Bijgaand in de serie Surinaamse impressies een fotootje van Fort Zeelandia met zijn bastions Middelburg en Veere. Gesticht door Abraham Crijnssen (wiens voorvaderen Krijn geheten moeten hebben) c.s. Zo komt de Walcherse WIC geschiedenis wel heel dichtbij - niet iets om alleen maar trots op te zijn.
Het fort werd gebouwd voor de bescherming van de plantages. Niet overbodig in een tijd van zeerovers. Zo werd de bloeiende nederzetting Jodensavanne (van via de Nassau kolonie in Brazilie en Guyana uitgeweken Portugese Joden) een gevoelige klap toegebracht door een zeerover die er 6 maanden huis hield (de tijd die nodig was om voor hulp naar Nederland te varen en terug) en daarna alles van waarde meenam. Hij was net buiten het schootsbereik van het fort gevaren en dus kwam er nog een fort bij - Nieuw Amsterdam.
Jodensavanne is overigens een fraaie en indrukwekkende ruine in het oerwoud van een op Amsterdam gemodelleerde synagoge.
Moraal: welvaart behoeft een goed juridisch kader voor landbouw en handel.
weblog over de toekomst van de Nederlandse landbouw en het platteland. Gemotiveerd vanuit het werk als econoom, de nevenfuncties als bestuurder en de woonomgeving van de moderator, maar als persoonlijke stellingname geheel buiten de verantwoordelijkheid van mijn werkgevers - zoals het hoort bij een weblog.
donderdag 28 februari 2013
woensdag 27 februari 2013
Van plantage-arbeiders en oude cultuurgronden
Suriname is een prettige multi-culturele samenleving waar de half miljoen mensen begrepen hebben dat ze elkaar nodig hebben. Naast inheemsen (zie de weblog van gisteren) en marrons kent het dunbevolkte land nog veel meer en omvangrijkere bevolkingsgroepen. Afro-Surinamers (v/h Creolen - als slaven aangevoerde afrikanen), Hindoestanen (in India geworven contract-arbeiders, die gezien de al aanwezige indianen voor het gemak maar naar hun geloof en Hindustan werden vernoemd), Chinezen (idem, uit Hong Kong) en Javanen (idem, uit Nederlands Indie) en nog een enkele nazaat van Nederlandse planters en boeren.
Suriname was (net als veel Amerikaanse kolonies) onderbevolkt toen de landbouw werd geintroduceerd op de vruchtbare kuststrook. Vandaar de plantage vorm: kapitaal en management uit het Westen en arbeid uit overbevolkte streken elders, alleen de grond kwam uit Suriname.
Na afschaffing van de slavernij ging het stelsel nog een aantal jaren door met de contract-arbeid, maar uiteindelijk liep het toch stuk op gebrek aan goedkope arbeid waardoor het in de concurrentie met bv. de suikerteelt in Brazilie of Australie het onderspit dolf.
Met als gevolg dat veel plantages weer overwoekerden. Een deel werd gebruikt voor boerderijtjes voor de (ex-)contractarbeiders, maar de rest werd struikgewas en secundair bos. Vooralsnog geen oerwoud. Er zou dus - zo vermoed ik- niet zoveel verloren gaan als je bij hogere voedselprijzen de oude plantagegronden op de door de Amazone-stroom aangeslibte kleigronden tussen het zand van Zanderij (het door de Amerikanen in WO II aangelegde vliegveld ter verdediging van de bauxietwinning) resp. het Cordonpad (ooit aangelegd voor bewaking om aanvallen van Marrons en ontsnappingen van slaven te voorkomen, maar daartoe niet erg effectief) en de zee ten noorden van Paramaribo (v/h Nieuw Middelburg) weer in cultuur zou brengen.
Landbouwareaal is dus geen vast gegeven maar wordt onder invloed van winstgevendheid uitgebreid of weer ingekrompen.
Of zo'n uitbreiding in Suriname komende jaren voor de hand ligt is een vraag waarop wordt gestudeerd, zo begreep ik van een Spaanse collega die ik tegen het lijf liep. Vooralsnog is men actiever met delfstoffen (bauxiet en goud) en hout. Met mogelijk een Dutch disease als bijproduct. En het arbeidsloon in de agrarische sector ligt er al snel op 30 euro per dag. Immigratie van arme Latijnsamerikaanse arbeiders voor moderne tuinbouw'plantages' is op de tekentafel misschien wel een idee, maar geen populair thema.
Suriname was (net als veel Amerikaanse kolonies) onderbevolkt toen de landbouw werd geintroduceerd op de vruchtbare kuststrook. Vandaar de plantage vorm: kapitaal en management uit het Westen en arbeid uit overbevolkte streken elders, alleen de grond kwam uit Suriname.
Na afschaffing van de slavernij ging het stelsel nog een aantal jaren door met de contract-arbeid, maar uiteindelijk liep het toch stuk op gebrek aan goedkope arbeid waardoor het in de concurrentie met bv. de suikerteelt in Brazilie of Australie het onderspit dolf.
Met als gevolg dat veel plantages weer overwoekerden. Een deel werd gebruikt voor boerderijtjes voor de (ex-)contractarbeiders, maar de rest werd struikgewas en secundair bos. Vooralsnog geen oerwoud. Er zou dus - zo vermoed ik- niet zoveel verloren gaan als je bij hogere voedselprijzen de oude plantagegronden op de door de Amazone-stroom aangeslibte kleigronden tussen het zand van Zanderij (het door de Amerikanen in WO II aangelegde vliegveld ter verdediging van de bauxietwinning) resp. het Cordonpad (ooit aangelegd voor bewaking om aanvallen van Marrons en ontsnappingen van slaven te voorkomen, maar daartoe niet erg effectief) en de zee ten noorden van Paramaribo (v/h Nieuw Middelburg) weer in cultuur zou brengen.
Landbouwareaal is dus geen vast gegeven maar wordt onder invloed van winstgevendheid uitgebreid of weer ingekrompen.
Of zo'n uitbreiding in Suriname komende jaren voor de hand ligt is een vraag waarop wordt gestudeerd, zo begreep ik van een Spaanse collega die ik tegen het lijf liep. Vooralsnog is men actiever met delfstoffen (bauxiet en goud) en hout. Met mogelijk een Dutch disease als bijproduct. En het arbeidsloon in de agrarische sector ligt er al snel op 30 euro per dag. Immigratie van arme Latijnsamerikaanse arbeiders voor moderne tuinbouw'plantages' is op de tekentafel misschien wel een idee, maar geen populair thema.
dinsdag 26 februari 2013
Surinaams eco-toerisme
Brokopondomeer bij Ston Island, potentiele winplaats voor hardhout |
Het eco-toerisme zal zo wie zo het oerwoud niet redden als je de vraag naar hout en goud ziet, maar het is een sympathieke beweging waar sommige lokalen van profiteren.
En wijzelf, die een aantal dagen met een korjaal de Suriname rivier bevoeren en daarna in Galibi schildpadden gingen kijken. We bezochten dorpen van inheemsen (de vertaling van native Americans, op de lagere school mochten we ze nog indianen noemen) en marrons (nakomelingen van de ooit gevluchte (v/h "weggelopen") slaven (die we in de jaren zestig nog bosnegers noemden).
Die dorpen zijn geen vetpot, hoewel er zo te zien geen honger wordt geleden. Degene die wij bezochten waren alleen over water bereikbaar maar de smart phone doet wonderen.
Ook voor de natuur-excursie. Waar een gids vroeger nog wel eens een boekje meenam om details van de geobserveerde vogel te laten zien, wordt deze nu op de telefoon bovenwater gegoogled. Waar wij nog drie weken met een 'radio-stilte' het vakantiegevoel benadrukken, houden jongere reisgenoten hun Facebook bij met de recentste foto's. Tijden veranderen - in onze relatie met Suriname, in politiek correct taalgebruik en in technologie.
Luistertip, speciaal voor een paar reisgenoten: Rupert Holmes en zijn Pina Colada song (a.k.a. Escape)
maandag 25 februari 2013
Groeten uit Suriname
Komende weken Surinaamse foto's en ook wat impressies op de weblog. Niet omdat het vandaag Revodag in Suriname is (de nationale feestdag met de herdenking van de 1980 revolutie) maar omdat ik er drie weken lang met vakantie rondtrok. Een boeiend land, zo leerde ik in de jaren 60 al op de lagere school, en dat blijkt nog immer het geval te zijn. Komende dagen meer.
column Boerenbusiness
Op 6 februari publiceerde Boerenbusiness een column van mijn hand over het weinig zinvolle voorstel om inkomenstoeslagen af te toppen. Door mijn vakantie was dat hier nog niet gemeld, dus voor de volledigheid doe ik dat nog maar even.
zaterdag 23 februari 2013
Schaduwprijs
Economen gebruiken schaduwprijzen als echte prijzen niet bekend zijn. Ze schatten dan een prijs. Bijvoorbeeld voor de prijs die een boer bereid zou zijn om nog een uur extra te werken. Of de alternatieve waarde van een ha landbouwgrond.
Recent hebben een aantal economen met tal van geavanceerde econometrische berekeningen geprobeerd zulke schaduwprijzen te berekenen. Het ging ze er om welke methode de meest aannemelijke resultaten zou opleveren. Daar zal ik je niet mee vermoeien (als was het maar om dat die methoden me te ingewikkeld zijn om uit te leggen). Maar wel met wat die schaduwprijzen dan zijn. Die werden geschat op individueel bedrijfsniveau voor akkerbouwbedrijven.
In Frankrijk, West-Duitsland en het VK bedraagt de schaduwprijs voor de arbeid 9 euro per uur (prijspijl 2005). Dat is dus wat de mediane (pakweg gemiddelde) boer maximaal wil betalen om nog een uur arbeid in het bedrijf te stoppen. Of omgekeerd: waar hij bereid is nog een uur extra voor te werken. In Oost-Duitsland, Italie en Polen is het nog geen 2 euro. Nederland zat niet in het onderzoek, maar de Denen spannen de kroon met een gezonde 20 euro - akkerbouwers hebben daar blijkbaar alternatieve inkomensbronnen.
De schaduwprijs voor grond is overal bijna gelijk aan nul. Dat mag je verwachten: er is in de regel geen alternatieve opbrengst van landbouwgrond, anders dan landbouw. Productie-elasticiteiten zijn dus erg laag en er is een overschot aan vaste productiemiddelen, zoals gebouwen en machines - zo constateren de onderzoekers.
Martin Petrick and Mathias Kloss: Identifying factor productivity from micro data. Factor Markets working paper, januari 2013
vrijdag 22 februari 2013
De winkel als platform met netwerk-effecten
Marges in de voedingsketen worden er niet groter op en daarbij snoept de retail marge af van de groothandel / toeleveranciers. In de laatste uitgave van de European Review of Agricultural Economics komen Richards en Hamilton aan de hand van een Amerikaanse case tot een interessante analyse.
Ze benaderen het probleem door er op te wijzen dat consumenten vooral keuze (varieteit, diep assortiment of hoe je het ook noemt) willen, en aanbieders willen ruimte in het schap. De supermarkt die die keuze levert aan consumenten krijgt de business. Er is een netwerk-effect aan de consumentenkant (hoe meer producten 'aangesloten' in het koop-platform dat de supermarkt is, hoe beter het is, hoe meer nut de consument ervaart), waar ze niet voor betalen, ze zijn al gewend alle boodschappen tegelijk te doen. Ze internaliseren dit effect dus om niet. Toeleveranciers zijn minder fortuinlijk: zij profiteren ook van het effect want als de grotere keuze meer consumenten aantrekt die misschien ook nog meer kopen, dan hebben ze er baat bij om in dat schap aanwezig te zijn. Maar door de toegenomen variatie neemt de onderlinge concurrentie toe. Ze kunnen makkelijker tegen elkaar worden uitgespeeld. En zo verschuift een stukje van de marge van de producent naar de retailer (via prijzen of slotting fees), die dat deels weer doorgeeft in lagere prijzen.
In de verte lijkt het een beetje op de extreme case van de Gouden Gids: naarmate er meer bedrijven in staan is het voor de consument aantrekkelijker. Daar wordt de consument extreem gesponsored (hij krijgt het boek gratis) en betalen de bedrijven aan een rijk wordend mediabedrijf. Verschil zit erin dat de consument hier niet een ding uit de winkel / gids haalt, maar een karretje vol. Dat maakt het nog makkelijker te profiteren van het nut van een breed aanbod.
Kortom het zijn niet alleen schaaleffecten maar ook scope en netwerkeffecten die de supermarkt zo'n sterke partij maken (en retailers let op: ook de Amazons)
Timoty Richards and Stephen Hamilton: Network externalities in supermarket retailing, ERAE 40/1, februari 2013
donderdag 21 februari 2013
Globalisering is uitlegbaar
Een voedingsmiddelen-merk kan zijn productie rustig naar buiten Europa verplaatsen, als het er maar wat tegenoverstelt. Die conclusie kun je verbinden aan een fraai paper in de laatste uitgave van de ERAE. Een paar Franse economen maakten zich zorgen over protectionistische tendenzen in de huidige economische crisis en deden een experiment met een Uniliver merk in Parijs.
Het ging hier om het bekende Franse merk Maille, dat als een A-merk gezien wordt. Bij ons bekend van de mosterd, maar de proef ging over ingelegde augurken / uitjes (pickles). Het merk is sinds 2000 van Unilever en sinds 2004 is de productie verschoven van Frankrijk naar India en Madagascar.
De onderzoekers gingen met consumenten aan de slag en keken naar wat ze bereid waren te betalen voor zo'n potje inmaak, met opgave van de winkelprijs. Vervolgens kreeg groep 1 eerst negatieve informatie over globalisering (de verplaatsing vanuit Frankrijk met verlies van werkgelegenheid naar India en Madagascar) en verdere outsourcing. Waarna opnieuw de willingness to pay werd gemeten (die daalde door het slechte nieuws). Vervolgens werd goed nieuws versterkt (ook naar waarheid): concentratie van marketing in Parijs, van R&D bij Unilever Nederland, ondanks teruglopende markt behoud van het merk dat gezien wordt als een tradtioneel en hogekwaliteitsmerk en verdere investeringen van Unilever in zijn algemeenheid in Boergondie (waarop de betaalbereidheid weer steeg). Groep 2 kreeg dezelfde informatie in omgekeerde volgorde.
Welnu het bleek dat de volgorde er niet toe deed en dat de postitieve informatie de negatieve compenseerde. "The French consumer supports globalisation, at least in the supermarket" zo concluderen de onderzoekers.
Hoe het zit met de Franse burger en zijn parlementariers is wellicht nog een ander verhaal...
Anne-Celia Disdier and Stephan Marette: Globalisation Issues and concumers' purchase decisions for food products: evidence from a laboratory experiment. ERAE 2013/1.
Het ging hier om het bekende Franse merk Maille, dat als een A-merk gezien wordt. Bij ons bekend van de mosterd, maar de proef ging over ingelegde augurken / uitjes (pickles). Het merk is sinds 2000 van Unilever en sinds 2004 is de productie verschoven van Frankrijk naar India en Madagascar.
De onderzoekers gingen met consumenten aan de slag en keken naar wat ze bereid waren te betalen voor zo'n potje inmaak, met opgave van de winkelprijs. Vervolgens kreeg groep 1 eerst negatieve informatie over globalisering (de verplaatsing vanuit Frankrijk met verlies van werkgelegenheid naar India en Madagascar) en verdere outsourcing. Waarna opnieuw de willingness to pay werd gemeten (die daalde door het slechte nieuws). Vervolgens werd goed nieuws versterkt (ook naar waarheid): concentratie van marketing in Parijs, van R&D bij Unilever Nederland, ondanks teruglopende markt behoud van het merk dat gezien wordt als een tradtioneel en hogekwaliteitsmerk en verdere investeringen van Unilever in zijn algemeenheid in Boergondie (waarop de betaalbereidheid weer steeg). Groep 2 kreeg dezelfde informatie in omgekeerde volgorde.
Welnu het bleek dat de volgorde er niet toe deed en dat de postitieve informatie de negatieve compenseerde. "The French consumer supports globalisation, at least in the supermarket" zo concluderen de onderzoekers.
Hoe het zit met de Franse burger en zijn parlementariers is wellicht nog een ander verhaal...
Anne-Celia Disdier and Stephan Marette: Globalisation Issues and concumers' purchase decisions for food products: evidence from a laboratory experiment. ERAE 2013/1.
woensdag 20 februari 2013
Lijstje: tools voor innovatieprocessen
Als laatste in een lijstje blogs uit het Transforum-boek Licence to Grow een lijstje met Tools. Sommige in de sfeer van Peter Senge's 5th dimension, andere meer analytisch. Met enige bescheidenheid want bij de een na laatste wordt nog een publicatie van onze hand aangehaald als bron:
- World Cafe
- Open Space
- Dynamic Learning Agenda
- Focus Group
- Actor Analysis
- Causal Analysis
- Timeline workshop
- Eye Opener workshop
- Audiovisual Learning History
- Value Creation Model
- Sustainability Scan.
Wie bedenkt er iets leuks met sociale media?
dinsdag 19 februari 2013
lijstje: innovatie condities
Licence to Grow (zie de blog van gisteren) geeft in een box een lijstje met condities die een voedingsbodem zijn voor ontwikkeling of innovatie, gebaseerd op een paper van Johnson:
- the adjencent possible (make combinations based on what you have; new ideas are often combinations of existing parts of another domain)
- liquid networks (ideas are not isolated, use the coffee corner for creativity)
- the slow hunch (eureka seldom occurs, hunches need space and time to evolve)
- serendipity (ideas need to be able to bump into each other)
- error (being right keeps you in place, being wrong forces you to explore)
- exaptation (take something that emerges from one use and repurpose it)
- platforms (platform building is about emergent behaviour)
maandag 18 februari 2013
Lijstje: karakteristieken van Wicked problems
Ik blogde hier al eerder over Transforum en het boek dat tegen het eind van het programma werd gemaakt van alle projecten. Afgelopen weken nam ik het andere boek ui 2011, Licence to Grow nog eens ter hand omdat we in Europa met het EIP bezig zijn. Goede aanleiding om op de blog wat notities te maken die ik dan snel in de cloud terug kan vinden en die jou misschien wat leert.
Als eerste een lijstje van karakteristieken van Wicked problems, een term van Churchman (1967)
- you don't understand the problem until you have developed a solution
- every wicked problem is essentially novel and unique
- a wicked problem has no stopping rule
- solutions to a wicked problem are not right or wrong
- every solution to a wicked problem is a one shot operation
- a wicked problem has no given alternative solutions.
zaterdag 16 februari 2013
trade for aid
Al weer bijna twee jaar oud maar ik las het pas onlangs: een boekje van de OECD over de rol van handel in ontwikkeling van landen en hoe hulp kan helpen de handel op te starten: Trade for Growth and Poverty Reduction.
Mooi literatuuroverzicht dat met vier doelen voor aid-for-trade komt:
Mooi literatuuroverzicht dat met vier doelen voor aid-for-trade komt:
- increasing trade
- diversifying exports
- maximizing linkages with the domestic economy
- increasing adjustment capacity
donderdag 14 februari 2013
Biologische clusters
Nog een Duitse analyse uit de ERAE (Zie vorige blog): zijn er cluster-effecten in de biologische landbouw? Je ziet dat sommige regio's veel meer biologische bedrijven hebben dan andere regio's. De vraag is hoe dat komt: het kan zijn dat de grondsoort of andere fysieke omstandigheden zich ertoe leent. Of dat er een afzetmarkt in de buurt is.
Maar het kan ook zijn dat er positieve externe effecten zijn, bijvoorbeeld omdat een perceel er qua opbrengsten baat bij heeft als het perceel van de buurman ook biologisch is (het omgekeerde, dat het makkelijk is als de buurman wel spuit zou natuurlijk ook kunnen). Of dat de ene boer qua kennis leert van de andere buurman die ook bio doet. Of ziet dat er geld verdiend wordt of dat het sociologisch gezien acceptabel is. En er kunnen common pool arrangementen zijn: meer kennis bij afnemers of bij loonwerkers of een gezamenlijke afzet via een cooperatie of boerenmarkt.
Ik bespaar je de ingewikkelde analyse, maar een groep Duitse onderzoekers heeft aangetoond dat er in Duitsland clustering is, en dat daar tal van (bovengenoemde) factoren een rol bij speelt, inclusief externe effecten. Dat lijkt allemaal heel logisch, maar bewijs het maar eens. Hun beleidsaanbeveling: richt je bij eventuele bevordering van biologische landbouw dus vooral op regio's waar het al succesvol is. (maar misschien is daar stimulering niet meer nodig ?)
Eva Schmidtner et al: Spatial distribution of organic farming in Germany. ERAE 2012 - 4.
dinsdag 12 februari 2013
symboolpolitiek rond seizoensarbeid
Het duurt nog even voor het aspergesteken weer actueel is. Maar als het zover is ontstaat er ook weer politiek gedoe over werkeloosheid, werkeloosheidsutkeringen en de noodzaak om Oost-Europese seizoenwerkers in te huren. En als gevolg daarvan is er geen volledig vrij verkeer van werknemers in Europa, maar worden seizoensarbeiders restricties opgelegd.
Veel van deze disscussie is symboolpolitiek, zo toonden een aantal Duitse onderzoekers vorig jaar aan in een paper voor de European Review of Agricultural Economics.
Zij keken hoe het discours in Duitsland afgelopen jaren verliep, welke frames daarin werden gebruikt (een discours is een aantal frames) en welke statements (de kleinste en simpelste uitspraken) daarbij werden gemaakt in o.a. gerenommeerde Duitse kranten.
Een van de belangrijke conclusies is dat de discussie vooral oploopt als verkiezingen in zicht zijn - en niet als de asperges hun kop opsteken. Wel helpt het daarbij als er veel werkeloosheid is (en er getamboereerd kan worden over misbruik van uitkeringen) en het areaal arbeidsintensieve gewassen groot is (zodat boerenorganisaties belang hebben bij weerwoord). Dit maakt de ene verkiezingsperiode anders dan de andere.
Conclusie van de auteurs: de specifieke wetgeving rond landbouwseizoensarbeid heeft niet zozeer tot doel de arbeidsmarkt te verbeteren of inkomens over te dragen, maar is er vooral als symboolpolitiek omdat ze politici de kans geven om stemmen te trekken op het onderwerp arbeidsmarktbeleid.
Misschien moeten we verkiezingen niet meer in de voorzomer organiseren, maar veel vroeger in het voorjaar?
Sebastian Hess, Stpehan von Cramon-Traubadel, Ulrike Zschache, Ludwing Theuvsen and Daniela Kleinschmitt: Explaining the puzzling persistence of restrictions on seasonal farm labour in Germany in: ERAAE 2012-4 (September)
Veel van deze disscussie is symboolpolitiek, zo toonden een aantal Duitse onderzoekers vorig jaar aan in een paper voor de European Review of Agricultural Economics.
Zij keken hoe het discours in Duitsland afgelopen jaren verliep, welke frames daarin werden gebruikt (een discours is een aantal frames) en welke statements (de kleinste en simpelste uitspraken) daarbij werden gemaakt in o.a. gerenommeerde Duitse kranten.
Een van de belangrijke conclusies is dat de discussie vooral oploopt als verkiezingen in zicht zijn - en niet als de asperges hun kop opsteken. Wel helpt het daarbij als er veel werkeloosheid is (en er getamboereerd kan worden over misbruik van uitkeringen) en het areaal arbeidsintensieve gewassen groot is (zodat boerenorganisaties belang hebben bij weerwoord). Dit maakt de ene verkiezingsperiode anders dan de andere.
Conclusie van de auteurs: de specifieke wetgeving rond landbouwseizoensarbeid heeft niet zozeer tot doel de arbeidsmarkt te verbeteren of inkomens over te dragen, maar is er vooral als symboolpolitiek omdat ze politici de kans geven om stemmen te trekken op het onderwerp arbeidsmarktbeleid.
Misschien moeten we verkiezingen niet meer in de voorzomer organiseren, maar veel vroeger in het voorjaar?
Sebastian Hess, Stpehan von Cramon-Traubadel, Ulrike Zschache, Ludwing Theuvsen and Daniela Kleinschmitt: Explaining the puzzling persistence of restrictions on seasonal farm labour in Germany in: ERAAE 2012-4 (September)
maandag 11 februari 2013
Einstein en MacNamara
Van Einstein zijn er heel wat aforismen in omloop. Via een stelling in een proefschrift ontdekte ik er een die ik nog niet kende, een verkorte versie van de MacNamara fallacy:
Many of the things you can count, don't count. Many of the things you can't count, really count.
Many of the things you can count, don't count. Many of the things you can't count, really count.
zaterdag 9 februari 2013
voorspellen van technologie
Voorspellen van de toekomst is nuttig maar niet makkelijk. Hier is een site waarop deskundigen de komst van nieuwe technologien proberen te voorspellen.
De NRC had er eind vorig jaar een stukje over, waaruit bleek dat de site manager ook een lange-golf adept is en uitgaat van 35-jarige Wall-street cycli. Na 2015 gaat het weer beter omdat ingevoerde vernieuwingen gaan werken.
(De poster hiernaast vond ik een mooie illustratie maar heeft niets met de site te maken)
De NRC had er eind vorig jaar een stukje over, waaruit bleek dat de site manager ook een lange-golf adept is en uitgaat van 35-jarige Wall-street cycli. Na 2015 gaat het weer beter omdat ingevoerde vernieuwingen gaan werken.
(De poster hiernaast vond ik een mooie illustratie maar heeft niets met de site te maken)
donderdag 7 februari 2013
Voice over exit
Wie kiest voor vegetarisch laat een kans liggen om de markt voor vlees te verbeteren. Het is een neo-liberale gedachte om bij een teleurstellend aanbod de benen te nemen en de markt te verlaten. Stemmen met de voeten richting de uitgang. Exit is vooral in de VS een veel gepropageerde oplossing - Chicago econoom Milton Friedman heeft er veel op gewezen dat verplichte winkelnering (bv bij scholen of ziekenhuizen) de kop ingedrukt moet worden, je bevordert concurrentie en daarmee kwaliteitsverbetering als je mensen de kans geeft voor een andere instelling te kiezen. In Nederland maakte afgelopen jaar de NMA reclame om eens na te denken over een andere energieleverancier, in de hoop dat zo de marktwerking verbetert.
In zijn boek "Exit, Voice and Loyalty: responses to decline in frims, organisations and states" zette Albert Hirschman daar kanttekeningen bij. Exit kan er ook toe leiden dat het systeem in stand blijft. Hij kreeg het idee toen hij de trein in Nigeria nam: hij constateerde dat de meer welvarende passagiers die het meeste belang hadden bij verbetering van het treinsysteem (en voor 1e klas kaartjes konden betalen) voor de exit-strategiekozen van de luxe bus of auto. Een verschijnsel waar ik twintig jaar geleden hardgrondig kennis mee maakte in Griekenland toen ik tegen adviezen in de trein van Tessaloniki naar Athene nam.
Exit kan in zulke situaties de neergang versterken omdat de aanbieder geen prikkel krijgt om zijn product te verbeteren (en bv. niet meer investeert en vooral kosten gaat verlagen). Soms is het zelfs bewuste strategie: Cuba gebruikt bewust emigratie als ventiel.
Dit alles naar aanleiding van een stukje in The Economist van 22.12.2012 waarin stil gestaan werd bij het overlijden van Hirschmann, die lang Nobelwaardig werd geacht. Dit jaar verschijnt bij Princeton University Press een kloeke biografie. Misschien kan nog eens iemand kijken of zijn ideeen ook op de Europese vleesmarkt van toepassing zijn - zou zo maar kunnen.
In zijn boek "Exit, Voice and Loyalty: responses to decline in frims, organisations and states" zette Albert Hirschman daar kanttekeningen bij. Exit kan er ook toe leiden dat het systeem in stand blijft. Hij kreeg het idee toen hij de trein in Nigeria nam: hij constateerde dat de meer welvarende passagiers die het meeste belang hadden bij verbetering van het treinsysteem (en voor 1e klas kaartjes konden betalen) voor de exit-strategiekozen van de luxe bus of auto. Een verschijnsel waar ik twintig jaar geleden hardgrondig kennis mee maakte in Griekenland toen ik tegen adviezen in de trein van Tessaloniki naar Athene nam.
Exit kan in zulke situaties de neergang versterken omdat de aanbieder geen prikkel krijgt om zijn product te verbeteren (en bv. niet meer investeert en vooral kosten gaat verlagen). Soms is het zelfs bewuste strategie: Cuba gebruikt bewust emigratie als ventiel.
Dit alles naar aanleiding van een stukje in The Economist van 22.12.2012 waarin stil gestaan werd bij het overlijden van Hirschmann, die lang Nobelwaardig werd geacht. Dit jaar verschijnt bij Princeton University Press een kloeke biografie. Misschien kan nog eens iemand kijken of zijn ideeen ook op de Europese vleesmarkt van toepassing zijn - zou zo maar kunnen.
woensdag 6 februari 2013
Diepenheim en het nieuwe eten
Kunstvereniging Diepenheim organiseert met inhoudelijke en financiële ondersteuning van SKOR│Stichting Kunst en Openbare Ruimte het project Eét je uitzicht. Eét je uitzicht is een artistiek onderzoek naar de relaties tussen mens, voedsel en landschap. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel.\
Zo meldt de website
Afgelopen jaar werden verkenners ingezet die genoemde relaties opspoorden. Mijn collega Jan-Willem van der Schans was er 1 van en hij schreef er een essay over. Te vinden op dezelfde site.
