dinsdag 24 november 2009

de mythe van de regionalisatie

Veel mensen, tot in de hoogste kringen, denken dat we weer teruggaan of zelfs terugmoeten naar de regionale voedselvoorziening van stad en ommelanden. Letterlijk hoorde ik vorige week iemand zeggen dat het vlees voor Amsterdam weer uit Waterland moet komen.
In dit denken zit het idee dat er teveel met voedsel over de wereld wordt gesleept en dat dit veel milieukosten en risico's (van ziektes tot geopolitieke) met zich meebrengt. Vroeger was dat beter geregeld, toen kwam alles uit de buurt van de stad - zo verzucht men nostalgisch.

Iemand moet het maar eens met cijfers op een rijtje zetten, maar ik vermoed dat hier sprake is van meerdere mythes:
  • maar een klein deel van ons voedsel wordt echt over de aarde gesleept, de meeste melk (om eens een voorbeeld te geven) wordt regionaal, en zeker binnen in 1 continent geproduceerd en geconsumeerd. Dat we een handelsland zijn en bovenop wat veevoerstromen zitten (overigens wordt gras helemaal niet getransporteerd) en bloemen in Afrika telen, wil nog niet zeggen dat alles van wat de Duitser of de Fransman eet, over de oceanen gaat.
  • de risico's moeten niet worden gebagatelliseerd, maar vooral zeetransport is betrekkelijk weinig vervuilend omdat het weinig energie per kg kost. Anders kwamen die TV's ook niet zo goedkoop uit China. En met goede regelgeving kan de vervuilende zware stookolie door wat anders worden vervangen; zoals we uit Afrika weten is een stelsel met regionale productie zonder handel bij tekorten en overschotten pas echt risicovol.
  • historisch is het beeld van de stad en ommelanden als plaats van de voedselvoorziening onjuist: de ringen van Von Thunen (waarin werd beschreven welke bederfelijke en moeilijk te transporteren goederen dicht bij de stad werden geteeld en extensieve ver weg) strekten zich al in de 17e eeuw over veel honderden zo niet duizend kilometer uit. Het graan voor Amsterdam kwam helemaal niet uit Waterland, noch uit Brabant maar uit de Oostzee. Ossen liepen uit Denemarken naar Amsterdam en werden dan in Waterland nog even ge-vetweid, zodat het afgelopen vet weer op de botten kwam. Paardenmarkten in Zuidlaren en Oldenburg zijn meer dan duizend jaar oud en leverden de paarden voor steden als Amsterdam.
  • voor veel producten (en niet alleen de tropische) is het model van regionale autarkie natuurlijk vreselijk kostbaar.
  • en je kunt het niet alleen voor landbouwproducten doen. Als wij onze kaas niet meer naar Duitsland exporteren, hoe betalen we die Mercedessen (en Italiaanse kaasjes) dan?

Kortom: milieuproblemen en risico's moeten worden aangepakt, streekproducten uit de regio is fun en past in de beleveniseconomie. Goed voor Oud-Zuid, maar Geuzenveld gaan we er niet mee voeden.

1 opmerking:

victor immink zei

Als medeauteur van het Handboek Regionale Landbouw ben ik het met je eens. De regiofunctie moet vooral gebruikt worden om de cultuur aldaar te etaleren en niches te creëren die hoog in de markt worden gezet.