Het eerste wat me deze week opviel in Parijs waren de posters voor Amsterdam, blijkbaar een nieuw bier. Past een stukje oude kaas bij, zo lijkt me. Enfin ik was er voor een bijeenkomst van de OECD, die over een mooi nieuw vergadergebouw beschikken, naast het oude chateau.
We spraken over rural development. Veel landen zijn op zoek naar hoe het verder moet met dit onderwerp. Er is geld voor plattelandsbeleid en er is geld voor de directe betalingen aan boeren op historische gronden, maar het ontbreekt aan een overtuigend doel waarom die gelden tot in lengte van jaren besteed zouden moeten worden.
In ieder geval -zo bleek uit de presentaties- zijn er veel argumenten om subsidies te vervangen door investeringen. En de ontwikkeling in een gebied centraal te stellen (en niet alleen die van de landbouw), en veel van de besluitvorming en medefinanciering lokaal / regionaal te organiseren.
Ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat er ook daarmee nog een groot geloof is in het tegengaan van ontvolking. Velen konden zich niet zo vinden in een Wereldbankrapport dat aanbeveelt om niet tegen de trends in te gaan (waarover binnenkort meer). Misschien komt dat wel omdat er niemand keek naar de demografische ontwikkelingen voor de komende decennia: de bevolking in Europa krimpt. De schaalvergroting in de landbouw is nog lang niet uitgewerkt, en ook in de voedingsmiddelenindustrie wordt er nog veel gefuseerd en geconcentreerd. Velen verwachten veel van werk op het platteland uit het winnen van nieuwe energie, maar het is de vraag of dat het onderhouden van zonnepanelen, het af en toe kappen van bomen of het voeren van vergistingsinstallaties zoveel werk oplevert.
Kortom het kon in sommige delen van Europa wel eens wat leger worden tussen nu en 2040. Dat brengt nieuwe vragen mee, zoals het managen van terugloop – misschien vraagt dat wel investeringen. Allemaal vragen die blijkbaar nog ontdekt moeten worden, ook bij de OECD.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten