weblog over de toekomst van de Nederlandse landbouw en het platteland. Gemotiveerd vanuit het werk als econoom, de nevenfuncties als bestuurder en de woonomgeving van de moderator, maar als persoonlijke stellingname geheel buiten de verantwoordelijkheid van mijn werkgevers - zoals het hoort bij een weblog.
donderdag 30 april 2015
de familie in wijn
The Wine Economist buigt zich over de vraag waarom familiebedrijven succesvol zijn in wijn, op basis van het survey in the Economist over family businesses. Geen nieuws, maar wel leuke voorbeelden.
dinsdag 28 april 2015
Boerin
Een tijdje geleden kreeg ik De Boerin in handen. Een glossy die wordt uitgegeven door CRV, de fokkerijorganisatie, en de dames in de titel als doelgroep heeft. Leuk blad, de inhoud loopt uiteen van vakinformatie ("help mijn koe is niet drachtig") tot de human interest verhalen achter de vrouwen in de veehouderij. Zoals over carriere-switches ("boerin na een academische graad psychologie").
Vrouwen zijn zich meer bewust dan mannen van het zorgen voor een goed imago van hun bedrijf en de sector, zo las ik in een van de verhalen. Maar dat is niet de reden dat het blad wordt gemaakt. Ik begreep uit betrouwbare bron dat het met de groei van de bedrijven te maken heeft. Zodra een bedrijf boven de 80 a 100 koeien groeit, neemt de vrouw vaak een aantal taken in het bedrijf op zich, of wordt boerin. Omdat er teveel werk is voor de boer bij die bedrijfsomvang. Een betaalde kracht kan dan risicovol zijn, het is soms aantrekkelijker als de partner een handje uitsteekt. En die gaat dan vaak management-zaken doen, en zeker veelal de administratie en het contact met CRV. Omdat de boer zijn handen vol heeft aan zaken die meer fysieke kracht vragen zoals palen slaan. Boven de 200 koeien verandert dit patroon weer en komt de betaalde arbeid op het bedrijf waarmee de boer manager is geworden.
Vandaar de glossy. Interessant blad voor adverteerders dus, die zo de grotere groeiende bedrijven bereiken. We leren een paar zaken uit deze observatie: de ontwikkeling van de bedrijfsgrootte heeft dus duidelijk gevolgen voor de emancipatie van de vrouw, in ieder geval binnen het bedrijf waar ze vaak onderneemster zal worden. Dat element is beslist nog onderbelicht in de discussie over de mega-stallen. [tja, er zullen ook wel mensen zijn die vinden dat het beter is voor de emancipatie als er buiten het bedrijf wordt gewerkt].
Ten tweede geeft het weer eens aan hoe belangrijk het is om rekening te houden met de situatie van werkzaamheden en inkomen buiten bedrijf als je wilt voorspellen hoeveel bedrijven gaan groeien. Bedrijven waar de vrouw deels buiten bedrijf werkt maar een matig loon heeft en een matige arbeidssatisfactie (of in een sector waar veel ontslagen vallen) zal dus eerder op deze wijze uitbreiden dan de boer zonder partner of die met een hoogleraar sociologie is getrouwd. Goed dat daarom ook dergelijke data verzameld wordt, en modellen er (hopelijk) rekening mee houden.
maandag 27 april 2015
de water atlas
Vorige week kreeg ik als cadeautje bij een lezing de Bos Atlas Water. Iets om vandaag te bekijken, want de Majesteit schreef het voorwoord. Mooie atlas met een gebalanceerd overzicht van polders, Zuiderzee- en Deltawerken, waterlinies en nog veel meer. Met ook een paar grafieken van mijn LEI collega's en aandacht voor de ontwikkeling van de Eendragtspolder, alhier - zodat we er zelf ook in schetsvorm instaan. Desalniettemin staat hier binnen 24 uur 5 a 6 meter water als de dijk bij Rotterdam Alexander doorbreekt. Leuk (boek) voor buitenlandse gasten dus.
zondag 26 april 2015
the Farm Factory uit 1961
Een tijdje geleden meldde ik al het STT rapport van Autonome Robots tot Zilte Aardappels. Het rapport bevat een paar mooie toekomstverkenningen uit het verleden. Zoals het plaatje hierboven: een schets van futuroloog Arthur Radebaugh uit de Chicago Tribune van 1961, inmiddels dus meer dan 50 jaar geleden, in zijn strip 'Closer than we think". De tekst:
Agriculture in the world of tomorrow will be so mechanized that farms will actually resemble factories. Crops and livestock will be raised on regular schedules under uniform and carefully controlled conditions.
"Sensors," those automatic control devices for today's wonder machines, will be adapted to the requirements of precisions agriculture. They will take the place of human judgement in deciding and reacting to soil conditions, crop maturity, moisture levels, weather forecasting, feeding needs, etc. Bendix researcher W. E. Kock has reported that instruments to do this already exist or will soon be developed.
Mooie naam van de website trouwens: paleofuture.
zaterdag 25 april 2015
een appel voor apps voor appels op de Apple
De voorbereiding van de lezing van gisteren bij de PAL inspireerde me ook nog tot een blog voor de website van het LEI. Over personalised nutrition in een co-creatieproces met de jeugd.
vrijdag 24 april 2015
PAL lezing over de glastuinbouw
Vandaag besteedden we in de PAL Zuid-Holland aandacht aan de crisis in de glastuinbouw. Met een lezing van de Westlandse wethouder Theo Duijvestijn en een diagnose van mijzelf. Voor de powerpoints, zie de website van de PAL (vanaf volgende week) of -voor de mijne- nu al op slideshare..
.
.
zaterdag 18 april 2015
prikkel-voorbeelden
Ook interessant in aanvulling op de blog van gisteren: Frankrijk komt plattelandsdoktoren tekort vanwege een quotering van studenten in de jaren 90 en omdat partners van artsen geen werk vinden op het platteland, zo leer ik uit een ander artikel in de NRC. En de Fransen betalen de plattelandsdokter rechtstreeks in cash. En worden dus ge-nudged om niet onnodig op consult. Dat zou verklaren dat de kosten 20% lager liggen dan in andere landen.
Nog een voorbeeld dat incentives er toe doen: het hoge percentage in de oorlog weggevoerde Joden (10 a 15% meer dan in andere landen) verklaart oorlogslezingenman Ad van Liempt uit het feit dat we het enige land waren waar een premiestelsel op aanbrengen werd gehanteerd. Onduidelijk is wat de rol van onze handelsmoraliteit daarin is. Prikkels doen er toe.
Nog een voorbeeld dat incentives er toe doen: het hoge percentage in de oorlog weggevoerde Joden (10 a 15% meer dan in andere landen) verklaart oorlogslezingenman Ad van Liempt uit het feit dat we het enige land waren waar een premiestelsel op aanbrengen werd gehanteerd. Onduidelijk is wat de rol van onze handelsmoraliteit daarin is. Prikkels doen er toe.
vrijdag 17 april 2015
hoe gezond zijn medische apps?
Er zijn inmiddels heel wat medische apps. Ze meten je bloeddruk, hartslag en nog veel meer.
De validatie van die apps is een ander verhaal. Ze zullen best gecheckt zijn op het feit of ze goed meten. Maar of je gezonder wordt van al die metingen is minder duidelijk. Misschien wordt je er wel neurotisch van. Of leidt het tot onnodig extra doktersbezoek.
Er zijn ook geen referentiewaarden: langdurige metingen zijn er alleen voor ouderen of patiënten, niet voor gezonde mensen. Zo leer ik uit de NRC van vandaag die een stukje uit de BMJ aanhaalt.
Enfin zo gaat wel de epidemiologie het met big-data winnen van de random control testen, zo voorspelde iemand me deze week.
En aan het testen van de apps gaan we mogelijk wat doen met een nieuw project dat in september start. Dus leg ik even een site vast die veel medische apps bespreekt: iMedicalApps.
De validatie van die apps is een ander verhaal. Ze zullen best gecheckt zijn op het feit of ze goed meten. Maar of je gezonder wordt van al die metingen is minder duidelijk. Misschien wordt je er wel neurotisch van. Of leidt het tot onnodig extra doktersbezoek.
Er zijn ook geen referentiewaarden: langdurige metingen zijn er alleen voor ouderen of patiënten, niet voor gezonde mensen. Zo leer ik uit de NRC van vandaag die een stukje uit de BMJ aanhaalt.
Enfin zo gaat wel de epidemiologie het met big-data winnen van de random control testen, zo voorspelde iemand me deze week.
En aan het testen van de apps gaan we mogelijk wat doen met een nieuw project dat in september start. Dus leg ik even een site vast die veel medische apps bespreekt: iMedicalApps.
zondag 12 april 2015
De friutuur-zaken van Woerden
Concurrentie is goed voor lage prijzen en voor innovatie. Rivaliteit misschien ook wel. Een bekend voorbeeld zijn de bedrijven Adidas en Puma in Herzogenaurach, Beieren. Het begon met Puma, maar toen kregen de broers Dassler ruzie en zag Adidas het licht, beide bedrijven beconcurreren elkaar fors vanuit dezelfde stad.
En zo is Woerden de hoofdstad van de frituur-installaties. De NRC had er donderdag 9 april een mooi verhaal over.
Het begon na de oorlog met het bedrijf Florigo. Van Floris Goes, die tijdens zijn diensttijd in Wolverhampton het bereiden van fish and chips had gezien en bedacht dat het frituren wel efficienter kon. Hij begon samen te werken met ene Quirinus Bakker, die aanhangwagens maakte voor de ERU-smeltkaasfabriek - die van Goudkuipje.
Ruzie leidde tot een splitsing en Bakker begon een eigen frituurovenmerk: Perfecta. Daar bleef het niet bij. Van frituurovens ging het ook naar frituurwanden en dat leidde naast Florigo ook tot een bedrijf/merk Kiremko. Beide merken gingen ook in frietfabrieksinrichtingen. En dan is er QBTEC dat de bakwanden van Quirinus Bakker (QB) inlijfde.
Net als bij Puma en Adidias is of was de concurrentie tot op de werkvloer voelbaar: switchen van werkgever was not done. Stimulerende rivaliteit dus.
En zo is Woerden de hoofdstad van de frituur-installaties. De NRC had er donderdag 9 april een mooi verhaal over.
Het begon na de oorlog met het bedrijf Florigo. Van Floris Goes, die tijdens zijn diensttijd in Wolverhampton het bereiden van fish and chips had gezien en bedacht dat het frituren wel efficienter kon. Hij begon samen te werken met ene Quirinus Bakker, die aanhangwagens maakte voor de ERU-smeltkaasfabriek - die van Goudkuipje.
Ruzie leidde tot een splitsing en Bakker begon een eigen frituurovenmerk: Perfecta. Daar bleef het niet bij. Van frituurovens ging het ook naar frituurwanden en dat leidde naast Florigo ook tot een bedrijf/merk Kiremko. Beide merken gingen ook in frietfabrieksinrichtingen. En dan is er QBTEC dat de bakwanden van Quirinus Bakker (QB) inlijfde.
Net als bij Puma en Adidias is of was de concurrentie tot op de werkvloer voelbaar: switchen van werkgever was not done. Stimulerende rivaliteit dus.
zaterdag 11 april 2015
Paper in Farm Policy Journal
We publiceerden een paper over big data in agro in het Australische Farm Policy Journal. De uitgave is gedateerd Autumn 2015, dat kan down under. Een special over ICT en landbouw. Hier te bestellen.
vrijdag 10 april 2015
Nabranders
Mooie bijeenkomst gisteren in het Boerhaave Museum in Leiden rond de STT Toekomstverkenning. We geven een follow up met een platform. Namens Wageningen UR mocht ik de intentieverklaring ondertekenen, dus we gingen op de foto. Het resultaat staat online. De publicatie binnenkort ook, zo neem ik aan.
Verder scoort hiernaast de blogpost over Wageningen SU regelmatig hoog. Al eerder ontving ik per mail een leuke reactie van iemand die er als kind gewoond heeft, en nu is er bij de blogpost een mooie aanvulling van iemand die er als pas afgestudeerde vier jaar rijst teelde.
donderdag 9 april 2015
STT publiceert toekomstbeelden
De toekomst is rijk aan data, data analist is het vak van de toekomst. Waar zouden die kenniswerkers wonen, wie grijpt de regie over die datasets. Wie heeft de big data van boeren om te adviseren of je de aardappelen vandaag beregent of toch maar even wacht tot morgen. Waar koppelt men de data van wat we eten en hoe we bewegen aan onze kans op hartfalen en adviseert men een broodje zeewier of een verzekeringspolis?
Zonder twijfel heeft Silicon Valley met Google, Apple, UC Davis en Stanford de beste startpositie. Mogelijk komen China Telecom, Alibaba en de Chinese Academy of Agricultural Science snel naar voren gezien het geweldige aantal Chinese studenten. Is India een outsider die we over het hoofd zien? Zou een innige samenwerking van Wageningse agronomen, Leidse medici, Eindhovense ICTers,
Gentse biotechnologen, Frauenhofer en creatieve Amsterdamse start-ups dicht bij SARA en AMS-IX het oude continent nog een rol van betekenis kunnen laten spelen? Dat moet je niet hopen – daar zou je aan moeten gaan werken.
