Pagina's

woensdag 30 april 2008

Houthakker overleden

Het kan door mijn korte vakantie komen, maar in de Nederlandse kranten heb ik het bericht van het overlijden van de beroemde in Nederland geboren en opgeleide econoom in Amerikaanse dienst, Hendrik Houthakker, gemist. Greg Manikow meldt het op zijn blog en linkt naar de Washington Post.
Houthakker is in Amsterdam geboren (als zoon van een kunsthandelaar), in Amsterdam afgestudeerd en later naar de VS vertrokken. Hielp Nixon en het vak over consumentengedrag.

plantenwelzijn

Zinloos geweld tegen planten is moreel verwerpelijk en planten krijgen in ieder geval niet het respect dat ze verdienen. Dat schrijft een Zwitsers federaal ethisch comite in een rapport over de waardigheid van plantaardige wezens, zo meldt het Wageningse blad Resource in de cursiefjes column van haar nummer van 17 april.

Na het dierwelzijn komt dus het plantwelzijn aanbod. Een paar jaar geleden hadden we op het werk bij het afscheid van een collega een zienerige spreekster te gast (het boomomhelsen moest toen nog beginnen) die dit al voorspelde. Tomatenplanten van 4 meter, er komt een tijd dat dat niet meer kan zo zei het medium. Ik vrees dat het dan ook geen verlate 1 april grap is.

Het Zwitserse comite vindt het onthoofden van planten (v/h het plukken van bloemen) in principe dan ook verwerpelijk. Gelukkig constateert men ook dat het simpele plezier van het plukken van bloemblaadjes van een madeliefje al genoeg reden is de menselijke ingreep te rechtvaardigen, zo meldt Resource. Maar het issue is gesteld, het blijft niet bij dierenwelzijn. Wees er als de kippen bij en richt alvast een partij op.

lijstje: nieuwe plattelandsromans

Schrijver zoekt boer, zo stelt Arjen Fortuin in een essay in de boekenbijlage van de NRC van vrijdag een week geleden. Hij verklaart de hausse in belangstelling van de schrijvers voor het platteland uit het feit dat deze omgeving aanzet tot het denken over veel meer dan het boerenbestaan. "Deze romans gaan over hoe mensen proberen houvast te vinden als hun bestan op zijn grondvesten begint te schudden. Hoe ze zich dan aan het verkeerde vastgrijpen, op de vlucht slaan of wild om zich heen slaan". En in de stedelijke omgeving kun je dat minder goed laten zien, daar is teveel ruis. Fortuins lijstje ter inspiratie voor de mei-vakantie:

  1. Gerbrand Bakker: Boven is het stil - over een literaire boerenzoon die zichzelf zoekt in de Noordhollandse weide

  2. Bernlef: De pianonman - boekenweekgeschenk over boerenzoon die vlucht voor zijn vader

  3. Rinus van de Coevering: Sneeuweieren - de ontwrichting van een Brabantse kippenboer

  4. Peter Delpeut: Het vergeten seizoen - Overijsselse pastoor en een dorpsheilige

  5. Anne-Gine Goemans: Ziekzoeken - over een ondernemerszoon in de Bollenstreek

  6. Martin Hendriksma: Familievrees - Drents worstmakersgeslacht wordt vermalen door de vooruitgang

  7. Gijs IJlander: Geen zee maar water - over een rattenvanger in de Wieringermeer

  8. Max Niematz: Kroonzicht - radicale fokkerij splitst een Gronings gehucht

Uit NRC 18.4.2008

dinsdag 29 april 2008

De economie van de honger

Een Amerikaanse collega attendeerde me op een voortreffelijk artikel in the Washington Post: the Economics of Hunger. Besteed m.i. terecht wat meer aandacht aan speculatie in de markt en het wegvallen van overschot-voorraden in een half geliberaliseerde markt dan we tot nu toe in de Nederlandse pers lezen. En wat te marginale aandacht aan bio-ethanol. Oordeel zelf.
PS. En naast dat artikel van afgelopen zaterdag zijn er inmiddels vervolg artikelen die ook de moeite waard zijn. De link naar het dossier:
http://www.washingtonpost.com/wp-srv/world/globalfoodcrisis/

sint Joris

We vierden Sint Joris (23 april) in Barcelona. St Joris (die van de draak) is als St Jordi de beschermheilige van Catalonie. Op die dag geef je haar een roos en zij geeft een boek. Een alleraardigst idee dat de bloemen- en boekhandels hier ook eens moesten promoten. Amsterdam geeft al het goede voorbeeld.
Dat het de dag van het boek is zal wel te maken hebben met de sterfdata van Cervantes (van Don Quichote faam) en Shakespeare.
En hiernaast wat oude posters, waarvan er 1 nu echt niet meer kan.

Groeten uit Barcelona

Je hebt een weekje berichten op deze blog moeten missen, want ik was in Barcelona. Voor een vergadering van de stuurgroep van het blad EuroChoices. Het gaat goed met het blad overigens, maar meer bijdragen en meer lezers zijn altijd welkom.
Goede gelegenheid dus voor een paar dagen vakantie om de stad van Gaudi te bezien. Opvallend toch altijd weer hoe er in goede economische tijden vernieuwend wordt gebouwd. En hoe in dit geval de industrialisatie samenging met een bouwstijl die teruggreep op de natuur, en toch hevig vernieuwend was.
Op de markt na was er weinig landbouweconomie in de stad. Wel een economisch raar fenomeen: het treinvervoer naar het vliegveld en andere plaatsen in de buurt is enige tijd gratis. Omdat er afgelopen tijd veel geklaagd was over slechte dienstverlening door de Renfa (de locale NS) is het nu al weken gratis reizen. Leuk voor de vakantiegangers, maar niet erg slim. Als men de seizoenabonnementen komend kwartaal goedkoper had gemaakt, hadden alleen de lokalen geprofiteerd, en juist ook de vaste klanten. Temeer daar er nu weer extra kosten waren van mensen die gratis tickets moesten uitdelen.

zondag 20 april 2008

voedselcrisis

Er is de laatste week meer geschreven over landbouw en voedselprijzen dan in jaren. IMF en Wereldbank slaan, met de Engelse premier Gorden Brown, alarm. Het regent hoofdartikelen, het Europees parlement gaat de biobrandstoffen heroverwegen en in Nederland is een debat uitgebroken of je nog wel landbouwgrond in natuur moet omzetten. Wat dat laatste betreft hebben enkelen, waaronder de directeur van Natuurmonumenten, er terecht op gewezen dat het vooral de steden zijn die landbouwgrond afnemen, minder de natuur. En dat je de landbouw in die gevallen niet hoort protesteren maar zich lekker laat uitkopen.

In de NRC wees Louise Fresco er gisteren terecht op dat er momenteel veel speculatie is in de markt, gezien de snelle stijging van prijzen, maar -bij tarwe- ook al weer een daling. Je ziet dat punt in de hoofdcommentaren weinig terug, maar eerder wees ik er ook al eens op dat dit wel eens een onderschatte factor zou kunnen zijn.
Veel bladen beperken zich momenteel tot beschrijvingen, dat geldt zelfs voor the Economist - de internationale cover staat hiernaast, Europese lezers moeten het helaas doen met Berlusconi op de voorkant.
Tijd dus voor een eerste aanzet van wat de overheden zouden moeten doen, naar mijn bescheiden, persoonlijke liberale mening:
  1. Het Europese landbouwbeleid (als ook dat in andere landen) verder hervormen. Er was al weinig reden voor dat beleid en de afbouw kan met deze hoge prijzen versneld worden doorgezet. Indertijd is landbouwbeleid in Europa opgezet voor de Europese eenwording en om de voedselproductie na de oorlog weer op te krikken, maar dat is geen reden om opnieuw de markt buiten werking te stellen. Zo kan het afschaffen van productiequota er toe leiden dat boeren meer gaan produceren en dat prijzen dalen. Dat geldt bijvoorbeeld voor melk. Gewassen zoals zetmeelaardappelen en suiker die we met subsidie telen, kunnen we beter vervangen door gewassen waar meer behoefte aan is.
  2. Ontwikkelinglanden moeten niet hun grenzen sluiten voor export (of dat bemoeilijken zoals in Argentinie). Het is verleidelijk om dat wel te doen en zo de prijs in de stad laag te houden, maar daarmee geef je de (locale) boeren geen prikkel de productie op te voeren. Natuurlijk is er wel reden om de allerarmsten (degene die met minder dan 2 dollar per dag moeten rondkomen bijvoorbeeld) te helpen, maar dat kun je dan beter gericht doen met voedselbonnen. Bij gesubsidieerde lagere prijzen in zijn algemeenheid profiteren juist ook de midden- en hogere klasse omdat die het meeste kopen; voedselbonnen zijn dus efficienter.
  3. Europa en met name Amerika moeten hun bio-brandstoffenprogramma op zijn minst heroverwegen en kunnen dit vermoedelijk maar het beste afschaffen. Netto lijkt het heel weinig bij te dragen aan de energievoorziening, het is zwaar gesubsideerd en ook nog op een manier (verplichte bijmenging) die weinig reageert op prijzen. Voor de wereldvrede is het logischer om te investeren in grote zonnecellen-farms in Noord Afrika die elektriciteit aan Europa leveren. Bovendien is er voorlopig nog olie genoeg (Brazilie heeft net weer nieuwe velden gevonden), en er is altijd nog kernenergie.
  4. Nog een heilig huisje waar we vanaf (of beter: aan) moeten: de GMO's. Veel landen hebben deze nieuwe technologie van genetische verandering voor productieverhoging ingezet (zodat Europa toch de nadelen wel meekrijgt), en landen die dat nog niet gedaan hebben, zullen wel over stag gaan bij deze voedselprijzen. Europa zou zich daar niet aan moeten onttrekken.
  5. Ontwikkelingslanden moeten gericht de locale productie stimuleren, onder andere door meer onderzoek en betere voorlichting. Let daarbij ook op alle voedsel dat na de oogst verloren gaat: er zijn schattingen dat minstens een derde, zo niet de helft van wat geoogst wordt niet de maag bereikt. Het gaat verloren in de keten of wordt door de consument wegegooid (soms uit onkunde). In die zin is er dus helemaal geen voedseltekort, het is een verdelingsvraagstuk.
  6. In Europa zouden we de landbouw in centraal en oosteuropa nog veel sterker kunnen stimuleren. Daar is er grond maar te weinig management, hier in het westen is er management en hebben we te maken met een kleine boerenvraagstuk. Vroeger verplaatsten we bedrijven van Brabant naar de IJsselmeerpolders, we halen Polen om hier de slachterijen te bemensen, dus wat is er op tegen Brabantse boeren te stimuleren in Slowakije aan de slag te gaan. Daartoe zouden die landen (en met name ook Oekraine, Wit-Rusland en Rusland) moeten zorgen voor een beter investeringsklimaat, ook met mogelijkheden om grond te kopen. Mooi meegenomen is dat het hier (Nederland, Vlaanderen, Bretagne) helpt aan de milieuproblematiek.
  7. De programma's voor plattelandsontwikkeling zouden daar wellicht een bijdrage aan kunnen leveren. De Franse hoogleraar Jean Christophe Burreau (nooit te beroerd om een heilig huisje ter discussie te stellen, zo weet ik uit eigen ervaring) wees er afgelopen week in een brief in het blad EuroChoices op dat het tijd wordt eens te kijken wat al die miljarden voor rural development nu eigenlijk opleveren. Als de 'return on investment' daarvan niet groot is, kunnen we een deel daarvan misschien wel beter gebruiken voor de kennisontwikkeling in de landbouw in ontwikkelingslanden en voor de voedselbonnen.
  8. En tot slot: in een aantal landen als Haiti en Kameroen zijn de voedselprotesten vooral de druppel in de al volle emmer. De gang van zaken in een goed landbouwland als Zimbabwe is een ramp. Democratien kennen geen hongersnoden is de stelling van Nobelprijswinnaar Amartya Sen. Hier is allereerst good governance nodig.

Tot slot: al deze maatregelen lijken zinvol, ook als volgend jaar blijkt dat de productie overvloedig is, de vraag door recessies teruggelopen en de marktprijzen weer gedaald zijn. We hoeven er dus geen spijt van te hebben.

Discussies en aanvullingen welkom!

zaterdag 19 april 2008

bezoekjes



Het voorjaar bracht me gisteren anderhalf uur op de Keukenhof. Ik mocht er een aantal Brusselse gasten rondleiden, na stevige beraadslagingen in het Haagse. De plek waar in de wereld de meeste fotos per jaar worden genomen, deed zijn werk en staat er fraai bij. Zoek je nog een uitje, dan is het nu de tijd.

Voor slechter weer verwijs ik je naar de website CAP Health Check. Afgelopen dagen voerde ik er met een Engelse collega een discussie over het wel of niet renationaliseren van voorlichtingsdiensten in het kader van de gewijzigde situatie in de landbouw, en er staat een heel interessante podcast op over de blijkbaar naderende WTO deal en de effecten op de landbouw.

vrijdag 18 april 2008

futuristisch eten


Gisteren had ik het genoegen de lunch te gebruiken in het Restaurant van de toekomst in Wageningen. Dat is op het eerste oog een zeer plezierig restaurant, maar in werkelijkheid gaat er een laboratorium achter schuil. Je wordt er door onzichtbare camera's geobserveerd zodat de cateraars van deze wereld hun aanbod nog beter op onze wensen kunnen afstemmen. Ze doen dat met dure techniek omdat we in enquetes toch niet de waarheid spreken. En ze testen er smaakproevers en nog veel meer.
De foto hiernaast van het restaurant van het verleden is 50 jaar oud, van de fameuze fotograaf Aart Klein die onder andere heel veel fraaie foto's gemaakt heeft over de Deltawerken. De website het geheugen van Nederland heeft een mooie digitale collectie. De foto toont de eetzaal op het werkeiland van de Haringvlietdam, die informeel naar de naam 'de vreetschuur' luisterde.
In vijftig jaar is er een hoop verandert, zelfs zonder onzichtbare camera's.

donderdag 17 april 2008

dikzak

Het herstellend vermogen van de maatschappij is soms groter dan je denkt. Neem nu obesitas. Ik las onlangs in de Telegraaf dat het meest gebruikte scheldwoord onder de jeugd bij pesterijen momenteel het woord "dikzak" is. Een mooie corrigerende kracht dus. De Franse overheid is al begonnen om nu het aanzetten tot anorexia strafbaar te stellen.

Overigens zag ik pas een presentatie over de toename van obesitas in Nederland. Dat verschijnsel begon zijn opmars 15 jaar geleden vanuit Noord-Oost Nederland. Een regio met vroeger veel fysieke arbeid (strokarton, scheepsbouw) en later veel werkeloosheid. En de samenhang tussen obesitas en sociaal-economische klasse is veelvuldig aangetoond.

Het zou dus best eens kunnen dat de sterke spreiding in inkomens in de jaren negentig (die weer samenhangt met de wereldwijde stijging van inkomens en liberalisering) de toename van obesitas mede heeft veroorzaakt. Heeft daar wel eens iemand goed naar gekeken en wat betekent dat dan voor smaaklessen en andere opvoedkundige programma's?

Scheldwoorden die worden afgeleid van lagere sociale klassen hebben ook een lange traditie. Misschien past dikzak dus in het rijtje zigeuner, neger, boer. Maar in dit geval zou het naast de negatieve effecten van pesterijen ook positieve op de gezondheid kunnen hebben.

woensdag 16 april 2008

Teltijd

Terwijl men bezig is op ons land de aardappelen te poten, buig ik me over de meitelling. Veel boeren (en hun adviseurs) zijn daar druk mee, en dat is verstandig want het levert de nodige subsidies op. Wat bij een econoom als mij wel wat vragen oproept: we krijgen dat onder andere omdat de graanprijzen begin jaren negentig verlaagd zijn, maar die zijn inmiddels sterk gestegen en uit de krant krijg ik de indruk dat het geld in Afrika aan consumentsubsidies voor de armsten of aan landbouwkundig onderzoek aldaar wellicht beter besteed zou zijn. We zullen er nog eens aan denken als het geld op de bankrekening staat.
Voor het zover is moet het formulier weer foutloos ingevuld. In ons geval van nevenbedrijf is dat niet zo simpel, de meitelling gaat nog steeds erg uit van het klassieke beeld van een landbouwbedrijf: een boerderij met grond met daarbij een of twee gezinnen die daar op werken. Wie een modernere vorm heeft (bv. in maatschap maar als nevenbedrijf) met een huis in het dorp en loonwerk voor de uitvoerende arbeid, vraagt zich regelmatig af hoe (huiskavel) of waarom (leeftijd levenspartner) een vraag moet worden ingevuld - nog afgezien van het feit dat de overheid al lang weet hoe oud mijn levenspartner is. Je zou vermoeden dat statistici en onderzoekers juist iets van deze moderne bedrijfsvormen zouden willen weten.
Zo kreeg ik ook een verkeerde kaart (van het postadres in het dorp, niet van de percelen), maar dat gaat een mevrouw van Directie Regelingen keurig herstellen.
Enfin, uiteindelijk lijkt het toch weer gelukt, voor de zekerheid gaat het nog maar even langs de accountant. Wat dan weer een probleem oplevert bij de invulling van de vraag over administratieve lasten: die gaat er vanuit dat of de ondernemer zelf of de adviseur er tijd aan besteed. In de praktijk zal het toch vaak beide zijn, vermoed ik.
Al met al is het voor de overheid niet simpel de administratieve lasten naar beneden te krijgen met de toenemende verscheidenheid in de maatschappij. Als onderzoekers wisten we dat overigens al want ook bij ons is het lastig de perfecte enquete te maken.

Lijstje WUR impact

De rector van Wageningen UR liet me een mooi boek toesturen ter gelegenheid van de 90ste verjaardag van de universiteit. Net als de nieuwste slogan heet het Science for Impact. Het bevat naast lezenswaardige artikelen ook een een aantal kaders waarin aandacht besteed wordt aan (historische) hooggeleerden waar Wageningen nu blijkbaar het meest trots op is als het gaat om maatschappelijke impact. Een lijstje in willekeurige volgorde:


  1. Gatze Lettinga (anaerobische waterzuivering)

  2. Jo Hautvast (menselijke voeding)

  3. Rommert Politiek (veeveredeling)

  4. C.T. de Wit (productie ecologie)

  5. Marcel Dicke (entomologie)

  6. Maarten Koornneef (plantenveredeling)

  7. Anne van den Ban (voorlichtingskunde)

  8. Thieu Meulenberg (marketing)

dinsdag 15 april 2008

hoe gaan we heten?

Ik woon in Zevenhuizen, maar binnenkort niet meer. De gemeente gaat fuseren met Nieuwerkerk aan den IJssel en Moordrecht: schaalvergroting is er niet alleen bij boeren maar ook bij ambtenaren. En anders worden we maar opgeslokt door Rotterdam.

Maar er moet dus nog een naam verzonnen worden, en dat gaat tegenwoordig via internet. Doe mee en bepaal hoe we gaan heten via welkenaam.nl

Ik geloof dat alleen de bewoners mogen stemmen, maar het lijkt me er nu juist om gaan dat mensen van elders weten waar ze ons moeten zoeken. Het heeft mij tenslotte jaren gekost voor ik een beeld had bij Landgraaf en Albrandswaard.

Gisteren heb ik voor de tuinders onder ons Oostland voorgesteld (die had de eerste 300 voorstellen nog niet gehaald terwijl de naam in het Westland en de agrarische pers al lang circuleert) en mijn stem uitgebracht op Zuidplaspolder. Klinkt net iets voller en internationaler dan het gewone Zuidplas. En we bouwen dan -tamelijk stupide- wel op het diepste punt van Nederland, maar je moet de goden niet verzoeken en met de naam al suggereren dat je in het water woont.

maandag 14 april 2008

columns in Cosun's jaarverslag


Als aandeelhouder ontving ik onlangs van Cosun (thuis hebben we het nog vaak over de SuikerUnie) hun jaaroverzicht over 2007. Vroeger, in de tijd van de tractor hiernaast, was zo'n rapportage een dik boek, gevuld met de jaarrekening en de voor een jaarverslag verplichte onderdelen als het directieverslag. Als bedrijfseconoom vond ik dat wel interessant, maar zulke jaarverslagen werden vermoedelijk slecht gelezen. Het bleef voor velen bij plaatjes kijken.

Terecht gaan bedrijven er dan ook toe over om de volledige jaarrekening maar op internet te zetten, en de jaarverslagen wat dunner te maken en verder op te leuken. De nieuwste trend wat dat opleuken betreft is om ook wat columnisten aan te trekken die een prikkelend cursiefje schrijven. Ik vermoed dat zulke bijdragen net als de foto's niet tot het jaarverslag en onder de wettelijke bepalingen dienaangaande vallen, en misschien is het ook wel verdedigbaar vanuit het MVO-stakeholder denken om dergelijke representanten van de maatschappij aan het woord te laten. En Cosun doet dat netjes door ze in aparte layout tussen de foto's te zetten, niet vermengd met "officiele" tekst.


Prikkelend

Prikkelend zijn de columns ook en uitgerekend in een periode waarin de suikerteelt via afbouw van subsidies wordt ingeperkt, gaan de columnisten op zoek naar produktieruimte. Dat is op zich al een prikkelend idee. Cees Veerman (die ondertekent als ondernemer, voorzitter Natuurmonumenten en twee maal hoogleraar) zet de toon dat de claims op ruimte steeds groter worden in dit land, maar dat de tijd dat we dachten dat landbouw minder areaal nodig had, nu wel achter ons ligt. Desalniettemin blijft zijn 3-lagen model zijns inziens nog relevant.

Twee landschapsarchitecten nemen de natuurontwikkeling op de korrel. Met name het feit dat het verlangen van terug naar de natuur de menselijke inmenging ontkent en er toe leidt dat betekenisvolle landschappen verrommelen en tot 'geheugenverlies' leiden omdat natuurgebieden slecht landschappelijk worden ingepland, moet het ontgelden.

Kan ik me in deze columnisten nog wel vinden, een TNO econoom komt met een wat al te eenzijdige blik. Zijn stelling is dat het gebruik van ruimte veel te goedkoop is omdat het gesubsidieerd is: gratis snelweggebruik, hypotheekrenteaftrek, sociale woningbouw. En dat leidt tot teveel vraag, en dus minder open ruimte (voor de landbouw).

Maar in dat rijtje subsidies zou het dan toch ook passen om de ruimtelijke ordening zelf te noemen, die er voor zorgt dat landbouwgrond nu veel goedkoper is dan zonder die ordening. Waar in de Hoekse Waard (om eens een bietenteeltgebied van de eerste columnist te noemen) sommige ondernemers de grond nog voor 20.000 euro in de boeken hebben staan en de marktwaarde ongeveer het dubbele is, krijg je een veelvoud als het in de woningbouw zou gaan. Zonder ruimtelijke ordening waren Rotterdam en Oud-Beierland veel minder compact van opzet en zouden meer op Los Angeles lijken.

Natuurlijk zou zonder ruimtelijke ordening de landbouwgrond maar een klein beetje duurder en de bouwgrond maar iets goedkoper zijn, maar de suggestie dat er te weinig ruimte voor bietenteelt of akkerbouw is omdat er op ander gebruik subsidie zit, lijkt me geen steekhoudend argument in de belangenbehartiging.

zondag 13 april 2008

AD's misinterpretatie van de rode donders



Wie van de A27 de A6 naar Emmeloord opdraait en de olifanten gepasseerd is, kan ze niet ontgaan: de 3 rode woontorens in Almere. Ze heten Rode Donders (zie foto), staan langs de Lage Vaart en zijn ontworpen door Liesbeth van der Pol.

Het AD had gisteren een leuk artikel met een wandeling langs Almere's vernieuwende architectuur, maar op het punt van deze woontoren was de journalist blijkbaar te weinig agrarisch ingevoerd. Beweerd werd dat de torens gemodelleerd zijn naar de graansilo's die in de polder hebben gestaan: "De gebouwen zijn geïnspireerd door oude graansilo's in de polder".

Maar dat is niet waar. Er hebben nauwelijks grote graansilo's gestaan in de polder (de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders bracht bij mijn weten bijna alle graan naar het silo-complex bij Lelystad), en als ze er al gestaan hebben dan waren ze niet van dit model. Van der Pol heeft zich overduidelijk laten inspireren door de vorm van de graansilo's in de mid-west van de VS en Canada. De website Het geheugen van Almere meldt dan ook subtiel: De Rode Donders van Liesbeth van der Pol langs de Lage Vaart hebben een relatie met graansilo’s en verwijzen naar de historische agrarische functie van Flevoland.

Dat had het AD dus even moeten checken, maar bij deze weer rechtgezet.

voorjaar in de polder



Eindelijk voorjaar. Gisteren was ik in Flevoland waar men blij was de bieten te kunnen zaaien en de aardappelen te poten. Tegelijkertijd ontvingen we ook weer een pakket formulieren voor de jaarlijkse meitelling met bijbehorende subsidies.

Maar ook voor de burger is de EU in Flevoland actief, zo zag ik. Het dorp waar ik ben opgegroeid heeft een wandelpad gesponsored gekregen. De internationalisatie zet ook anderszins door want het dorp is geinspireerd geraakt door de wandtapijten van Bayeux en men borduurt nu gesteund door EU Leader-gelden aan een Flevolandse versie van een meter of 60.

Een bruiloft bracht me weer terug in Elburg. Met EU gelden is ook het oude Elburgse havenhoofd gerestaureerd. Het was in de vijftiger jaren mee ingepolderd, dat is het nog steeds maar het is nu aan de kop weer van paalhoofden en water voorzien. En zo wordt de band versterkt tussen nieuw en oud land. Het vestingstadje zelf is nostalgischer en toeristischer dan ooit. Ik ging er begin 1964 een aantal maanden naar de lagere school en toen kende het nog stadsboerderijen en zelden toeristen. Nu is voor hen en de oude stadsbewoners zelfs het oude visafslagje opnieuw opgetrokken. Gelukkig is er meer dan nostalgie en is de internationalisatie ook in de mooie oude Groote Kerk doorgedrongen want de dominee mocht in het Engels gasten uit heel andere werelddelen welkom heten.

Kortom een mooie voorjaarsdag waarin de wereld waarin oud en nieuw verbonden worden, al of niet met wat subsidies, er weer een stuk zonniger uitziet.

zaterdag 12 april 2008

Vogelen des velds

Van DEFRA (zie de blog van gisteren) kreeg ik ook een pocketboekje met landbouwstatistieken over het UK: Agricultural Statistics in your pocket, 2007. Veel grafieken die we hier ook zouden kunnen maken. Maar 1 was er typisch Engels: de vogelstatistiek temidden van alle landbouwstatistieken. Sinds 1970 (het moment dat de Engelse boeren zich op het Europese landbouwbeleid gingen richten) is het aantal gespecialiseerde weidevogels tot 40% teruggelopen, momenteel stabiliseert het zich op dat lage niveau. Het aantal weidevogels dat ook andere gebieden gebruikt als broed en fourageerterrein bleef wel op peil, en groeide zelf iets. Of de gesuggereerde verbanden oorzakelijk zijn is me onbekend.

vrijdag 11 april 2008

ruraal in de metro


De ontsporing in de Amsterdamse metro heb ik begin van de week even gemist, zo bleek vanavond bij het bekijken van het journaal. Dat kwam omdat ik in York zat voor een bijeenkomst van statistici en wetenschappers onder auspicien van de Verenigde Naties. De betrokken groep geeft een handboek uit over indicatoren om plattelandsontwikkeling meetbaar te maken. De VN vlag deed sommigen vermoeden dat ik in New York zat, maar het was in Old York bij het Engelse ministerie van Landbouw, DEFRA. Mooie gelegenheid om ook nog even de kathedraal te zien.

In de discussies leerde ik dat je bij platteland en plattelandsbeleid eigenlijk twee dingen moet onderscheiden. Ruraal heeft enerzijds te maken met landschap: het gaat om de 'countryside met verspreide bebouwing'. Dat laatste is overigens erg streekafhankelijk: je hebt ook platteland waar de bebouwing in de dorpen is (ook de boerderijen) of juist in een lijnbebouwing. Het beleidsvraagstuk is hier vooral: hoe betalen we voor het onderhoud - wat uiteenloopt van het deels agrarisch houden van onrendabele grond in berggebieden tot het zorgen dat gebieden niet volledig worden bebouwd (zoals in Nederland). Het gaat hier dus om grondgebruik, met als onderscheid ruraal / urbaan en bevolkingsdichtheid (density) als criterium. In dat geval is er in heel Nederland geen ruraal gebied te vinden, zeker niet als je meet op gemeenteniveau of hoger: dan wonen er al snel 150 mensen per vierkante kilometer.

Anderzijds heeft ruraal te maken met het beschikbaar zijn van voorzieningen, zoals arbeid, scholen en ziekenhuizen. Het gaat dan niet om landschap maar om de nabijheid (proximity) van voorzieningen. De Amerikanen gebruiken hiervoor het nuttige woord metropolitan area versus non-metro. Een metropolitan area is gebaseerd op een kern van 50.000 inwoners en rekent daaromheen alle gebied mee dat voor bv. werk naar deze stad pendelt - het is dus het concept van de economische arbeidsmarkt. In ons land hebben we non-metro gebieden overigens ook niet echt, vermoed ik.

De twee concepten betekenen dus ook dat je rurale gebieden binnen een metro kunt hebben (in Nederland bijvoorbeeld de Krimpenerwaard en vrijwel alle andere landbouwgebieden). Het echte probleem in plattelandsgebieden is dat van de rurale gebieden buiten de metro gebieden: die dreigen leeg te lopen door gebrek aan voorzieningen. Het ziekenhuis en de schoenenzaak ontbreken dan binnen rij-afstand (het metro concept is uberhaupt wel erg gebaseerd op de auto en houdt weinig rekening met Polen die in Nederland werken of met de ICT). Voor deze rurale non-metrogebieden is de vraag hoe we de leegloop begeleiden, of proberen te voorkomen.

Ziekenhuis

Als je een gebied dus duurzaam wilt houden zul je sneller moeten groeien dan de minimum omvang van een ziekenhuis, die door de kapitaalintensiteit en specialisatie tussen artsen snel in omvang toenemen. Bij de agrarische sector moet je dan niet zijn, zo constateerden verschillende sprekers.

Bij plattelandsontwikkeling gaat het immers om het creeren van banen en in de landbouw verdwijnen er juist banen en dat blijft ook zo door de mechanisatie. "Agriculture is part of the problem, not of the solution" zo meldde een Canadese collega. In de jaren 50 waren platteland en landbouw synoniem, nu niet meer. Overal is de landbouw maar een klein percentage van de economie en de werkgelegenheid. En een arbeidsplek in de landbouw vraagt vaak wel om veel kapitaal, zoals dure tractoren of gebouwen. Je kunt het dus beter zoeken in arbeidsintensieve sectoren als zorg, horeca, toerisme, natuurbeheer, om wat bedrijfstakken te noemen waar de landbouw zich mee zou kunnen verbinden. Veelzijdig platteland noemen we dat hier.

Gebieden die zich weten te handhaven, zo is o.a. de these van Robert Florida, weten vooral de creatieve en hoger opgeleide klasse aan zich te binden, bijvoorbeeld door goede voorzieningen ook op het vlak van natuur en buiten-recreatie. Deels is dat niet te beinvloeden (je hebt bergen en meren of niet), deels ook wel (voorkom verrommeling, zorg voor aantrekkelijk en toegankelijk landschap).

Tot slot bleek dat er geen behoefte is aan speciale plattelandsindicatoren om de vitaliteit van een gebied te meten. Het gaat om gewone, bekende indicatoren en die kun je dan uitsplitsen voor de gebieden ruraal/metro, ruraal/non-metro etc. Waarbij steeds weer blijkt dat in al die indicatoren (werkeloosheid, levensverwachting etc.) het onderscheid tussen de gebieden vrijwel verdwenen is. De achterstand van de jaren 50 is weggewerkt en ook sommige steden hebben het lastig, zoals in de Vogelaarwijken.

donderdag 10 april 2008

reclame voor eigen werk

Een fraaie voorjaarsochtend, hier in het westen. Rood opgaande zon, witte weilanden en grondmist - het was een genoegen om naar IJmuiden te rijden. De route voerde langs Schiphol (waar ik gisteravond nog was op terugreis uit York - waarover morgen meer). En in IJmuiden spraken we over de transitie in de visserij.
Met dat intro maak ik graag reclame voor het artikel "Transities en Kondratieff" dat deze week verscheen in het aprilnummer van het blad Technische en Kwantitatieve Analyse, een blad van Reed Elsevier's Beleggers Belangen. Een Engelstalige versie, ook van mijn hand, voor aanvullingen vind je op SITAg

woensdag 9 april 2008

van [de] streek


De NRC van zaterdag (5.4.2008) had ook nog een verhaal onder de kop Ethisch eten over eten uit de eigen streek. Waaronder aandacht voor Marqt, die lekker, duurzaam en waar mogelijk ook nog uit de streek voorstaat. Wat er ethisch is aan uit de streek eten is me ook na dit stuk nog onduidelijk.
Terecht merkt de auteur op dat het vooral mensen zijn in gematigde klimaatzones met een gedifferentieerde landbouw die zich dat in de kop halen. En omdat we de ananassen of koriander toch niet willen missen (c.q. nog niet ter plekke telen in dure onduurzame kassen zoals de Koreanen ooit deden met bananen) worden er dan uitzonderingen gemaakt. Met mooie termen als "marco-polo locavores" of "wild-card locavores". De laatste soort mag 3 producten op afstand per maaltijd of dag tot zich nemen.

Het enige wat deze trends aantonen is dat de welvarende globaliserende mens ook in zijn eten op zoek is naar authenciteit. Slimme ondernemers spelen er op in.

maandag 7 april 2008

Langs de Vecht

In het mooie voorjaarzonnetje wandelden we gisteren vanaf de Chinese van der Valk in Breukelen langs de westelijke kanaaldijk van het Amsterdam-Rijn kanaal naar Maarssen. En na de koffie liepen we over het Zandpad langs de Vecht terug naar Breukelen. Vanaf het kanaal heb je goed uitzicht op een stukje weidegebied dat ooit nog bij het Groene Hart behoord heeft.

Het is een leuke wandeling van zo'n 10 a 15 km schat ik, en weer een mooi voorbeeld van hoe door de scherpe stad-plattelandsgrens in ons land je dicht bij de stad meteen helemaal buiten kunt zijn. En desgewenst nog van het OV kunt profiteren ook.

Het is ook een route die weer eens duidelijk maakt hoeveel kapitaal er uit Amsterdam en de VOC tijd is neergeslagen in landgoederen langs de Vecht. Parijs had de Loire, maar met enige calvinistische bescheidenheid konden ze er hier ook wat van. Door de introductie van de Amsterdamsche Wisselbank werd geld goedkoop, in de 17e eeuw, en zie hier een van de gevolgen.

Posted by Picasa

zondag 6 april 2008

Kom in de fabriek

De kassen heb ik gisteren gemist, want met zo'n 1500 veehouders was ik te gast in DeFabrique in Maarssen. In de oude mengvoederfabriek (als ik het wel heb van UT Delfia) vierden we het veertig jarig bestaan van Duynie b.v. Een toepasselijke locatie voor een feestje van een veevoerleverancier. Veertig jaar geleden opgericht door twee ondernemers om bijproducten uit de voedingsmiddelenindustrie af te zetten.
Vooral na deelname door Aviko in de jaren negentig, de frietfabriek die zijn afval graag goed afgezet ziet, heeft het bedrijf een forse groei doorgemaakt en is nu zelfs aan het internationaliseren. En maakt daarmee ook deel uit van de biobased economy. Zo worden in de Nederlandse land- en tuinbouw afvalproducten tot waarde gebracht. Anderen zien er onwetend soms voedselverliezen in, maar in werkelijkheid is sprake van een verfijnd economisch systeem om productstromen tot een zo optimaal mogelijke bestemming te brengen.
Na 40 jaar dus een goede aanleiding voor een perfect feestje op een mooie locatie. Een lasershow presenteerde een nieuw logo van het bedrijf met nieuwe pay off ('voer met verstand') die slim aan advies en voedselveiligheid appeleert.
.
Kom van dat dak af
De fabrieksgesprekken gingen onder andere over het openhartige interview in de NRC van Annie Schreijer-Pierik, de CDA voorzitster van de 2e kamercommissie voor landbouw. Ze geeft er duidelijk in aan gedreven te zijn door de opbouw van het ouderlijke pachtbedrijfje naar een mooie eigen boerderij. Ze is dan ook bang voor de invloed van het grootkapitaal: haar uitspraak dat het wat dat betreft 5 voor 12 is zou wel eens erg waar kunnen zijn, al is voor mij de vraag of dat dan erg is. Ze mist tegen de achtergrond van de emancipatie van de sector de waardering voor de landbouw, maar ja die komt niet vanzelf. Onder een nieuw biertje van Bavaria dat naar de naam Swinckels luistert (leuk flesje) bedacht ik me dat DeFabrique ook wel weer bij zal dragen aan het onzinnige idee dat de landbouw uit Nederland verdwijnt.
Het kamerlid maakte zich ook erg boos op Jeroen Pauw vanwege zijn aftiteling in pseudo-twents. Op ons fabrieksfeestje maakte de presentatrice die fout ook, maar de in een smetteloos wit jasje geklede oude rocker Peter Koelewijn begreep hoe je boeren in beweging krijgt: je begint bij 'ons Brabanders'. Na 40 jaar schuur- en andere feestjes met de grootste klassieker uit de Nederlandse pophistorie eindelijk een keer live: 'kom van dat dak af'. Daar was geen woord Frans bij. Posted by Picasa

afrikaantje uit Tunis

Een tijdje geleden vroeg ik hier waarom een afrikaantje (de bloem) een afrikaantje heet. Die blog deed een van de lezeressen in de boeken duiken en met wat heen en weer postings (zie de oorspronkelijke blog) lijkt het verhaal nu als volgt: de plant komt uit Mexico en moet op een van de eerste reizen van Columbus mee naar Europa gebracht zijn. Vervolgens heeft de plant zich ook over het mohammedaanse Noord Afrika verspreid en als Karel V in 1535 Tunis veroverd, brengt hij de bloem mee naar zijn hof in Brussel, waarna de bloem vanaf die tijd in het Nederlands Afrikaantje heet en in het Engels African Marigold. Wie meer weet, reagere.

zaterdag 5 april 2008

notities uit de intercity

Gisteren reisde ik naar Brussel, waar met een workshop een aftrap werd gegeven voor een driejarig project om de kostprijzen van agrarische producten beter te kunnen berekenen. Mijn bijdrage bestond eruit om vanuit de historie wat vragen bij het begin van dit project op te roepen. Zo waren kostprijzen in de jaren 50 en 60 heel belangrijk in het landbouwbeleid, terwijl het nu meer lijkt te gaan om het maken van nieuwe regels voor beheer van het landelijk gebied of het maken van kwaliteitsproducten. Maar wellicht maken kostprijzen ook op dat vlak een comeback. We gaan het uitzoeken.
De treinreis was een goede gelegenheid om even bij te lezen. Met instemming las ik de column van Jeroen de Koe in het Agrarisch Dagblad [3.4.2008] die naar aanleiding van de aanleg van het Wieringenmeer er op wijst dat dit meertje op de totale Nederlandse, Europese of wereldproduktie echt geen effect heeft. Hij wijst er ook nog op dat hij zelden hoort dat uit productie nemen erg is als er hoge prijzen voor woningbouw of industrie worden betaald, ofwel: hoe zuiver is de argumentatie.
Voedselprotesten
The Economist [29.3.2008] bericht over het feit dat hoge voedselprijzen op verschillende plekken in de wereld tot protesten en rellen leiden. Dat heeft weer tot gevolg dat sommige regeringen de grenzen voor export sluiten, waardoor de wereldmarktprijs verder oploopt en de productie binnenlands minder wordt gestimuleerd dan zou gebeuren zonder export-restricties. Het bontst maakt Argentinie het: dat vervalt in zijn oude gedrag om de export sterk te belasten via de instrumenten die in een crisissituatie een paar jaar geleden waren ingesteld. Het geld wordt besteed aan sociale voorzieningen in Buenos Aires. En dat net nu de boeren de verwachting hadden eens goed te gaan verdienen, na dalende prijzen en een zware periode waarin het land door een crisis geholpen moest worden. Met als gevolg dat de boeren er nu echt aan het muiten zijn geslagen met wegblokkades.
Ook de voedselhulp wordt op veel plekken onbetaalbaar. Het Amerikaanse beleid moet het daarbij ontgelden. "Een slimme manier om een dollar belastinggeld om te zetten in 50 cent die een ngo mag besteden" zo zegt een econoom van Cornell. Plus nog het feit dat voedselhulp vervoerd moet worden met Amerikaanse schepen en dat er al weer een nieuwe, veel geld kosten farmbill op stapel staat.
Het blad bespreekt verder nog een studie van de uit landbouweconomen kringen afkomstige Kym Anderson en Alan Winters: die rekenen uit dat de waarde van een Doha deal (de WTO onderhandelingen) minimaal 300 miljard dollar per jaar is, en vermoedelijk een veelvoud. Nog veel slimmer is wanneer we in de rijke landen 500.000 immigranten per jaar opnemen, zodat in 2025 3% van de bevolking uit immigranten bestaat. Daar verdienen we wereldwijd dan 675 miljard dollar mee. Zelfs als de dollar minder waard wordt (dan loopt dit bedrag trouwens in dollars op), kun je daar heel wat voedselsubsidies van betalen. Geert W. zou er veel veel betere films mee kunnen maken, en Rita V. een hoop politieke feestjes organiseren. Kortom: er ligt geld op straat, waarom rapen we dat niet op?
Tot slot nog een leuk feitje: Nieuw Zeeland verdient inmiddels meer aan de export van wijn dan van wol. En als de Italianen nog even doorgaan met het vervalsen van wijn, zal dat niet minder worden.

vrijdag 4 april 2008

biologisch plastic


Uit het Wageningse kreeg ik een boekje toegestuurd met voorbeelden uit de biobased economy: biologisch afbreekbare potten voor planten, biologisch afbreekbaar bindmateriaal, biologische kiemremmers voor aardappelen uit karwij en nog 6 voorbeelden van biologische producten die chemische producten kunnen vervangen.
Dit soort nuttige toepassingen staat onterecht te veel in de schaduw van de biobrandstoffen (waar veel kritiek op is). De verhalen zijn echter geen succesverhalen die allemaal van een leien dakje lopen. Vaak is het jaren worstelen en de auteurs hebben dan ook zo hun leerervaringen. Hier en daar krijg je wel de indruk dat een goede bedrijfskundige analyse van het business model van die vindingen wel op zijn plaats zou zijn.
En verder verdient het boekje een betere titel. Het heet "Doorbreken van de innovatieparadox". Niet alleen vraagt de lezer zich af of het nu gaat om doorbraken of over het proces van Het doorbreken, maar ook wordt het begrip innovatieparadox niet (goed) uitgelegd. Het wordt alleen in het voorwoord (wie leest er voorwoorden?) genoemd als het probleem dat vindingen na ontwikkeling bij een kennisinstelling in een niemandsland terecht komen en ongebruikt blijven.
Bij mijn weten is de innovatieparadox een europees jargon voor het feit dat we het internationaal gezien in de wetenschap goed doen (gezien citaties, patenten e.d.), maar niet qua innovativiteit in de economie. Dat is de paradox en dat komt wellicht doordat zaken niet worden opgepikt.
Maar al met al dus een inzichtelijke beschrijving dat er allerlei leuke bioplastics zijn: leuk idee toch dat je de violen gewoon met perspotje en al de grond in kunt stoppen?

donderdag 3 april 2008

manage de mkb koe en zijn melker

"wij ontdekten dat in de Nederlandse literatuur over melkveehouderij geen informatie te vinden was over onze grootste uitdaging: hoe mensen te managen bij een aanzienlijke bedrijfsomvang" - Piet Ritsema, melkveehouder die kort na 1989 naar Mecklenburg is geemigreerd.

Bij een bezoek aan Transforum kreeg ik een boekje met hun projecten. Bovenstaande tekst illustreert hun Dairy Adventure project over nieuwe bedrijfsvormen voor de Nederlandse melkveehouderij, waarbij ervaringskennis van geemigreerde melkveehouders wordt gebruikt. Ik was blij met deze quote, en daarom citeer ik hem hier ook, omdat hij een paar inzichten illustreert:
[a] ook voor onderzoekers en hun opdrachtgevers is het moeilijk om in te schatten aan welk onderzoek in de toekomst behoefte is,
[b] boeren zijn niet alleen meer op zoek naar technische kennis maar meer nog naar management training [hoewel het twijfelachtig is of dit ook voor genoemde melkveehouder geldt, die voorheen werkzaam was als directeur - zij het in de ambtenarij],
[c] boeren maken een keuze en als het niet in de Nederlandse wetenschap te vinden is, dan weet een Amerikaanse universiteit wellicht meer van het managen van bedrijven met 800 koeien en 10 werknemers, m.a.w. de kennismarkt is internationaal en
[d] de melkrobot is een goede mogelijkheid om lastige managementkennis en -kunde te vervangen door een machine waarvoor slechts wat technische kennis uit een boekje of handleiding moet worden opgenomen - embedded knowledge.

Ik hield me de afgelopen dagen bezig met het nadenken over het toekomstige kennissysteem en dan helpen dit soort voorbeelden wel. Je hoort er nog van.

Voor de goede orde: de foto is ooit elders in het Oosten van Duitsland genomen.

dinsdag 1 april 2008

non stop naar Oregon

Waarom schrijf je een weblog, word ik soms gevraagd. Wel, een van de redenen is dat het tot onverwachtse leuke dingen kan leiden. Zo was ik gisteravond op een party in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Daar gaf de governor van de Amerikaanse staat Oregon een uitstekend aangeklede borrel.
Ik was daar op uitnodiging van een van de lezers van deze weblog. Toen ik vorig jaar over Oregon blogde leidde dat tot wat e-mails en ik gaf een lokaal contact door. Dat was blijkbaar succesvol en zo kwam het dat ik werd uitgenodigd hem te vergezellen op dit partijtje.
En dat was dan weer georganiseerd omdat KLM/North West Airlines dit weekend een rechtstreekse vlucht Amsterdam Portland gestart is en op de inaugurele vlucht de governor met een delegatie naar Nederland afreisde. Er werden mooie woorden gesproken over Peter Stuijvesant, gemeenschappelijke waarden en normen tussen Nederland en Oregon en het werken aan een duurzamere wereld. Dat ging gepaard met champagne en het uitwisselen van cadeaus; ik heb niemand horen refereren aan het persbericht van Boeing die vorige week meldde dat het voor het milieu beter is een tussenstop te maken in plaats van veel kerosine mee te vervoeren voor lange afstanden. Feestjes moet je niet verpesten, maar het is dus duurzaam om op weg naar Azie in Dubai te winkelen. Hoewel volgens de KLM de reiziger met alle geweld non-stop wil vliegen.
We spraken er zo waar een landbouw-contact, over Portland's farmers market en bovenal de specialisatie in hop (vandaar de micro breweries) en in graszaad omdat ze milde, natte winters en droge zomers hebben (geteeld voor Nederlandse zaadverdelaars, dat weer wel). Tomaten worden in de winter in Portland goedkoper, zo was onze taxatie en ik hoop dat ze in de zomer wat van die goede kersen deze kant op meenemen.
Met een fles Oregonese Pinot Noir cadeau liep ik na een leuke ontvangst terug door de Dapperstraat naar het station Muiderpoort. Ik dacht aan de dichter - Domweg gelukkig. De natuur is er nog steeds beperkt tot een paar bomen. Maar in 10 uur vliegen sta je wel in zeer fraaie natuur in Noord Amerika. En de dollarkoers valt mee. Als je gaat - hou een weblog bij.