Er staan meer wetenswaardigheden in de laatste SPIL. Zo wijst Lourens Grengler er op dat een derde van de Brazilianen onder de armoedegrens leeft. Wat dat betreft, denk ik dan, is het dus helemaal niet zo'n probleem als Brazilie meer profiteert van de WTO onderhandelingen dan een arm Afrikaans land. Want ook al levert dat in Brazilie een aantal miljonairs op, het druppelt via een multiplier effect ook door naar armere groepen in de samenleving die een baantje kunnen vinden. En het is maar de vraag of in Zimbabwe zo'n mechanisme beter werkt.
Verder een informatief stuk van mijn LEI collega's Marie-Jose Smits en Gerdien Meijerink die laten zien dat op basis van vrij vergelijkbare onderzoeksuitkomsten er veel negatiever wordt gegaan over de biodiversiteitsvoordelen van agrarisch natuurbeheer dan van biologische landbouw. Wellicht komt dat ook door verschillen in de benchmark. Het publiek (maar ook het onderzoek) heeft niet de neiging die twee te vergelijken, maar het agrarisch natuurbeheer met het (duurdere) natuurpark en de biologische landbouw met de gangbare.
En dan is er nog een informatief stuk van Pieter Lukkes die de geschiedenis van 60 jaar ruimtelijke ordening kenschetst als 'marginaal'. Ik leerde eruit dat het met het eerste streekplan, 576 gestencilde pagina's over IJsselmonde uit 1938, al mis ging: de toekomst was een gezapige voortzetting van het verleden zonder schaalvergroting en mechanisatie. En aangeraden werd om minder luxe tuinbouwproducten te telen dan op dat moment gebeurde, want daar was in Rotterdam behoefte aan. Een economisch zeer domme aanbeveling dus, ook al met de kennis van toen - Von Thunen had zijn boek al lang gepubliceerd waarin hij uiteen zet dat de producten met de hoogste toegevoegde waarde het dichtst bij de stad worden geproduceerd. Meer extensieve productie wordt verdreven naar verderweg. Sla bij de stad, exentensief rundvee (dat zelf naar de markt kan lopen) ver weg. Transportkosten maken het dat hoogwaardige, verse producten dichtbij worden geteeld. En die brengen zoveel op dat de grond duurder wordt en voor die producten nog wel kan worden gebruikt, maar dat een boer het zich niet kan veroorloven die grond voor extensieve productie in te zetten.
Verschijnsel valt overigens ook waar te nemen bij een winkelgebied of the Strip in Las Vegas. De dure winkels zitten in de hoofdstraat, de broodjeszaak en de kunstgalerie er een eindje vanaf.
Lukkes vindt dat planologen hun vak opnieuw moeten definieren. Wellicht met een insteek uit de economische geografie?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten