Zuidholland beschikt over een cultuurhistorische atlas, zo werd me vrijdag in de PAL gewaar. Er is heel wat beeldbepalend erfgoed. Deels van voor 1500.
Op dat moment (1500) was de delta grotendeels natuurlijk. Zij het dat er al heel wat is ingepolderd en bedijkt. De Romeinen hielden zich hier bij het begin van de jaartelling al bezig met ontwateren. Maar vanaf de 12e eeuw komt er onder leiding van klooster vaart in. Dat leidde al gauw tot kleinschalige polderbesturen en streekwaterschappen. Vanaf de 13e eeuw worden dat grotere verbanden, nodig door de inklinking van de grond. Hoogheemraadschap Rijnland wordt voor het eerste genoemd in 1255. Schieland in 1273. Delfland 1289.
Men gebruikte sluisjes maar ook hoosvaten, handmolens, en tredmolens of paardenmolens. In 1408 wordt de eerste watermolen op windkracht in Holland gemeld. Bij Alkmaar, nog hetzelfde jaar gevolgd door een in Zoeterwoude op kasteel Cronestein, eigendom van Floris van Alkemade, die ook mede-eigenaar van de molen in Alkmaar was.
Dordt kreeg in 1220 stadsrechten van de Hollandse graaf Willem 1 en in 1299 stapelrecht. Vele andere steden zouden in de late Middeleeuwen volgen. Waar rond 1300 Holland nog erg achterliep op Vlaanderen als het om het aantal steden gaat, in 1500 kende dit gebied de hoogste stedendichtheid van Europa.
Uit: Beeldbepalend erfgoed Zuid-Holland, provincie Zuid-Holland, 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten