Feed them bananas, and you will get monkeys, zeggen de Amerikanen. Ofwel als een manager volledige informatie ontbeert, en je gaat sturen op 1 of 2 prestatieindicatoren dan trek je het gedrag scheef. Dus moet je elke 4 jaar van indicatoren set wisselen: het eerste jaar worden ze nog niet begrepen, het tweede begint het te werken, het derde begint het al scheef te trekken en het vierde jaar wordt er niet meer gelet op andere zaken die ook belangrijk zijn. Prestatie-indicatoren zijn als contracten: bijna altijd incompleet. Daarmee wel nuttig maar je moet ze niet verabsoluteren, daar wordt het te 1-dimensionaal van.
De academische wereld begint dat ook door te krijgen: daar heerst de terreur van de H-index. Die combineert het aantal publicaties en het aantal keren dat die zijn geciteerd in een index, die naar de maker Hirsch is genoemd. Waarmee -zoals de NRC zaterdag constateerde - de positie "op de apenrots" wordt bepaald. De krant deed er ook tips bij hoe je je H-index opvoert. Hier een lijstje:
1. doseer je onderzoeksresultaten: beter versnipperen over 3 papers, dan alles in 1
2. ga voor zoveel mogelijk co-auteurschappen. ruil ze: als ik bij jou 4e auteur mag zijn, mag jij bij mij.
3. kies een populair en breed vakgebied, dat levert meer citaties op dan niche-artikelen
4. werk in teams: een paper met 10 mensen levert evenveel H indexpunten op dan een solo-artikel
5. verspil geen tijd aan het schrijven van boeken of een publieksartikel in de NRC of een vakblad - die tellen niet mee
6. wees een senior, alleen al door rond te lopen op een afdeling als manager of een onderzoek mee te financieren kun je je co-auteur laten maken
7. wees niet briljant of orgineel, dan kan het wel 10 jaar duren voor je paper doorbreekt
8. gebruik Google Scholar Citations om je H index te berekenen, dat levert hogere indices dan het bekende Web of Science
9. ruil citaties: als je mij citeert dan citeer ik jou
10. als je al tijd steekt in reviewen van papers, wijs de auteurs op enkele van je eigen publicaties die zij nog niet geciteerd heeft.
Kortom: excellentie is belangrijk, je moet het proberen te meten maar vervolgens voegt een goed oordeel van experts nog waarde toe. Want soms schrijft iemand een goed handboek, heeft een brillant artikel in een niche, draagt veel bij aan het maatschappelijk debat of is een excellent docent. En altijd geldt: resultaten in het verleden (zijn geen garantie voor nog een brilliant artikel en dus -als het goed is- niet voor een aanstelling).
Vrij naar Karel Berkhout en Margriet van der Heijden: Noem jij mij, dan noem ik jou. NRC-H 17.3.2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten