Na 50 reacties op
mijn tekst en voordat Dick morgen deel 2 online zet, een paar reflecties van
mijn kant. Om te beginnen dank voor alle reacties, mooi dat velen van jullie
dit een zinvolle discussie vinden; die wordt goed gevoerd vanuit diverse kanten
van de Foodlog gemeenschap.
Ik schreef mijn
tekst niet omdat ik denk dat de vrije markt alles zaligmakend is en de overheid
geen rol speelt (dan zou ik niet 35 jaar bij het LEI werken dat zoveel
beleidsadvies doet). Maar wel omdat de rol van prijzen vaak onderschat wordt.
De directe aanleiding voor het VORK-artikel was de roep om overheidsingrijpen
in die prijzen, notabene juist nadat boeren in de VS, Nieuw-Zeeland en Europa
vlot hebben gereageerd op twee jaar met hoge prijzen voor melk en de
verwachting op continuatie daarvan door hoge Chinese vraag.
Mensen reageren
meer dan uitstekend op prijzen, dat geldt voor de consumenten die in het supermarkt-vak
de kiloknaller tegenkomen en ook voor boeren. Zij het dat processen in de
landbouw soms wat langzamer gaan (je zaait maar 1 keer per jaar, een koe
opfokken duurt even) dan in de kleding-business. Mooier dan Henric (#20 en #32)
had ik het niet kunnen verwoorden: prijzen werken. Dat komt niet door de
economische theorie van de laatste 300 jaar, dat was bij de oude Romeinen ook
al het geval.
Dat laatste zeg
ik omdat sommigen de economen aankijken op hoe mensen reageren. Alsof de
sterrenkundigen schuldig zijn aan de maansverduistering of de psychologen aan
depressies. Hooguit kun je betogen (daar zit wat in) dat de kennis hebben,
leidt tot een manier van kijken en handelen door managers en politici. Maar je
moet niet alles via geldelijke prikkels willen regelen omdat niet alles
meetbaar is en in geld uit te drukken. Wat dat betreft kan ik Dirk (#49)
geruststellen: ik zit ergens in het midden tussen de vrije markt en de
regelende overheid, als het om landbouw gaat. Het gaat om wat we willen in de
wereld en hoe je dat het efficiënt regelt.
Het feit dat de
theorie niet zou kloppen omdat we dan geen minimumloon zouden moeten invoeren
(zoals Jur stelt (#15)) gaat erg uit van het bekijken van economische “wetten”
als universele natuurwetten die overal en altijd geldig zijn. Dat past
misschien wel in het natuurwetenschappelijke perspectief dat ik hierboven
noemde, maar niet in het gedragswetenschappelijke (mogelijk zetten al onze
wiskundige modellen je mogelijk op het verkeerde been). In de economische
wetenschap is de toepassing altijd contextueel. En wat mij betreft gaan normen
en waarden in ethiek en sociologie veelal boven vraag en aanbod in de economie
(dat is een inzicht uit de zgn. institutionele economie: als we afspreken dat
rente of varkensvlees niet mogen, dan komt er ook geen prijs tot stand).
Daarbij is er dus ruimte voor Dick’s (#10) signalen die consumenten buiten
prijzen om wensen te geven. Hoewel economen wel wat sceptisch zijn over
zeg-gedrag dat geen doe-gedrag is.
Daarmee zeg ik
niet dat je niet in prijzen mag ingrijpen, maar bezint eer u begint. De
effecten worden vaak onderschat, zo leg ik morgen in deel 2 uit: zowel door in
te grijpen in prijzen als door het niet beprijzen van de schade van de landbouw
op natuur, milieu, klimaat en meer (ja ook ziektes waar mensen last van hebben
– zie Henk (#22), Dick B.(#9)) is het gemene probleem ontstaan. Dat niet
beprijzen van schade is overigens ook in andere sectoren (denk aan alle
energiesubsidies) een probleem. Dat is, zoals Marieke (#4) suggereert inderdaad
een reden om op dat punt wel in te grijpen (overigens is de relatie tussen
waarde en prijs economisch gezien een lastige: water is voor ons leven van meer
belang dan diamanten, maar de laatste hebben een hogere prijs, het gaat om
vraag en aanbod).
Floor (#6), Mark
(#7) en Dick B. (#9) wijzen (net als ik in het begin van mijn artikel) op het
probleem van landbouwsubsidies, overigens is dat effect bij de huidige directe
inkomenssubsidies per ha veel beperkter dan vroeger.
Het hangt van de
situatie af, maar omdat ingrijpen in prijzen vaak zoveel negatieve aspecten
heeft (behalve dan bij het beprijzen van schade of positieve externe effecten)
is de vraag of we geen andere oplossingen kunnen bedenken voor de problemen.
Innovatie bijvoorbeeld. Of sociaal beleid voor bedrijven die in de concurrentieslag
niet mee kunnen. Of het verbieden van productiewijzes die we echt niet vinden
kunnen.
Ik zie uit naar
de reacties op deel 2. Hopelijk komen we samen tot de creatieve
combinaties die Hein (#41) terecht bepleit, waarvan Dick (#33) vermoedt dat we
daar erg slecht in zijn en waar geloof ik ook Jur (#47) naar uitkijkt. Maar dan
moeten we het eens worden over wat voor landbouw we eigenlijk willen en hoe je
dat zo efficiënt mogelijk realiseert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten