Hieronder het ene duurzaamheidslogo dat ik even van Foodlog heb gepikt. Daar woedt mede naar aanleiding van het debat in de Rode Hoed van afgelopen dinsdag een discussie of het zin heeft om 1 duurzaamheidslogo te maken. En de minister van Landbouw wordt uitgedaagd om dan 1 nationale standaard te creeren. Een trend die ook al bij Albert Heijn is ingezet door veel onder "puur en eerlijk" te schuiven.
Volgens mij heeft dat niet zoveel zin, en er wordt -voor een analyticus als ik net zo erg- veel door elkaar gegooid in de discussie. Wat dit laatste betreft: sommigen pleiten voor volledige transparantie rond de inhoud en productiewijze van voedsel. Met de barcode en meer gebruik van ICT moet dat mogelijk zijn, al of niet op basis van een overheidsverplichting die informatie te leveren. Uitstekend punt, goed idee, maar dat gaat over transparantie, niet over logo's.
Logo's zijn er om snel te kunnen beslissen (zodat je niet al die specificaties over het betaalde uurloon aan de koffieplukkers en hun leeftijd hoeft te lezen) en soms ook nog een onderscheidend gevoel aan het product mee te geven. Het kenmerk van onze samenleving is dat die steeds heterogener wordt (en dat met ICT aan die vraag naar differentiatie kan worden voldaan) en dat de een iets heeft met allergie, de ander met behoud van visbestanden, de derde met kleine boeren en de vierde met CO2 uitstoot. Zoals de minister deze week in het kamerdebat snedig opmerkte richting de oppositie: de een rijdt in een Hummer en eet zelden vlees, de ander neemt de Prius en prikt een biefstukje. Mooi dat ze beiden wat aan het milieu doen.
We hebben verschillende wensen en consumer concerns en dus gaat 1 logo niet lukken. Natuurlijk kan de overheid er 1 introduceren en voorschrijven, maar mijn inschatting is dat er toch weer een NGO opstaat die in de strijd voor het uitbreiden of juist de afschaffing van mosselzaadinvanginstallaties (of wat dan ook) een nieuw logo introduceert.
[ik laat business to business systemen als GlobalGap, ISO22000 en HACCP hier even buiten beschouwing, die werken wat sneller als algemene standaard, maar die blijven buiten beeld van de consument].
Er is de nodige wetenschappelijke literatuur die de differentiatie in logo's en de concurrentie tussen logo's in kaart brengt. Sommige hebben forse eisen (Max Havelaar), zijn daarmee duurdere producten en anderen (Utz) proberen het met een breder marktbereik en wat lagere eisen (en halen zo de verduurzaming binnen). Maar wie weet brengt het te entameren onderzoek nog nieuwe inzichten.
Duurzaamheid moet gedefinieerd
Deze discussie is mede ingegeven doordat veel mensen worstelen met wat duurzaam is. Het geliefde voorbeeld van Foodlog's Dick Veerman is de plofkip die duurzamer zou zijn dan de biologische. Althans op de meeste aspecten, en die andere (dierwelzijn) is aan te passen. In mijn werk merk ik dat mensen last hebben van feit dat ze een volledig duurzaam systeem voor ogen willen zien (en het liefst nu uit dat systeem al producten willen kopen of voorschrijven). Of ze willen Wageningen zo'n systeem laten ontwikkelen, net zoals je in de autoindustrie ontwerpers de opdracht geven een "zero-emission car" te ontwikkelen.
Dit denken is nuttig voor wat Wageningse ontwerpers, maar het helpt niet de discussie oplossen hoe (on)duurzaam nu huidige systemen zijn en of je wat moet sturen: wat meer dierwelzijn, of geen soya (bedoeld wordt minder kap van tropisch bos), minder antibiotica, minder nitraatvervuiling of wat dan ook? En zodra het ene product(iesysteem) en logo wat meer van het ene doet en wat minder doet van het andere ontstaat dus verwarring.
Voor wie alle aspecten van duurzaamheid mee wil wegen is er naar mijn idee een vrij simpele maatstaf: de integrale maatschappelijke kostprijs van een product. Het is niet zo heel moeilijk om de kosten van de onduurzame aspecten in euro's uit te rekenen: voor de CO2 uitstoot staat een prijs, je weet wat het kost om de varkens 1m2 ruimte te geven (als dat de ideale dierwelzijnsomvang is), je kunt schatten wat het kost een ha tropisch oerwoud te kopen en te bewaken tegen de houtkap. Enzovoorts.
En zo kun je dus uitrekenen dat een liter melk of een kg vlees in werkelijkheid Y euro kost en dat we in de winkel maar X euro betalen (net zoals we in de nostalgische jaren 50 voor het landbouwbeleid de kostprijs op efficiente landbowbedrijven uitrekenden). Een product is dus X/Y% duurzaam. Als we retailers nu verplichten dat percentage voor hun producten uit te rekenen en op de verpakking te zetten (of een logo met een schuifbalkje van 0 to 100%) dan weet de consument hoe duurzaam het is. De retailers verplichten we ook de de berekeningen te laten auditen en openbaar te maken, zodat de NGOs kunnen controleren.
Met zo'n systeem los je ook het probleem op dat overheidsregels aan de productiekant alleen in Nederland werken en je in feite dus de productie naar het buitenland verplaatst met soms een nog minder duurzame werkwijze. En wie nog verder wil gaan kan het belastingstelsel vergroenen: we leggen accijnsen of hogere btw op producten zodat in de winkel X en Y aan elkaar gelijk worden en we gebruiken het geld om lage inkomens te compenseren in de inkomstenbelasting / bijstand. De rest is een fonds om ondernemers te helpen duurzamere productiemethoden te ontwikkelen. En dan zijn we terug bij het feit dat het ging om duurzame ontwikkeling: hoe het meest duurzame systeem eruit ziet kunnen we nu niet weten, maar we kunnen wel ontwikkelingen in gang zetten die mensen prikkelen de onduurzame aspecten te verminderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten