Voor een econoom is het lastig te beoordelen, maar een weerlegging van het feit dat veel warme zomers van de laatste eeuwen in het afgelopen decennia vielen, heb ik niet gelezen. Lezenswaardigst voor een maatschappijwetenschapper is een bijdrage van Ralf Dekker die de political economy van het klimaatdenken bloot probeert te leggen. Het komt er op neer dat de milieubeweging van de jaren 70 (volgens hem niet los te zien van de christelijke opvatting dat de mens zondig is en altijd geneigd tot het kwade) tot instituties zijn geworden die hun doelen wel bereikt hebben (ook voor ammoniak en fijn stof om eens wat te noemen?) en nu dankbaar dit nieuwe onderwerp aanpakken. En omdat het op wereldschaal is, hebben de EU en VN er ook bij te winnen. Als dat de wereldvrede dichterbij brengt, zou het overigens van mij mogen - maar dat terzijde.
Dat de voedselvoorziening erg afhankelijk kan zijn van kleine weersveranderingen blijkt overigens uit een boeiend verhaal uit de Economist over de verdwenen zomer van 1783. Door vulkanische erupties in IJsland was Europa tot in Azie bedekt met zwarte wolken, koelde het af en leidden misoogsten tot enorme sterfte, net als het inademen van het fijn stof.
Dan nog maar liever wat warmer, zoals SPIL constateert. Hoewel een boeiende analyse van de graanmarkt in het blad aangeeft dat het warme weer en speculatie forse effecten hebben op de graanprijs. Terwijl het effect van biobrandstoffen sterk wordt overschat.
SPIL 2007 5/6
Economist 22.12.2007: The summer of acid rain
Geen opmerkingen:
Een reactie posten