Bovenstaande tekst van mijn hand verscheen vandaag in een publicatie met een toekomstverkenning van de Stichting Toekomstbeeld der Techniek. Vanochtend op BNR, vanmiddag de presentatie in Boerhave, Leiden.
woensdag 8 april 2015
In het Japans
Vandaag kreeg ik een boekje uit Tokyo toegestuurd. Het Norinchukin Research Institute vertaalde ons rapport uit 2012 over het functioneren van Europese coöperaties. Geen nieuws dus en onleesbaar, maar toch leuk.
dinsdag 7 april 2015
microbiologie: qua vadis
Nog een interessante controverse die ik afleid uit dezelfde editie van The Economist van 28 maart 2015. Over de ontwikkelingsrichting van de microbiologie. Een onderwerp waar ik absoluut geen verstand van heb, maar onlangs werd ik er in Wageningen mee geconfronteerd omdat een aantal mensen die het kunnen weten ineens het onderwerp Synthetische Biologie uit de hoed hadden getoverd voor een investeringsplan.
In dat vak gaat het om het op maat maken van bacteriën en schimmels zodat ze bepaalde taken kunnen verrichten, zoals het opruimen van chemische verontreiniging (en dan niet overal gaan spuiten natuurlijk) of het voor vergisting beter afbreekbaar maken van planten.
Als je dat wil mag er wel een forse portie sociale innovatie bij, want The Economist wijst erop dat er ook een tegenovergestelde trend in hetzelfde vakgebied is: het beter begrijpen van fermentatie en daarmee de bestaande schimmels en bacteriën. Het aardige is dat je dat vooral in voedsel kunt doen: waar in het wild (bv. in de oceaan) het krioelt van bacteriën en schimmels en je de effecten door alle interactie nauwelijks kunt isoleren, kan dat in voedsel wel. In de kaas (Roquefort en andere) of worst of zelfs chocola zijn maar een of enkele schimmels werkzaam en kun je hun gedrag makkelijker begrijpen. Inmiddels is er ook de sterke aanwijzing dat je het terroir van wijnen daarmee kunt verklaren want de schimmels in de fermentatie zijn vaak schimmels die vanuit de bodem op het blad komen.
En als je zo de schimmels en bacteriën begrijpt kun je uit de natuur degene zoeken die je kunt inzetten voor het behandelen van afvalwater of omzetten van voedselafval in brandstof etc.
Hier kun je rond een investeringsbeslissing dus mooie dilemma's creëren: gaan we zoeken in de natuur of gaan we ze maken. Maakt het daarbij uit of je een risico loopt dat "maken" aan het GMO debat wordt gekoppeld?. Maakt het wat uit dat je in Europa misschien door al die recepten van voedsel waarmee we schimmels en bacteriën hebben leren inzetten, misschien een concurrentievoordeel op onderzoek in de VS hebt? Is zoeken in de natuur wellicht aantrekkelijker omdat het zich meteen zou kunnen terugbetalen omdat je de kennis toepast in nieuwe wijnen en worsten? Of gaat maken sneller en gerichter? Maakt het wat uit of je het onderzoek moet co-financieren in een PPS biobased met chemieconcerns in Nederland of als je dit doet in kader van voedingsonderzoek in Franse kaas en Spaanse worst ?
Allemaal afwegingen die een investeringsplan compliceren. Hopelijk worden ze goed en expliciet gemaakt.
In dat vak gaat het om het op maat maken van bacteriën en schimmels zodat ze bepaalde taken kunnen verrichten, zoals het opruimen van chemische verontreiniging (en dan niet overal gaan spuiten natuurlijk) of het voor vergisting beter afbreekbaar maken van planten.
Als je dat wil mag er wel een forse portie sociale innovatie bij, want The Economist wijst erop dat er ook een tegenovergestelde trend in hetzelfde vakgebied is: het beter begrijpen van fermentatie en daarmee de bestaande schimmels en bacteriën. Het aardige is dat je dat vooral in voedsel kunt doen: waar in het wild (bv. in de oceaan) het krioelt van bacteriën en schimmels en je de effecten door alle interactie nauwelijks kunt isoleren, kan dat in voedsel wel. In de kaas (Roquefort en andere) of worst of zelfs chocola zijn maar een of enkele schimmels werkzaam en kun je hun gedrag makkelijker begrijpen. Inmiddels is er ook de sterke aanwijzing dat je het terroir van wijnen daarmee kunt verklaren want de schimmels in de fermentatie zijn vaak schimmels die vanuit de bodem op het blad komen.
En als je zo de schimmels en bacteriën begrijpt kun je uit de natuur degene zoeken die je kunt inzetten voor het behandelen van afvalwater of omzetten van voedselafval in brandstof etc.
Hier kun je rond een investeringsbeslissing dus mooie dilemma's creëren: gaan we zoeken in de natuur of gaan we ze maken. Maakt het daarbij uit of je een risico loopt dat "maken" aan het GMO debat wordt gekoppeld?. Maakt het wat uit dat je in Europa misschien door al die recepten van voedsel waarmee we schimmels en bacteriën hebben leren inzetten, misschien een concurrentievoordeel op onderzoek in de VS hebt? Is zoeken in de natuur wellicht aantrekkelijker omdat het zich meteen zou kunnen terugbetalen omdat je de kennis toepast in nieuwe wijnen en worsten? Of gaat maken sneller en gerichter? Maakt het wat uit of je het onderzoek moet co-financieren in een PPS biobased met chemieconcerns in Nederland of als je dit doet in kader van voedingsonderzoek in Franse kaas en Spaanse worst ?
Allemaal afwegingen die een investeringsplan compliceren. Hopelijk worden ze goed en expliciet gemaakt.
maandag 6 april 2015
melk moet?
Het is bon ton om beweren dat dieren maar een omwegproductie zijn voor voedsel. Als je veel mensen te eten wil geven, dan moet je niet eerst je grond gebruiken om veevoer te telen en dan melk drinken of vlees eten. Ga meteen voor vegetarisch. De Japanse route zou je kunnen zeggen: veel vis en plantaardig voedsel. Want er was weinig ruimte in het overbevolkte eilandenrijk.
Historisch onzin, zo beweert Justin Cook van de Universiteit van California impliciet in een paper in de Journal of Economic Growth, en waarover The Economist vorige week een stukje schreef dat eigenlijk een vertaling waard is.
Cook keek welke bevolkingen in 1500 melk konden drinken. Dat deed hij door van bevolkingsgroepen te schatten of ze tegen lactase kunnen (Zweden: 96%, delen van zuidelijk Afrika en Zuidoost Azië vrijwel niet), op basis van de huidige lactase-tolerantie (of zo je wilt: persistentie na de moedermelkperiode) en de historische migraties. En wat blijkt: een standaardafwijking lactase-persistentie extra en de bevolkingsdichtheid kon 40% hoger zijn.
Met andere woorden: wie tegen melk kon, ging efficiënter met resources om. Want de dieren waren in een tijd zonder kunstmest nodig voor mest, en voor kleding (wol), vlees, en bovenal als trekkracht om te ploegen. En je kwam efficiënt aan voedingsstoffen als ijzer en vitaminen en nog wat zaken. Bovendien kon de bevolking in gebieden met een te lage bevolkingsdichtheid (die net waren gekoloniseerd door de mens) sneller groeien omdat de speentijd van baby's afneemt, ofwel de intergeboortetijd afeemt als melk als substituut voor moedermelk wordt ingezet.
En die hoge bevolkingsdichtheid leidde natuurlijk tot agglomeratie-effecten: meer infrastructuur, meer handel en specialisatie, meer administratieve systemen. En dat blijft vaak in stand door de eeuwen heen, dus daar waar je in pre-koloniale tijden hoge bevolkingsdichtheden vond, je die nog vindt. (ja er zijn uitzonderigenn: de Maya's en Inca's). The Economist vindt dat het idee verder uitgemolken kan worden: zo waren er in zuidoost Azië redelijk lactase-tolerante groepen die anderen er niet uitdrukten. Rara?
En - zo voeg ik daar aan toe- zitten deze dynamische effecten in de modellen die ons tot de conclusie leiden dat de dieren inefficient zijn als we in een wereld zonder kunstmest zouden leven?
Historisch onzin, zo beweert Justin Cook van de Universiteit van California impliciet in een paper in de Journal of Economic Growth, en waarover The Economist vorige week een stukje schreef dat eigenlijk een vertaling waard is.
Cook keek welke bevolkingen in 1500 melk konden drinken. Dat deed hij door van bevolkingsgroepen te schatten of ze tegen lactase kunnen (Zweden: 96%, delen van zuidelijk Afrika en Zuidoost Azië vrijwel niet), op basis van de huidige lactase-tolerantie (of zo je wilt: persistentie na de moedermelkperiode) en de historische migraties. En wat blijkt: een standaardafwijking lactase-persistentie extra en de bevolkingsdichtheid kon 40% hoger zijn.
Met andere woorden: wie tegen melk kon, ging efficiënter met resources om. Want de dieren waren in een tijd zonder kunstmest nodig voor mest, en voor kleding (wol), vlees, en bovenal als trekkracht om te ploegen. En je kwam efficiënt aan voedingsstoffen als ijzer en vitaminen en nog wat zaken. Bovendien kon de bevolking in gebieden met een te lage bevolkingsdichtheid (die net waren gekoloniseerd door de mens) sneller groeien omdat de speentijd van baby's afneemt, ofwel de intergeboortetijd afeemt als melk als substituut voor moedermelk wordt ingezet.
En die hoge bevolkingsdichtheid leidde natuurlijk tot agglomeratie-effecten: meer infrastructuur, meer handel en specialisatie, meer administratieve systemen. En dat blijft vaak in stand door de eeuwen heen, dus daar waar je in pre-koloniale tijden hoge bevolkingsdichtheden vond, je die nog vindt. (ja er zijn uitzonderigenn: de Maya's en Inca's). The Economist vindt dat het idee verder uitgemolken kan worden: zo waren er in zuidoost Azië redelijk lactase-tolerante groepen die anderen er niet uitdrukten. Rara?
En - zo voeg ik daar aan toe- zitten deze dynamische effecten in de modellen die ons tot de conclusie leiden dat de dieren inefficient zijn als we in een wereld zonder kunstmest zouden leven?
zondag 5 april 2015
kapitalisme en democatie
Veelal wordt beweerd dat (volks)kapitalisme en democratie hand in hand gaan: het kapitalisme leidt tot welvaart en rijkere mensen willen inspraak voor ontplooiing.
De NRC van vrijdag had een interessant interview met de Duitse socioloog Wolfgang Streeck, die in 1946 in het mij bekende Lengerich is geboren (mocht je er komen: er is een uitstekende ijssalon).Streeck beweert dat kapitalisme en democratie in essentie onverenigbaar zijn of althans fors botsen
Hij vindt de periode na de oorlog een uitzondering: de wederopbouw en de gemeenschappelijke vijand van het communisme. De stappen daarna schetst Streeck als volgt:
De NRC van vrijdag had een interessant interview met de Duitse socioloog Wolfgang Streeck, die in 1946 in het mij bekende Lengerich is geboren (mocht je er komen: er is een uitstekende ijssalon).Streeck beweert dat kapitalisme en democratie in essentie onverenigbaar zijn of althans fors botsen
Hij vindt de periode na de oorlog een uitzondering: de wederopbouw en de gemeenschappelijke vijand van het communisme. De stappen daarna schetst Streeck als volgt:
- eind jaren 60: dalende groei, bedrijven willen meer ruimte voor groei, burger loonverhogingen, dat was men gewend. Oplossing: regeringen kiezen voor inflatie
- VS eind jaren 70 inflatie loopt op tot 20%. Overheden gaan geld lenen om sociale voorzieningen in stand te houden of uit te breiden. Om die leningen gemakkelijk te krijgen werden financiële markten geliberaliseerd. Tatcher en Reagan.
- In de jaren 90 waren de overheidsschulden zo hoog dat de markten dat niet meer pikten. Gevolg: privatiseringen en bezuinigingen. Naast nog meer deregulering.
- Ook burgeres kunnen nu makkelijker lenen: staatsschuld daalt wel, maar de private schuld explodeert. In 2008 klapt de boom.
- Overheid nam veel schulden over, o.a. van banken. Daarom extreme bezuinigingen. Stagenerende economie, met als gevolg dat we nu geld bijdrukken
vrijdag 3 april 2015
discussie
Geen blogs de afgelopen dagen, de avonduren werden besteed aan een discussie op Foodlog. Over de rol van onderzoeksinstituten in berekeningen rond de Veewet en modernere vormen van beleidsevaluatie. Voor wie het na wil lezen: zie hier.
Abonneren op:
Posts (Atom)