vrijdag 28 december 2007

Elk dorp zijn eigen GLB

Lokale gemeenschappen zijn heel goed in staat om te regelen dat boeren beloond worden voor hun dienstverlening rond landschapsonderhoud. Op basis van de theorie mag je dat verwachten: daar waar er winst is voor beide partijen (boeren en dorpelingen), zullen ze zich organiseren om die winst te behalen en te delen. Als de kosten van het organiseren (de zgn. transaktiekosten) niet te hoog zijn althans.

In een recent wetenschappelijk paper tonen enkele Oostenrijkers aan dat dit in Oostenrijk inderdaad het geval is. Althans als er in een gemeente toerisme is en via bijvoorbeeld toeristenbelasting een deel van de inkomende geldstroom kan worden afgetapt richting de boeren die zich met landschapsonderhoud bezighouden. De Oostenrijkers zelf hebben er minder voor over, en zeker niet in kleinere steden. De programma's waarin boeren contracten krijgen komen ook vooral tot stand in die gebieden waar er een gebrek lijkt aan landschap en waar het onder druk staat.

De auteurs concluderen dan ook dat er ruimte is voor dergelijke programma's, aanvullend op het EU en nationale beleid. Zelf zou ik zeggen: laten we eens lokaal beginnen, daar weet men wat er nodig is. En als dat dan te weinig blijkt, kun je altijd nog aanvullen via de nationale of internationale politiek - waarom zouden die het beter weten dan de lokalen?

F. Hackl, M. Halla and G.J.Pruckner: Local compensation payments for agri-environmental externalities. In: ERAE 34-3, September 2007

Geen opmerkingen: