zaterdag 6 november 2021

Introductie steenkolen voor textielclusters

De Conferenece of the Parties (COP) vergadert deze weken voor de 26ste keer over het klimaat, in Glasgow. Uit alle stukken pak ik dit weekend twee aardige inzichten die ik in relevante artikelen tegen kwam, beide uit The Economist van 30 oktober.

De eerste gaat over de stoommachine die er voor gezorgd heeft dat we aan steenkolen zijn verslaafd. Wat ik niet wist is dat de eerste stoommachines helemaal niet zo concurrerend waren in energieprijs. Ze werden vooral binnengehaald vanwege  een clustereffect: daardoor konden de textielfabrieken uitbreiden op de plek waar ze stonden en hoefden ze niet te worden verplaatst naar gebieden waar nog (water)energie was. 

Het idee dat de stoommachine meer energie aan de industriele revolutie leverde dan water, is onjuist, dat gold pas vanaf hat eind van de 19e eeuw. Andreas Malm van de Universiteit van Lund (Zweden) heeft in zijn boek Fossil Capital (2015) aangetoond dat er nog een heleboel potentieel zat in waterkracht toen steenkolen rond 1800 begonnen te domineren. Naar schatting werd maar 10% van het potentieel in de Engelse Midlands gebruikt. Er waren ook nog tal van vernieuwingen in de oude technologie van het waterrad en ze hadden voordelen (zoals niet ontploffen). 

Maar het voordeel van stoom was dus dat je de fabrieken kon uitbreiden waar ze stonden. Geschoold personeel hoefde niet te verhuizen, de baas niet te reizen. Er er traden agglomeratie-effecten op in die grote steden (maar dat bleek pas later, dat zal voor de investeerders geen grote rol hebben gespeeld). Maar dat was wel goed voor de ontwikkeling van de stoommachine en die kon daarna ook voor transport worden ingezet (rail, stoomschepen). 

De stoommachine is dus niet de start van de industriële revolutie, maar heeft hem versneld. niet door goedkope energie, maar door clustervoordelen op te roepen. 

bron: Economist, Special report Stabililsing the climate, 30.10.2021

Geen opmerkingen: