Van den Brink is niet erg gelukkig met het neo-liberale tijdperk in het algemeen en New Public Management in het bijzonder en gaat op zoek naar een alternatief. Hij doet dat in een leesbare stijl en begint paragrafen veelal met een belevenis of anekdote uit zijn eigen historie. Waaruit de lezer dat hij opgroeide in een katholiek gezin in Woensel, nu stadsdeel van Eindhoven, ging studeren in Nijmegen, dat in zijn tijd zich ontwikkelde tot het uiterst linkse Havana aan de Waal (naar ik begrijp omdat het katholieke gezag een hoogleraar Marxisme weigerde te benoemen) en de eerste 5 jaar na zijn studie leefde hij van een uitkering om een links filosofenblad te redigeren. Dat kon toen nog, en je kon je studenten jarenlang adviseren CPN te stemmen. Later kwam het goed en werd de auteur zelfs zzp-er die lol had in business development, zo begrijp ik.
Tegen die achtergrond is een zoektocht naar iets tussen "super-staat China en super-markt Amerka" die via Rerum Novarum eindigt bij coöperaties en een zekere mate van corporatistisch goed te plaatsen. Cirkel rond zou je bijna denken.
De auteur is op zijn best bij de uitleg van een aantal denkers over het liberalisme in de economische filosofie (Locke, Smith, Marx, Friedman) en over de gemeenschapszin (Aristoteles, Thomas van Acquino, Roussaeu en de ethologie/biologie. Maar ook de beschrijving van de laatste 40 jaar in duidelijke trends mag er zijn. Met name gaat het dan om SCP materiaal, dat hier en daar onverwachte inzichten geeft. Kortom een mooie analyse.
In de loop van het boek moet het new public management het steeds meer ontgelden en wordt economie vereenzelvigd met de homo economicus. Met voor de hand liggende voorbeelden dat die niet bestaat. Dat wisten economen al behoorlijk lang. Mensen zijn meer dan calculatoren, maar daarom kan een gereduceerd model nog wel handig zijn om te proberen te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Ook op wat andere punten zou mijn economische formulering anders zijn geweest. Zo werken coöperaties vooral daar waar de markt en centrale coördinatie niet werken. Die ruimte kun je ook oprekken. Het werk van Tine de Moor over gilden wordt samengevat en daar zie je dat ook in: op het platteland waren ze niet nodig, daar had je de familieverbanden en buren die je al lang kende. In de stad ontbrak dat. Later zag je met coöperaties op het platteland hetzelfde, en nu zie je dat weer bij energie coöperaties e.d. Maar of je dan alles zo efficiënt kunt organiseren blijft toch de vraag. En multinationals zoals Credit Agricole en ForFarmers zijn dan toch twijfelachtige voorbeelden of dat nu het verschil in de geopolitiek gaat maken en verklaart dat Europa zo anders is. De Europese samenleving deelt de democratie en bottum-up met de Amerikanen (individualisme) en een wat grotere rol voor de staat met de Chinezen (vanuit gemeenschapszin en maatschappelijke organisatie), dat lijkt me juist. Maar of de Europese gemeenschapszin nu echt zo groot is (tussen bijvoorbeeld Nederland en Italië) zal nog moeten blijken.
Enfin goed boek en toch dat werk van De Moor over gilden nog eens lezen en het proefschrift van Van den Brink over de modernisering in afgelopen eeuwen van Woensel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten