Het had wel iets om in Ottawa begin maart een extreme koudegolf met -15 mee te maken. Door de koude wind was de gevoelstemperatuur rond de -35, zo beweerde de TV. In ieder geval was het echt koud, zo erg heb ik het in jaren niet meegemaakt. Weer voer voor klimaatsdiscussies. Temeer omdat tot medio januari de winter in Ottawa maar niet wilde beginnen. Verschillende Canadezen waren bij deze kou wel voorstander van opwarming.
Ik was er voor een tweedaagse workshop over gegevensverzameling voor agrarische inkomensbeleid. Ook hier was de conclusie dat het aloude idee van 1 gezinsbedrijf met 1 huishouden volledig afhankelijk van inkomen uit het landbouwbedrijf volledig achterhaald is. Een zeer groot aantal mensen dat zich in de landbouwtelling of voor de belastingen landbouwer noemt, haalt het inkomen van huishouden inkomen ergens anders vandaan. We gaan blijkbaar naar een bipolaire structuur met aan de ene kant grote bedrijven die in het MKB thuis horen en waar het vooral gaat om innovatie, management en concurrentiepositie. En allerlei huishoudens op het platteland die mogelijk een inkomensprobleem hebben en voor sociaal beleid in aanmerking komen. En als derde is er dan nog het issue van goederen en diensten als landschapsonderhoud die de overheid wellicht wel wil inkopen. Daar zullen we statistieken op moeten aanpassen.
Interessant in dat verband was een bijdrage uit de VS waarin Carol Jones (ERS) laat zien dat medio jaren negentig er in huishoudingen die ook een landbouwbedrijf hebben, er een forse stijging van inkomen uit bedrijf heeft voor gedaan, zodanig dat het gemiddeld Amerikaanse boerengezin nu meer buiten bedrijf verdient, dan het gemiddelde Amerikaanse gezin verdient. En daar komt dan nog wat inkomen uit bedrijf bij. Onduidelijk is hoe dat zo gekomen is: een effect van internet doordat men op het platteland meer kon verdienen of doordat degene die aan internet verdiende op het platteland gingen wonen en een boerderijtje kochten?? Zouden we overigens in Nederland niet meer moeten doen aan zo’n vergelijking met andere huishoudens?
Iemand wees er op dat het lijkt alsof Amerikaanse en Canadese boeren vaker activiteiten buiten bedrijf hebben dan Europeanen. Ze zouden vaker in de bouw werken of met een vrachtwagen rijden. Is dat zo, en is er dan een verklaring voor? Komt dat doordat de arbeidsmarkt in Noord Amerika makkelijker mensen voor korte duur inhuurt? Of omdat het ruraler is, waar meer ruimte is voor locale kleine aannemers en transporteurs ten opzichte van projectontwikkelaars van de VINEXwijken? Onder een biertje en een ijshockeywedstrijd in de bar (dit is Canada) houden we het op het laatste. Er schijnt Italiaans onderzoek te zijn waaruit blijkt dat vooral boeren verder van de stad meerdere activiteiten hebben. Dichter bij de stad werken markten beter, is er meer specialisatie en heb je boeren met een hoog managementniveau nodig om de hoge grondwaardes rendabel te maken. Net zo min als je je daar makkelijk extensieve biologische landbouw kunt permitteren, kun je er ook voor de gemeente geen sneeuw vegen of postbode spelen. De gemeente of de PTT pakken ook het buitengebied wel even mee. In het noorden van Finland ruimt een boer ook de sneeuw in het dorp. Wat dus inhoudt dat het economisch niet makkelijk is multifunctionele landbouw in Nederland van de grond te krijgen – je moet dan nieuwe bedrijfstakken uitvinden.
Zo levert elke conferentie weer nieuwe inzichten en vragen op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten