Besluiten centraliseren of decentraliseren, in de bureaucratie nemen of aan de markt overlaten. Het is een aloude vraag die een hoogtepunt vond in het socialistische calculatie debat dat na de eerste wereldoorlog losbarstte. The Economist verhaalt er over in zijn kersteditie onder the titel Beware the Borg en gezien de ontwikkeling van de ICT met alle algoritmes die afstemmingsprocessen in de markt (of de decmocratie) zouden kunnen vervangen is dat een zinvol essay. Herbert Simon wees er in de jaren 60 al op dat als je uit de ruimte naar de aarde zou kijken en je ziet groene vlakken verbonden met rode lijnen waarbij de rode lijnen de markttransacties voorstellen, de ET's in de ruimte de groene vlakken zouden bestuderen, terwijl de economen zich uitsluitend richten op de rode lijnen.
De aanstichter van het calculatiedebat was Otto Neurath, een Oostenrijker die onder de indruk was van het feit dat in WO-I door de staat heel goed uitgerekend kon worden hoeveel uniformen en andere zaken nodig waren. Zou je zo de hele economie niet centraal kunnen aansturen? Tegenstanders van de planeconomie stelden dat het niet kon werken omdat de economie een informatie-uitwisselingssysteem is. Ludwig von Mises en Friedrich von Hayek betoogden dat de rekencapaciteit nooit groot genoeg zou zijn om het allemaal te optimaliseren, Zoveel goederen, zoveel varianten, zoveel aspecten. Maar die hadden nog geen supercomputers, hoewel Hayek wel al de informatietechnoligie-termen gebruikte in 1945.
Een van de zaken die decentralisatie als voordeel heeft is de feedback-mechanismes. De discussie aan de basis levert allerlei infrormatie aan besluitvormers die een centrale aansturing mist. Feedback is een belangrijke informatiebron voor optimale besluitvorming. Als een democratie ontbreekt wordt daarvoor de inlichtingendienst ingezet. In de oude DDR spioneerde op het laatst bijna 2% van de bevolking bij of voor de Stasi.
Grote bedrijven doen ook veel aan centrale planning. Dit jaar verscheen het boek The people's republic of Walmart', over de geschiedenis en mogelijke toekomsten van planning. De titel spreekt boekdelen. Ingenieurs houden hiervan, zoals Rogier Creemers (Leiden Universiteit) uitlegt in het geval van de Chinese Partij. "They think that. like the natural world. social reality is underpinned by objective laws. If a government understands these laws, it can predict how society will work, which will allow society to be controllerd. "It is a pure rejection of Hayek" says MrCreemers. In werkelijkheid zijn de sociale wetten geen natuurkundige wetten, hoe graag wetenschappers ze daar ook op laten lijken.
Centrale planning van de economie wordt door de grote ICT capaciteit niet per definitie eenvoudiger, ook al zou Gosplan nu wellicht verder gekomen zijn. Een van de redenen is, zo stelt Alex Tabarrok van George Mason University, dat meer computerkracht de samenleving ook ingewikkelder maakt. Er ontstaan meer mogelijkheden, productvarianten etc. En dan is er nog (Charles) Goodhart's law: data waarvan bekend is dat ze voor planningdoelen wordt gebruikt en waarop mensen worden afgerekend, verliezen hun kracht om iets over de werkelijke wereld te zeggen. Ofwel ze worden gemanipuleerd.
Nooit geweten overigens dat de enige Sovject econoom die ooit de Nobelprijs economie kreeg, Leonid Kantorovihch was die hem in de dertiger jaren kreeg voor de ontwikkeling van het lineair programmeren. Wel dat de Poolse econoom Oskar Lange daarna in 1937 het begrip Schaduwprijs introduceerde. Beide hielpen centrale planning. In bedrijven (en de landbouw) tot heden ten dage.
Het essay eindigt in de conclusie dat de platform-economie een mooie mix wordt van centrale planning en decentrale besluitvorming. Binnen de regels van een platform ontstaan er (nested) markten en op basis van functioneren van die markten kunnen platformregels worden aangepast zodat ze beter functioneren (of de concurrent doet het beter en mensen stappen over).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten