De NS bracht me vanmiddag nog even naar Utrecht. In de zaal waar ooit de Unie van Utrecht werd getekend sprak prof. Arie Havelaar als jonge hoogleraar zijn oratie uit. We kennen elkaar uit een project rond campyolobacter waarin ik veel van risico-management in voedselveiligheid heb geleerd.
Dat was ook het onderwerp van zijn openbare les. Het werd weer eens duidelijk dat je landbouwproductie het best niet in de natuur doet: buitenlopende kippen zijn eerder besmet dan binnenlopende en de kasgroenten maken dat onze groenten relatief gunstig afsteken. Het importverbod van de 'chloorkip' uit de VS moest het ook nog ontgelden. Het lijkt hier om een ordinaire handelsmaatregel te gaan want zo'n ontsmettingsbad is heel goed voor de volksgezondheid.
Onder de borrel in de senaatszaal werd het een genoeglijk terugzien van oude bekenden. En op de terugweg las ik in de Economist van vorige week een toepasselijk verhaal over de discussie in de EU over bestrijdingsmiddelen. Men wil daar juist afstappen van risico-beoordeling (risk assessment) naar gevaar-beoordeling (hazards) op basis van laboratoria proeven. Dat lijkt niet zo'n goed idee want het gaat juist om het risico (dat ook bv. afhangt van het moment van gebruik van het middel en de frequentie van consumptie), niet om de giftigheid in een labaratoria. Met als gevolg dat veel verboden gaat worden en de voedselprijzen verder stijgen. Maar de afgelopen jaren lopen het aantal monsters met teveel residuen wel langzaam op, dus blijkbaar moet er wat gebeuren. Of zouden we steeds beter meten?
The Economist 5.7.2008 A balance of risk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten