donderdag 29 december 2016

Ik weet nog hoe het was

Het Dorp van Wim Sonneveld gebruiken we hier elk jaar om de behoefte aan nostalgie naar het agrarisch verleden te meten. Hier de update voor 2016: het nummer zakte 10 plaatsen naar de 55ste notering. We worden weer realistischer over het platteland, het verlangen naar weleer neemt af. Zou het echt?


woensdag 28 december 2016

suiker

2016 was het jaar waarin de discussie rond suiker vaart kreeg. Wie munitie zoekt moet The Case against Sugar van Gary Taubes lezen, zo begrijp ik uit een recensie in The Economist van 17 December. De WHO beveelt 25 gram per dag aan. in Nederland ligt dat op meer dan 5 keer dat niveau. Alleen Chili scoort nog slechter. Ook de Hongaren en de Belgen houden van zoet.
De auteur meent te kunnen bewijzen dat suiker verslavend werkt, het is de nieuwe tabak. Suiker en niet vet is het probleem zo begrijp ik. Eskimo's en Maasai gebruiken veel vet maar warden pas obees toen ze ook suiker leerden gebruiken. De Chinezen leerden pas echt kennis maken met diabetis in het begin van de vorige eeuw toen suiker volop beschikbaar kwam via de voedingsindustrie.
Al in de jaren 60 werd de suiker versus vet discussie gevoerd. De Brit John Yudkin koppelde diabetis, hartziekten en obesitas aan suiker maar verloor het pleit van de bekende Ancel Keys, de Amerikaan van het multi-country menu onderzoek die vet aanwees als het probleem. Yudkin wees er op dat Keys jaren gesponsored werd door de suikerindustrie, maar dat hielp hem niet aan de overwinning in dit debat.

dinsdag 27 december 2016

Misvattingen in management

Bedrijfskundigen (en meer algemene economische studies, zo zou ik zeggen) schrijven te gemakkelijk een aantal platitudes op die helemaal niet waar zijn, zo constateerde The Economist in zijn Schumpeter rubriek van 17 December.
De eerste is het basis idee dat het bedrijfsleven meer concurrerend (competitive) is dan ooit. Onzin: er is juist veel concentratie in tal van sectoren.
Tweede idee is dat we leven in een tijd van ondernemerschap. Het grootbedrijf zou uit zijn. Niet waar, er zijn maar weinig start-ups en kleine bedrijven die de (fiscale) hordes van groter worden en zelfstandig blijven overwinnen. De derde is dat het allemaal sneller gaat dan ooit. Ook twijfelachtig, de lagere transactiekosten van internet maken het ook mogelijk om eindeloos iedereen te consulteren. Na de lopende band van Henri Ford had binnen twintig jaar de helft van de Amerikaanse gezinnen een auto. Dat ging dus ook al lekker snel.
En het vierde idee is dat van globalisering. Zoals bekend ook niets nieuws, dat was rond 1900 sterker dan nu. Voorzichtig dus met deze open deuren in wetenschappelijke teksten.

vrijdag 23 december 2016

donderdag 22 december 2016

vakmanschap, ondernemerschap en Flevoland

Gisteren blogde ik over vakmanschap dat door ICT vervangen moet worden omdat het schaars wordt. Ik had het stuk er nog niet (een dag ervoor) opgezet of ik werd er gistermiddag al weer mee geconfronteerd. Ik mocht in het Atelier voor de Omgevingsvisie Flevoland in gesprek met de gedeputeerde en landbouw-belanghebbenden. En ook daar waren een paar vooraanstaande boeren die stelden dat de praktijkkennis een probleem aan het worden is in het managen van de (grotere) bedrijven. Verwaarloosd in het onderwijs, Aan boeren geen gebrek, maar een vakman die de data uit de ict van context voorziet en de goede beslissingen neemt, wordt schaars.
We bespraken de Next Farming scenario's en ICT voerde de boventoon in de discussie. De polder ziet zich als een gebied voor ondernemende, innovatieve top-boeren met vele oplossingsrichtingen (bio, gangbaar, tal van gewassen in de NW Europese moestuin) die dat via data ook in recepten vastleggen die de industrie kan uitleveren met pootgoed en ventilatoren aan het buitenland. Het beeld van de nieuwe parkeergarages die we in Nederland ontwikkelen met de cashflow van de oude concepten die we aan Brazilië verkopen. De provincie zou dat eco-systeem moeten ondersteunen. Dat lijkt me wel haalbaar, net als een verbinding met gezondheid en de personal nutrition van gezonde voeding, hoewel die combinatie tussen farming en pharma minder aan de orde kwam.
Resteerde de vraag of dit genoeg verbinding oplevert met de stedeling, die vanuit Almere steeds dominanter wordt in het gebied nu de NW Randstad zo groeit en snelwegen, vliegveld en spoorlijn het gebied bij de Randstad trekken. Niet iedereen spreekt het mooie verkavelde en ook lege landschap met een zeker industrieel karakter erg aan. En wat moet je met de vrijkomende erven: opruimen ten faveure van een nieuw erf met een groter bouwblok? Ofwel hoe zorg je dat de burger die het onderhoud aan de binnenwegen en de rest van de omgeving betaalt, dat blijft doen, trots is op de sector en zijn rol in de wereld en er geen Los Angelos van maakt maar de Deltametropool in stand houdt? Of zoals Wim Derksen in de Lely-lezing confronterend stelde: je kunt niet eeuwig op de traditie van de inpoldering en de selectie van top-boeren rekenen, het Haarlemmermeerscenario is ook realistisch. Kortom: zinvolle exercitie, die omgevingsvisie. Mooie website ook.

woensdag 21 december 2016

Pensioen en bedrijfskunde zorgen voor ICT

Nog een mooi stukje uit de Akkerbouw Plus van Boerderij (zie de vorige blog) dat het noteren waard is. Smart Farmer Jacob van den Borne wordt uitgedaagd te reageren op de opvatting van oudere boeren dat ze zonder precisielandbouw hogere opbrengsten realiseren van Van de Borne met al zijn precisielandbouwtechnieken.
Uit zijn repliek: "Daar hebben ze nog gelijk in ook. De zwakte van mijn generatie is de weggeebte kennis van plantenteelt en bodem. De bemestingsnormen lagen hoog en de dan was de opbrengst altijd wel voldoende. [..]. Het onderwijs is daar ook debet aan. Veertig jaar geleden kregen studenten les in bemestingsleer, vaktechniek en gewasgroeimodellen. Over hoe de teelt in de vingers te krijgen. Mijn generatie kreeg op de landbouwschool les in bedrijfsvoering en management. Wij leerden netwerken, en kennis vergaren bij specialisten, Maar die echte vakspecialisten zijn inmiddels bijna allemaal met pensioen".
Kortom: smart farming vanwege een overkill bedrijfskunde en de pensionering van de expert.

maandag 19 december 2016

Contract farming

Boerderij stuurde me onlangs hun uitgave Akkerbouw Plus van december, voor topondernemers in de akkerbouw. Ik wil niet beweren dat ik in de doelgroep val, maar er staan een aantal interessante verhalen in deze uitgave die aan precisie-akkerbouw is gewijd.
Zoals de bedrijfsrapportage van Flawborough Farms, in het gelijknamige Engelse plaatsje bij Nottingham, dat eigendom is van Tom Hawthorne (32 jaar). Hij beboert 2100 ha via wat we in een Amerikaanse werkgroep een 'complex holding' noemen: het eigen bedrijf is 300 ha (eigendom) en daarnaast doet het aan contract farming. Dat betekent dat andere (veelal oudere) boeren alle werkzaamheden en het management laten doen door Flawborough Farms. Ze blijven formeel eigenaar van hun bedrijf en hoeven niet af te rekenen met de fiscus (en declareren nog de EU premies, zo neem ik aan). Op papier zijn ze dus boer, zo noteert Boerderij Plus. Ze krijgen 250 pond per ha plus de helft van de winst. Er worden overigens alleen granen geteeld op de zware rivierklei. Op deze wijze worden 8 boerderijen gehuurd, en over 5 jaar wil men zo 4000 ha beboeren.
Tweede interessante betreft de precisielandbouw. Ze doen alles zoveel mogelijk met min of meer vaste rijpaden op 12 meter werkbreedte. En zetten een drone in voor veldwaarnemingen. Je wordt er nog geen miljonair van. Harper University schat de extra opbrengst op 9% maar Hawthorne denkt dat hij dat niet haalt. Wel is het dieselgebruik 15% gedaald. Investeringskosten 100.000 pond, waarbij er pas naar de 12 meter gesprongen wordt als er toch geinvesteerd wordt. Plaatsspecifieke N-gift met de Yara sensor werkt, de tarwe legert minder snel en dat verdiende hij in een jaar terug. Maar voor P en K zijn de bodemkaarten niet goed genoeg door onduidelijke bodemmonsteruitslagen. En bij yield mapping in combines wordt geklaagd over onnauwkeurige sensors die in de ochtend anders meten dan in de avond.

zondag 18 december 2016

GLVB

Deze week presenteerde ik voor NZO ons paper over de noodzaak voor een EU Landbouw- en Voedselbeleid. Of dat ook met Nederlandse sheets kon. Dus die staan nu naast de al gedeelde Engelse op SlideShare.

zaterdag 17 december 2016

Voorlinden

Het is de tijd van de afscheidsrecepties en kerstborrels. Je kunt het er maar druk mee hebben. Zo waren we gisteren met de Provinciale Adviescommissie voor de Leefomgeving van Zuid-Holland een wijle in Voorlinden, het nieuwe museum voor moderne kunst in Wassenaar.
Een geweldig mooi gebouw op een fraaie plek. Het deed me aan het gebouw van Mies van der Rohe in Barcelona denken. Open, wit, ruim. En wat een geweldige collective modern kunst. Komende dagen een paar foto's ,zoals deze van een stoel met eieren. Het gebouw bevat ook een fraaie bibliotheek.
En in de zomer moeten we nog eens terug voor de tuin van Piet Oudolf. Gaat dat zien.

dinsdag 13 december 2016

Next Farming

Er komen omgevingsvisies, die in zekere zin de oude structuurschema's in de ruimtelijke ordening vervangen en meer ruimte geven aan provincies en gemeenten om flexibeler om te gaan met ruimtelijke planning en de eisen in wat vroeger de bestemmingsplannen waren. Die visies verdienen dus een doordachte aanpak van de gezamenlijke stakeholders. Op nationaal niveau liet de Vereniging Deltametropool daarom een aantal essays schrijven over de wereld van 2050. Silke de Wilde en ik werden deze zomer gevraagd dat voor de landbouw te doen. Dat leidde tot het essay Next Farming. Maandag bespraken we het bij WijMakenNederland ten kantore van Wing in Wageningen en nu heeft Foodlog het online gezet. Zie alhier en discussieer mee.

zaterdag 10 december 2016

Forrester

Terwijl de TV de dramatische gevolgen van een bezwijkende dijkring 14 in beeld brengt, lees ik in de NRC van vandaag de necrologie van Jay Forrester. Een boerenzoon uit Nebraska die 98 werd en twee keer beroemd. Eerst door bij MIT het core-geheugen van de computer uit te vinden waardoor de vacuumbuizen vervangen werden door de metalen ringetjes met 0/1 stand. Die verkleinden de computer enorm en werden pas veel later vervangen door de geintegreerde circuits.
Rijk werd hij er niet van. Hij legde later uit dat ze er 7 jaar over hadden gedaan om mensen te overtuigen van het nut van het metalen kerngeheugen en daarna 7 jaar om de mensen te overtuigen dat die het niet zelf hadden uitgevonden (de strijd om patenten).
Forrester zegde na zijn uitvinding de computerkunde vaarwel. Daar was alles nu wel even uitgevonden vond hij. Hij wierp zich op de systeemdynamica en werd de F. van Forrester en Meadows, van het 1e rapport van de Club van Rome.
Hij vond zijn waaghalserij om zo maar te switchen verklaarbaar vanuit zijn achtergrond van opgegroeid zijn op een boerderij. Dat verband ontgaat me eerlijk gezegd. Daar zijn ze meer van volhouden dan om de haverklap switchen, zo zou ik denken.

donderdag 8 december 2016

Vicon

Een maandje geleden hield ik een inleiding bij Kverneland in Nieuw-Vennip, bij velen beter bekend als Vicon, het merk landbouwmachines dat men daar produceert. Als cadeautje kreeg ik het boek Vicon - 100 jaar landbouwmechanisatie mee. Dat dateert al uit 2010, toen Vicon 100 jaar bestond maar het is een geschenkje waar ik blij mee ben. Ik heb er met genoegen afgelopen weken in zitten lezen.
Vicon is zo'n merk voor boeren dat een soort gevoel oproept zoals Droste of Douwe Egberts: een Hollands huismerk. Vicon staat voor VIssers COnstructie Nieuw-vennip) en vindt zijn oorsprong in de net ingepolderde Haarlemmermeer waar mechanisatie het goed deed en waar in 1913 de eerste tractor op Nederlandse bodem reed.
Twee dingen vielen me op in het boekje.
Allereerst het feit dat veel vindingen die Vicon vermarkte praktijkvindingen waren. Er bestond (bestaat?) een interessante symbiose tussen boeren-uitvinders en de beroepsmatige constructeurs. De succesvolle harkkkeerder kwam in 1948 van veehouderszoon C. van der Lely. Hij hield het octrooi en zou een grote concurrent worden. Dirk Mansholt (de broer van) leverde het ontwerp van een bietenrooier, maar die haalde het toch niet. Wel het ontwerp van Cornelis Steketee. De graspers kwam van bierbostelhandelaar Bonda. Wie hier (in het kader van huidige discussies over de noodzaak van boeren en agrarische productie om je fabriek heen) uit afleidt dat de symbiose lokaal moet zijn: dat valt misschien wel mee. De beroemde kunstmestpendelstrooier kwam van een Italiaanse kunstmesthandelaar, aldaar op een beurs gespot. En de spitmachine kwam uit een nog orginelere bron: Prof. Horowitz, de uitvinder van de Philishave. Pas in deze eeuw wordt melding gemaakt van ontwikkelingen vanuit Wageningen, het gaat dan om de voerautomaat en de eerste melkrobot, die onder de naam Prolion wordt verzelfstandigd.
Tweede opvallende zaak is de fusiegolf die pas de laatste decennia aan de orde is. In pakweg de eerste 70 jaar wordt er samengewerkt, waaronder ook het leveren onder merken als Deutz en Massey-Ferguson of een Canadese cooperatie. Incidenteel koopt men eens een bedrijf, zo is Vicon een tijdje eigenaar van Miedema. Maar in de laatste decennia zet de groepsvorming door. Geholpen door het boom-and-bust karakter van de sector (die er ook aan bijdraagt dat tractorfabrikanten dan weer hun shorliners zoals de werktuigen heten, buiten de deur zetten). Zo komt Vicon in handen van een investeringsmaatschappij en daarna in Thyssen-Bornemisza die zijn divisie Greenland noemt.  Met ook PZ (Zweegers) als dochter. Dat moedermerk Greenland is geen success, zodat het gewoon Vicon wordt. Thyssen-B. doet na verloop van tijd de zaak over aan Kverneland. Dat weer is opgekocht door Kubota, maar toen was het 100 jarig bestaan al gevierd.
Mocht je het nog te pakken kunnen krijgen: leuk boek voor de (economische) historici. Dank.

dinsdag 6 december 2016

biotechnologie heeft last van foute vragen

Een van de gevaren van enquêtes is dat de manier van de vraagstelling het antwoord beïnvloedt. Dat kan dramatische vormen aannemen, als je een artikel van Sebastian Hess et al. in de nieuwste uitgave van de European Review bekijkt. Zij deden een meta-analyse van 214 studies naar gebruik van biotechnologie in voedsel. ("Biotechnological modification of food products"). Ze analyseerden 1713 vragen uit die enquetes en keken of ze een positieve of negatieve connotatie opriepen. Vervolgens bleek dat consumenten op de vragen met een positieve intonatie over biotechnologie significant positiever antwoorden dan op negatieve.
Dat is tot daar aan toe, maar ze kwamen ook tot het inzicht dat in enquêtes in Europa veel vaker gingen over mogelijke risico's van de technologie en daarmee negatiever aankijken tegen de technologie. Als je daarvoor zou controleren, zo betogen de auteurs, dan zijn Europeanen helemaal niet negatiever over biotechnologische modificatie dan niet-Europeanen. Dat is nog al wat, ik heb het een paar keer gelezen, maar het staat er echt. De auteurs speculeren dat het feit dat de risico-mjdende overheid vaak opdrachtgever is, als ook een self-fulfilling prophesy nu de stemming een keer negatief is en onderzoekers daaraan mee doen, de oorzaken zijn van het feit dat enquêtes met een bias worden opgezet.
S.Hess et al. Consumers'evaluation of biotechnically modified food products. in: ERAE vol 43 #5, december 2016

zondag 4 december 2016

Spruitentelers en -tellers

Zo hier en daar worden er vraagtekens gezet bij de kwaliteit van onze landbouwstatistieken. Niet alleen in Nederland, ik zit in een commissie van de American Academy of Science die er naar kijkt. Een van de zorgpunten is dat complexe bedrijven er helemaal niet goed inzitten en we de werkelijke structuur van de landbouw onderschatten.
Ik moest er aan denken toen ik in het blad van de Rabobank Gouwestreek een mooie bedrijfsrapportage las over Jan en Roland Herbert. Oorspronkelijk uit Waddinxveen, nu in Zeewolde. Zij zijn een van de grootste spruitentelers van het land. Ze beboeren 359 ha, waarvan 296 ha spruiten. Maar dan doen ze niet alleen op eigen land. De gewassen worden geteeld op land van derden in een cirkel van 40 kilometer rond hun eigen bedrijf. Een uur rijden met een tractor dus. Ze telen met BV ERF ook 80 ha bio-spruiten. Het hangt nogal van de vormgeving van die contracten af hoe dit in de landbouwtelling verschijnt, zo vermoed ik.
Ook boeiend in het artikel is dat die landruil goed lijkt te zijn voor de kwaliteit; een ha spruiten laat 70 a 80 ton restmateriaal (bladeren, stronken) achter, Dat zou een humuswaarde van 300 a 400 euro per ha vertegenwoordigen. Naast de veel gezochte nostalgie naar het touwtje-in-de-brievenbus nog een reden om spruitjes te serveren.

zaterdag 3 december 2016

wetenschapskritiek

The Economist van vorige week bevatte twee artikelen die de wetenschap een spiegel voorhouden. In de eerste rapporteerde het blad over een analyse van 34 miljoen abstracts uit Scopus, een database van RLEX (v/h Elsevier). Alle trucs die onderzoekers hanteren als antwoord op de prikkel Publish or Perish komen langs. Waaronder het opsplitsen van studies in 'minimum publishable units". Maar ook het ruilen van auteurschappen (het over en weer minimaal meeschrijven met elkaars paper en zo je productiviteit verdubbelen), het toevoegen van auteurs die alleen als afdelingshoofd of directeur een bijdrage hebben geleverd, en het toelaten van tal van lieden tot het auteurschap die vroeger in een voetnoot bedankt zouden zijn. Het artikel (26.11.2016) draagt dan ook de mooie titel "all together now".
Specifiek voor economen is er dan nog een veeg uit de pan over kuddegedrag. Niet de analyse ervan, maar het meedoen. In dit geval in de keuze van methodes. Een analyse van NBER working paper abstracts laat zien dat na laboratory experiments (na 1985) en de dynamic stochastic general equilibrium methoden als ook de differences-in-differences techniek (zijn er verschillen in trends tussen groepen?) is sinds 2000 de regression discontinuity en de randomized control trial in de mode. Met bij veel methodes een risico van gebrek aan theorie en het vooral onderzoeken van problemen die met de methodiek te lijf gegaan kunnen worden (en niet de maatschappelijke issues). Zo moet de random control trial het ontgelden met een citaat van Agnus Deaton (Nobelprijs winnaar) en Nancy Cartwritght. Ze vresen fair story telling in plaats van theorie, en het verwaarlozen van factoren die in een RTC moeilijk mee te nemen zijn zoals instituties, sociale normen en monetair beleid.
De nieuwste rage is machine learning / big data. Daar valt ook veel op aan te merken. Cathy O'Neil schreef al het boek Weapons of Math Destruction.

donderdag 1 december 2016

Onder de regenboog

Het is aantrekkelijk om aan de oostkust van Amerika de Nederlandse tijd aan te houden, als je er maar een paar dagen bent. Sta je locale tijd om 03.00 uur op en kun je mee doen met de Nederlandse kantoortijden tot daar de dag begint en je daar aan het werk gaat. Gaat goed zolang je 's avonds geen late diners hebt. En zo hielden we nog een paar uur over om  vanuit Vineland Ontario even naar de waterval te rijden. Alwaar ik bijgaande foto maakte.