De suggestie dat melkveebedrijven continu groeien (zie de blog van gisteren) is volgens mij niet juist. Investeringen zijn veelal discontinue, wie zijn melkveebedrijf wil vergroten moet een stuk grond aankopen en dat is er zelden in 0,25 ha, maar gaat met hectares tegelijk. En de ligboxenstal moet minimaal met 1 of 2 spanten worden uitgebreid, zodat je al snel 10 of meer koeien erbij kunt zetten.
Vaak wordt zelfs een hele nieuw stal in gebruik genomen, die dan in het begin nog niet volledig wordt benut. En wie boert met de melkrobot (zo'n apparaat melkt ca. 50 koeien) is zelfs min of meer te groeien in eenheden van ca 40 koeien.
Dat discontinue zie je natuurlijk niet in de statistiek achter je bureau als je 15.000 bedrijven hebt die tot nu toe in een weinig cyclische markt produceren en je kijkt alleen naar het gemiddelde bedrijf. Dan lijkt het alsof je 0,8 koe kunt aankopen en is er continue groei. Statistisch veroorzaakt doordat een deel van de bedrijven in dat jaar behoorlijk groeit.
En sterker: een deel van de bedrijven groeit helemaal niet, die houden er juist mee op of bouwen af.
Je mag dus wel schrijven "Het gemiddelde Nederlandse melkveebedrijf is continu gegroeid in aantal melkkoeien en grond". Maar volgens mij niet "De Nederlandse melkveebedrijven zijn...."
En als je de lezer echt iets wil bijbrengen bij zo'n statistiek of figuurtje met de cijfers, moet je juist schrijven "Veel Nederlandse melkveebedrijven investeren van tijd tot tijd (discontinu) in melkkoeien en grond, mede mogelijk gemaakt omdat een deel er ook mee stopt. In de tot nu toe gereguleerde melkmarkt is dat geen sterk cyclisch proces, zodat het gemiddelde bedrijf een constante groei vertoont". Of zo iets.
Toegegeven, een tikje pietluttig, kenners van de sector zullen begrijpen wat de auteur bedoelde. Maar hopelijk lezen er ook niet-kenners mee. En misschien wordt het met het wegvallen van het quotum wel meer cyclisch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten