Om energie te besparen, de Amerikanen noemen het niet voor niets Daylight saving time. Niet dat er daglicht wordt gespaard, alleen gaat de mens er beter mee om. Nu steeds meer processen 24 uur doorgaan, is dat effect wel steeds geringer. En sommigen wijzen op een groot substitutie-effect: door de langere zomeravond gaan we eerder een avondje naar de boulevard en drinken daar uit de koelkast een roseetje, en wordt er dus per saldo misschien wel helemaal geen energie bespaard, maar extra aangewend.
Maar is er wel toegenomen levensvreugde en welvaart (ten opzichte van de variant thuis met een boek bij de schemerlamp op de bank), en als dat de kosten van de energie waard is, dan moet je wel de tijd verzetten, en is het subsititutie-effect geen argument tegen. Energiebesparen is geen doel op zich.
Stadse mensen denken nog wel eens dat het voor boeren aantrekkelijk is dat de tijd wordt verzet, maar dat betwijfel ik. Natuurprocessen en daarmee een deel van het boerenwerk onttrekken zich toch al aan de kloktijd en planten groeien niet langer en beter want -in tegenstelling tot wat de amerikanen denken- er is nog evenveel daglicht. Maar door het verzetten van de tijd worden sommige van die processen wel duurder.
Hooien en dorsen kun je pas als het product droog is en de dauw uit de velden is opgetrokken. Ook spuiten vraagt vaak om weinig wind, en wordt meer dan gemiddeld bij het vallen van de avond gedaan. De zomertijd heeft tot gevolg dat het eerder avond is, en je dus eerder in overwerktarieven van medewerkers zit. Want waar zonder zomertijd het product om 10.00 uur dorsbaar zou zijn, is dat nu 11.00 uur. En stop je niet om 21.00 uur maar 22.00 uur.
Maar ook hier geldt dat door de flexibilisering van arbeid in de 24uurs economie dat effect wellicht niet meer zo zwaar telt dan twintig jaar geleden. Eigenlijk wordt het wel eens tijd voor een studie naar de voor- en nadelen van de zomertijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten