maandag 25 januari 2021

Maandag Mythedag: export

 Gewoontegetrouw, hoewel dit keer niet op de Grune Woche, verschenen de export- en importcijfers van CBS en Wageningen Economic Research voor het agribusiness complex. Er is weer iets meer exportwaarde. Vooral door een wat hogere prijs en doordat producten van niet-Nederlandse makelij meer werden doorgevoerd. Dat zijn dus producten die van elders komen, hier niet worden bewerkt en weer de grens overgaan. Ofwel Re-export, ook wel doorvoer genoemd maar in doorvoer zitten ook weer producten die vanuit Spanje of Zuid-Amerika komen waar een Nederlands bedrijf geen eigenaar van wordt maar door een Duitse handelaar zijn gekocht en over de Rijn worden getransporteerd. Die zitten helemaal niet in de statistiek. Ik heb jaren geleden wel eens in een powerpoint uitgelegd hoe het ongeveer zit. 

Enfin, de exportcijfers dus. Dit keer bleef het feit dat we 2e exporteur ter wereld zijn in de bladen buiten beeld. Maar goed ook want dat heeft de nodige misverstanden opgeleverd. Ik kom steeds meer mensen tegen die stellen dat we "moeten stoppen met exportlandbouw vanwege de negatieve effecten op de leefomgeving". Maar het is de vraag of hier de export het probleem is. We bespreken dus de stelling: 


"Internationale handel (of export) zijn de reden van de aanslag op de leefomgeving en moet worden afgebouwd".

De historische achtergrond van dit idee is dus helder; de sector is trots op zijn prestaties en wil graag dat de rest van de samenleving dat ook is, dat geeft een licence to produce. and to pollute, die elke bedrijfstak nodig heeft. De exportcijfers zijn daar lang voor aangegrepen. Een simpel getal waar iedereen zich iets bij voor kan stellen (wat bij toegevoegde waarde nog maar de vraag is). 

In de tijd dat Nederland nog een eigen munt had was een exportsaldo ook een goede bijdrage aan de betalingsbalans. Niet voor niets riep Mansholt op na de oorlog tot hogere arbeidsproductiviteit om concurrerend te worden op de wereldmarkt, want we zaten op zwart zaad. Landbouwproducten waren een grootverdiener van vreemde valuta. Dat werd sinds de jaren 60 alleen voorbijgestreefd door energie, het Groningse gas (en veredeling van aardolie in de Botlek) maar nu we van de gaswinning afgaan, is de landbouwexport weer de belangrijkste categorie (wat natuurlijk ook afhangt van je indeling in producten en bedrijfstakken). Maar sinds de euro hebben we geen eigen betalingsbalans meer, dus dit belang is vervallen, maar het resoneert nog na.

Nu de sector geconfronteerd wordt met eisen van de samenleving inzake duurzaamheid, is die export ineens in een ander daglicht komen te staan. Grotendeels ten onrechte, lijkt me. Om te beginnen is veel van de export binnen een straal van 600 km, wat je in een dag met een vrachtauto kunt bereiken (en dan kun je nog net laden en lossen). Dat noemen ze in de Verenigde Staten een regionaal product. De afstand van Venlo naar het Ruhrgebied is ook kleineer dan naar Amsterdam. 

Ten tweede is afstand een slechte maat voor milieuvervuiling. De aanslag op de leefomgeving zit vooral in de productie, niet zozeer in transport. Trouwens al helemaal niet in zeetransport. Je kunt vermoedelijk beter een boot met appelen in april uit Nieuw-Zeeland laten komen en in Amsterdam nuttigen dan in je auto naar het oude Zeeland rijden om daar zelf een doosje appelen uit de koeling te gaan halen. Al helemaal als je het in je oude 2CV doet. (Maar wel doen, als je het als een toeristisch uitje ziet.)

Ten derde is een deel van de export naar verder gelegen oorden vaak een afvalproduct dat hier niet gegeten wordt. De beroemde varkenssnuiten en -poten die het in China goed doen zijn een klassiek voorbeeld. Of het zijn producten die men bv. in Afrika niet kan maken zoals klinische voeding of babyvoeding. Die hebben daar eenzelfde rol als dat wij hier bananen importeren.

Kortom export en import zijn niet per definitie fout. Welvaart ontstaat doordat wij goed zijn in aardappelen en de Duitsers in auto's en we dan ruilen. Niet doordat wij de handel stoppen, dat kost heel veel welvaart. En bij minder welvaart is er minder geld voor klimaat- en biodiversiteitsmaatregelen. Natuur is niet gratis.

Dat export sec ook niet het probleem is, kun je ook snel aantonen door een gedachtenexperiment. Stel dat wij ons aanmelden als het 17e Bundesland van de Duitse Republiek, of Brabant en Limburg zich afscheiden en zich bij België voegen of Friesland zelfstandig wordt. Dat heeft allemaal geweldige effecten op onze import en exportcijfers, maar de leefomgeving verandert er helemaal niet door. 

Het probleem van de leefomgeving is serieus. Dat los je op door innovatie of door de productie te verminderen en te verplaatsen naar bv. Duitsland of Polen, aannemend dat daar meer ruimte is. Dat heeft dan inderdaad effect op de import- en exportcijfers. Het idee is dat de export daardoor afneemt en dat de productie dus relatief meer voor eigen land is gebaseerd. Achterliggend idee: wat je exporteert is wat je over hebt. 
Deels zal dat wel waar zijn, maar dat hoeft helemaal niet. Het kan best zijn dat de consument de voorkeur geeft aan goedkope kip uit Duitsland of Polen en wij vanwege de beperkte capaciteit ons toeleggen op duurdere varianten (3 sterren beter leven of zo) en dat de vraag naar die producten in Duitsland zit. Of in Afrika als het om die babyvoeding gaat. Kan zelfs zijn dat de waarde van de export helemaal niet daalt, maar alleen het volume en dat wordt goedgemaakt door hogere prijzen. 

Dat zou dan deels aansluiten bij het verleden: de beste producten gingen in de export: In mijn jonge jaren mocht ik in de winter wel eens meehelpen uien te sorteren. Klasse I en II gingen de grens over, als de keurmeester ze van die kwaliteit vond. Klasse II NL was voor de goedkoop inkopende Nederlandse consument.

Kortom: exportcijfers zijn leuk, maar een slechte indicator voor de bijdrage van de bedrijfstak aan de nationale economie. Dat meet je in netto-toegevoegde waarde, gecorrigeerd voor milieuschade. Ze zijn ook niet nuttig in een discussie over de optimale omvang van de productie in de land- en tuinbouw. Die ligt op het punt waar de netto-toegevoegde waarde gecorrigeerd voor milieuschade negatief wordt. Ministerie en sector zouden de moed moeten hebben om die cijfers jaarlijks te laten presenteren om de Duitse producenten  en beleidsmakers op de Grune Woche te laten zien dat we ze niet beconcurreren door onder de kostprijs te verkopen (en hun consumptie te subsidiëren met ons milieu). 




Geen opmerkingen: