Het ene contract is het andere niet, ook al heten ze hetzelfde. Neem nu de veel besproken Amerikaanse hypotheken, die wijken nogal af van wat wij gewend zijn. Als in de VS de bank een hypotheek uitwint en het huis als onderpand claimt en verkoopt, is daarmee de kous af. Is de opbrengst lager dan de lening, dan is de lener toch van zijn schuld af. No-recourse noemen ze dat. In Nederland hou je een schuld. Daarmee is het risico van prijsdaling verschoven van de huizenbezitter naar de bank en heeft de huizenbezitter bij het dalen van de waarde van het huis een prikkel om maar niet meer af te lossen en de sleutel (letterlijk) in te leveren: hij heeft lekker zijn schuld verlaagd tot de huidige gedaalde waarde van zijn woning.
Waarmee je natuurlijk een vicieuse cirkel in de markt kunt creeren en het 'securiseren' (in een mandje doorverkopen aan de markt) van hypotheken extra problematisch kan worden, omdat de bank dan nog minder mogelijkheden heeft de lener de hand boven het hoofd te houden (zodat de markt niet verder daalt).
Economen denken dat de contractvoorwaarden niet alleen toevallige juridische gewoontes zijn, maar (ooit) zo gekozen zijn omdat dit de beste contractvorm was. Waarom was het zo'n goed idee dat risico van prijsdaling van de eigenaar naar de bank te schuiven?
zie ook The Economist, 25.10.2008 Economic Focus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten