft wat voor grote veranderingen er inmiddels met de unieke bedrijfstoeslagen zijn ingezet, met alle gevolgen vandien. Hier is nog wat zendingswerk nodig.

En verder is zo'n conferentie natuurlijk nuttig voor tal van overleg. Wie de wetenschappelijke papers wil lezen, kan terecht op de website van agecon search. Zelf gaf ik een paper over de ontwikkelingen in de structuur van de landbouw in Europa; wil je dat hebben, stuur dan een mailtje.

zondag 10 september 2006

australie: een oversized land



Het was enige weken stil op deze weblog. Hiernaast de reden: ik zat voor werk en vakantie in Australie. Zonder laptop en internet cafe. Komende dagen lees je er hier wat meer over.

Australie is een oversized land. Alles is er groot: de spruitjes in de supermarkt, de vleermuizen en de vrachtauto's. Eigenlijk kun je het ook beter per vliegtuig dan per auto bereizen, want de afstanden zijn groot en het wordt al snel monotoon (1000 kilometer suikerriet is veel).

De natuur is er facinerend. Dat komt omdat het continent Australie al heel lang 'los' is van de andere continenten, bovendien vulkanisch oud is, met als gevolg een arme bodem. Dit heeft tot een heel eigen evolutie geleid met bijvoorbeeld veel erg giftige dieren (zoals spinnen en slangen) omdat de eerste beet wel raak moest zijn. En aboriginals hadden weer allerlei technieken om giftige vruchten toch eetbaar te krijgen. Je vraagt je af hoe men dat ontdekt heeft (zoals een Amerikaanse collega grapte: dat was met de huidige bewijsvoering voor de voedsel en waren autoriteiten niet gelukt). Vanwege de leegte van het continent ontstonden ook energie effieciente dieren: zo is heeft de kangeroe voor het hoppen 20% minder energie nodig dan een qua gewicht vergelijkbaar europees beest dat op vier poten loopt. Evolutie is net induced innovation - of wellicht hebben veel economische prinicipes een biologische achtergrond