Aldus Matthew Cashmore in zijn bijdrage aan het boek dat ik hier afgelopen dagen besprak. Na een analyse die op bovenstaande inleiding concludeert hij: The difficulties associated with producing an authoritative operational definition of sustainable development represent a significant barrier to making sustainability more than just a rhetorical vision of almost universal appeal. The most intractable problem in defining sustainability principles is that they involve fundamental moral and political choices, and are, therefore, context dependent.
Toch ziet Cashmore kans vier categorien resultaten te definieren van duurzame ontwikkeling: Learning outcomes, Governance outcomes, Attitudinal and value changes, and Developmental outcomes.
Vier soorten definities
Ook Peter Hardi (die gezien de titel van zijn paper vermoedelijk meer met The Beatles heeft dan met de Rolling Stones) verkent het begrip duurzame ontwikkeling, in wat mij betreft de meest leerzame bijdrage aan het boek is. "Unfortunately, there are several hundreds of different definitions and interpretations of sustainalble development worldwide". Hij clustert ze in vier groepen:
- Duurzame ontwikkeling als een zaak van levensstijl of consumptie. Dit gaat terug op de Brundtland definitie (development that meets the needs of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs) uit 1987. Dat vertaalt zich in een politiek proces om levensstijlen te veranderen en een wetenschappelijk proces om de grenzen aan de groei van eindige hulpbronnen te begrijpen. Politiek gaat het dus om moral obligations en equity. Wetenschappelijk gaat het in de economie over welfare economics, in de natuurwetenschappen over systeemtheorie en thermodynamica. Volgens de ecologische interpretatie is duurzaamheid de veerkracht van het systeem: kan het zijn dynamische capaciteit behouden om op veranderingen te reageren en zich aan te passen. Het debat in deze groep van definities is al snel ideologisch, zo stelt Hardi vast.
- Duurzame ontwikkeling als een ontwikkelingsproces in de vorm van een transitie, het liefst op weg naar een speifiek gedefinieerd doel. Het gaat om multi-scale, multi-domain en multi-temporal transitions that include social, economic and technological transitions. De nadruk ligt dus op ontwikkeling in duurzame ontwikkeling.
- Duurzame ontwikkeling als een economisch concept, gerelateerd aan het in stand houden van kapitaal. Waarbij het om natuurlijk, menselijk en sociaal kapitaal gaat. Hardi doet dat niet maar ik zou hier eerst gewezen hebben op het feit dat het afwezig zijn / afwezig maken van negatieve externe effecten (met een ruime systeem definitie) de eerste lakmoesproef is. Wat bij juiste prijsstelling ook instandhouding van het kapitaal betekent. Hardi wijst er op dat het waarderen van kaptiaal lang lastig is geweest. En dat de economische interpretatie van duurzame ontwikkeling heeft geleid tot een nieuwe definitie van welvaart: inclusive wealth. Inclusive op twee manieren: inclusief alles wat er toe doet in economische ontwikkeling dus ook waardeveranderingen van kaptiaalvoorraden (in constante prijzen), en inclusive het belang van toekomstige generaties.
- Duurzame ontwikkeling in de context van ontwikkelingsprogramma's. Dan doet veelal ook de korte termijn er erg toe, om de grootste nood te lenigen, en komt men tot operationele definities als "effectiviteit van institutionele ontwikkeling" (Worldbank) en "develop sustainable communities in which people wish to live and can prosper".
Matthew Cashmore: The contribution of environmental assessment to sustainable development - toward a richer conceptual understanding
Peter Hardi: The long and winding road of sustainable development evaluation.
Beide in: Clive George en Colin Kirkpatrick: Impact assessment and sustainble development, Edgar Elgar, 2007
Geen opmerkingen:
Een reactie posten