Zo meldt de website
Afgelopen jaar werden verkenners ingezet die genoemde relaties opspoorden. Mijn collega Jan-Willem van der Schans was er 1 van en hij schreef er een essay over. Te vinden op dezelfde site.
dinsdag 5 februari 2013
In de drugs
Noord-Amerikaanse gedateerde apotheek |
Bernd M.J. van der Meulen, Harry J. Bremmers, Jo H.M. Wijnands en Krijn J. Poppe: Structural precaution – the application of pre-market approval schemes in EU food legislation. In: Food and Drug Law Journal Volume 67, nr. 4., 2012.
maandag 4 februari 2013
Tuinen van biodiversiteit
Vorig jaar kreeg ik na een lezing van de FAO in Budapest het fraaie fotoboek "Gardens of Biodiveristy" cadeau. Lang lag het op de koffietafel en nu las ik het uit.
Het documenteert op voorbeeldige wijze de Zuidelijke Kaukasus: Georgie, Armenie en Azerbaijdjan. Ik had het me nooit zo gerealiseerd, maar het ligt vlak bij Mesopotanie, heeft goede verbindingen met de Middelandse zee en door de vele hoogte, grondsoort en klimaatverschillen is het de bakermat van heel veel groente-, fruit- en landbouwgewassen (of op zijn minst varieteiten daarvan).
Het boek, uitgegeven door de FAO, zal hier wel niet te krijgen zijn. Wie nog over zijn vakantie twijfelt, moet hier misschien naar toe, het is een steeds populairder bestemming aan het worden.
Het documenteert op voorbeeldige wijze de Zuidelijke Kaukasus: Georgie, Armenie en Azerbaijdjan. Ik had het me nooit zo gerealiseerd, maar het ligt vlak bij Mesopotanie, heeft goede verbindingen met de Middelandse zee en door de vele hoogte, grondsoort en klimaatverschillen is het de bakermat van heel veel groente-, fruit- en landbouwgewassen (of op zijn minst varieteiten daarvan).
Het boek, uitgegeven door de FAO, zal hier wel niet te krijgen zijn. Wie nog over zijn vakantie twijfelt, moet hier misschien naar toe, het is een steeds populairder bestemming aan het worden.
zondag 3 februari 2013
Van grammofoonplaten en topsectoren
"Het was niet de grammofoonplaten-industrie die aandrong op de overstap naar CD's" zo stelt Mariana Mazzucato dit weekend in de NRC. En al helemaal niet de overstap naar Spotify en andere streaming muziekdiensten op het web, hoewel ze zo elke keer wel opnieuw de muziek te gelde maken, zo bedacht ik me.
Ik had niet eerder kennis gemaakt met het denken van Mazzucato (Universiteit Sussex waar veel innovatie, economie en techniek onderzoek wordt gedaan). Ze rekent af met de mythe dat in de VS de overheid de innovatie aan de markt overlaat. Niets is minder waar, de venture kapitalisten liften mee op de investeringen van met name de defensie-industrie en de national health programs. Apple verpakt vooral de componenten die met basisinvesteringen zijn gefinancierd door de overheid. Die slecht meedeelt in de winst.
Mazzucato vindt onze topsectoren te nauw gedefinieerd. En dat visie ontbreekt. Ze is van het 'Man on the Moon' -principe. Stel een doel, en omschrijf wat er moet gebeuren om die missie te volbrengen en laat daarvoor bedrijfsleven en onderzoek samenwerken. "Vertaald naar de Nederlandse situatie zou je niet moeten zeggen: we gaan Wageningen Universiteit en de agri&food sector stimuleren, maar bijvoorbeeld: we gaan aan gezonde voeding van de toekomst werken, en dat thema nog breder trekken en spannender maken". Met meer mensen uit jonge bedrijven en door nieuwsgierigheid gedreven onderzoekers. Want die zijn nog geen grijsgedraaide grammofoonplaat.
Altijd interessant om af en toe eens een buitenstaander om een kritische blik te vragen. En nu?
"Een ondernemende staat die innoveert" NRC-H 2.2.2012
Ik had niet eerder kennis gemaakt met het denken van Mazzucato (Universiteit Sussex waar veel innovatie, economie en techniek onderzoek wordt gedaan). Ze rekent af met de mythe dat in de VS de overheid de innovatie aan de markt overlaat. Niets is minder waar, de venture kapitalisten liften mee op de investeringen van met name de defensie-industrie en de national health programs. Apple verpakt vooral de componenten die met basisinvesteringen zijn gefinancierd door de overheid. Die slecht meedeelt in de winst.
Mazzucato vindt onze topsectoren te nauw gedefinieerd. En dat visie ontbreekt. Ze is van het 'Man on the Moon' -principe. Stel een doel, en omschrijf wat er moet gebeuren om die missie te volbrengen en laat daarvoor bedrijfsleven en onderzoek samenwerken. "Vertaald naar de Nederlandse situatie zou je niet moeten zeggen: we gaan Wageningen Universiteit en de agri&food sector stimuleren, maar bijvoorbeeld: we gaan aan gezonde voeding van de toekomst werken, en dat thema nog breder trekken en spannender maken". Met meer mensen uit jonge bedrijven en door nieuwsgierigheid gedreven onderzoekers. Want die zijn nog geen grijsgedraaide grammofoonplaat.
Altijd interessant om af en toe eens een buitenstaander om een kritische blik te vragen. En nu?
"Een ondernemende staat die innoveert" NRC-H 2.2.2012
zaterdag 2 februari 2013
Komische economie
De standup economist doet weer van zich spreken en persifleert het presenteren van een reseach paper met het bewijs dat er chronische inflatie in de hel is. Klik hier voor een geweldige video, met dank aan de blog van Greg Mankiw.
En uit dezelfde bron nog een comic strip over het feit dat het fout gaat als ingenieurs denken begrepen te hebben wat economie is - GDP is ook maar een benadering.
En uit dezelfde bron nog een comic strip over het feit dat het fout gaat als ingenieurs denken begrepen te hebben wat economie is - GDP is ook maar een benadering.
RLI over stad (en platteland)
Vorig jaar verscheen bij de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur een bundel essays gepubliceerd in het kader van zijn nadenken over de toekomst van de stad. Normaal was me dat ontgaan maar in december werd ik geattendeerd op de bundel. Daarin staat natuurlijk ook een essay over 'de hongerige stad'. Niet van Carolyn Steel, die in beide bijdragen wel het uitgangspunt is, maar van Marco van Steekelenburg over de Metropolitane regios en Pim Vermeulen over de ervaringen van proeftuin Amsterdam. Beide van harte aanbevolen.
Analytisch had ik het meest aan dat van Van Steekelenburg die het Transforum gedachtengoed nog eens toelicht: er zijn 180 suprregios, een aantal met meer dan 30 mln inwoners en betrekkelijk weinig cultuurgrond (Tokio, New York, Java, en California heeft net wat te weinig inwoners), een paar regio's met redelijk grote steden en veel cultuurgrond (Minneapolis, Adis Abeba Ethiopie) en een paar regio's met meer dan 30 mln inwoners en relatief veel landbouwgrond (waaronder ABC Rijnland: Amsterdam-Brussel-Keulen). Daar corrigeert de stad de extranalities van de monocultuur van de produktiegebieden en ontwikkelt zich de hoogstaande metropolitane landbouw.
Hier is de link.
Analytisch had ik het meest aan dat van Van Steekelenburg die het Transforum gedachtengoed nog eens toelicht: er zijn 180 suprregios, een aantal met meer dan 30 mln inwoners en betrekkelijk weinig cultuurgrond (Tokio, New York, Java, en California heeft net wat te weinig inwoners), een paar regio's met redelijk grote steden en veel cultuurgrond (Minneapolis, Adis Abeba Ethiopie) en een paar regio's met meer dan 30 mln inwoners en relatief veel landbouwgrond (waaronder ABC Rijnland: Amsterdam-Brussel-Keulen). Daar corrigeert de stad de extranalities van de monocultuur van de produktiegebieden en ontwikkelt zich de hoogstaande metropolitane landbouw.
Hier is de link.
vrijdag 1 februari 2013
de wet van Benford
Big data is in, zo ook bij mededingingsautoriteiten. Ze kunnen aan de hand van data kartels en vervalsingen opsporen. In Nederland is dat eerder toegepast op benzinestations: als de prijzen weinig fluctureren in een bepaalde regio, in vergelijking tot andere regio's of het verleden (gecorrigeerd voor de internationale marktprijs) kan er sprake zijn van regionale vakantie of vermoeidheid bij de managers, maar mogelijk zijn er onderlinge afspraken gemaakt.
Een wet die ik niet kende is de in die wereld toegepaste Wet van Benford, genoemd naar het paper uit 1938 van Frank Benford. Die stelde dat cijfers niet normaal verdeeld zijn (de 1 komt vaker voor dan de 8). Heeft o.a. te maken met propotionele groei, je gaat dan in een tijdvak sneller van 7 naar 8 dan van 1 naar 2. Je kunt dus testen of cijfers (en daarmee getallen als prijzen) volgens verwachting verdeeld zijn. Bij vervalste data (zoals indertijd Griekse economische data in vergelijking met die van andere Eurolanden) veelal niet.
Ontleend aan The Economist, 15.12.2012 Free Exchange - the scam busters.
Een wet die ik niet kende is de in die wereld toegepaste Wet van Benford, genoemd naar het paper uit 1938 van Frank Benford. Die stelde dat cijfers niet normaal verdeeld zijn (de 1 komt vaker voor dan de 8). Heeft o.a. te maken met propotionele groei, je gaat dan in een tijdvak sneller van 7 naar 8 dan van 1 naar 2. Je kunt dus testen of cijfers (en daarmee getallen als prijzen) volgens verwachting verdeeld zijn. Bij vervalste data (zoals indertijd Griekse economische data in vergelijking met die van andere Eurolanden) veelal niet.
Ontleend aan The Economist, 15.12.2012 Free Exchange - the scam busters.
Abonneren op:
Posts (Atom)