Gisteravond was ik sinds jaren weer eens in Artis. Hoewel we van de dierentuin niets te zien kregen, we benutten er een vergaderzaal voor een congres over biodiversiteit en ondernemen. Ik mocht in de jury zitten die voor LNV een prijs mocht uitreiken voor ideeen om biodiversiteit te promoten. De tweede prijs ging naar een idee om de hoeken van percelen waar machines moeilijk bijkomen, deels af te graven en een overgang tussen land en water of gewoon water te maken, waarmee de biodiversiteit verbetert.
Winnaar was een Arcadis team dat een financieel-economische constructie had bedacht om boeren meer te laten verdienen aan houtwallen in een coulissenlandschap, zodanig dat dat weer aan te planten is. Nu niet voor geriefhout maar o.a. voor Arcadisklanten die hun CO2 footprint willen compenseren. Waarmee het signaal werd afgegeven dat economie en biodiversiteit gewoon samen kunnen gaan, en dat natuur in stand blijft als je er wat aan kunt verdienen.
Waar de Amsterdamse Plantagebuurt al niet goed voor is: van statusverhogende dierentuin in de 19e eeuwe tot biodiversiteitsinstelling anno nu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten