Een boek dat eveneens (zie de blog van gisteren) tot de conclusie komt dat landbouw een voortdurende strijd is met de natuur, is Dan Koeppels Banana. Alles over de geschiedenis van de banaan (die begint bij Adam en Eva want het heeft er alles van dat Eva helemaal geen kwade appel at [het latijnse malus heeft een verwarrende dubbele betekenis], maar een banaan - overigens een vrouwelijke vrucht van een sexloze plant). En over de bananasplit, de bananenrepublieken, de praktijken van United Fruits (nu Chiquita), Standard Fruits en nieuwere spelers en het feit dat de al snel verouderde filmgrap van de uitglijder over de bananenschil gebaseerd was op de werkelijkheid uit de tijd dat de bananen op straat werden gegeten en de schillen voor de rondscharrelende verwilderde varkens werden gegooid. Yes, we have no bananas.
De exotische banaan (een arabisch woord, net als zijn latijnse naam Musa) verdrong via massamarketing ooit de lokaal geproduceerde appel. Een standaardproduct dat goed paste in het lunchpakket van de werknemer. Althans die ene variant van de Gros Michel, en toen die door ziekte tenonder ging, de huidige Cavendish.
Bij zo'n standaardproduct hoorde grootschalige aanvoer met (gekoelde) boten (die retour naar de Carribean zelfs tot gekoelde cruiseschepen konden worden omgebouwd) en plantageproductie in tropische gebieden waar het oerwoud werd gekapt en United Fruits de dienst uitmaakte. Er was geen infrastructuur en zeker geen institutionele. Dat moesten dus wel bananenrepublieken worden, waarbij er na uitbraak van ziekte oerwoud genoeg was om opnieuw te ontginnen.
Koeppel kiest als hoofdthema de strijd tegen ziekte, met name de Panamese ziekte. Bananen zijn steriele planten (en geen bomen maar het grootste kruid dat we kennen) en veredeling is dus buitengewoon lastig. Hij komt tot de conclusie dat ziektes steeds weer op de loer liggen, zeker ook in situaties met kleine boeren in drukke gebieden waar quarantaine en voorzorg moeilijk zijn, maar ook op grote plantages en bij het brengen van planten naar andere gebieden (zeker waneneer daarbij de Wallace lijn van het oude Gondwanacontinent wordt overschreden). Maar dat alleen lokale productie niet meer te doen is (wij westerlingen eisen banaan) en dat organic ook al niet helpt (dat kan alleen op hoogte en eist meer oppervlakte ten koste van oerwoud) terwijl juist ook voor de voedselvoorziening in Afrika nieuwe rassen nodig zijn. In het laatste hoofdstuk komt de Californische auteur via een laboaratorium in Leuven dan ook tot het inzicht dat alleen moderne biotech de redding kan brengen. Desnoods niet voor ons, maar voor Afrika.
Ook wie die conclusie niet aanstaat, zal toch veel plezier beleven aan het vlot geschreven boek.
Dan Koeppel: Banana- the fate of the fruit that changed the world. Plume - Penguin, 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten