Hoe ongezond is het gemeenschappelijk landbouwbeleid? Economen denken dan meteen aan verspeste markten en welvaartsverminderende quota, maar anderen vragen zich af of het landbouwbeleid de bevolking ook ongezonder (lees: dikker) maakt. Wat dan weer strijdig zou kunnen zijn met het EU Verdrag van Amsterdam dat bepaalt dat de EU rekening moet houden in al het beleid met gezondheidseffecten. En dus weer een bijl aan de wortel van het landbouwbeleid.
Ook economen buigen zich nu over deze vraag. En die kijken natuurlijk meteen naar prijzen. Hoewel ze ook opmerken dat de vraag naar salade niet alleen door prijzen wordt bepaald. Mensen kopen produkten ook om tal van andere reden: gemaksverpakking, status, beschikbaarheid (geen fruit in de schoolautomaat, dan maar een Mars), reclame etc.
Maar meer klassiek zijn er dus prijzen en inkomens. Door het GLB is de welvaart en dus het inkomen iets lager dan zonder, maar dat effect is niet groot. Arme mensen schijnen wel ongezonder te eten, maar of mensen bij toenemende welvaart gezonder gaan eten (of juist meer ongezond gemaksvoedsel), daar heb ik nog weinig over gelezen. Resteren de prijseffecten.
Prijzen voor basisvoedingsmiddelen spelen geen grote rol in de aankoopbeslissing, maar enig effect is er wel. Van dure dingen kopen we in de regel minder dus daar kan het GLB geen groot effect hebben, want producten zijn, o.a. door quota, duurder dan zonder GLB. Als de suikerprijs lager zou liggen zou er eerder meer dan minder worden gebruikt. Critici wijzen soms op het doordraaien van groente en fruit, waardoor dit duurder wordt. Maar dat komt weinig meer voor. En als dat zou stoppen, zou op lange termijn ook het aanbod wat lager zijn.
En dan is er het issue van de relatieve prijzen (of in jargon: het subsitutieeffect): als je de productie van dierlijke vetten in melk en vlees zou stimuleren en goedkoop maakt, en gezonde groente niet, zet je mensen aan tot meer melk en minder groente consumeren. Binnen de EU lijkt dat heel erg mee te vallen: we zetten wel aan tot meer productie, maar door quota en interventie zijn prijzen van melk en vlees hier juist hoog. Maar laag op de wereldmarkt, dus zetten we aan tot consumptie in Egypte. Maar daar zorgen lage inkomens er wel voor dat veel mensen een weinig consumeren en niet een beperkte groep heel veel.
Kortom het GLB is een economisch ongezond systeem, maar de effecten op onze gezondheid lijken toch heel gering. Behalve bij tabak, dat beleid is inconsistent: geld in de productie stoppen en daarna in het verminderen van het gebruik. En wijn, waar we teveel van produceren? Misschien - maar dat product laat bij uitstek zien dat de ongezondheid niet zit in 1 of 2 goedkope glaasjes maar in de hoeveelheid die je consumeert. Lage prijzen kunnen wel aanzetten tot een derde glaasje, maar of de wijnproducent of het GLB daar nu echt verantwoordelijk voor kan worden gehouden?
Mede gebaseerd op een LEI studie: P. Berkhout en P. Roza: Landbouwbeleid geen dikmaker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten