zaterdag 17 maart 2007

Ottawa

In de eerste dagen van maart is er van de tulpenvelden in Ottawa nog bar weinig te zien. Het festival is pas in mei, dan bloeit de stad op en wordt de band met Nederland en WO II aangehaald. Nu ligt er nog volop sneeuw, er waait een koude zuidenwind en er wordt volop geschaatst op het 175 jaar oude Rideau kanaal. Toch een beetje Nederland. Overigens woedt ook hier de klimaatdiscussie want het kanaal was pas veel later dicht dan in voorgaande jaren en Al Gore ligt prominent in de boekwinkel.
Voor het landbouwmuseum buiten de stad is het ook geen weer, dus de food market dan maar. In het oude deel van Ottawa (the town formerly known as Bytown), staan veel van die typisch 19e eeuwse, drie verdiepingen hoge, Mainstreet gebouwen en een oude markthal. Omgetoverd tot food market met alternatieve restaurantjes (Canada heeft een ruimhartige immigratiepolitiek met veel minderheden), marktstalletjes en er om heen tal van winkeltjes met delicatessen. Veel Frans (Ottawa is perfect tweetalig), maar ook de rest van Europa is goed vertegenwoordigd: European Epicentre – Hungarian Food. Food cultuur is toch iets Europees, doen we daar wel genoeg mee?

Ik eet er een broodje en bedenk me dat de vernieuwing in cultuur en de nieuwe trends vaak uit dit soort wederopbouwgebieden komen. Vierkante meters zijn in zulke stadswijken goedkoop, experimenteren dus ook en het trekt mensen aan met alternatieve ideeen. Je treft er het soort koffiehuizen waar Marx Das Kapital schreef. La Rive Gauche. Wat betekent dat voor het Nederlandse platteland: goedkoop om te experimenteren ten opzichte van de stad, te duur ten opzichte van grond elders in Europa?
Verder zijn er in Ottawa natuurlijk de parlementsgebouwen, 19e eeuw, Engelse stijl en een stuk of twaalf oude spoorwegstations van even zovele maatschappijen: monumentale gebouwen die nu zijn omgezet in conferentiecentra e.d. Ik kan verder de National Gallery zeer aanraden. Een uit 1988 daterende kathedraal van beton en glas, een leuke collectie Canadese schilderijen die licht werpen op de eigen historie en een voortreffelijke verzameling Europese en dus ook Nederlandse kunst: Rembrandt, Ruijsdaal, Hobbema (cadeau gedaan na de oorlog door Koningin Juliana met een landschap dat er nou niet echt Nederlands uitziet), van Gogh (een blauwe iris) en Mondriaan (ook al blauw).
Er was ook een speciale tentoonstelling van Ron Mueck, een in Londen wonende Australier die superrealistische ‘beeldhouwwerken’ van mensen maakt, maar wel vaak op een afwijkende schaal. Prachtige kunst die allerlei vragen oproept. Ik werd getroffen door een commentaar van een expert: in deze wereld moet nu alles perfect zijn, in uiteenlopende gebieden van TV en gaming tot biotechnologie streven we perfectie na. Als individu willen mensen een keer iets groots doel en gaan in reality TV: a one night star. Mueck roept met zijn kunst vragen op over de grens van realiteit en namaak – op naar het post-human tijdperk.

Geen opmerkingen: