Een paar weken geleden wandelde ik met een wethouder uit Bergen op Zoom door zijn stad langs de alcoholfabriek van Nedalco (lelijk op de kop van de oude haven gelegen) en langs "de Zeeland", de oude suikerfabriek. Een mooi pand dat jaren door Defensie gebruikt is voor o.a. munitieopslag, en daardoor als industrieel erfgoed bewaard bleef.
Een aantal van mijn wandelgenoten verbaasden zich zeer over de naam en de plek van deze fabriek. De gelijknamige suikerbietencooperatie werd bijna een eeuw geleden in Zeeland opgericht, maar Zeeland was ongeschikt voor suikerfabrieken. Die gebruiken veel zoet water, en dat is in Zeeland schaars. Alleen Sas van Gent had dus zo'n fabriek. De cooperatie besloot dan ook de suikerfabriek van de particuliere fabrikant Wittouck te kopen, in de aangrenzende provincie.
De fabriek ging in de dertiger jaren ten onder toen er een schaarste aan suikerbieten was en de cooperaties bieten op de vrije markt gingen bijkopen, waar de prijzen de pan uitrezen. Dat staat niet in de wiki, maar wel in het gedenkboek dat tien jaar geleden bij 100 jaar Cosun en zijn voorlopers werd uitgegeven, en dat ik met de kerst in handen kreeg.
Tegen de tijd dat Zeeland wel over zoet water beschikte (na de Deltawerken), was het economisch aantrekkelijker de bieten naar Dinteloord en Puttershoek te blijven vervoeren via goedkoop watertransport. Net zoals dat andere belangrijke teeltgebied, Flevoland, nooit een suikerfabriek kreeg: transport was goedkoper.
Zie ook: Huub Surendonk: Groei uit suiker, Cosun, 1999
Geen opmerkingen:
Een reactie posten