weblog over de toekomst van de Nederlandse landbouw en het platteland. Gemotiveerd vanuit het werk als econoom, de nevenfuncties als bestuurder en de woonomgeving van de moderator, maar als persoonlijke stellingname geheel buiten de verantwoordelijkheid van mijn werkgevers - zoals het hoort bij een weblog.
donderdag 31 mei 2007
bio biedt kansen
Dergelijke omschakelingen zijn forse strategische beslissingen voor boeren, en die worden in mijn ogen vaak gedreven door "een man, een plan en een crisis". In de jaren negentig schakelden veel akkerbouwers over omdat het in de gangbare sector slecht ging (de crisis), en de overheid subsidie gaf om de omschakelingsperiode (met minder productie maar nog geen hogere bio-prijzen) te overbruggen. Na de sanering in afgelopen jaren is ook die subsidie verdwenen, waarmee de overschakeling een forse investering is geworden. In de gangbare akkerbouw is het geloof in de toekomst ook weer terug en veel ondernemers hebben in het afgelopen jaar al strategische keuzes gemaakt. Wat mij tot de conclusie brengt dat het met het aantal nieuwe toetreders wel eens niet zo'n vaart zou kunnen lopen. Enkele van mijn gesprekspartners wezen er op dat er altijd weer mensen (veelal 40ers) zijn die voor een keuze staan, en hielden een toeloop toch wel voor mogelijk. Die goed is voor de ontwikkeling van de sector en de organisaties, maar kan ook prijzen wel wat drukken.
Dat de grens tussen biologisch en 'plattelandsontwikkeling' niet zo groot is werd me ook duidelijk. Ik sprak een ondernemer die is omgeschakeld van bio naar recreatie. Daarmee de stelling van Dirk Strijker in mijn blog van woensdag illustrerend dat burgers (want dat zijn ex-boeren) meer aan plattelandsontwikkeling doen dan boeren. Daar is niets mis mee, dus zoek je nog iets sportiefs voor een familiefeest of bedrijfsuitje, ook in je achtertuin, kijk op JumpOutdoor.
Iets dergelijks zag ik in Driebergen bij de Kraaybeekerhof (en niet Kraayenbeekerhof, zoals veel mensen op het internet schrijven). Ik kende het van naam als opleidingslocatie voor de biologische landbouw. Het is een landgoed midden in Driebergen, vlak bij de A12, dat op het landgoed ook een lekker restaurant en vergaderzalen exploiteert. En ook restaurants in vergelijkbare locaties runt, zo las ik op hun website. Als ik zo het bedrijf en de website zie, zou me niet verbazen dat de recreatie en horeca meer in het laadje brengt dan de bio-producten. De natuur en bio dragen hierbij aan een veelzijdige formule die vooral een oase van rust biedt in een druk Driebergen en verre omgeving. Overigens vergaderden wij er met een aantal Wageningen UR managers over ons vak: managen en wat daar in onze organisatie aan mankeert. Wat uitmondde in een cursusje onderhandelen. Waarover een andere keer meer.
En dan herkende ik op deze locaties nog wat over onroerend goed beheer. Ik hoorde dat rond Lelystad is vastgesteld dat het gebied met biologische produktie aan de noordkant, tussen stad en spoorwegemplacement biologische landbouw blijft en geen stedelijke uitbreiding wordt. En dat er begrijpelijkerwijs ondernemers zijn die dat prima vinden, maar dat er ook veel zouden zijn die best uitgekocht hadden willen worden. Om op dergelijke locaties bij Lelystad of midden in Driebergen zeer duurzaam landbouw te handhaven, zijn de juiste instrumenten nog niet gevonden. Vroeg of laat kan en zal een ondernemer altijd bezwijken voor de verlokking van de verkoop. Gelijk heeft hij, want dat draagt vaak substantieel bij aan zijn rendement. Maar misschien moeten we ook niet willen dat bestemmingen duurzaam bevroren worden. De wereld verandert nu eenmaal, dat maakt het zo boeiend.
dinsdag 29 mei 2007
platte(lands) waarheden
Het hele artikel is lezenswaardig en bevat mooie, zeer juiste uitspraken. Belangrijkste boodschap is dat het in grote delen van het Nederlandse plattteland prima gaat. Verbreding stelt weinig voor, zeker economisch, en het grootste gedeelte daarvan gebeurt door burgers, niet door boeren.
Nieuwe economische dragers zijn er al lang: wonen en pendelen. Plattelandsproblemen worden verzonnen door beleidsmakers om mee te eten uit de omvangrijke ruif van Brussel die er is voor gebieden in de EU waar het platteland wel problemen als leegloop heeft. De Nederlandse overheid zou zich beter bezig kunnen houden met het probleem dat we wel hebben: het platteland stroomt vol.
Aldus prof. Dirk Strijker die het niet verbazingwekkend vindt dat zijn visie op weerstand stuit bij de overheid. Gelijk hebben is een ding, gelijk krijgen is een tweede.
.
Op de eigen foto de remise van Nieuwe Schans die overigens nog wel wat plattelandsontwikkeling kan gebruiken omdat de bronsgieterij het loodje heeft gelegd.
Uitgelezen: Nieuwsbrief Ondernemen in innovatie nr. 17, LNV, mei 2007
maandag 28 mei 2007
Lijstje: boeren en oude meesters
- 1. De aardappeleters van Van Gogh - uit de tijd dat armoede en aardappelen dicht bij elkaar lagen
- 2. American Gothic van Grant Wood - het hiernaast afgebeelde schilderij staat voor de Mid West. Wood kwam uit Iowa, deed een kunstopleiding, zat in het leger als camouflage-schilder, had weinig met abstracte kunst en werd in 1930 op slag beroemd met dit intrigerende schilderij. De boer met hooivork ziet er soms wat afstandelijk vervaarlijk uit, maar het was dan ook Woods tandarts die model stond. De vrouw is de zus van de schilder En de titel slaat om het gothische raampje in het huis, niet op het zwarte pak.
- Een boerenbruiloft van Breugel.
- De jonge stier van Potter. Dat 'jonge' wordt veelal vergeten. Wat ook vergeten wordt is dat alleen in de 17e eeuw in Nederland er opdrachtgevers waren die schilderijen over vee lieten maken. Zou het een profijtelijke business zijn geweest, dat vee? Ik denk trouwens al jaren dat die boer Teun heet.
- Het melkmeisje van Vermeer. Eigenlijk op de rand, maar veel boeren rond de steden venten vroeger hun melk zelf in de stad uit. Dus wie weet.
En dus hors categorie: de Campbell Soup schilderijen van Andy Warhol. En welk meesterwerk zijn we vergeten?
zondag 27 mei 2007
Bokito: aap zoekt vrouw
Alle apen-experts zijn uitgebreid aan het woord geweest en gisteren constateerde Stine Jensen in de NRC hoe binnen een week daardoor het perspectief volledig is gewijzigd. Was er direct na het incident aandacht voor de beveiliging en wees de Partij voor de Dieren erop dat dierentuinen niet meer van deze tijd zijn (daar zit wat in: we hebben nu TV en gaan zelf op safari), inmiddels is gebleken dat het slachtoffer "haar lieveling" door haar gedrag en zeer frequent bezoek had uitgedaagd om de harem van de macho ingesleurd te worden.
Stine Jensen wijst erop dat het vooral vrouwen zijn die diervriendelijk gedrag vertonen, en komt met allerlei verklaringen. Ze vindt het geen toeval dat de kamerfractie van de Partij voor de Dieren uit vrouwen bestaat. Het ontbreekt er nog maar aan dat ze Maarten 'Maartje' 't Hart erbij sleept, maar die is inmiddels dan ook gebrouilleerd met de gelovige leiding van de partij.
In de aap gelogeerd
De sympathie van het publiek is inmiddels geheel bij Bokito, met fanclubs alsof het Robbie Williams of Johan Cruijf betrof. En natuurlijk de nodige merchandising. Over de dierwelzijnsaspecten van dierentuinen horen we niet meer. Veehouders die dat een verheugende ontwikkeling konden toch wel eens in de aap gelogeerd zijn. Want Bokito wordt bejubeld om zijn natuurlijk gedrag (dat zien we dus graag bij dieren), mensen projecteren weer volop menselijk gedrag op dieren en de apen-experts laten niet na er op te wijzen hoeveel overeenkomsten er zijn tussen menselijk en dierlijk gedrag. Allemaal zaken die uiteindelijk de dierwelzijnseisen zullen helpen opschroeven.
Kijk daarvoor ook even verder dan Blijdorp. In hetzelfde Rotterdam zijn in Boymans van Beuningen de nominaties voor een prestigeuze design award te zien. Waaronder een wandkast met stro en legstok voor de keuken die precies de ruimte biedt voor 3 scharrelkippen in de minimum afmetingen die de wet daarvoor voorschrijft. Onderschat niet de invloed van de kunst op de lange termijn meningsvorming.
zaterdag 26 mei 2007
boeren boekhoudingen uit Bangalore
Directeur Peter Feijtel van accountantsorganisatie Accon AVM legt daarin uit dat men aan het testen is of een deel van de boekhoudkundige activiteiten niet in India kunnen worden gedaan. Accon AVM is de op 5 na grootste accountantsorganisatie in Nederland met veel boeren en inmiddels ook MKBers als klant. De reden van deze outsourcing is duidelijk: het uurloon in daar 5 a 10 euro per uur, hier 40 tot 50.
Deze ontwikkeling wordt vergemakkelijkt door het feit dat steeds meer gegevens toch al gedigitaliseerd zijn, en dus makkelijk naar India gestuurd kunnen worden. Dat gold al voor de bankgegevens, en inmiddels zijn ook steeds meer facturen digitaal. Het wordt ook vergemakkelijkt doordat kantoren als Accon AVM (inmiddels is ook de Noordelijke Accountantsorganisatie NAU er in opgegaan) steeds groter worden. En die schaalvergroting wordt sinds oktober 2006 bevorderd door de Autoriteit Financiele Markten. De Wet toezicht accountantsorganisaties werkt met vergunningen waarvoor je als accountantskantoor aan eisen moet voldoen. Veel kantoortjes hebben daar moeite mee. Ze hebben ook vaak niet de kasstroom voor investeringen in specialistische kennis en automatisering (om de kosten laag te houden). Zo werkt de institutionele omgeving. Exit de boekhouder om de hoek. Entry de boekhouder in India. Het is net de landbouw zelf.
Waarmee het tijd wordt dat Normaal een vertaling maakt van de bewerking door Zell in het album 2003 Wired Exports van Petula Clark's Down Town - zie mijn blog van 17 april.
.
Zie: De Gelderlander van zaterdag 21 april 2007: Tijd van de schoenendoos voorbij, pag.20
vrijdag 25 mei 2007
economen en sociologen over vogels
Economen en sociologen zijn het nog al eens met elkaar oneens, maar in dit geval lopen onze meningen aardig met elkaar op. Ook bedrijfseconomen en bedrijfskundigen zoeken vaak naar aangrijpingspunten in al bestaande waarde-creatieprocessen om tot verandering te komen. Er zijn maar heel weinig bedrijven die er zoals Nokia in slagen de pulp te vervangen door het mobieltje. En we waren het ook nog eens over het belang van het 'regime', de institutionele omgeving. Waarvan morgen een mooi voorbeeld. Kortom een avond van harmonie en inspiratie, hoewel een discussie of debat natuurlijk ook leuk kan zijn.
donderdag 24 mei 2007
kom verwondert u allen
woensdag 23 mei 2007
Luhmann en de ruimtelijke ordening
Als groep blijven die mensen alleen bij elkaar als ze ook steeds verwijzen naar de begrippen en de manier van kijken van de groep. Ze zijn zoals dat heet zelf-referentieel. Dat is ook hun bijdrage aan het totaal van de wereld. Zou de groep niet meer naar het eigen begrippenkader verwijzen dan vervalt het bestaansrecht, dan gaat ze op in het totaal en neemt de (bio)diversiteit af. En dat refereren aan je eigen context gaat ten koste van het letten op de werkelijkheid, die kan veranderen.
Het lijkt me een omslachtige wijze van redeneren om tot het idee te komen dat groepen mensen of bedrijven vaak geneigd zijn vast te houden aan een bepaalde manier van kijken en werken, of die nog te versterken. En ze vormen een kliek of een gesloten gemeenschap. Don't change a winning team. Don't fix it if it ain't broke. Agfa-Gevaert en Kodak hielden lang vol aan de analoge film voor fotografie, voordat ze zagen wat de bedreiging van digitaal was, en een antwoord hadden. En dat is maar een voorbeeld. Het verschijnsel heeft ook raakvlakken met padafhankelijkheid en het anker-effect in de cognitieve psychologie, zo lijkt me.
Ruimtelijke ordening
In een recent rapport van het Innovatienetwerk heeft de in Minnesota werkende Nederlander prof. Kris van Assche de theorie van Luhmann uit de kast gehaald om uit te leggen dat de goegemeente die zich in ons land met ruimtelijke ordening en landschapsarchitectuur bezig houdt, erg leidt aan zelf-referentie en niet openstaat voor de nieuwe werkelijkheden. In die zelfreferentie wordt een grote rol toegekend aan rechte lijnen en verkavelingen die voortkomen uit het efficiency paradigma, en is er ontkenning van wat de burger wil, de boerderettes en het coulisenlandschap (om een paar voorbeelden te noemen).
Net als enkele discussanten in het rapport vraag ik me af of dat een juist beeld is. In ieder geval discussieert Jan en alleman mee over ruimtelijke ordening. Een nieuwe minister van VROM komt binnen 100 dagen met twee zaken: verrommeling en de spaarlamp. In die volgorde.
Ik merk wel, en blogde dat al eerder, dat de ruimtelijke ordenaars in verwarring zijn. Om drie redenenen, vermoed ik. Allereerst heb je bij ordening en planning een principe en een doel nodig. Dat was in veel gevallen efficiency. Als je in een wereld terecht komt waarin allerlei groepen verschillende doelen (en contexten) hebben, en je hebt geen goede methoden om die belangen af te ruilen, dat wordt het lastig. Polderen en samen ontwikkelen in de ontwikkelingsplanologie dan maar.
Een tweede is dat de rijk geworden klant steeds meer koning wordt, zo wil het heersende denken. Een klant die divers is – de een wil een appartement, de ander een boerderette. Maar weinig klanten willen vernieuwende zaken, veel kiezen voor de boerderette of het jaren dertig huis, of de knusheid van de nieuwe grachtenpanden en woonkastelen. Dat lijkt me niets nieuws (Avant-garde is nu eenmaal elitair en maar weinig industriegebouwen van de vorige eeuw hadden de kwaliteit van de Van Nelle fabriek – zie foto), maar je legt als ruimtelijke ordenaar natuurlijk geen eer in met weer een wijkje boerderettes.
De derde, en misschien wel belangrijkste, reden voor de verwarring is dat met de nadruk op ‘wat de klant wil’ het centralisme en de publieke goederen verdwijnen. Het centralisme omdat je alleen lokaal kunt inschatten wat mensen daar willen en een xde nota ruimtelijke ordening dus weinig effect heeft. Het is geen tijd voor wijdse vergezichten en grootse ordeningen. En de publieke goederen (zoals openbare ruimte, of een mooie verkaveling als in de Beemster) komen er bekaaid af omdat we geen goede mechanismes hebben de kosten ervan te vertalen naar de bereidheid tot betalen van de kopers van private goederen. En juist de ruimtelijke ordenaars zijn de belichaming van dat publieke goed.
De verwarring zal dus nog wel even duren, zelfs zonder zelf-referentie. Eerst moet met name het derde punt worden opgelost.
K. van Assche: Over goede bedoelingen en hun schadelijke bijwerkingen; essay over flexibiliteit, ruimtelijke ordening en systeemtheorie, Innovatienetwerk Utrecht, december 2006.
dinsdag 22 mei 2007
Verander de grondwet
Nu de discussie over de EU Grondwet weer opbloeit, zou ik een pleidooi willen houden om juist meer in plaats van minder te veranderen. Het gaat me in dit verband om de doelstelling van het landbouwbeleid. Het oude artikel 33 uit het verdrag van Maastricht (art. 39 uit het oorspronkelijke verdrag van Rome) was ongewijzigd als artikel III-227 overgenomen in de afgestemde grondwet. Wat mij betreft bijna een reden op zich om die grondwet af te stemmen, want hoe kun je doelstellingen uit de jaren vijftig op zo'n manier ongewijzigd overnemen:
1. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft ten doel:
a) de productiviteit van de landbouw te doen toenemen door de technische vooruitgang te bevorderen en door zowel de rationele ontwikkeling van de landbouwproductie als een optimaal gebruik van de productiefactoren, met name de arbeidskrachten, te bewerkstelligen;
b) aldus de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, met name door de verhoging van het hoofdelijk inkomen van hen die in de landbouw werkzaam zijn;
c) de markten te stabiliseren;
d) de voorziening veilig te stellen;
e) redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers te verzekeren.
2. Bij de totstandbrenging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en van de daarvoor te treffen bijzondere voorzieningen wordt rekening gehouden met:
a) de bijzondere aard van het landbouwbedrijf, welke voortvloeit uit de maatschappelijke structuur van de landbouw en uit de structurele en natuurlijke ongelijkheid tussen de verschillende landbouwgebieden;
b) de noodzaak de dienstige aanpassingen geleidelijk te doen verlopen;
c) het feit dat de landbouwsector in de lidstaten nauw verweven is met de gehele economie.
Punten als 1a (hebben we nog meer productie, anders dan voor energie, nodig?, is er nog steeds grote werkeloosheid en moeten die mensen dan echt in de sector tewerkgesteld blijven?), 1e (wat is redelijk?), 2a (rekening houden met natuurlijke ongelijkheid) en 2b (snelle wijzigingen zijn ongewenst) en 2c (rare legitimatie) hoeven wat mij betreft niet in de grondwet of iets wat daar op lijkt.
Erger is nog dat allerlei moderne overwegingen die de burger graag terug zou zien in het landbouwbeleid, zoals natuur, milieu, dierwelzijn, bewoonbaarheid van het platteland e.d. niet in de doelstellingen van het beleid komen. Je kunt zelfs een redenering opzetten dat het huidige inkomenstoeslagen beleid minder goed voldoet aan de doelstelling van het beleid, dan het vorige, nu verfoeide, prijsbeleid (dat meer de productiviteit bevordert). In feite legitimeert deze tekst met artikel 1a een verdere intensivering van de landbouw ten koste van natuur of dierwelzijn, welke in punt 2 niet als factoren waar verplicht rekening gehouden moet worden worden genoemd.
Kortom de tekst van de Grondwet moet niet minder maar meer worden aangepast. Wie verzint er een goede tekst? Een reactie via onderstaande knop is welkom.
maandag 21 mei 2007
negatieve informatie zegt ook wat
Daar heeft nu iemand wat op gevonden, las ik vandaag: verzamel negatieve informatie - de dingen die mensen niet doen of niet hebben. Als je in een enquete mensen vraagt van een rijtje zaken aan te kruisen wat ze zeker niet doen, kun je een schatting maken van wat men wel doet.
Het idee komt uit de cryptografie waar men ook wel 'negatieve' databases hanteert. In plaats van een lijst credicard nummers, een lijst van alle nummers die geen credit card zijn. Dat lijkt hetzelfde, maar in die laatste lijst kun je wel controleren of iets wel of niet een creditcard nummer is, maar minder makkelijk nagaan welke nummers er wel zijn of welke in Zevenhuizen thuis horen.
Gelezen in The Economist, 2.9.2006 The non-denial of the non-slef, over secure computing
zondag 20 mei 2007
links onderhoud
Verder koppelingen naar de weblogs van minister Gerda Verburg en EU Commissaris Mariann Fischer Boel. Het zijn natuurlijk politieke public relation sites, die wel eens een paar dagen stil zijn, maar wellicht heb je er toch wat aan. Het leuke van die van Fischer Boel is dat er een goede reactie mogelijkheid is, en dat de commissaris ook echt ingaat op de opmerkingen van lezers. Bij de start was de kwaliteit van de discussie soms nog laag, maar nu heeft het toegevoegde waarde in de opinievorming gekregen.
Meer rozentelers in de Rotary, landbouwers in de Lions
Vandaag las ik een boekje van Wageningen UR met een overzicht van tal van onderzoek rond het platteland: “maak kennis met een Vitaal platteland”. Daarin rapporteert Alterra collega (en econoom) Frank Veeneklaas over kansen voor innovatieve functiecombinaties (je kent dat wel: boeren met een windmolen, veehouders met een camping of een energie-centrale).
Zijn eerste conclusie is dat de overheid en de onderzoekswereld geen ideeen voor nieuwe functiecombinaties leveren. “Zij verzinnen niets nieuws”. Kennisnetwerken kunnen bepaalde zaken en ontwikkelingen uit de praktijk signaleren, conceptualiseren en deze breder trekken naar het niveau waar het het bedrijf overstijgt. Kenniswerkers zijn meer katalysatoren dan innovatoren.
Zijn tweede conclusie is dat samenwerking van groene ondernemers (geen groentjes maar landbouwondernemers) met niet-groene partners zinvol is. Netwerken als de Lions club en Rotary zijn hierin sterk bepalend, aldus de onderzoeker. Daar ontmoet je mensen uit het mkb en heel andere sectoren.Een advies uit onverdachte hoek dus: wil je innoveren, bel niet de universiteit maar zorg dat je door de ballotage van de Rotary komt.
.
Uit: Maak kennis met een vitaal platteland, Wageningen UR; oorspronkelijk geciteerd onderzoek: F.R. Veeneklaas et al.: Over de rol van de overheid bij het stimuleren van innovatieve functiecombinaties in het landelijk gebied. Alterra/LEI, 2007
De eigen foto is een innovatie in de natuur: de eerste en enige buitendijkse vogelkijkhut in dit land (aan de Dollard). Op de achtergrond Emden.
zaterdag 19 mei 2007
lijstjes: leren veranderen
De tuin leert ook nog wat anders: planten hebben heel verschillende strategien om met licht, warmte en droogte om te gaan. Veel planten zijn door de warme, zonnige april maand al weken voor op schema en groeien met de meiregens nu uit tot grote bossen. Maar er zijn er ook, zoals de vrouwenmantel en het zeeuws knoopje, die met het oog op de droogte blijkbaar heel zuinig zijn gestart en er nu naast hun bordergenoten scharminkelig uitzien.
Ook mensen hebben verschillende strategien om te leren en te veranderen. Ik las er gisteravond een boeiend artikel over van Nistelrooij, van der Sluis en prof. Leon de Caluwe. Veranderen en leren zijn eerste vereisten voor het goed functioneren van organisaties en organisaties leren of veranderen alleen als medewerkers leren of veranderen.
Veranderkleuren
Ik kende het werk van de Caluwe al van de veranderorientaties, weergegeven in kleuren, die ik nog al eens toepas:
- Veranderen uit machtsperspectief - geel: interesses, conflicten en macht spelen een belangrijke rol. Verandering werken alleen als ze 'haalbaar' zijn, er moet draagvlak zijn en dan kan men de rest dwingen op de nieuwe wijze te werken.
- Veranderen uit blauwdrukperspectief - blauw: mensen veranderen als ze overtuigend op rationele gronden de 'beste' oplossing wordt voorgehouden.
- veranderen uit HRM (human relations management) perspectief - rood: mensen veranderen als de nieuwe situatie voor hen verleidelijk is, het gaat hier om de 'meest aangename' oplossing die zo min mogelijk risico's en hoge opbrengsten heeft.
- veranderorientatie uit lerend perspectief - groen: mensen veranderen als ze leren en hun lerend vermogen wordt verbeterd.
- veranderorientatie uit zelforganiserend perspectief - wit: veranderen is een autonoom proces waarin de mensen die er mee moeten werken vanzelf tot 'passende' oplossingen komen.
Op de site van Twijnstra en Gudde vind je de kleurentest in digitale vorm en kun je ontdekken welke veranderorientatie je zelf hebt. Ik scoor blauw en groen, maar de kunst is natuurlijk om in de juiste situatie de juiste kleurenmix toe te passen.
Leren
Het artikel bevat nog twee leuke 'lijstjes'. De eerste komt uit het werk van Van der Sluis en bevat vier vormen van leren. Die zijn de kwadranten van een matrix met de assen 'leren versus presteren' en 'reflectief vs prospectief':
- Betekenis gericht leergedrag (reflectief en leren): gericht op leereffect van gebeurtenissen die men is overkomen en waar je door evaluatie op terug kijkt,
- Instructiegericht leergedrag (presteren en prospectief): aanwijzingen voor goede toekomstige prestaties
- Planmatig leergedrag (leren en prospectief): bewust leergedrag uit loopbaanoverwegingen
- Emergent leergedrag (presteren en reflectief): gaandeweg leren zonder specifieke doelen onder het motto elke dag leer je weer wat (je tegenkomt).
Orde
En dan zijn er natuurlijk de drie ordes van leren en veranderen:
- eerste orde: passieve internationalisatie gewenst gedrag; kopieren bestaand gedrag; aanpassen
- tweede orde: leren door ervaring en reflectie op eigen gedrag en onderliggende aannames; bij veranderen: organisatie-ontwikkeling die komt tot nieuwe rationaliteit
- derde orde: leren te leren, ter discussie stellen, initieren eigen aanpassingen rekening houdend met verschillende contexten.
Ontleend aan: Antonie van Nistelrooij, Lidewy van der Sluis en Leon de Caluwe: Veranderen en leren; twee handen op een buik? in: MAB, mei 2007.
donderdag 17 mei 2007
eigendomsrechten hollen uit
Iemand uit de omgeving had het bestemmingsplan (weiland) aangegrepen om de rechter te vragen de vergunningverlening door de gemeente voor de rechter onrechtmatig te verklaren. Gelukkig besliste de rechter anders. De stilte is wel weg, maar een keer per jaar zo'n cross voor een goed doel (het fanfarekorps van het dorp) dat moet toch kunnen- waar blijven we als dat ook al niet meer kan. Een beetje brood en spelen moet er zijn.
Al met al is dit een mooi voorbeeld van hoe er steeds weer nieuwe 'economische eigendomsrechten' (op stilte, op stankvrij, op lichtvrije nachten etc.) worden gevestigd die de eigenaar van een onroerend goed in zijn handelingsvrijheid (en dus in de waarde van zijn onroerend goed) beperken. Dat krijg je als ruimte schaars wordt en buren andere belangen hebben.
Soms lossen organisatoren van zo'n event dat overigens op door de naaste buren een vrijkaartje te geven en ze zo te paaien. Dat zou aan ons niet besteed zijn geweest, want we bezochten met enkele oude vrienden de markt van een ander goed doel en maakten nog een korte wandeling door gloednieuwe natuur.
.
de eigen foto werd genomen bij een hotel in Oude Schans
uitgelezen bloemen en molens
Voor Zevenhuizenaren: wij hebben de enige molen4gang ter wereld. Deze week verscheen de editie 2007 van het jaarboekje van de vereniging die zich om dit erfgoed bekommert. Dat dit nodig is blijkt uit het ambtelijke idee om een parallelweg aan de A12 (die alvast maar Veilingweg is gedoopt) aan de zuidkant van de A12 te leggen, langs de molens. Wordt donateur.
Voor bloementelers en economen: Over de noodzaak van een veiling en veilingweg gesproken - The Economist berichtte afgelopen week uit Naaldwijk naar aanleiding van de fusie Flora en Aalsmeer over de fabuleuze logistiek en andere ontwikkelingen in de sector. Er schijnt ook een studie over de sector uit te zijn van Amy Stewart: Flower Confidential. Men voorziet grotere concurrentie in de toekomst. Logistiek en handel worden losgekoppeld aldus bloemenbaas Teelen (what's in a name) en we hebben te maken met een lastige transitie van marketplace naar marketspace volgens prof. van Hecke (Erasmus). Insiders wisten dat al een tijdje, maar nu dus ook in de internationale pers.
woensdag 16 mei 2007
Te Koop: Institutionele economie
dinsdag 15 mei 2007
Econoom als antropoloog over economen
De bekende Zweeds / Amerikaanse econoom Axel Leijonhufvud (hij promoveerde op het werk van J.M. Keynes en vond dat Keynes' theorie meer op de microeconomie gebaseerd moest worden), publiceerde ooit een hilarische antropologische studie van ons economenvolkje. Aanbevolen voor antropologen die willen begrijpen hoe de economengemeenschap werkt (en zich boos willen maken op benedenmaatse antropologische studies door economen). En aanbevolen voor economen die willen begrijpen wat antropologie is, of de behoefte hebben aan relativering van hun werkwijzes. En nu de link:
http://unicast.org/enclosures/life-econ-crop.pdf
.
de eigen foto toont een oude graansilo (vermoed ik) in Nieuwe Schans, als symbool voor een klassiek artikel dat staat als een huis.
investeren: beter buiten de landbouw
Die conclusie drong zich bij me op toen ik een rapport van LEI collega's las over de rendementen in de Nederlandse agribusiness. Uit hun analyse blijkt dat je op een euro geinvesteerd in de retail een rendement maakt dat boven de 20% ligt (of althans in 2002-2004 lag) en ook in de verwerking en toeleverende industrie vaak een getal met 2 cijfers is. in de land- en tuinbouw zelf is het op zijn best rond de nul, soms negatief.
Eigenlijk wist iedereen dit wel, en het is dus opvallend dat verschillende columnisten het onderzoek aangrijpen voor een beschouwing. In veel van de reacties op het onderzoek wordt er gepleit voor betere prijzen voor boeren en tuinders. Herverdelen dus van de winst in de keten. Maar weinigen vragen zich af waarom dat dan nog niet gebeurd - er lijkt me bij een retailer niet direct aanleiding om alleen op basis van dit onderzoek het chequeboek te pakken. Nog minder beschouwingen zijn er over hoe ketenpartijen (boeren en retail en handel) door samenwerking de taart zouden kunnen vergroten in plaats van anders verdelen.
Als bedrijfseconoom begrijp ik heel goed dat betere prijzen tot een hoger rendement op het vermogen leiden, als de arbeidskosten niet veranderen. Maar eigenlijk is de meest voor de handliggende conclusie uit het onderzoek de eerste zin van deze persoonlijke mening op deze blog: een laag rendement van vermogen geeft bovenal aan dat investeerders (en dat zijn boeren ook) er beter aan doen hun geld elders te investeren. Wie een jaar geleden zijn melkquota had verkocht en zijn geld in aandelen ABNAmro of in een onroerend goed fonds had gestopt was een stuk beter afgeweest - ik weet dat het achteraf makkelijk beleggen is.
Er verandert veel in de landbouw, maar bij lage rendementen op eigen vermogen denken we nog als eerste dat de prijzen omhoog moeten, niet dat we ons kapitaal in hoger renderende activiteiten moeten investeren. Dat werkt in een boerenbedrijf blijkbaar nog steeds anders dan bij Philips N.V. Het zorgt er in ieder geval voor dat het gezinsbedrijf nog niet verdwijnt, want tegen deze rendement is er geen beursgenoteerde onderneming die aan primaire productie begint.
Overigens van harte aanbevolen dat onderzoek, het is te vinden op de site van het LEI. En stort je in de discussie.
.
op de foto een onroerend goed object in Scheveningen.
.
G. Backus et al: Ketenrendementen in de Nederlandse agribusiness, LEI Den Haag.
Moederland Schouwen geschouwd
Dat leidt tot veel landschappen en boerderijen. Wij vonden enkele blauwe schilderijen erg mooi en herkenden in de verte Zierikzee. Maar dat komt wellicht omdat we er wel eens komen en ook ik ooit op Brouw werd geboren (maar al heel jong emigreerde). Nieuwe werken zijn meer in rood, omdat ook de meekrap-verf is ontdekt.
maandag 14 mei 2007
meitelling
Afgelopen dagen was het in menig boerenhuishouden minder gezellig door de verplichte inlevering van de meitelling, nu omgedoopt tot gecombineerde opgave als je ook een graantje mee wil pikken van de toeslagrechten.
Een toelichting voor lezers die niet in de boerenpraktijk werken: wat voor iedere burger de belastingaangifte voor 1 april is, is voor boeren en tuinders de meitelling die uiterlijk 15 mei (morgen dus) in Assen moet zijn ingeleverd. Met dat verschil dat boeren geen geld moeten betalen bij de verplichte aangifte, maar velen van hen geld krijgen. En dat maakt het veel spannender dan de belastingaangifte: daar wordt je vriendelijk gecorrigeerd als je een foutje maakt, en in de praktijk is een week later inleveren (of een briefje met een goede reden voor een paar maanden uitstel) geen probleem, maar bij de 'gecombineerde opgave' is een kruisje vergeten al snel een paar duizend euro minder op je bankrekening, en de overheid doet er al vast maar een tabel bij wat het kost als je te laat inlevert: per dag gaat er 1% van je uitbetaling af.
Bij ons bedrijfje gaat het nog om een bedrag dat je met 4 cijfers voor de komma schrijft, maar er zijn ook boeren die op basis van deze aangifte een bedrag van 6 cijfers op hun bankrekening krijgen. Een deel daarvan wordt dus besteed aan software (voor perceelsadministratie) en aan adviseurs.
Invuloefening
Ik mocht een formulier van 28 pagina's invullen. Nu zegt dat op zich niet zoveel, vroeger kon hetzelfde op 2 pagina's, maar het is nu veel beter vorm gegeven (hoewel ik graag een tabel had gehad om alle pagina's met dieren die we niet hebben over te slaan). En van sommige gegevens vraag ik me zelfs als onderzoeker af waarom we dat 80.000 boeren en tuinders vragen. Er moeten betere methoden zijn, zoals via het informatienet van het LEI, om te achterhalen hoe groot het groene stroomgebruik in de agrarische sector is. En moeten we echt elk jaar weten hoeveel hokcapaciteit er is om onze kippen te stallen? Daarnaast mag je nog de beroemde perceelskaarten invullen en er gaan de nodige horror-verhalen over de nauwkeurigheid waarmee dat moet. Er is ook een eigen jargon ontstaan ("gewaspercelen") dat ik nog wel herken uit projecten die we in de jaren 80 rond informaticastimulering en jaren 90 rond mineralenboekhouding deden.
De overheid doet er veel aan alles toe te lichten (alhoewel ik lang gezocht heb naar het antwoord op de vraag of je ook nul moet invullen als je de soort dieren niet hebt, en vervolgens maar aangenomen heb dat dit niet hoeft). Ik had al een brochure van 37 pagina's gehad met de toelichting op Toeslagrechten, en nu kreeg ik er nog twee voor deze opgave - een van 13 en een van 33 pagina's. Het ziet er allemaal mooi en consistent vormgegeven uit en je ziet dat de overheid zijn best doet de administratieve lasten te verminderen.
Aan het eind mag je zelfs invullen hoeveel uur je er aan besteed hebt, waarbij men dan wel er vanuit gaat dat je het of zelf doet, of laat doen - en niet (wat veel voorkomt) een combinatie van beide. Naar eer en geweten heb ik er 8 uur aan besteed en het toch nog maar door onze accountant laten controleren en afmaken. Dat komt wel omdat we een beetje een speciaal geval zijn: ik deed het voor het eerst, kreeg vanwege een niet verwerkte kavelruil een verkeerde perceelskaart toegestuurd, was vervolgens zelf een week in het buitenland, en toen bleek dat ik gisteren ook nog handtekeningen van mijn maten nodig had, wat een ritje van 250 km opleverde. En we ruilen enkele percelen met de buurman dus de in te vullen kaart luistert nauw.
Mijn persoonlijke opvatting is dat dit niet de bedoeling van het landbouwbeleid kan zijn; dat moet veel simpeler kunnen, bijvoorbeeld door die toeslagrechten om te zetten in een soort obligatie (die zelfs mee kan lopen in de effectenportefeuille bij de Rabobank) zonder allerlei verplichtingen, en het aantal koeien een keer per vijf jaar te tellen (waarom hebben die beesten trouwens zo'n gele flap, daar kan toch een chipje in?).
Maar zelfs bij die 8 uur resteert een beloning per uur die hoger is dan ik vandaag per dag verdiend heb als manager in mijn echte baan. Gauw ophouden met klagen dus.
zondag 13 mei 2007
natuur in de Oderbruch
Een Duitse landbouweconoom wees me wel op zijn pesoonlijke ervaring dat het landschap niet zo toegankelijk is: grote velden met weinig paden maken dat een blokje om al snel 15 kilometer is, wat te voet toch een forse wandeling is. Bedrijven krijgen hier grote bedragen aan EU subsidies dus misschien moeten die dan maar gekoppeld worden aan publiek toegankelijke voetpaden.
Mensen beinvloeden hun natuurlijke omgeving en de landschappen die ze maken hebben krachtige historische en emotionele associaties. Dat is de stelling die David Blackbourn illustreert in 'The conquest of nature - water. landscape and the making of modern Germany'. Ik attendeerde je hier vorig jaar ook al eens op dat magnifieke boek en nu ik in de Oderbruch (een poldergebied langs de Oder) was, herlas ik het betreffende hoofdstuk.
De Oderbruch revisited
Zo'n 260 jaar terug werd de Oderbruch, een rivieruitwaarden/moerasgebied ingepolderd. De Pruisische keurvorst Frederik de Grote (der alte Fritz) was er verantwoordelijk voor. Hij was door zijn vader ooit in het gebied verbannen geweest in het kader van zijn opvoeding. Vader was overigens in 1648 ron Berlijn met inpolderen begonnen, en deed wat iedereen in Europa in die tijd deed als het om polderen ging: 'he called in the Dutch'. Maar voor de Oderbruch voelde hij zich te oud. Zoonlief nam het dus in de tweede helft van de 17e eeuw ter hand en uiteindelijk moest het leger er aan te pas komen om het verleggen van de rivier en de inpoldering tot een goed einde te brengen. Er waren natuurlijk verliezers: de visserijgemeenschappen die op eilandjes leefden en de dijkaanleg dan ook saboteerden. En de natuur. Maar de winst was groter: een welvarend landbouwgebied. Dat werd een laboratorium zoals veel nieuwe polders. Er werd geexperimenteerd met buitenlands vee (de kamelen werden geen doorslaggevend succes) en de grote grondlegger van de landbouwwetenschappen in Duitsland, arts Albrecht Thaer, kreeg het riddergoed Moglin tot zijn beschikking voor wetenschappelijk onderzoek.
Kolonisten kwamen van alle kanten en de koning zelf schreef naar Voltaire: de landbouw is de eerste van alle kunsten, zonder haar zouden er geen handelaren, koningen, dichters en filosofen bestaan. Een historisch juiste en in die tijd zeer verantwoorde fysiocratische opvatting.
Een eeuw later waren zo'n beetje alle wetlands in het Duitsland van die tijd verdwenen. De veroveringen op de natuur waren meer dan eens militair van karakter en ook veroveringen op anderen.
En nu: in de Oderbruch wordt er nog steeds geexperimenteerd. Nog niet zo lang geleden werd bij Bad Freienwalde de eerste genetische gemodificeerde mais gezaaid. Regelmatig zijn er nog overstromingen, want de natuur laat zich niet altijd dwingen. De laatste in 1997. En bovenal wordt het gebied geprezen om zijn natuurwaarden. En liggen er een aantal mooie boerderijen, voortgekomen uit de oude LPG van de DDR.
zaterdag 12 mei 2007
controle op toeslagrechten eisen?
Ik vertrok maandag met een onheilspellend berichtje op het radio 1 nieuws: er zou een korting op de EU toeslagen dreigen omdat Nederland de controle niet goed voor elkaar had; daarom ging Minister Bos nog een verklaring afleggen dat er toch zo goed mogelijk wordt gecontroleerd. Nu had ik hier al eens geschreven dat de waarde van die rechten afhankelijk is van politieke risicos, maar daarbij had ik er nog niet aangedacht dat je ook zo nog afhankelijk bent van discussies tussen bestuurslagen over de kwaliteit van de controle.
In de auto op de autobaan vroeg ik me af of dit nu tot de - toch op zijn minst rare- situatie zou kunnen leiden dat je als boer van de Nederlandse overheid gaat eisen dat ze je goed controleren en anders aansprakelijk zijn voor de korting.
Bij terugkomst las ik vandaag in de NRC van maandag dat de verklaring van Bos er vooral is omdat we als gidsland willen optreden in het afleggen van dergelijke verklaringen om de Europese Rekenkamer te gerieven - die de huidige uitgaves oncontroleerbaar vindt. Het zal dus met een korting wel niet zo'n vaart lopen. Blijft de vraag waar de interpretatie van de NOS op de vroege maandagochtend vandaan kwam.
zondag 6 mei 2007
belasting op chips en cola?
Van Schayck wijst op de kosten van de gezondheidszorg, die we met zijn allen betalen. Daar zit wat in, maar wellicht moeten mensen met obesitas en mensen die roken meer voor hun verzekering gaan betalen (c.q. geen korting krijgen) - tenzij ze wellicht kunnen aantonen dat het overgewicht genetisch bepaald is.
Toevallig had ik afgelopen week prof. Steve Clarck van de Universiteit van Nova Scotia (Canada) op bezoek en die presenteerde op mijn werk een paper over dit onderwerp. Zijn stelling was dat een belasting op vet er toe kan leiden dat arme mensen (die vaker zwaarlijvig zijn) nog dikker worden. Hij baseerde dat op econometrisch onderzoek in de VS waarin hij rekening hield met de kwaliteit (bv. vetgehalte) van producten (in bijzonder vlees). Gezonde producten zijn in de regel duurder dan ongezonde en het lijkt dan voor de hand te liggen de ongezonde duurder te maken. Maar, zo rekende Steve voor, er is ook een inkomens (of budget) effect en door de duurder geworden ongezonde producten kun je dus ook niet meer af en toe een gezonde kopen. Als iemand wel weet dat Becel beter is dan margarine, maar Becel maar af en toe kan betalen en je maakt margarine duurder, dan blijft er geen geld meer over voor af en toe Becel. Juist bij armere gezinnen zou dit effect groot kunnen zijn.
De discussie rond zijn paper leidde tot het beeld dat het heel lastig is om gezond gedrag te krijgen door de prijzen te manipuleren, zeker omdat vaak ook nog andere aankoopmotieven gelden. Bovendien: twee glazen rode wijn per dag is gezond, twee flessen ook, maar dan toch alleen per week, niet per dag. We tendeerden dan ook naar voorlichting (daar waar kennis bij consumenten te kort zou schieten) en het resultaat te belasten. Bijvoorbeeld via de verzekering. Tenslotte betaal ik bij een auto in de Randstad ook meer premie dan in Zeeland.
Misschien moet iemand de literatuur eens op een rijtje zetten.
.
Op de eigen foto onbelaste paddestoelen op een boerenmarkt in Washington DC
.
cooperatieve jaarverslaggeving: de case van Cosun
zaterdag 5 mei 2007
van koolzaad en Londen
donderdag 3 mei 2007
concurreren met belastingen
Precies een week geleden besteedde ik hier aandacht aan een artikel in EuroChoices dat de belastingwetgeving voor boeren nog al verschillend is tussen landen. Voor wie dat een interessant thema vindt: deze week verscheen er van mijn collega's bij het LEI een rapport waarin de belastingsituatie in verschillende landen wordt vergeleken, om te zien of onze concurrentiepositie niet wordt aangetast. Lijkt zo op het eerste gezicht geen groot probleem. En vandaag stond in de krant dat de EU met voorstellen in de vennootschapbelasting komt. Ze gaan er niet over, maar zien toch behoefte aan harmonisatie. Wat in Den Haag meer dan beaamd wordt.
Om van dit onderwerp op internationaal terrein een graantje mee te pikken (vandaar bijgaand de eigen foto), begonnen we vandaag dan ook maar aan een presentatie / paper over dit onderwerp.
woensdag 2 mei 2007
De graanrepubliek revisited
We keken onze ogen uit naar het grote aantal landgoederen, want zo mag je de luxe huizen uit de 19e eeuw van de dikke Groninger graanboeren wel noemen. Veelal voorzien van slingertuin, de lokale variant van de Engelse landschapstuin met de geuzennaam die er door het “gewone volk” smalend aan werd gegeven. Op sommige wegen, zoals tussen Beerta en Nieuwe Schans staan ze met tientallen naast elkaar. Sommigen nog in restauratie, maar de meesten mooi onderhouden of weer gerestaureerd. Alleen een oude graanschuur vind je hier of daar in vervallen staat terug – ook een teken dat het niet slecht gaat met het platteland.
Dit moet inderdaad heel lang een zeer rijk gebied geweest zijn. De jonge grond was rijk aan mineralen, Westerman verhaalt dat de terugverdientijd van de Stadspolder in 1740 maar 1 jaar was: de eerste koolzaadoogst betaalde de aanlegkosten. De boerderijen liepen tot in zee en konden dus op de kwelders steeds uitbreiden: de opstrekkende heerden. De schaalgrootte was dus ook OK, en buurmans grond kwam niet te koop dus wat moest je dan met je geld. Luxe huizen, buitenlandse landschapsarchitecten, buitenlandse aandelen. Koot en Bie’s alter ego Tedje van Es kreeg hier gelijk: Geen gezeik, iedereen rijk.
Althans wat de boeren betreft. Voor de landarbeiders zat de wereld heel anders in elkaar en zij zagen de wereld van Marx en Das Kaptial voor hun ogen gestalte krijgen: grote boeren concurreren kleine weg, en de landbouw krijgt de vorm van grootondernemingen. Hier was maar een uitweg: het communisme. En zo verdween het middenveld: de rijke boeren werden steeds vrijzinniger, de landarbeiders verlieten en masse de kerk. En de monarchie doet het hier nog steeds maar matig, zo vertelde men mij maandag op koninginnedag: men viert hier liever bevrijdingsdag.
Een uitzondering in de liberale boerenwereld van families als Hommes, Tijdens, Ebels waren de Mansholts – socialist. Een verhaal apart waar je Frank Westerman of Johan Merrienboer maar voor moet lezen. Overigens groeide Sicco Mansholt op op Torum, veel meer naar het Westen.
Opkomst, ondergang en vernieuwing
De hereboeren waren landbouwkundig verre van conservatief en hielden zich met innovaties bezig. Al was het maar de mechanisatie (dan had je trouwens ook minder arbeiders nodig). In 1937 schreef de socioloog Evert Willem Hofstee, uit het gebied afkomstig en als Wagenings hoogleraar later o.a. betrokken bij de IJsselmeerpolders, er een beroemd geworden proefschrift over: de moderne agrarische ondernemer was in het Oldambt opgestaan.
Dankzij de goede grond, met de continue buitendijkse aanwas, was deze bedrijfsvorm met als hoofdprodukt het graan en met zijn strokarton als bijprodukt uiterst winstgevend. Men overleefde zonder veel problemen de graancrisis van de 19e eeuw. Tot – zo vermoed ik- na de oorlog de mechanisatie zulke vormen aannam, dat ook deze bedrijven te klein werden, de grond te zwaar bleek om over te schakelen op intensievere gewassen, en het ook met de inpolderingen al lang gedaan was. Het probleem was misschien wel dat graan nog wel rendeerde per gewerkt uur, maar dat je halve zomers en hele winters niets te doen hebt. En het strokarton verloor het van de plastics. De oudere generatie herinnert zich de CPNer Fré Meis op de barrikaden tegen de sluiting. Het leverde in ieder geval in standbeeld in Oude Pekela op. En een website met een gevatte domeinnaam: www.fremeis.com, waarbij com nu eens niet voor commercial staat.
En inmiddels worden er weer langszaam nieuwe boerderettes en herenhuizen gebouwd – in de Blauwe Stad, aan het meer dat de Oldambster dorpen na eeuwen weer tot havenplaatsen maakt. Het illustreert dat het mechanisme dat op het platteland geld maakt al lang geen graan meer is, maar grond als ruimteverstrekker. En als die ruimte-verstrekker water is, is het nog beter, dan is de kans op nieuwe buren het kleinst. En inmiddels dromen sommige boeren wellicht al weer van een boom in bio-energie.
We genoten van de ruimte van het Oldambt middels een wandeling over de Dollard-dijk. We liepen van het Ambonezenbosje bij Hongerige Wolf (de locatie van de gevreesde Batterie Süd in de oorlog, waarvan de barakken na de oorlog werden gebruikt om Molukkers te huisvesten) naar Termuntenzijl. Buitendijks en op de eerste percelen tarwe (bij gebrek aan buitendijkse groene kwelders) veel vogels, en verder blauwe luchten, groene dijken en hier en daar een geel bloeiend koolzaadveld. En nog meer natuur in de Breebaartpolder, ooit bestemd voor het Eems-Dollard kanaal (maar dat verzwijgt de expositieruimte). Herlees Frank Westerman en gaat dat zien.
dinsdag 1 mei 2007
In de graanrepubliek
We brachten een lang weekend door in Oost-Groningen. Een gebied dat ik alleen uit de media en van de snelweg kende. De werkelijkheid is veel mooier, en ik kan het beslist aanraden voor een korte of lange vakantie.
Ook hier was het afgelopen weken droog en regende het records aan zonuren en warmte, en dat zal mijn beeld wel enigszins beinvloed hebben. Maar er is veel te doen. Fraaie en verschillende landschappen, bossen en monumentale boerderijen. Er is duidelijk veel geinvesteerd in wandel- en fietspaden - op sommige kruispunten stikt het van de routebordjes. Het zal wel wat EU Plattelandsgelden gekost hebben, maar dan heb je ook wat.
Verder -voor onder een regenbui- ook heel veel kleine musea, sommige duidelijk voortgekomen uit particulier initiatief: politiepetten, de slag bij Heiligerlee, slingertuinen, Rob de Nijs, en wat je nog meer kunt bedenken aan museale onderwerpen. Wij beperkten het tot het historisch dieselgemaal van Termuntenzijl. Mooie verstilde plaatsjes als Oude Schans. Het zijn ook plekken die kunstenaars aantrekken. Hoewel niet alles lukt, ook niet met subsidies: in de fraaie remise van Nieuwe Schanse redde een bronsgieterij het niet, maar de overgebleven koffiegieterij is een must, alleen al vanwege de notentaart. Terrassen zijn hier trouwens betaalbaarder dan in de Randstad. En dan zijn er nog steden als Groningen en Emden. Maar bovenal is er nog ruimte, veel ruimte, dat vind je zo in het westen of het zuiden van dit land niet meer.
Al met al lijkt me de weg omhoog gevonden voor dit gebied door een mixture van particulier initatief en overheidssteun. In ieder geval is het randstedelijke mediabeeld te negatief. Reis dus af nu het nog leuk is. Zoek je een goed adres: wij logeerden in een oud, gerestaureerd boerderijtje (zie foto) met echte bedstee in Blijham, www.boschplaatse.nl, op het 'landgoed' van mevrouw L.E.Caderius van Veen, geb. Jkvr. De Savornin Lohman en haar man. Morgen nog een paar indrukken en tips.