Andere artikelen uit The Economist van vorige week betreffen quinoa en frisdrank. Quinoa is aan een opmars bezig. Na de hype is de markt overvoerd geraakt, maar nu neemt toch de productie weer toe, o.a. ook in Zuid-Europa. Een van de reden is dat de aanvoer van kleine boeren uit de Andes vaak onregelmatig is, niet alleen in de tijd onvoorspelbaar maar partijen komen ook van teveel boeren die allerlei rassen gebruiken. Dat levert in de voedingsmiddelenindustrie problemen op: die willen homogeniteit voor de voorspelbaarheid van gedrag van het zaad in voedselbereiding.
Wat betreft de frisdrank hebben economen nu de optimale belasting berekend voor de Amerikaanse markt. Een belasting op soda's is regressief: arme mensen kopen twee keer zoveel frisdrank dan de rijkste huishoudens. De kloof tussen gewenste en daadwerkelijke consumptie is dus vooral groot bij het armere deel der bevolking. Het gemiddelde huishouden zou bij perfecte kennis en perfecte zelfbeheersing om korte en lange termijneffecten te wegen een derde minder consumeren. Arme huishoudens de helft minder. Als de prijs elastisch is (wat het geval is) dan is een belasting effectief: de arme mensen gaan er immers qua gezondheid op vooruit en dat weegt op tegen het regressieve effect dat ze armer worden. Zou de prijs inelastisch zijn, dan domineert het regressieve effect en zou je inkomen moeten overhevelen via een subsidie. De onderzoekers berekenen de optimale belasting op 1 a 2 cent per ounce softdrink. Diverse Amerikaanse steden zitten nu op 1 cent. Dat lijkt nog niet zo gek, want als het in de ommelanden niet gebeurt, gaan mensen elders winkelen en is de optimale belasting maar 0.5 cent. Overigens zijn er al ongeveer 40 landen en 7 Amerikaanse steden die een belasting op suikerhoudende dranken hebben, zo meldt het blad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten