Waaruit blijkt dat landbouweconomen de markt waarin ze zelf opereren in ieder geval niet erg best analyseren. Wat er gebeurt is, lag achteraf erg voor de hand als je kijkt naar de prikkels op micro-niveau. De beste studenten gingen en gaan nog steeds naar het westen (waaronder Wageningen) en blijven daar ook vaak hangen. En de schaarse toponderzoekers komen om in het (betaalde) onderzoek voor de Wereldbank, FAO, EU en anderen die zich met de ontwikkeling van die landen bezighouden.
Beide groepen hebben dus wel wat beters te doen dan het organiseren van seminars of het opbouwen van een universiteit. De groep er tussen in, heeft veelal de houding van het westen te willen leren, maar er niet mee te willen co-innoveren. Daar voelt men zich niet goed genoeg voor (onterecht overigens is mijn ervaring, ook afgelopen dagen bij een Pacioli workshop in Finland).
Kortom door de afnemende afstand was een brain-drain op individueel niveau aantrekkelijk en gebeurde er op macro niveau niet wat velen hadden verwacht. Of dat erg is, is de vraag. Het kan zijn dat het onderwijs voor goede studenten ter plekke te kort schiet. Misschien zouden dubbelaanstellingen van hoogleraren hier en daar een oplossing zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten