Er loopt nog steeds een forse discussie over de economische gevolgen van de klimaatsverandering en daarmee wat je er nu al aan moet doen. Dat komt omdat de toekomst voor economen verder weg is dan voor sommige technische wetenschappers. Mensen hebben nu een keer tijdsvoorkeur: ik krijg liever 100 euro vandaag dan over een jaar. In de tussentijd zet ik het wel op de bank. Dus disconteren we bedragen in de toekomst met de rentestand.
De discussie gaat nu over het feit hoe hoog die rentestand moet zijn. In de bekende Stern Review over het klimaatsprobleem die de Britse overheid eerder dit jaar publiceerde, wordt met 0,5% gerekend, veel minder dus dan de normale marktrente. In Science van 13 juli jl. heeft de Yale econoom William Nordhaus daar de vloer mee aangeveegd.
Een rentevoet dicht bij nul betekent dus dat klein ongemak nu als een ramp voor de lange termijn wordt ervaren, ook de kosten ervan over 30 jaar tellen nu mee. Economen lijkt het handiger om te zorgen dat je nu zo je geld investeert dat de mensen in Bangladesh rijker worden zodat ze in de toekomst dijken kunnen bouwen (of in steden hogerop kunnen gaan wonen) dan dat je het nu al in dijken investeert die je pas over 100 jaar nodig hebt. Maar tegenstanders vinden dat soort afwegingen "onethisch" omdat je aan de huidige generatie een hogere waarde toe lijkt te kennen dan aan de achterkleinkinderen.
Ethisch lijkt het leuk de achterkleinkinderen in de berekeningen even zwaar te laten wegen maar empirisch leidt het tot onzin - zo stelt de econoom Tol in de NRC (Stern rekent uit dat de klimaatsverandering 20% van het wereldinkomen gaat kosten voor nu en voor altijd, maar Nordhaus wijst er op dat de helft daarvan na het jaar 2800 zo meldt de NRC)
Ontleend aan de NRC van 21 juli: Economisch klimaat. De eigen foto toont Mount Hood bij Portland, OR, waar je nu nog kunt snowboarden in de zomer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten