Met de opgekomen belangstelling voor insituties, en het niet functioneren ervan, buigen sommige economen zich ook over corruptie. Veel van die literatuur, zo betogen Benson & McChesney, is nauwelijks economie en uiterst normatief in de sfeer van 'illegale betalingen aan een overheidsmedewerker om een voordeel te behalen".
Maar illegaal of onwettig is een grijs gebied, in sommige streken wordt het als normaal gezien als je betaalt voor een snelle afhandeling bij het loket. Een soort business-class incheck. Erger is nog dat het de economische analyse degradeert tot een juridische. Met als valkuil dat je elke keer dat de wet (in de VS) voor donaties aan politieke partijen verandert, je definitie verandert. Wat niet handig is als je eerst al geconcludeerd hebt dat soms wetten worden verandert niet uit publiek belang maar vanwege politieke lobby of misschien wel eigenbelang. De auteurs bevelen dus een positieve in plaats van normatieve analyse aan, en geven een voorzet. Alleerst zijn er de Beckeriaanse misdaad-modellen: misdaad neemt af als de kosten en straffen hoger worden en neemt toe als de opportunity-cost laag zijn. Maar niet alle corruptie is diefstal. Vaak zijn het vrienden-contracten waarbij zowel bv. de wethouder als de projectontwikkelaar en de grondeigenaar profiteren (ten nadele van andere projectontwikkelaars en grondeigenaren en wellicht huizen-kopers). Begrijpelijkerwijze is er weinig empirisch materiaal om modellen te testen.
Benson & MsChesney bevelen een eigendomsrechten-benadering aan. Corruptie is dan gedefinieerd als de wijze waarop iemand zijn functie gebruikt om private welvaart (inkomen) te verkrijgen. Het ontstaat doordat een functionaris macht heeft uit zijn functie en er monitoringskosten zijn bij de controlerende instanties waardoor de controle niet compleet is. Er zijn dan 3 vormen van corruptie:
- Taking (onteigening) is in feite diefstal waarbij de macht wordt gebruikt eigendomsrechten van een goed te veranderen (met onvolledige compensatie).
- Rent seeking / bribary (omkoping), waarbij de scheiding tussen omkoping en een relatie-presentje tussen culturen verschilt. Rent seeking is mogelijk als eigendomsrechten niet volledig gedefinieerd zijn en de overheid de mogelijkheid heeft die te veranderen, en normen, zoneringen, subsidies etc aan te passen. Corruptie is dan niet een vorm van rent seeking, maar een onderdeel van het rent seeking proces (en moet je zo dus analyseren). In economische zin is er dan geen verschil tussen een (legaal) luxe etentje met politicus of een (legale) donatie aan de partijkas en een illigale omkoping. Rent seeking leidt ook tot teveel wetgeving, naast hoge monitoring cost, zelf ook een bron van corruptie.
- Rent extraction / extorsion treedt op als overheden / ambtenaren / politici dreigen iets te doen en zich dan (eventueel legaal via donaties aan de partij) laten betalen om dat niet te doen. Zo heeft de regering Clinton ooit aangekondigd prijscontroles in de zorgsector in te voeren, en na een jaar is het voorstel ingetrokken. het ging gepaard met veel donaties aan de partijkas, volledig legaal. En (als je een liberaal wereldbeeld als uitgangspunt neemt) nog bijdragend aan een optimalere economische situatie ook. Maar het kan (bv. in oorlogsituaties) ook illegaal (omkopen van Nazi's om een oogje dicht te knijpen in een razzia) voor een moreel goed doel.
De rest mag je zelf lezen in: Bruce Brentson en Fred McChesney: Corruption. In: Enrico Collombato (ed): The economics of property rights. Edgar Elgar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten