- de scheiding tussen stad en platteland is niet meer. We hebben steden wolken zonder veel platteland daartussen.
- de binnenstad als hart van de stad is een achterhaald idee. Op zijn minst is er ook een meubel- en autoboulevard
- het streven naar gemengde buurten is zinloos als er geen banen zijn en niemand er echt wil wonen
- staduitbreiding per maquette voldoet niet meer voor de burger die zelf wil bouwen
- wegen als symbool voor ruimte en vrijheid is een versleten beeld voor filerijders die het landschap niet meer zien.
- het idyllisch platteland heeft plaatsgemaakt voor een domein van industrieel werkende boeren en rustzoekers uit de stad. Liever nog een paar boerderettes ertussen dan een megastal
- het idee van ongerepte natuur is onjuist, de mens is juist de schepper van de nieuwe natuur in de delta.
weblog over de toekomst van de Nederlandse landbouw en het platteland. Gemotiveerd vanuit het werk als econoom, de nevenfuncties als bestuurder en de woonomgeving van de moderator, maar als persoonlijke stellingname geheel buiten de verantwoordelijkheid van mijn werkgevers - zoals het hoort bij een weblog.
woensdag 31 oktober 2007
lijstje: 7 ideaalbeelden NL bij het vuilnisvat
dinsdag 30 oktober 2007
innovatie
maandag 29 oktober 2007
foodmiles en scheepshypotheken
The Economist meldde vorige week dat de droogte in Australie er toe leidt dat er veel meer vraag is naar scheepsruimte om Azie van granen van elders te voorzien, waarmee transporttijden toenemen. En waarmee de markt dus dwingt om ook wat meer te betalen voor producten uit de buurt. Aanhangers van foodmiles (een raar concept trouwens) en beleggers in C.V.s voor schepen zien de index met plezier stijgen.
zondag 28 oktober 2007
Lijstje: netwerken in het leger
Netwerken zijn in. We kennen het van de netwerken in de veehouderij. En mkb's in de voedingsindustrie worden aanbevolen netwerken te vormen om regionale supermarkten te beleveren, de automatisering van retailers kan dat steeds beter ondersteunen.
En tot mijn verbazing zie ik in the Economist van gisteren dat ook in het leger de netwerken de toekomst zijn. Oorlogsvoering gaat zijn vierde generatie in volgens ene Thomas Hammers, een gepensioneerde kolonel van de amerikaanse mariniers:
- vechten in rijen en collones op slagvelden, van de Romeinen tot en met Napoleon
- machinegeweren en artillirie in de 19e eeuw tot de rampzalige WW I
- manouvres van tanks en vliegtuigen: van WO II tot in Irak
- zelfstandig opererende netwerken, voorzien van ICT die guerillabewegingen en opstanden neerslaan, niet door de vijand te verslaan maar zijn politieke wil te vernietigen
Als het waar is komt er nog veel denken over netwerken beschikbaar. Het leger is immers bij uitstek een van de grote bronnen van innovatie, waaronder internet en GPS, waar ook de landbouw al niet meer buiten kan.
De foto is van een castilliaans kasteel in de zee aan de calabrische kust.
zaterdag 27 oktober 2007
even dimmen: nacht van de nacht
GMOs
Een mogelijkheid om het bestrijdingsmiddelengebruik via GMOs (genetisch gemanipuleerde organismen) te beperken wordt niet overwogen zo vermoed ik. Ik zat gisteren bij de OECD in Parijs voor een stuurgroep vergadering van EuroChoices en toen kwam het onder de koffie ook even ter sprake. Overigens begon de vergadering met een in brand vliegend verlichtingsarmatuur, dat het verlaagde plafond in brand zette; zodat ik kan claimen het Chateau (ooit gebouwd als jachtslot van de Rothschilds bij het Bois de Boulogne) van brand te hebben gered. Overigens detoneren die verlaagde plafonds toch, dus dat zou geen verlies zijn.
Efin, iemand suggereerde dat de kosten per ha van zaaizaad en bestrijdingsmiddelen in Europa oplopen en in de Verenigde Staten en Azie zouden dalen, of in ieder geval minder stijgen. Kan iemand dat voor een paar gewassen eens nagaan (en rekening houden met gewijzigde wisselkoersen)? Lijkt me in het kader van de concurrentiepositie toch een interesante grafiek.
Op de foto extensieve australische veehouderij.
donderdag 25 oktober 2007
fabeltje rond deelpacht
Meer algemeen heet het 'shirking' en dat verschijnsel komt voor in relaties tussen een opdrachtgever (de principal, zoals de werkgevever, de verpachter, de verzekeringsmaatschappij) en een opdrachtnemer (de agent -niet die van politie maar zoals in verzekeringsagent- zoals de werknemer, de pachter, de verzekerde). In het contract tussen beide moeten de afspraken zo zijn dat de opdrachtnemer (de agent) geprikkeld wordt om te doen wat de opdrachtgever (de principaal) wil.
woensdag 24 oktober 2007
feministische economie
Ten Principles...
...of Feminist Economics.
anti-schaalvergroting
dinsdag 23 oktober 2007
Lijstje: de 8 G's van Voeding
- gevarieerd
- gewoonte
- gemak
- gezond
- genot
- goedkoop
- groepsverbondenheid
- geweten.
Lijstje: de 5 C's in food consumption
maandag 22 oktober 2007
biofuel en grondprijzen in brazilie
Volgens de berekeningen van Hertel cs zou de groei er nu wel eens uit kunnen zijn (afhankelijk van olie- en maisprijzen natuurlijk) en is het grootste effect van biobrandstoffen op grondstoffenmarkten te verwachten van de bijmengverplichting van biodiesel in Europa. Daar is veel koolzaad voor nodig en de export van voedingsmiddellen uit Europa gaat daardoor teruglopen. We gaan ook veel biobrandstoffen invoeren uit Brazilie en daar zou de grondprijs wel eens kunnen verdubbelen, hoewel het ook zou kunnen dat palmolie uit Azie dat effect enigzins opvangt.
Verder gingen in de discussie velen ervan uit dat dit allemaal eenmalige veranderingen zijn, en zodra die gerealiseerd zijn zullen prijzen van voedingsmiddelen weer gaan dalen door verdere technologische vernieuwingen. Maar vooralsnog profiteren grondeigenaren en sommige boeren van een stijging van de prijzen. We zullen zien.
zondag 21 oktober 2007
Van Landbouw- naar Voedselbeleid
Er wordt veel gesproken over beleidsinstrumenten als voorlichting en onderwijs / opleiding van de consument, wat aangeeft dat we nog in de beleidsfase van de zachte beleidsinstrumenten zitten en er nog weinig animo is voor bijvoorbeeld financiele prikkels of regulering (die pas bij hardnekkiger problemen later in de beleidscyclus populair worden).
zaterdag 20 oktober 2007
standaards in de wereldhandel
We staan nog aan het begin van de wetenschap in deze want er werd veel door elkaar gegooid. Het lijkt een verschil te maken of standaarden er zijn voor productdifferentiatie bij de consumenten (fair trade bijvoobeeld) of dat ze business-to-business zijn om handel te vergemakkelijken en aansprakelijkheid van bedrijven te regelen. En is het nu een logische ontwikkeling die bij merkproducten hoort, of is het een second-best solution omdat de overheid in gebreke blijft. Ik neig naar een logische ontwikkeling omdat de landbouw steeds meer een normale business wordt en op medicijnen of textiel begint te lijken, maar hard bewijs is daar niet voor.
Hoe dan ook, standaarden zijn niet neutraal, er zijn altijd mensen die er voordelen bij hebben en mensen die er last van hebben. Soms zijn ze er vooral voor de gezondheid van de Europese consument en regelen ze niets voor de lokale werkers in Costa Rica. Soms gaan ze maar over bepaalde issues die net in de mode zijn. En vaak worden standaards tot stand gebracht door een klein clubje zonder veel inspraak van alle betrokkenen in een stakeholder dialoog. De rol van de overheid zou dus wel eens kunnen zijn om toe te zien of de private standard setting goed verloopt, er effect monitoring is, en er aan MVOrapportage wordt gedaan. En als dat zo is, dan kunnen ook de overheden op de private standaards vertrouwen.
vrijdag 19 oktober 2007
met de OECD in het Kurhaus
De FAO publiceerde onlangs al een studie over de milieu-impact van de veehouderij: Livestock's Long Shadow, gratis downloadable op het net.
Daaruit blijkt dat de veehouderij verantwoordelijk is voor 18% van de uitstoot van broeikasgassen. Dat komt vooral door ontbossing (voor veevoer) mest en fermentatieprocessen (en nog een beetje door de voerproductie). Het goede nieuws is dat de technologie om het op te lossen, beschikbaar is (dat beweerde Al Gore ook al eerder). Het is dus een organisatieprobleem, zoals zo vaak. It's the economy stupid. Zorg dat alle kosten in de prijzen zitten, de polluter pays - the providor gets, en zorg voor transparantie en afrekenbaarheid was de boodschap.
Ook interessant was dat de auteur 3 soorten productieclusters ziet:
- dicht bij de afzetmarkt (de steden) vooral uit de tijd dat de infrastructuur om verse producten te leveren slecht was
- dicht bij de plaats waar het voer wordt geproduceerd, omdat je dan minder kg hoeft te transporteren, maar voorwaarde is een goede infrastructuur voor vers
- in gebieden met lage bevolkingsdichtheid, waar milieuwetten niet zo beperkend zijn. Want "boeren kunnen wel omgaan met weinig water en hete zomers, maar niet met buren".
Met name de derde groep wordt snel belangrijker, vers kun je tegenwoordig per vliegtuig of met moderne koeltechnieken steeds beter regelen, en cluster 1 heeft het dus moeilijk. Hoe herkenbaar.
donderdag 18 oktober 2007
fabel van de bijen II
In gecommercialiseerde samenlevingen, aldus Mandeville, leidt overvloed tot onbehagen, en dat onbehagen leidt niet tot minder consumeren, maar tot het najagen van meer overvloed. Naarmate mensen meer hebben, lijken ze zich scherper bewust te worden van hun (morele) tekorten. Dat leidt tot nieuwe bewegingen (zoals nu Slowfood) en die hebben steevast als gevolg dat ze tot meer in plaats van minder consumptie en productie leiden. De trends doen zich voor als verzet tegen consumptie, maar ze zijn een typische exponent van die cultuur.
En dat komt omdat kritiek op de consumptiecultuur chic is. Mandeville suggereert in zijn fabel dat er als vanzelf twee klassen mensen ontstaan in een commercialiserende maatschappij: de welvarende en de minder welvarende. In Marx zijn termen: de haves and have-nots. Die tweede groep gaat voor het onmiddelijke genot en heeft geen belang bij zelfverloochening. De eerste groep daarentegen bestaat uit "verheven, ondernemende schepselen die vrij van inhalige zelfzucht de verbeteringen van geest als hun mooiste bezittingen beschouwen. En doordat ze een echte waarde aan zichzelf toekennen, vinden ze slechts genot in het mooier maken van dat gedeelte waaruit hun uitnemendheid bestaat", aldus Mandeville. Het gevolg is dat deze groep niet minder koopt, maar zijn geld besteed aan gedistingeerde goederen.
De Franse socioloog Pierre Bourdieu heeft dat inzicht meer recent in zijn boek Distinction (1979) nog eens nieuw leven ingeblazen. Hij wijst op de dynamiek in de standsverschillen. Noviteiten in levensstijl worden het eerst door de hogere sociale klasse geadopteerd en krijgen later een bredere verspreiding. Dan verliezen ze in snel tempo hun onderscheidend vermogen en moet de hogere klasse weer wat nieuws verzinnen.
Ik ontleen deze informatie deels aan twee boeiende essays, een van J. Mackenbach en A.J. Roskam, en een van P. Pekelharing en A. van Lenning, beide in een leuke bundel van H. Dagevos [LEI] en G. Munnichs over De obesogene samenleving. De bundel laat zien dat het overgewichtprobleem zeer complex is, maar dat is een ander verhaal.
woensdag 17 oktober 2007
de fabel van de bijen
Het standaard denken wil nu dat in zo'n geval de omvang van de activiteit (de productie) niet optimaal is, om dat de besluitvormer de kosten of opbrengsten bij derden niet meetelt. Als ik de kosten van de milieuvervuiling doorberekend zou krijgen, zou ik wat minder produceren en vervuilen. Als ik van alle voorbijgangers die van mijn tuin genieten een euro zou krijgen, zou ik er nog een paar duurdere en mooiere bomen inzetten, of de tuin 10% kunnen uitbreiden.
Economen hebben een standaard voorbeeld verzonnen dat veel in colleges wordt gebruikt, maar te mooi is om waar te zijn: de bijen en de boomgaard. Als de bijenhouder alleen rekening houdt met de honing die hij produceert en niet met het bijprodukt dat de bijen ook de fruitbomen helpen te bevruchten, zal hij te weinig bijenkasten neer zetten en heeft de fruitteler minder appels dan mogelijk zou zijn. En voor de fruitteler geldt ook zo iets: als hij alleen de opbrengst van de appelen in zijn afweging betrekt, en niet de appelhoning die de bijen produceren, dan worden er minder appelbomen aangeplant dan voor de samenleving optimaal zou zijn. En als dit waar is dan is de implicatie natuurlijk: hier moet de overheid wat aan doen want de markt faalt.
Maar het verhaal blijkt een fabeltje, zoals iedereen die de bijenhouderij een beetje kent wel kan bevroeden. Landbouw-econoom Steven Cheung ging op fact finding naar de Amerikaanse staat Washington, waar de fruitteelt zich concentreert. Dat leverde in 1973 het klassieke artikel "The fable of the bees: an economic investigation" op, waarin wordt aangetoond dat er allerlei efficiente contracten bestaan tussen fruittelers en imkers om de waarde van de bevruchting, respectievelijk de honing te verrekenen. Private onderhandelingen zorgen er hier voor dat de sociale opbrengsten worden geinternaliseerd (in de prive-afweging betrokken), zonder dat de overheid daar ook maar enigszins aan te pas komt. Beide partijen hebben immers belang om rond de tafel te gaan zitten en over hun 'bijprodukt' te gaan onderhandelen. Zo onstaat vanzelf zelforganisatie. De markt faalt helemaal niet, als de wet maar ruimte biedt voor contractonderhandelingen.
Op de foto bergflora uit Oregon en Washington state
dinsdag 16 oktober 2007
vastgoedbeheer in de collegebanken
Net Schiphol
Lijstje: ongewenst brits voedsel
1. tripe
2. jellied eels
3. deep-fried Mars bar
4. brawn
5. black pudding
6. tapioca
7. faggots
8. Marmite
9. semolina
10. beetroot in vinegar
maandag 15 oktober 2007
MVO en landschapsinpassing
vuurtorens als publiek goed
Wil een goed of dienst via de markt verhandeld kunnen worden dan moet het rivaliserend en exclusief zijn. Rivaliserend wil zeggen dat als ik het koop en gebruik, jij dat niet ook nog eens kan doen. De kilo appelen die ik eet, kun jij niet eten. Bij de film is het al lastiger: als ik kijk, en de zaal is nog niet vol, kun jij er ook nog in (hoewel ik misschien last heb van je popcorn-gekraak of je geflirt met je vriendinnetje me afleidt). De vuurtoren is perfect non-rivaliserend. Ik zie het signaal waar de kust en de rotsen zijn, en dat signaal is voor mij niet minder als jij het op jouw schip ook opvangt.
.
Exclusief
Exclusief wil zeggen dat niet-kopers / niet-gebruikers van het geproduceerde goed zijn uit te sluiten van de consumptie: als ik de kilo appelen mee naar huis neem, ben jij uitgesloten. Bij de film kan het theater iedereen uitsluiten die geen kaartje koopt. Maar bij de vuurtoren is dat onmogelijk, ik kan als vuurtorenwachter geen mechanisme bedenken (zoals het verkopen van kaartjes) waarmee ik gebruikers en niet-gebruikers kan scheiden. Nu vuurtorens vervangen zijn door GPS systemen kan dat overigens wel (je moet zo'n GPS ontvanger kopen).
Goederen en diensten die dus niet-rivaliserend en niet-exclusief zijn, kunnen niet door bedrijven winstgevend worden geproduceerd en moeten dus wel door de overheid worden voortgebracht; het zijn zuiver collectieve goederen. Vuurtorens zijn dus overheidsbezit en de vuurtorenwachters worden als ambtenaar uit belastinggelden betaald, zo wil de theorie die klakkeloos in tal van economieboeken en colleges uiteen wordt gezet.
In een beroemd artikel (The lighthouse in economics, 1974) heeft Nobelprijswinnaar Ronald Coase laten zien dat dit in ieder geval historisch een fabeltje is. Helemaal zonder overheidsbemoeienis kan het niet, maar wel met heel weinig. In vroeger eeuwen werkte het Engelse systeem vrijwel geheel privaat: bedrijven investeerden in de bouw van een vuurtoren en exploiteerden die commercieel. De scheepseigenaren betaalden voor hun diensten als ze de haven binnenliepen die van de vuurtoren gebruik maakte. Er was een door de overheid gesteunde private centrale commissie (Trinity House), die publieke taken had. In die commissie werd de behoefte aan vuurtorens vastgesteld, en dat leidde tot vergunningen om te bouwen. Verder was geregeld dat iedereen die de haven binnenliep ook moest betalen bij de havenmeester, die de gelden voor de vuurtoreneigenaar inde. Buitenlandse boten die niet eerder in de haven aankwamen moesten immers worden verplicht te betalen, omdat ze geen prikkel hadden een contract met de vuurtoreneigenaar af te sluiten. Er er moest natuurlijk toezicht zijn op de tarieven omdat zo'n vuurtoren een lokaal monopolie is. Kortom de overheid moest zorgen voor het goede institutionele kader (de regels), maar er hoefde geen geld van de belastingbetaler uit de schatkist bij. De kosten werden gedragen door de gebruikers.
De les hieruit is dat via de markt veel meer geregeld kan worden dan je soms volgens de theorie denkt, mits de overheid de instituties (in de vorm van wetten en regels) maar goed voor elkaar heeft.
zondag 14 oktober 2007
padafhankelijkheid
There was a time they loved an accordionist, and now the time has come when they love a tractor driver.
De vertaling van het rijmpje op de poster:
These lands are priceless / Year by year / We should raise more and more /Grain for people.
Er is in zo'n eerste periode veel geld beschikbaar om nieuwe zaken te ontwikkelen. Direkt uit eigen middelen of moderner via venture funds. Ook hier werkt de markt. Maar er woeden in economenland soms wel discussies hoe de markt werkt en of de markt wel goed genoeg werkt. Zo wordt er nog wel eens beweerd dat je er op zo'n nieuw terrein als de kippen bij moet zijn, en liefst als eerste. Dan vestig je je (merk)naam en er zou een leren-door-doen effect optreden: hoe meer je in de loop der tijden produceert, hoe meer je leert, en de kostprijs daalt. Het bestaan van zo'n first-mover advantage en het learning- by-doing effect, hoe voor de hand liggend ook, is echter nog al omstreden. Er zijn ook veel voorbeelden waar het anders is gelopen en de markt nu in handen is van een latere toetreder. In de software-industrie zie je dat bij zoekmachines en bijvoorbeeld bij spreadsheets. Nu werken veel mensen met Excel, maar in de jaren tachtig begon ik met het pakket Symphony, een voorloper van Lotus123. Ook PcCalc en SuperCalc waren toen bekende paketten.
Een andere discussie is de vraag of de markt wel altijd het "beste" systeem kiest. Of zou de overheid de keuze moeten sturen? En daaraan gerelateerd of de geschiedenis geen te zwaar stempel drukt op de innovatie, de zogenaamde padafhankelijkheid. Soms kiest de markt voor iets dat technisch niet de beste oplossing lijkt. En als de keuze dan een keer gemaakt is en iedereen gebruikt het, dan zit je er aan vast, de technologie is een standaard geworden en je verandert niet meer zo makkelijk met zijn allen. Dat heet het lock-in effect, je zit opgesloten in de gemaakte keuze. Dat komt dan vaak weer omdat een technologie netwerk-effecten heeft: ik heb niets aan een telefoon, tenzij er meer mensen een telefoon kopen. Anders is er niemand om mee te bellen; maar dat betekent ook dat ik alleen niet meer zo makkelijk zal kiezen voor een andere mobiele standaard dan GSM.
Zo was er indertijd een hele heisa over de standaard voor video: VHS of Beta. Beta was volgens de technici beter qua beeld, het werd ook al langer in de filmindustrie gebruikt. VHS won in de markt en prompt werd de wijsheid van de markt in twijfel getrokken en het padafhankelijkheidsprobleem breed uitgemeten. Met argumenten voor overheidsingrijpen, want de markt zou hier falen. Maar in werkelijkheid gaven consumenten weinig om de betere beeldkwaliteit van Beta op hun kleine TV. Ze hadden liever VHS dat de capaciteit van de casette gebruikte voor wat mindere beeldkwaliteit maar een langere speelduur zodat je een film of voetbalwedstrijd op kon nemen. Een andere beroemde case is die van ons QWERTY-toetsenbord, waarop ik dit boekje tik. Het later ontwikkelde Dvorak toetsenbord zou efficienter zijn, maar dat is nooit echt goed bewezen en vermoedelijk een fabeltje. Waar nodig werd QWERTY wel aangepast, in Frankrijk is het AZERTY. Padafhankelijkheid komt dan ook minder voor dan velen denken. Kijk ook maar hoe makkelijk we switchen van 78-toerenplaatjes naar LP's, naar muziekcasettes, naar CD's, DVD's en naar iTunes.
zaterdag 13 oktober 2007
accountantsgrapje
Ik ontleen het aan een column uit The Economist van 1.9.2007, waarin nog eens aandacht wordt besteed aan Fair Value Accounting: het huidige systeem van waarderen tegen marktwaarde. Dat zegt meer als het om de waarde en winst van een onderneming gaat dan historische kostprijzen: je wil weten wat je grond, quota en koeien nu waard zijn, niet wat je er ooit eens voor betaald hebt.
de weg naar evenwicht
vrijdag 12 oktober 2007
Nederland later
donderdag 11 oktober 2007
Reclame voor eigen werk
Study report 'Competitiveness of the European Food Industry' (an economic and legal assessment, published in 2007)
Je kunt je er ook aanmelden voor een conferentie over dit onderwerp, half november.
toeslagrechten onder de rechter
woensdag 10 oktober 2007
de dood en belastingen
innovatie zonder overheid en wetenschap
En zaterdag had de NRC een mooi verhaal over het ontstaan van de bedrijfstak van digitale navigatiesoftware, waarbij al of niet via Philips veel van de bedrijven als TomTom, Tele Atlas, Navteq, And en Route66 Nederlands zijn of er banden mee hebben.
Om met dat laatste te beginnen: een aantal van die bedrijven zoals TomTom en And zijn uit het niets ontstaan, zonder overheidsbemoeienis, zonder duidelijke banden met de wetenschap en zonder duidelijke banden met grootbedrijven als Philips. Van andere bedrijven ligt er een link met Nederland omdat het deelnemingen van Philips zijn geweest, maar Philips heeft een zwabberend beleid met deze technologie gevoerd omdat het een onderdeel was van dashboardelectronica dat uit de core business is gegooid.
De NRC vraagt zich met de geinterviewden af waarom of Nederland zo'n belangrijke rol speelt in deze bedrijfstak, gezien die rol van het grootbedrijf en afwezigheid van de overheid en de wetenschap. Speculaties gaan tot de invloed van het cartografisch verleden van de VOC en de Atlas van Blaeu (zal premier Balkenende leuk vinden), maar ook daar is geen duidelijke link mee te leggen, want er deden geen cartografen mee in de innovatie. Ook EUR- en WUR hoogleraar Wim Hulsink tast in deze in het duister.
Toch zou in die hoek (er is een markt) best eens de verklaring kunnen liggen: er was in Nederland snel een markt. Door internationaal transport, veel handelsreizigers maar ook doordat wij in steden wonen waar je de weg niet automatisch vindt. Wie heeft er niet ooit een half uur of langer rondgereden in de nieuwbouw van Houten, Lelystad, Zoetermeer, Almere op zoek naar illustere adressen als de Laan van Avantgarde 46, Mandelahof 12 of Zachtgroen 12/4?
Dat is een stuk ingewikkelder dan de weg van Parijs naar Lyon of de al eeuwenoude routes op het Franse platteland. Je zag voor de komst van de TomTom ook al jaren in Nederland bij de benzinestations vuistdikke boeken met plattegronden en stratenregisters. Daarvan gingen grote ladingen de deur uit en lagen op de achterbank te slingeren. Dat zag je in Frankrijk of Duitsland zelden. Daar is de auto ook meer voor langere afstandtransport, het land te groot voor 1 vuistdik boek, en binnen Parijs gebruik je openbaar vervoer. We hebben dus een geconcentreerde markt met relatief veel verandering door nieuwbouw. Geldt ook voor de suburbs van California, de grootste concurrent in de markt, waar ook technologie en venture capital voor handen was.
Los daarvan vraagt zo'n ontwikkeling om ondernemers met veel meer dan technische kennis omdat er allerlei zaken verbonden moeten worden (electronica hardware en GPS uit de harde betahoek, design en cartografie uit de ontwerpende alfahoek, marketing en communicatie uit de gammahoek), en Nederlanders zijn goed in dat soort processen. Kan een student die hypotheses eens onderbouwen in een scriptie?
En wat natuurlijk echt boeiend is aan deze case dat het geen enkel argument oplevert voor TGV achtige interventies van de (franse) overheid om de innovatie te regelen. Dat doet de markt dus prima. Er zijn op basis van deze case zelfs geen argumenten om veel in toegepast onderzoek te stoppen. Geld voor fundamenteel onderzoek (zoals naar magneetvelden) en een particuliere Nobelprijs zijn misschien al genoeg. Blijft de vraag of deze case een uitzondering is, of representatief voor bijvoorbeeld ook de voedselverwerkende industrie en de landbouw.
NRC: 6.10.2007: Nederland zet de wereld op de kaart. Op de foto een oude innovatie van een 5rijdige schoffelmachine.
dinsdag 9 oktober 2007
Lijstje: agrarische slagzinnen
woensdagavond komt de uitslag. Al bijna 80 jaar bestaat er bij het Genootschap voor Reclame een officieel register. Met opvallend veel agrarische slagzinnen onder de nominaties. Ik kan er twee redenen voor bedenken: veel collectieve reclame (melk, bloemen) en natuurlijk een groot deel van de consumentengulden die aan voeding werd besteed, waarbij reclame nodig was om een produkt onderscheidend te maken. Weinig bekend is dat consumentenmarketing begin jaren zestig in Nederland in Wageningen werd geintroduceerd. Verschillende hoogleraren aan andere universiteiten zijn daar opgeleid.
Uit de 20 nominaties en enkele ten onrechte niet genomineerden adviseren wij van Lijstjes het volgende lijstje:
- Bloemen houden van mensen
- Melk de witte motor
- U moet de groenten van Hak hebben
- Ik wil Bolletje
- Heerlijk Helder Heineken
- Schat staat de Bokma koud
- Duyvis als er een fuif is
- Nog zo gezegd, geen bommetje (Melkunie)
- Op de markt is uw gulden een daalder waard
- Kopen bij de Spar is sparen bij de koop
Met als stemverklaring: het algemene boven het merk en aan het eind ook aandacht voor de retail.
Lijstje: oude familiebedrijven
- Touwfabriek G. van der Lee uit Oudewater (1545)
- Tichelaars Koninklijke Makkumer Aardewerk- en Tegelfabriek uit Makkum (1594)
- Koninklijke Klokkengieterij Petit & Fritsen uit Aarle-Rixtel (1660)
- Van Eeghen Groep uit Amsterdam (1662)
- Bavaria uit Lieshout (1680)
- Nolet Jeneverstokerij-Distilleerderij uit Schiedam (1691)
- Koninklijke De Kuyper uit Schiedam (1695)
- C. de Koning Tilly uit Haarlem (1696)
- Vergeest Metaalbewerking uit Druten (1700)
- Koninklijke Joh. Enschedé uit Haarlem (1703)
maandag 8 oktober 2007
aantrekkelijk landschap
Wellicht kan het MNP volgend jaar een kaartje maken van Nederlandse landschappen die in Europa hun weerga niet kennen.
zondag 7 oktober 2007
lijstje: bestel je biefstuk
Na een bezoek aan het eind van de zaterdagmiddag aan de Dolle Dwaze Dagen van de Bijenkorf (dat was goed te doen en mijn Wageningse collega prof. Hans van Trijp had helemaal gelijk toen hij er donderdag in de NRC op wees dat de hebzucht knap wordt uitgebuit in deze formule) at ik biefstuk op de Wilhelminapier, die steeds mooier wordt.
Kortom, reden genoeg voor een lijstje met biefstukterminologie in 3 talen. Je bestelt je biefstuk:
- very rare / blue / 'englisch', al naar gelang je internationaal in het engels, of in het frans of duits besteld.
- rare / saignant / blutig
- medium / a point / halb durch
- well done / bien quit / durchgebraten
Ik ontleen het lijstje aan het fraaie trivia-boekje van Ben Schott: Schott's Food & Drink Miscellany, 2003. En als de onderwerpen in deze blog je geen worst zijn (vandaar de in Italie genomen foto), even stemmen hier links.
zaterdag 6 oktober 2007
uitzicht uit zicht
Welnu dat is alleen nog in een gebiedje tussen Alphen aan de Rijn en Vinkeveen, en in de Krimpener- en Alblasserwaard (en een paar duingebieden).
Het MNP is een fusie met het Ruimtelijk Planbureau (RPB) aangezegd. Dit kaartje geeft in ieder geval aan dat er een probleem is waar samen aan gewerkt kan worden. Een paar extra nationale parken is, wat mij persoonlijk betreft, niet ver weg: Central Park en Rhine Bike Park, om maar eens wat namen voor te stellen - goed voor het aantrekken van internationale topmensen. Maar wellicht jammer voor de veehouders, want die zouden hun grondprijs duidelijk zien dalen.
MNP: Natuurbalans 2007; Op de foto het open landschap van de Hongaarse poesta
vrijdag 5 oktober 2007
de winst van wandelen
Je kunt daarmee dus de waarde van een wandelpad uitrekenen (als je weet hoeveel mensen er gebruik van [gaan] maken), nog los van het feit dat mensen bereid zijn kosten te maken om te wandelen, net als ze bereid zijn kosten voor een bezoek aan de Efteling te maken. Een voorbeeld in de Hoekse Waard was niet rendabel, een ander in Land van Wijken en Wouden wel.
Blijft nog het probleem dat de winst van het wandelen in de zorgsector (en bij werkgevers die minder zieke werknemers hebben) terecht komt, en niet door de wandelaar als een besparing op zijn zorgpremie aan de boer wordt betaald. Daar zijn nieuwe arrangementen voor nodig.
Al met al een voorbeeld van leuke economie.
De foto was de winst van een wandeling in Oregon
donderdag 4 oktober 2007
dierendag en de mol
En verder: hier links kun je nu ook stemmen, dus voortaan van tijd tot tijd een stelling. Eerst eentje voor de feedback.
woensdag 3 oktober 2007
Nieuwe economie: is er voer voor de bio energie
dinsdag 2 oktober 2007
Nieuwe economie
Centraal vertrekpunt is dat de graanprijzen in nominale termen zo ongeveer beland zijn op het niveau van rond 1990, voor de Europese markthervormingen, door een onbegrepen combinatie van lage oogsten, vraag uit China en India en het verwerken van een deel van de granen (en suiker) tot biobrandstoffen. Aannemend dat de granen een spilfunctie hebben (waar je op zich een discussie over kunt starten) en daarmee karakteristiek zijn voor veel agrarische producten, en dat deze situatie structureel is, zijn er een aantal interessante punten voor verdere discussie (en onderzoek):
- er is een dalend animo om tegen de oude prijzen volgend jaar producten als graszaad, conserven en vollegrondsgroenten te telen (of aardappelen te contracteren). Die prijzen moeten dus omhoog. Opvallend is dat het ineens weer niet meer over ketenbeheer en kwaliteit gaat in de discussie en onderhandelingen, maar over prijzen, prijzen en prijzen. Is dat slim?
- de agrarische markten lijken nu afhankelijk van de energieprijs geworden. Als de olieprijs boven de 40, 60, 80 dollar 'clickt', gaat er weer een deel extra naar de energieproductie en vallen concurrenten in agrarische markten weg. Maar omgekeerd werkt het ook zo. Als de rust in het Midden-Oosten terug zou mogen keren, dan wordt agrarische productie bijgeschakeld.
- grondprijzen stijgen in sommige gebieden fors (in Flevoland wordt over 60.000 euro per ha gesproken, hoorde ik uit meerdere bronnen) en een deel van het rendement van investeerders komt dus uit een (speculatieve?) onroerendgoed-boom.
- we kennen in de landbouw vooral gezinsbedrijven. Een verklaring daarvoor is dat die concurrerend zijn tegenover beursvennootschappen omdat het rendement op vermogen zo laag is. Als het vermogen nu beter gaat renderen door profijtelijker exploitatie en de stijging van grondprijzen, betekent dit dan dat beursvennootschappen mogelijk worden in de agrarische sector?? Betekent dit dan een snelle structuurverandering en een gevaar voor het gezinsbedrijf?
- door de koppeling aan energieprijzen krijgen sommige beursgenoteerde bedrijven het koersverloop en risicoprofiel als dat van energiefondsen. De ABNAmro maakt momenteel reclame met het beleggen in hun agrifund, wat zou dat nog toevoegen aan een portefeuille met energie-aandelen?
- Door de hogere voerprijzen gaan de kosten in de (intensieve) veehouderij omhoog, en op termijn dus ook de vleesprijs. Hoe groot is dat effect en komt het in de buurt van de door Milieudefensie voorgestelde heffing of "fout vlees" van 85 cent? Dit is een wereldwijd effect en draagt dus bij aan verduurzaming van de samenleving (omdat de consumptie afneemt en de concurrentiepositie van graasvee (zoals schapen en rundvee) op extensief grasland verbetert).
- als er weer geld met granen en gewone landbouw kan worden verdiend, daalt dan de interesse om om te schakelen naar biologische landbouw en naar het aanbieden van plattelandsactiviteiten / multifunctionele landbouw? Met als gevolg dat ook daar de prijzen (van bv. zorglandbouw of vergoedingen voor wandelpaden) omhoog kunnen (en moeten), maar wellicht ook dat die markten relatief klein blijven en er geen volume kan worden gemaakt (voor grotere markten zoals het supermarktkanaal).
- en verder?
Op naar een onderzoeksagenda: tips en reacties welkom.
maandag 1 oktober 2007
nieuwe economie: waar is de recessie
In zijn overzicht van de wereldeconomie kwam The Economist 22 september met het inzicht dat in de gewone economie er juist al jaren geeen sprake meer is van recessies, vooral omdat er nauwelijks meer voorraden zijn: de just in time productiesystemen en allerlei ketenmanagement systemen (die er door ICT kwamen) maken dat er lage voorraden worden aangehouden en er weinig meer op voorraad wordt geproduceerd. Als vroeger de vraag iets afnam, ging men ook interen op voorraden en was het effect op de economie dus groter. De toegenomen stabiliteit van de economische groei zou voor de helft verklaard worden uit betere ketenbesturing.
In de agrarische markten werkt dat nog niet zo. Ketenbesturing is er nog minder doorgevoerd, en als de oogst voorbij is, is de oogst voorbij. Je kunt er vaak niet op bestelling produceren. Hier betekenen lage voorraden dus geen structureel meer evenwichtige groei, maar juist een basis voor bewegende prijzen. Prijsrisico's nemen toe. Toch nog iets waarin de agrarische sector zich onderscheid van de rest van de economie.
Dat de mais iemand van bijna twee meter boven het hoofd kan groeien, bewijst deze foto uit augustus. Hier en daar zijn er dus ook goede oogsten. Ben benieuwd hoe de markten er in 2008 bijliggen.