is de titel van een bundel artikelen die ik onlangs kreeg toegestuurd. Verschenen bij gelegenheid van het afscheid van prof. Arie Oskam van Wageningen UR, afgelopen herfst. Een boek dat ik kan aanraden. Een paar zaken die mij aanspraken:
Een paper van Frans van der Zee over de innovatie in de agro-food industrie. Hij constateert dat het tijd wordt dat we de agro-food industrie niet weergeven als een verlengstuk van de primaire landbouw, maar dat die industrie centraal moet staan in cijferopstellingen en analyses, met de landbouw als toeleverancier van grondstoffen. Dit gezien het belang van het agrocomplex voor de economie. LEI economen Huib Silvis en Petra Berkhout gaven in het ervoor geplaatste artikel al aan daar wel voor te voelen.
Het deed me terugpakken naar een proefschrift uit 1970 waarop een andere LEI-er, J.A. Kuperus promoveerde aan de NEH (nu EUR) en waarin hij uitlegde dat de opvatting over de doelstelling van een onderneming invloed had op de wijze van het presenteren van de cijfers. Een "bedrijfsconceptie" (zoals hij dat noemde) die het mesten van varkens ziet als het aankopen van biggen en voer om winst te maken zal zijn winst er verliesrekening er als volgt doen uit zien:
aankoop biggen 200 gulden
voerkosten 705 gulden
totaal kosten 905 gulden
opbrengst varkens 1061 gulden
voerwinst 156 gulden
Daarentegen zal een bedrijfsconceptie die het mesten van varkens ziet als het laten groeien van biggen tot mestvarken met behulp van voer, de volgende resultatenrekening opstellen:
opbrengst varkens 1061 gulden
aankoop biggen 200 gulden
waardetoename 861 gulden
voerkosten 705 gulden
voerwinst 156 gulden
Blijkbaar zijn dus de opvattingen over de keten zich aan het wijzigen. We hebben niet meer een primaire landbouw waar we zo mogelijk nog wat waarde aan toevoegen in de industrie (de verlengstuk-opvatting), maar we hebben een agrofood-industrie die grondstoffen inkoopt, soms ook in Nederland. We gaan van een technische ketenopvatting naar een economisch perspectief.
Grond
Een tweetal andere interessante conclusies trof ik aan in een paper van Louis Slangen: hij constateert dat we in de landbouw veel behoefte hebben aan flexibiliteit in regels en daarom voor grijze pacht kiezen in plaats van de officielere vormen. Vertrouwen en reputatie als coordinatiemechanisme doen het goed.
En hij constateert dat het instellen van productierechten en inkomenstoeslagen de positie van de verpachter aanmerkelijk heeft versterkt en dat het dus niet vreemd is dat de grondgebruiker (pachter) ook eigenaar wil zijn. Het teruglopen van de pacht zal nog wel even doorgaan, zo voorspelt de auteur. Inkomenstoeslagen maken dus het voortbestaan van een mooi financieringsinstrument lastig.
Morgen een bespreking van het meest interessante paper in het boek.
J. Peerlings en C. Gardebroek (red): Van boterberg naar biobased - de Nederlandse landbouw in perspectief. Wageningen Academic Publishers, 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten