weblog over de toekomst van de Nederlandse landbouw en het platteland. Gemotiveerd vanuit het werk als econoom, de nevenfuncties als bestuurder en de woonomgeving van de moderator, maar als persoonlijke stellingname geheel buiten de verantwoordelijkheid van mijn werkgevers - zoals het hoort bij een weblog.
woensdag 30 april 2008
Houthakker overleden
Houthakker is in Amsterdam geboren (als zoon van een kunsthandelaar), in Amsterdam afgestudeerd en later naar de VS vertrokken. Hielp Nixon en het vak over consumentengedrag.
plantenwelzijn
Na het dierwelzijn komt dus het plantwelzijn aanbod. Een paar jaar geleden hadden we op het werk bij het afscheid van een collega een zienerige spreekster te gast (het boomomhelsen moest toen nog beginnen) die dit al voorspelde. Tomatenplanten van 4 meter, er komt een tijd dat dat niet meer kan zo zei het medium. Ik vrees dat het dan ook geen verlate 1 april grap is.
Het Zwitserse comite vindt het onthoofden van planten (v/h het plukken van bloemen) in principe dan ook verwerpelijk. Gelukkig constateert men ook dat het simpele plezier van het plukken van bloemblaadjes van een madeliefje al genoeg reden is de menselijke ingreep te rechtvaardigen, zo meldt Resource. Maar het issue is gesteld, het blijft niet bij dierenwelzijn. Wees er als de kippen bij en richt alvast een partij op.
lijstje: nieuwe plattelandsromans
- Gerbrand Bakker: Boven is het stil - over een literaire boerenzoon die zichzelf zoekt in de Noordhollandse weide
- Bernlef: De pianonman - boekenweekgeschenk over boerenzoon die vlucht voor zijn vader
- Rinus van de Coevering: Sneeuweieren - de ontwrichting van een Brabantse kippenboer
- Peter Delpeut: Het vergeten seizoen - Overijsselse pastoor en een dorpsheilige
- Anne-Gine Goemans: Ziekzoeken - over een ondernemerszoon in de Bollenstreek
- Martin Hendriksma: Familievrees - Drents worstmakersgeslacht wordt vermalen door de vooruitgang
- Gijs IJlander: Geen zee maar water - over een rattenvanger in de Wieringermeer
- Max Niematz: Kroonzicht - radicale fokkerij splitst een Gronings gehucht
Uit NRC 18.4.2008
dinsdag 29 april 2008
De economie van de honger
PS. En naast dat artikel van afgelopen zaterdag zijn er inmiddels vervolg artikelen die ook de moeite waard zijn. De link naar het dossier:
http://www.washingtonpost.com/wp-srv/world/globalfoodcrisis/
sint Joris
Dat het de dag van het boek is zal wel te maken hebben met de sterfdata van Cervantes (van Don Quichote faam) en Shakespeare.
En hiernaast wat oude posters, waarvan er 1 nu echt niet meer kan.
Groeten uit Barcelona
zondag 20 april 2008
voedselcrisis
In de NRC wees Louise Fresco er gisteren terecht op dat er momenteel veel speculatie is in de markt, gezien de snelle stijging van prijzen, maar -bij tarwe- ook al weer een daling. Je ziet dat punt in de hoofdcommentaren weinig terug, maar eerder wees ik er ook al eens op dat dit wel eens een onderschatte factor zou kunnen zijn.
Veel bladen beperken zich momenteel tot beschrijvingen, dat geldt zelfs voor the Economist - de internationale cover staat hiernaast, Europese lezers moeten het helaas doen met Berlusconi op de voorkant.
Tijd dus voor een eerste aanzet van wat de overheden zouden moeten doen, naar mijn bescheiden, persoonlijke liberale mening:
- Het Europese landbouwbeleid (als ook dat in andere landen) verder hervormen. Er was al weinig reden voor dat beleid en de afbouw kan met deze hoge prijzen versneld worden doorgezet. Indertijd is landbouwbeleid in Europa opgezet voor de Europese eenwording en om de voedselproductie na de oorlog weer op te krikken, maar dat is geen reden om opnieuw de markt buiten werking te stellen. Zo kan het afschaffen van productiequota er toe leiden dat boeren meer gaan produceren en dat prijzen dalen. Dat geldt bijvoorbeeld voor melk. Gewassen zoals zetmeelaardappelen en suiker die we met subsidie telen, kunnen we beter vervangen door gewassen waar meer behoefte aan is.
- Ontwikkelinglanden moeten niet hun grenzen sluiten voor export (of dat bemoeilijken zoals in Argentinie). Het is verleidelijk om dat wel te doen en zo de prijs in de stad laag te houden, maar daarmee geef je de (locale) boeren geen prikkel de productie op te voeren. Natuurlijk is er wel reden om de allerarmsten (degene die met minder dan 2 dollar per dag moeten rondkomen bijvoorbeeld) te helpen, maar dat kun je dan beter gericht doen met voedselbonnen. Bij gesubsidieerde lagere prijzen in zijn algemeenheid profiteren juist ook de midden- en hogere klasse omdat die het meeste kopen; voedselbonnen zijn dus efficienter.
- Europa en met name Amerika moeten hun bio-brandstoffenprogramma op zijn minst heroverwegen en kunnen dit vermoedelijk maar het beste afschaffen. Netto lijkt het heel weinig bij te dragen aan de energievoorziening, het is zwaar gesubsideerd en ook nog op een manier (verplichte bijmenging) die weinig reageert op prijzen. Voor de wereldvrede is het logischer om te investeren in grote zonnecellen-farms in Noord Afrika die elektriciteit aan Europa leveren. Bovendien is er voorlopig nog olie genoeg (Brazilie heeft net weer nieuwe velden gevonden), en er is altijd nog kernenergie.
- Nog een heilig huisje waar we vanaf (of beter: aan) moeten: de GMO's. Veel landen hebben deze nieuwe technologie van genetische verandering voor productieverhoging ingezet (zodat Europa toch de nadelen wel meekrijgt), en landen die dat nog niet gedaan hebben, zullen wel over stag gaan bij deze voedselprijzen. Europa zou zich daar niet aan moeten onttrekken.
- Ontwikkelingslanden moeten gericht de locale productie stimuleren, onder andere door meer onderzoek en betere voorlichting. Let daarbij ook op alle voedsel dat na de oogst verloren gaat: er zijn schattingen dat minstens een derde, zo niet de helft van wat geoogst wordt niet de maag bereikt. Het gaat verloren in de keten of wordt door de consument wegegooid (soms uit onkunde). In die zin is er dus helemaal geen voedseltekort, het is een verdelingsvraagstuk.
- In Europa zouden we de landbouw in centraal en oosteuropa nog veel sterker kunnen stimuleren. Daar is er grond maar te weinig management, hier in het westen is er management en hebben we te maken met een kleine boerenvraagstuk. Vroeger verplaatsten we bedrijven van Brabant naar de IJsselmeerpolders, we halen Polen om hier de slachterijen te bemensen, dus wat is er op tegen Brabantse boeren te stimuleren in Slowakije aan de slag te gaan. Daartoe zouden die landen (en met name ook Oekraine, Wit-Rusland en Rusland) moeten zorgen voor een beter investeringsklimaat, ook met mogelijkheden om grond te kopen. Mooi meegenomen is dat het hier (Nederland, Vlaanderen, Bretagne) helpt aan de milieuproblematiek.
- De programma's voor plattelandsontwikkeling zouden daar wellicht een bijdrage aan kunnen leveren. De Franse hoogleraar Jean Christophe Burreau (nooit te beroerd om een heilig huisje ter discussie te stellen, zo weet ik uit eigen ervaring) wees er afgelopen week in een brief in het blad EuroChoices op dat het tijd wordt eens te kijken wat al die miljarden voor rural development nu eigenlijk opleveren. Als de 'return on investment' daarvan niet groot is, kunnen we een deel daarvan misschien wel beter gebruiken voor de kennisontwikkeling in de landbouw in ontwikkelingslanden en voor de voedselbonnen.
- En tot slot: in een aantal landen als Haiti en Kameroen zijn de voedselprotesten vooral de druppel in de al volle emmer. De gang van zaken in een goed landbouwland als Zimbabwe is een ramp. Democratien kennen geen hongersnoden is de stelling van Nobelprijswinnaar Amartya Sen. Hier is allereerst good governance nodig.
Tot slot: al deze maatregelen lijken zinvol, ook als volgend jaar blijkt dat de productie overvloedig is, de vraag door recessies teruggelopen en de marktprijzen weer gedaald zijn. We hoeven er dus geen spijt van te hebben.
Discussies en aanvullingen welkom!
zaterdag 19 april 2008
bezoekjes
Het voorjaar bracht me gisteren anderhalf uur op de Keukenhof. Ik mocht er een aantal Brusselse gasten rondleiden, na stevige beraadslagingen in het Haagse. De plek waar in de wereld de meeste fotos per jaar worden genomen, deed zijn werk en staat er fraai bij. Zoek je nog een uitje, dan is het nu de tijd.
Voor slechter weer verwijs ik je naar de website CAP Health Check. Afgelopen dagen voerde ik er met een Engelse collega een discussie over het wel of niet renationaliseren van voorlichtingsdiensten in het kader van de gewijzigde situatie in de landbouw, en er staat een heel interessante podcast op over de blijkbaar naderende WTO deal en de effecten op de landbouw.
vrijdag 18 april 2008
futuristisch eten
donderdag 17 april 2008
dikzak
Overigens zag ik pas een presentatie over de toename van obesitas in Nederland. Dat verschijnsel begon zijn opmars 15 jaar geleden vanuit Noord-Oost Nederland. Een regio met vroeger veel fysieke arbeid (strokarton, scheepsbouw) en later veel werkeloosheid. En de samenhang tussen obesitas en sociaal-economische klasse is veelvuldig aangetoond.
Het zou dus best eens kunnen dat de sterke spreiding in inkomens in de jaren negentig (die weer samenhangt met de wereldwijde stijging van inkomens en liberalisering) de toename van obesitas mede heeft veroorzaakt. Heeft daar wel eens iemand goed naar gekeken en wat betekent dat dan voor smaaklessen en andere opvoedkundige programma's?
Scheldwoorden die worden afgeleid van lagere sociale klassen hebben ook een lange traditie. Misschien past dikzak dus in het rijtje zigeuner, neger, boer. Maar in dit geval zou het naast de negatieve effecten van pesterijen ook positieve op de gezondheid kunnen hebben.
woensdag 16 april 2008
Teltijd
Lijstje WUR impact
- Gatze Lettinga (anaerobische waterzuivering)
- Jo Hautvast (menselijke voeding)
- Rommert Politiek (veeveredeling)
- C.T. de Wit (productie ecologie)
- Marcel Dicke (entomologie)
- Maarten Koornneef (plantenveredeling)
- Anne van den Ban (voorlichtingskunde)
- Thieu Meulenberg (marketing)
dinsdag 15 april 2008
hoe gaan we heten?
Maar er moet dus nog een naam verzonnen worden, en dat gaat tegenwoordig via internet. Doe mee en bepaal hoe we gaan heten via welkenaam.nl
Ik geloof dat alleen de bewoners mogen stemmen, maar het lijkt me er nu juist om gaan dat mensen van elders weten waar ze ons moeten zoeken. Het heeft mij tenslotte jaren gekost voor ik een beeld had bij Landgraaf en Albrandswaard.
Gisteren heb ik voor de tuinders onder ons Oostland voorgesteld (die had de eerste 300 voorstellen nog niet gehaald terwijl de naam in het Westland en de agrarische pers al lang circuleert) en mijn stem uitgebracht op Zuidplaspolder. Klinkt net iets voller en internationaler dan het gewone Zuidplas. En we bouwen dan -tamelijk stupide- wel op het diepste punt van Nederland, maar je moet de goden niet verzoeken en met de naam al suggereren dat je in het water woont.
maandag 14 april 2008
columns in Cosun's jaarverslag
zondag 13 april 2008
AD's misinterpretatie van de rode donders
Wie van de A27 de A6 naar Emmeloord opdraait en de olifanten gepasseerd is, kan ze niet ontgaan: de 3 rode woontorens in Almere. Ze heten Rode Donders (zie foto), staan langs de Lage Vaart en zijn ontworpen door Liesbeth van der Pol.
Het AD had gisteren een leuk artikel met een wandeling langs Almere's vernieuwende architectuur, maar op het punt van deze woontoren was de journalist blijkbaar te weinig agrarisch ingevoerd. Beweerd werd dat de torens gemodelleerd zijn naar de graansilo's die in de polder hebben gestaan: "De gebouwen zijn geïnspireerd door oude graansilo's in de polder".
Maar dat is niet waar. Er hebben nauwelijks grote graansilo's gestaan in de polder (de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders bracht bij mijn weten bijna alle graan naar het silo-complex bij Lelystad), en als ze er al gestaan hebben dan waren ze niet van dit model. Van der Pol heeft zich overduidelijk laten inspireren door de vorm van de graansilo's in de mid-west van de VS en Canada. De website Het geheugen van Almere meldt dan ook subtiel: De Rode Donders van Liesbeth van der Pol langs de Lage Vaart hebben een relatie met graansilo’s en verwijzen naar de historische agrarische functie van Flevoland.
Dat had het AD dus even moeten checken, maar bij deze weer rechtgezet.
voorjaar in de polder
Eindelijk voorjaar. Gisteren was ik in Flevoland waar men blij was de bieten te kunnen zaaien en de aardappelen te poten. Tegelijkertijd ontvingen we ook weer een pakket formulieren voor de jaarlijkse meitelling met bijbehorende subsidies.
Maar ook voor de burger is de EU in Flevoland actief, zo zag ik. Het dorp waar ik ben opgegroeid heeft een wandelpad gesponsored gekregen. De internationalisatie zet ook anderszins door want het dorp is geinspireerd geraakt door de wandtapijten van Bayeux en men borduurt nu gesteund door EU Leader-gelden aan een Flevolandse versie van een meter of 60.
Een bruiloft bracht me weer terug in Elburg. Met EU gelden is ook het oude Elburgse havenhoofd gerestaureerd. Het was in de vijftiger jaren mee ingepolderd, dat is het nog steeds maar het is nu aan de kop weer van paalhoofden en water voorzien. En zo wordt de band versterkt tussen nieuw en oud land. Het vestingstadje zelf is nostalgischer en toeristischer dan ooit. Ik ging er begin 1964 een aantal maanden naar de lagere school en toen kende het nog stadsboerderijen en zelden toeristen. Nu is voor hen en de oude stadsbewoners zelfs het oude visafslagje opnieuw opgetrokken. Gelukkig is er meer dan nostalgie en is de internationalisatie ook in de mooie oude Groote Kerk doorgedrongen want de dominee mocht in het Engels gasten uit heel andere werelddelen welkom heten.
Kortom een mooie voorjaarsdag waarin de wereld waarin oud en nieuw verbonden worden, al of niet met wat subsidies, er weer een stuk zonniger uitziet.
zaterdag 12 april 2008
Vogelen des velds
vrijdag 11 april 2008
ruraal in de metro
De ontsporing in de Amsterdamse metro heb ik begin van de week even gemist, zo bleek vanavond bij het bekijken van het journaal. Dat kwam omdat ik in York zat voor een bijeenkomst van statistici en wetenschappers onder auspicien van de Verenigde Naties. De betrokken groep geeft een handboek uit over indicatoren om plattelandsontwikkeling meetbaar te maken. De VN vlag deed sommigen vermoeden dat ik in New York zat, maar het was in Old York bij het Engelse ministerie van Landbouw, DEFRA. Mooie gelegenheid om ook nog even de kathedraal te zien.
In de discussies leerde ik dat je bij platteland en plattelandsbeleid eigenlijk twee dingen moet onderscheiden. Ruraal heeft enerzijds te maken met landschap: het gaat om de 'countryside met verspreide bebouwing'. Dat laatste is overigens erg streekafhankelijk: je hebt ook platteland waar de bebouwing in de dorpen is (ook de boerderijen) of juist in een lijnbebouwing. Het beleidsvraagstuk is hier vooral: hoe betalen we voor het onderhoud - wat uiteenloopt van het deels agrarisch houden van onrendabele grond in berggebieden tot het zorgen dat gebieden niet volledig worden bebouwd (zoals in Nederland). Het gaat hier dus om grondgebruik, met als onderscheid ruraal / urbaan en bevolkingsdichtheid (density) als criterium. In dat geval is er in heel Nederland geen ruraal gebied te vinden, zeker niet als je meet op gemeenteniveau of hoger: dan wonen er al snel 150 mensen per vierkante kilometer.
Anderzijds heeft ruraal te maken met het beschikbaar zijn van voorzieningen, zoals arbeid, scholen en ziekenhuizen. Het gaat dan niet om landschap maar om de nabijheid (proximity) van voorzieningen. De Amerikanen gebruiken hiervoor het nuttige woord metropolitan area versus non-metro. Een metropolitan area is gebaseerd op een kern van 50.000 inwoners en rekent daaromheen alle gebied mee dat voor bv. werk naar deze stad pendelt - het is dus het concept van de economische arbeidsmarkt. In ons land hebben we non-metro gebieden overigens ook niet echt, vermoed ik.
De twee concepten betekenen dus ook dat je rurale gebieden binnen een metro kunt hebben (in Nederland bijvoorbeeld de Krimpenerwaard en vrijwel alle andere landbouwgebieden). Het echte probleem in plattelandsgebieden is dat van de rurale gebieden buiten de metro gebieden: die dreigen leeg te lopen door gebrek aan voorzieningen. Het ziekenhuis en de schoenenzaak ontbreken dan binnen rij-afstand (het metro concept is uberhaupt wel erg gebaseerd op de auto en houdt weinig rekening met Polen die in Nederland werken of met de ICT). Voor deze rurale non-metrogebieden is de vraag hoe we de leegloop begeleiden, of proberen te voorkomen.
Ziekenhuis
Als je een gebied dus duurzaam wilt houden zul je sneller moeten groeien dan de minimum omvang van een ziekenhuis, die door de kapitaalintensiteit en specialisatie tussen artsen snel in omvang toenemen. Bij de agrarische sector moet je dan niet zijn, zo constateerden verschillende sprekers.
Bij plattelandsontwikkeling gaat het immers om het creeren van banen en in de landbouw verdwijnen er juist banen en dat blijft ook zo door de mechanisatie. "Agriculture is part of the problem, not of the solution" zo meldde een Canadese collega. In de jaren 50 waren platteland en landbouw synoniem, nu niet meer. Overal is de landbouw maar een klein percentage van de economie en de werkgelegenheid. En een arbeidsplek in de landbouw vraagt vaak wel om veel kapitaal, zoals dure tractoren of gebouwen. Je kunt het dus beter zoeken in arbeidsintensieve sectoren als zorg, horeca, toerisme, natuurbeheer, om wat bedrijfstakken te noemen waar de landbouw zich mee zou kunnen verbinden. Veelzijdig platteland noemen we dat hier.
Gebieden die zich weten te handhaven, zo is o.a. de these van Robert Florida, weten vooral de creatieve en hoger opgeleide klasse aan zich te binden, bijvoorbeeld door goede voorzieningen ook op het vlak van natuur en buiten-recreatie. Deels is dat niet te beinvloeden (je hebt bergen en meren of niet), deels ook wel (voorkom verrommeling, zorg voor aantrekkelijk en toegankelijk landschap).
Tot slot bleek dat er geen behoefte is aan speciale plattelandsindicatoren om de vitaliteit van een gebied te meten. Het gaat om gewone, bekende indicatoren en die kun je dan uitsplitsen voor de gebieden ruraal/metro, ruraal/non-metro etc. Waarbij steeds weer blijkt dat in al die indicatoren (werkeloosheid, levensverwachting etc.) het onderscheid tussen de gebieden vrijwel verdwenen is. De achterstand van de jaren 50 is weggewerkt en ook sommige steden hebben het lastig, zoals in de Vogelaarwijken.
donderdag 10 april 2008
reclame voor eigen werk
Met dat intro maak ik graag reclame voor het artikel "Transities en Kondratieff" dat deze week verscheen in het aprilnummer van het blad Technische en Kwantitatieve Analyse, een blad van Reed Elsevier's Beleggers Belangen. Een Engelstalige versie, ook van mijn hand, voor aanvullingen vind je op SITAg
woensdag 9 april 2008
van [de] streek
Terecht merkt de auteur op dat het vooral mensen zijn in gematigde klimaatzones met een gedifferentieerde landbouw die zich dat in de kop halen. En omdat we de ananassen of koriander toch niet willen missen (c.q. nog niet ter plekke telen in dure onduurzame kassen zoals de Koreanen ooit deden met bananen) worden er dan uitzonderingen gemaakt. Met mooie termen als "marco-polo locavores" of "wild-card locavores". De laatste soort mag 3 producten op afstand per maaltijd of dag tot zich nemen.
maandag 7 april 2008
Langs de Vecht
Het is een leuke wandeling van zo'n 10 a 15 km schat ik, en weer een mooi voorbeeld van hoe door de scherpe stad-plattelandsgrens in ons land je dicht bij de stad meteen helemaal buiten kunt zijn. En desgewenst nog van het OV kunt profiteren ook.
Het is ook een route die weer eens duidelijk maakt hoeveel kapitaal er uit Amsterdam en de VOC tijd is neergeslagen in landgoederen langs de Vecht. Parijs had de Loire, maar met enige calvinistische bescheidenheid konden ze er hier ook wat van. Door de introductie van de Amsterdamsche Wisselbank werd geld goedkoop, in de 17e eeuw, en zie hier een van de gevolgen.
zondag 6 april 2008
Kom in de fabriek
Vooral na deelname door Aviko in de jaren negentig, de frietfabriek die zijn afval graag goed afgezet ziet, heeft het bedrijf een forse groei doorgemaakt en is nu zelfs aan het internationaliseren. En maakt daarmee ook deel uit van de biobased economy. Zo worden in de Nederlandse land- en tuinbouw afvalproducten tot waarde gebracht. Anderen zien er onwetend soms voedselverliezen in, maar in werkelijkheid is sprake van een verfijnd economisch systeem om productstromen tot een zo optimaal mogelijke bestemming te brengen.
Na 40 jaar dus een goede aanleiding voor een perfect feestje op een mooie locatie. Een lasershow presenteerde een nieuw logo van het bedrijf met nieuwe pay off ('voer met verstand') die slim aan advies en voedselveiligheid appeleert.
.
Kom van dat dak af
De fabrieksgesprekken gingen onder andere over het openhartige interview in de NRC van Annie Schreijer-Pierik, de CDA voorzitster van de 2e kamercommissie voor landbouw. Ze geeft er duidelijk in aan gedreven te zijn door de opbouw van het ouderlijke pachtbedrijfje naar een mooie eigen boerderij. Ze is dan ook bang voor de invloed van het grootkapitaal: haar uitspraak dat het wat dat betreft 5 voor 12 is zou wel eens erg waar kunnen zijn, al is voor mij de vraag of dat dan erg is. Ze mist tegen de achtergrond van de emancipatie van de sector de waardering voor de landbouw, maar ja die komt niet vanzelf. Onder een nieuw biertje van Bavaria dat naar de naam Swinckels luistert (leuk flesje) bedacht ik me dat DeFabrique ook wel weer bij zal dragen aan het onzinnige idee dat de landbouw uit Nederland verdwijnt.
Het kamerlid maakte zich ook erg boos op Jeroen Pauw vanwege zijn aftiteling in pseudo-twents. Op ons fabrieksfeestje maakte de presentatrice die fout ook, maar de in een smetteloos wit jasje geklede oude rocker Peter Koelewijn begreep hoe je boeren in beweging krijgt: je begint bij 'ons Brabanders'. Na 40 jaar schuur- en andere feestjes met de grootste klassieker uit de Nederlandse pophistorie eindelijk een keer live: 'kom van dat dak af'. Daar was geen woord Frans bij.
afrikaantje uit Tunis
zaterdag 5 april 2008
notities uit de intercity
vrijdag 4 april 2008
biologisch plastic
donderdag 3 april 2008
manage de mkb koe en zijn melker
Bij een bezoek aan Transforum kreeg ik een boekje met hun projecten. Bovenstaande tekst illustreert hun Dairy Adventure project over nieuwe bedrijfsvormen voor de Nederlandse melkveehouderij, waarbij ervaringskennis van geemigreerde melkveehouders wordt gebruikt. Ik was blij met deze quote, en daarom citeer ik hem hier ook, omdat hij een paar inzichten illustreert:
[a] ook voor onderzoekers en hun opdrachtgevers is het moeilijk om in te schatten aan welk onderzoek in de toekomst behoefte is,
[b] boeren zijn niet alleen meer op zoek naar technische kennis maar meer nog naar management training [hoewel het twijfelachtig is of dit ook voor genoemde melkveehouder geldt, die voorheen werkzaam was als directeur - zij het in de ambtenarij],
[c] boeren maken een keuze en als het niet in de Nederlandse wetenschap te vinden is, dan weet een Amerikaanse universiteit wellicht meer van het managen van bedrijven met 800 koeien en 10 werknemers, m.a.w. de kennismarkt is internationaal en
[d] de melkrobot is een goede mogelijkheid om lastige managementkennis en -kunde te vervangen door een machine waarvoor slechts wat technische kennis uit een boekje of handleiding moet worden opgenomen - embedded knowledge.
Ik hield me de afgelopen dagen bezig met het nadenken over het toekomstige kennissysteem en dan helpen dit soort voorbeelden wel. Je hoort er nog van.
Voor de goede orde: de foto is ooit elders in het Oosten van Duitsland genomen.