donderdag 22 september 2011

GLB en het kopakkergras

Als je in de social media een keer in een discussie belandt, dan ben je nog even bezig. Als follow up van gisteren dus een voorgezette discussie over wel of niet een natuurverplichting in het GLB. Mijn LinkedIn entry van vandaag:

Dank voor deze nuttige discussie, ze geven me zicht op het feit dat er een interessante onderzoeksvraag zit in wel/niet koppelen. Beide opties hebben effecten op nationale welvaart, boereninkomen, biodiversiteit, landschap, waterkwaliteit, milieu-kwaltieit EHS en mogelijk nog een paar zaken.


Waarbij de econoom in mij (meer dan mijn Flevolandse productie-achtergrond) het moeilijk heeft met zgn. command & control maatregelen waarin de overheid niet het doel vaststelt, maar ook de methode (5% natuur) en dat dan ook nog niet doet op die plaats waar het nodig is, c.q. het minst schade doet aan het opgegeven alternatief (voedsel), maar daar waar boeren nu veel premie per ha ontvangen. Dergelijke command-and-control maatregelen zijn niet erg bevorderend voor de innovatie (een ander belangrijk overheidsdoel).

In dat opzicht kan ik de stelling van Adrie Geerts ("Waar men voor kiest is een persoonlijke afweging van de boer. De een kiest voor natuur, de ander voor gemak. Dat vind ik het mooie van de voorstellen van Ciolos") niet helemaal volgen. Omdat a] boeren dan wel juridisch mogen kiezen, maar wie nu 500 euro per ha krijgt, de facto geen andere keuze heeft dan meedoen en b] je je af moet vragen of je die keuze wel aan boeren moet laten. Als er rond de EHS of langs grote watergangen een milieuprobleem is, moet je dat milieuprobleem oplossen en het niet aan de boer overlaten dat hij zijn pony-weitje naast zijn huis, ver van de watergang aanmeld als natuurcompensatie. En als het je niet uitmaakt waar de akkerranden voor de patrijs liggen, sluit dan gewoon vrijwillige contracten af (of theoretisch nog beter: verkoop ze bij opbod), bv. door 30% van de GLB gelden daarvoor af te romen.
Ik heb me vandaag ook af zitten vragen hoe het systeem zich in de tijd ontwikkeld: een aantal boeren krijgt nu 500 euro per ha, en zal dus meedoen. Maar over 8 jaar krijgen ze wellicht nog maar 200 euro per ha (door inflatie, afroming ten gunste van oost-europa en omdat de schatkist leeg is), bij een inmiddels gestegen saldo per ha (als prijzen van voedsel inderdaad gaan stijgen) en dan stappen ze uit het systeem, Hebben we leuk 8 jaar biodiversiteit bevorderd en dan?

Tot slot: we denken erg in Groningse of Flevolandse akkerbouwbedrijven. Voor volledige graslandbedrijven zal het wel niet aan de orde zijn. Maar hoe werkt het uit voor al die gemengde bedrijven met 30% snijmais en 70% gras (geen natuurverplichting?) of met 90% akkerbouw en 10% gras, al of niet voor de ponnies van de kids? (nog los van het feit dat het handig kan zijn dan even het weilandje van de buurman-plattelandsbewoner-hobbyboer op papier er bij te huren, zo weten we uit de mestboekhouding) Of jaag ik teveel beren op de weg?

Kortom, ik ben er nog niet uit wat beter is: 5% verplichte natuurbraak overal en iedereen, of bv. 30% van het GLB budget bij de huidige ontvangers afromen en dat besteden aan gerichte maatregelen voor biodiversiteit rond EHS, langs watergangen of voor projecten als de Veldleeuwerik. Gevoelsmatig neig ik naar het laatste, maar ik laat me graag overtuigen. Tijd voor een professionele kosten/baten analyse?

Geen opmerkingen: