dinsdag 30 december 2014

Vork 4

Vork publiceerde in december zijn vierde nummer. Het blad kan gerekend worden tot de aanwinsten van 2014. Veel ethiek en voedsel(wetgeving) in dit nummer. Ik maak een paar aantekeningen van de zaken die me nog wel eens van pas kunnen komen of waar ik iets van leerde.
Om te beginnen een helder verhaal hoe je PET flessen voor cola uit suikerbieten kunt maken. Mooie ontwikkeling die, als ik het goed begrijp, nog wel een bescherming van suiker aan de buitengrens nodig heeft. Dat roept dan toch de vraag op hoe de wereld er uit zou zien zonder marktbescherming: meer suikersubstituten (chemisch als aspartaam of plantaardig zoals Stevia)? En meer grond voor grasland en minder voor suikerbieten? De flessen worden biologisch genoemd, maar die term was al gekaapt door de biologische landbouw, dus plantaardig zou beter zijn.
Verder van Michiel Korthals resp. Marcel Schuttelaar lijstjes rond duurzaamheid en voeding. Wat ik er in mistte was de dynamiek van de lijstjes. Ik maak ze ook wel eens, maar ik vraag me af of ik 20 jaar geleden daar items als Monopolies (die zijn er niet echt, maar wel concentratie en machtsverschillen in de keten, en het thema is vooral 10 jaar geleden opgekomen) en Circulaire Economie (een nog veel recentere term) op zou hebben gezet. Het gaat ook niet om duurzaamheid maar duurzame ontwikkeling
Juriste Karin Verzijden zet de voedselwetgeving op een rijtje. Interessant dat ook op dit vlak er gespecialiseerde bureau's zijn ("science-based lawyers") en een website die ik nog niet kende: www.foodhealthlegal.com Met vragen als "zijn eetbare insecten Novel Foods?"

Verder aandacht voor Lucas Simons en zijn boek Changing the Food Game. Daarin onderscheidt hij vier fasen van verduurzaming: Sense of Urgency (met een aantal projecten zoals Max Havelaar), Gedetailleerde afspraken (Round Tables die wantrouwen omzetten in gedetailleerde afsparken zoals Utz), Gezamenlijke strategie op basis van gegroeid vertrouwen en tot slot Level Playing Field waarbij de overheid via regulering de achterblijvers dwingt te kiezen. Klinkt logisch, maar nogal lineair vanuit een transitie-oogpnnt. Misschien toch het boek eens lezen

Verder aandacht voor het feit dat mannelijke dieren (volgens sommigen mensen incluis, maar daar waagt Vork zich niet aan) in veel sectoren een last zijn, dit mede naar aanleiding van de nuka-problematiek. Wat doen we ermee? Blijkbaar is de afzet naar China te duur ? Of via genitica of vroegtijdige abortus geboortes voorkomen?

Verder een paar kritische stukken over de milieubeweging die het citeren waard zijn. Parcival Weijnen laat zien hoe diepgroene organisaties als Wakker Dier geen belang hebbenbij nuance, dat communiceert niet:  "met nuance kun je geen actie voeren". En Hidde Boersma verklaart het failliet van de milieubeweging. Het lukt Greenpeace met 237 miljoen euro reclame budget niet om de massa achter klimaatbeleid te krijgen, sterker nog niet eens dat we ons er zorgen over maken. En de NGO wordt ook nog beschuldigt van onwetenschappelijke standpunten rond bv. DDT (onterecht in diskrediet geraakt voor malariabestrijding), kern-energie en GMOs. De auteur ziet zelfs een trend in de milieubeweging in het algemeen tot eco-autoritaire opvattingen, democratie is maar lastig. Karin Hoenderdos neemt het wat vrolijker op. Deze journaliste bezocht het Springtij Forum op Terschelling en identificeerde vier geloven:
  • de kathedraal van het voortschrijdend inzicht (hooggeplaatsten die na een carriere voor groen gaan, hebben soms megalomane zweefneigingen)
  • de kapel van de romantici (stadslandbouw, veganisme  etc met veel creativiteit verzekerd)
  • de zeven smarten kerk (samen somberen)
  • de moskee van de marketeers (pragmatisch, de wereld is een business model, probleem van vandaag is de markt van morgen).
Je ziet het. alle reden tot een abonnement.

maandag 29 december 2014

biologisch overzicht


Tijd voor achterstallig leeswerk. Zoals het naslagwerk "Organic in Europe" dat IFOAM dit jaar uitgaf bij zijn 10-jarig bestaan. Ik kreeg het in Bari in september. Het bevat een handig overzicht van de ontwikkeling en belangrijkste spelers in de biologische landbouw per lidstaat en een aantal artikelen over het beleid voor deze sector in de EU. Waaronder een discussie over de voorstellen voor nieuwe regelgeving die onlangs door de nieuwe Commissie van tafel zijn gehaald.  

zondag 28 december 2014

De nostalgie-index update

Eind van het jaar en dus weer tijd voor de Top-2000 allertijden  - en de inmiddels traditionel update van de Nostalgie-index.
Als proxy voor de behoefte aan nostalgie naar Neerlands platteland van weleer en Slagerij J. van der Ven in het bijzonder gebruiken we al jaren de positie in de Top2000 van Wim Sonneveld's  Het Dorp. Zoals bekend door partner Friso Wiegersma gemodelleerd op Deurne uit de tijd dat het eigen varken in de laatste weken nog roggemeel of haver kreeg om de smaak van het spek te vergroten.
Is misschien een ideetje voor een producentenvereniging in 2015 want de behoefte aan nostalgie blijft groot, zo suggereert mijn index: met een daling van plaats 36 naar 39 blijft de index op een hoog niveau.

zaterdag 27 december 2014

Spreken over eten


Deze herfst zag ik een demo van IBM's Dr Watson, die ze gevoerd hebben met heel veel recepten. Op basis waarvan de computer nieuwe recepten genereert met zeer onverwachte combinaties. Volgens de chef van een Okura restaurant was dat voor hem nuttig.
Ook Dan Jurafsky heeft de computer gevoerd, maar dan met restaurantmenu's. Om meer precies te zijn, met de beschrijving van 650.000 gerechten en 6500 menu's. En vervolgens enige hedonic pricing toepast. In zijn boek The Language of Food rapporteert hij daarover. Enkele van zijn bevindingen:

  • mid-range restaurants gebruiken overmatig veel het woord "Vers" (Fresh)
  • goedkope eettentjes bezweren dat hun eten "real"
  • duurdere restaurants gebruiken langere woorden: als het gemiddelde woord van het menu een letter langer is, is het gerecht $0.18 duurder
  • vaag positieve woorden als "smakelijk" of "heerlijk" verlagen de prijs met 9%, men heeft niet echt iets duurs te melden en gebruikt daarom deze opvullertjes in de taal
  • prijzen liggen ook hoger bij termen als "Exotische Ethiopische kruiden". Die zijn voor Ethiopiers helemaal niet exotisch en die restaurants richten zich dus op non-natives (en willen daar voor betaald).
Wie dus een restaurant van een bepaalde klasse zoekt, let op dergelijke woorden. De auteur analyseerde ook nog even de websites met klantbeoordelingen. Teleurstellingen worden meer specifiek beschreve en ook als een gezamenlijke ervaring "we waited..". Dat is gebruikelijk bij het rapporteren van kleine trauma ervaringen volgens de literatuur.  Daardoor vind je comfort in het groepsgevoel. 

Ontleend aan boekbespreking in The Economist, 15.12.2014

bumper sticker

De bumper sticker komt weer terug, zo begrijp ik. De kersverse producentenorganisatie voor de varkenshouderij heeft succes met de sticker "Proud to be a pig farmer".
Een trouwe lezeres van deze blog stelde me een rijmpje ter hand dat volgens de Boerderij van 2 december door een bietenwagen uit Ruinerwold wordt gevoerd:
"Het is de boer wiens nijvre hand
de kost schaft voor het ganse land
't loopt vroeg of laat verkeerd
als het volk zijn boeren niet waardeert.
Ik zou zeggen: hou afstand vandaag, het gaat sneeuwen !

dinsdag 23 december 2014

The Copyright Wars

is de titel van een boek van Peter Baldwin. 535 pagina's met als subtitel Three Centuries of Trans-Atlantic Battle. Het gaat er over hoe de Europeanen en Amerikanen verschillend aankijken tegen copyright.
Europeanen zien het als auteursrechten, gebaseerd in het idee van natuurlijke menselijke rechten uit de tijd van de Romantiek. Het recht beschermt de auteur, en als die goed beschermd is, profiteert de maatschappij vanzelf van zijn creaties. Dat recht geldt ook als de auteur zijn talent aanwendt in dienstverband.
De Amerikanen ziet cultuur meer als een commodity. Copyright wordt gegeven als economisch incentive gedurende een beperkte tijd om aanbieders / auteurs te belonen voor hun inspanning zodat ze als aanbieder actief zijn. Ze krijgen een tijdelijk monopolie.
Overigens is er ook in de VS een succesvolle lobby om de auteursrechten te verlengen. En de vraag is wat er gaat gebeuren in de Copyleft wereld van het internet waarin frank en vrij wordt gekopieerd of minstens gelinkt en gemasht-up.

Ontleend aan boekrecensie The Economist 13.12.2014


maandag 22 december 2014

Wandelend door de economie van de internationale handel

Het was al een tijdje stil aan het wandelfront. Door drukte.
Maar vandaag beschrijf ik de wandeling op het Pieterpad van Millingen naar Hoog-Elten. Langs Lobith en de Tolkamer, dus duiken we in de economie van de internationale handel.

zondag 21 december 2014

de supermarkt modeshow

 
 
Ik let niet zo op de haute cauture, en dus was me ontgaan dat Chanel's Karl Lagerfeld dit jaar had bedacht dat de ideale plaats voor een modeshow niet de Parijse catwalk is, maar een supermarkt. Een special over luxury goods in The Economist van vorige week noemde het terzijde. Levert mooie plaatjes op, zie deze modeblog.
De diepere betekenis van dit signaal ontgaat me overigens nog even. Maar mogelijk werd het Grand Palais omgetoverd tot een supermarkt met allemaal (nep)Chanel producten in de schappen om aan te geven dat er nog meer mogelijk is met een goed merk dan kleding en parfum?

donderdag 18 december 2014

Diner dilemma's

Twee kerstetentjes achter de rug, zonder dat ik gebruik hoefde te maken van de 5 stellingen die Janneke Vreugdenhill zaterdag in de NRC (Lux) zette voor een goed tafelgesprek over eten. Ze ontleende de dilemma's aan het boek De Deugd van de tafel - een filosofie van het eten. Voor de zekerheid noteer ik ze toch even:
  1. 1. Vleeseters hebben meer respect voor dieren van vegetariers (omdat je het dier serieus neemt voor wat het is, niet voor wat het in je ogen zou moeten zijn, en dieren hebben wel pijn bij doding maar lijden kan alleen met geheugen en toekomstbesef)
  2. hippe volkstuintjes houden de voortuigang tegen (handel is goed voor onderlinge afhankelijkheid en specialisatie)
  3. zij die het ontbijtbuffet plunderen verdienen respect (het geen horkering schransen, maar voorkomt food waste)
  4. over smaak valt prima te twisten (objectiviteit en subjectiviteit mogen door elkaar lopen, het zijn lichaam en geest; en hoe meer we weten, hoe objectiever ons oordeel)
  5. het is de schuld van Ottolenghi dat we niet meer kunnen koken (door al die kookrages en -boeken bouwen we geen knowhow op rond die 10 standaardgerechten, we oefenen te weinig op onze eigen classics, de praktische wijsheid die Aristoteles zo belangrijk vond ontstaat zo niet.

zondag 14 december 2014

Vet boek

Een boek dat ik gemist had, maar door the Economist in zijn jaaroverzicht werd gezet als het meest verrassende diet book van 2014: Nina Teicholz: The big fat surprise - why butter, meat and chees belong in a healty diet.
Een historische studie over hoe vet gedemoniseerd werd en de keuken uitgewerkt.

zaterdag 13 december 2014

Saemaul

Saemaul is een Zuid-Koreaanse term die ik nog niet kende. Het is een plattelandsontwikkelingsmodel, en betekent letterlijk 'nieuw dorp'. Dateert uit de jaren 70 en de VN gaat het nu vier jaar lang bestuderen, terwijl president Park het model van haar vader nieuw leven inblaast, ook als export-product met geld toe naar 6 landen als Rwanda, Uzbekistan, Myanmar en Cambodja. Er is ook een opleiding Saemaul studies die studenten tot uit Nepal en Nieuw Guinea trekt.
Hoe het werkt? In 1971 gaf de overheid elk dorp 355 zaken cement. Ter vrije besteding. De dorpen die meest succesvol met het cement waren omgegaan kregen na een jaar meer cement, en staalkabels (of betonvlechtmateriaal, zo vermoed ik: steel rods). Op voorwaarde dat men de helft van de dorpsbesparingen op de bank deponeerde. Zodat er geld kwam voor investeringen in nieuwe winstgevende(landbouw)projecten; enzovoorts. Tegelijk was er een 'stamping out', ook via de plattelandsvrouwen, van drinken en gokken. In de jaren 70 spendeerde de Koreaanse overheid 10% van zijn budget aan het programma, om het platteland mee te ontwikkelen waar de chaebol als Samsung de industrie trokken.

The Economist: 6.12.2014 Pastures New.

vrijdag 12 december 2014

De economie van de drone

De drones komen er aan, zo meldde The Economist vorige week in een leuk artikel. Geen nieuws, maar toch een aantal nuttige feiten die ik even vastleg.
Om te beginnen dat Europa weer eens voorop loopt. In Amerika is commercieel gebruik absoluut verboden, hoewel sommige boeren zich daar niet aan houden. Leidt er toe dat zelfs gebruik in scenes in de filmindustrie of bij een bedrijf dat een promotiefilmpje voor een universiteit maakt om studenten techniek te werven verboden is.
En dus loopt Europa met Australie en Japan voorop. Overigens zijn de apparaten mede zo goedkoop geworden omdat er veel materiaal in zit dat massaal voor de mobiele telefoon wordt gefabriceerd.
De vraag is natuurlijk: wat levert het op. Dan moet je naar de landbouw kijken want dat zal de grootste gebruiker worden, zo vermoed het blad. Ik citeer wat voorbeelden:
  • Japanse boeren hebben opbrengststijgingen (kg) van 15% gehaald
  • Een Frans voorbeeld van een akkerbouwer (met de Nederlandse naam Bruggeman) gebruikt de Airinov service (foto), die drone-metingen van biomassa, vochtgehalte van de bodem e.d. interpreteren en binnen 48 uur taakkaarten voor de kunstmeststrooier terugsturen Alleen al die betere kunstmestgift is goed voor euro 50.- per ha koolzaakd en euro 100 per ha tarwe. Nog los van hoger eiwit in tarwe en minder milieuvervuiling. Zo'n 2000 boeren gebruiken deze service nu, volgend jaar rekent men op 5000.
Yamaha heeft de RMAX op de markt, Die werkt op gewone brandstof en is geschikt om mee te spuiten, waarbij minder vloeistof en middel nodig is door de roterende wieken. En geen gewasbeschadiging. Transport op de pick-up Maar het ding kost wel $ 125.000,-

Uit: The Economist: The robot overhead, 6.12.2014

donderdag 11 december 2014

optimale grootte van het wijngebied

Geogrrafische indicaties, zoals de EU die vaststelt, roepen de vraag op hoe je die afbakent: mag het gebied voor champagne of Opperdoezer Ronde ook een beetje groter of kleiner?  De EU schrijft technische studies voor die op basis van grondsoort e.d. maar moeten bepalen waar de grens ligt.
Maar dat is niet genoeg, zo betogen Koen Deconinck en Jo Swinnen van de universiteit van Leuven in een working paper in de reeks van Wine Economics: "The political economy of Geographical Indications".
Ze gaan in hun betoog uit van 4 aananmes: een groter gebied leidt tot meer productie en lagere prijzen (misschien goed voor de consument en de producent), bij een groter gebied kunnen de vaste kosten (van marketing en controle op het label) over meer productie worden verdeeld (goed voor een lager prijsverschil met andere producten), een groter gebied kan leiden tot een lagere (of meer heterogene) kwaliteit, zowel echt als door de consument ingeschat en dat verlaagt de betalingsbereidheid bij consumenten, en tot slot: de overheid stelt de grenzen vast en is gevoelig voor lobby. Dat laatste betekent dat er insiders en outsiders zijn.
Niet op voorhand is op basis van theorie vast te stellen of het politieke evenwicht wel uitkomt op het sociale optimum, of dat er teveel geluisterd wordt naar de welvaart van de producenten, of dat van de insiders die bij het politieke proces betrokken zijn.
De onderzoekers pleiten ervoor dat de grenzen van het wijngebied of het aardappelras dus niet alleen afhangen van het kalkgehalte van de grond of de gemeentegrens, maar ook van bv. de betalingsbereidheid van de consument bij verschillende volumes en kwaliteiten.
Lijkt me ook, maar mits je er een goed marketingverhaal bij kunt blijven vertellen, zo vermoed ik.

woensdag 10 december 2014

Pitch met / voor NABC

Voor wie een goede aanpak zoekt voor een Pitch: Stanford heeft daar ooit het NABC-tje voor ontwikkeld. Hier een link naar een instructief videootje op YouTube, en een slideshare.

dinsdag 9 december 2014

GLB en de werkgelegenheid.

De 50 mlijard euro die we aan landbouwbeleid uitgeven is o.a. bedoeld om de landelijke werkgelegenheid in stand te houden. De vraag is dan natuurlijk of het ook dat effect heeft.
Je kunt daar tal van redeneringen voor opzetten: door de GLB-betalingen wordt er meer met landbouw verdient dan zonder en dus is het aantrekkelijk boer te blijven of te worden en niet wat anders te gaan doen. Het inkomen is door directe betalingen ook zekerder geworden, dat telt ook.
Anderzijds: een deel van de premies komt niet bij boeren terecht maar bij grondeigenaren of bij consumenten en leveranciers van inputs (omdat de productie uitbreidt als die winstgevender is). De jaarlijkse ontvangst van een fors bedrag helpt toch weer bij het kopen van een nieuwe grotere combine, zodat er een personeelslid kan afvloeien. De geleerden zijn het er niet over eens hoeveel er wegvloeit, sommigen schatten met name het effect op grond- en pachtprijzen hoog in, anderen denken toch dat 60 a 90% bij boeren terecht komt.
Kortom tijd voor enkele economen om de computer aan te zetten en eens te gaan rekenen. In een nieuw paper in de ERAE komen Olper et al. tot de conclusie dat over de periode 1990-2009 het GLB duidelijk in staat is geweest arbeid in de landbouw vast te houden. 1% meer budget betekent een daling van de uitstroom met bijna 0,2%,. Per jaar houdt het GLB 27.000 mensen / banen in de landbouw vast. Het effect van pijler 1 is daarbij veel sterker (per euro) dan van pijler 2.
Overigens was de onderzoeksperiode die van de aan productie gekoppelde (historische) directe betalingen. Die zijn vervangen door de flat rate. De auteurs wagen zich niet aan een speculatie wat dat voor hun becijferingen betekent.  Mijn taxatie zou zijn dat de effectivitiet wat is afgenomen. En eigenlijk moet je, zoals het paper deels doet, kijken naar de werkeloosheid. Als die hoog is, wil je veel banen in de landbouw behouden, maar is daar ook minder subsidie voor nodig: de prikkel om te vetrekken is minder groot.

zie: Alessandro Olper, Valentina Raimondi, Daniele Cavichioli en Mauro Vigani: Do CAP payments reduce farm labour migration? A panel data analysis acroos EU regions. In: ERAE 41-5, December 2014

zondag 7 december 2014

Italiaanse cijfers



In oktober kreeg ik bij een bezoek van de collega's van het INEA, het Italiaanse LEI, het zakboekje Italian Agriculure in 2013. Een handige dwarsligger (qua formaat) met grafieken, tabellen en wat tekst. Van de omvang van de agro- en foodsector tot het aantal overnachtingen op boerderij-verblijven.
Al bladerend leerde ik dat de Italiaanse landbouw net als hier minder dan 2% van de economie bedraagt. Maar terwijl wij het agrocomplex op maximaal 10% schatten, citeert INEA het Italiaanse Bureau voor de Statistiek ISTAT en komt op 17%. Daarvan wordt 40% gerealiseerd (naar schatting staat erbij) door de retail (marketing and distribution). De kleinschalige distributiestructuur met relatief hoge prijzen zal helpen, maar ik weet ook vrijwel zeker dat dergelijke methodologie niet geharmoniseerd is in Europa.

zaterdag 6 december 2014

Gerst in Tibet


Het heeft al tal van kranten en nieuwsbladen gehaald, hoewel het ook weer niet zo schokkend is: dat de verovering van de planeet door de mens afhankelijk was van landbouw. En dan niet alleen de hoeveelheid productie, maar ook de diversiteit. Recent onderzoek gepuliceerd in Science door de Chinezen Chen Fahu en Dong Guanghui illustreert het weer eens: Tibet is veroverd dankzij de gerst.
Zo'n 3600 jaar geleden was  de hoogvlakte van Tibet een jachtgebied, maar voor landbouw was het te koud. De rijstteelt en milletteelt bracht de mens tot 3.000 meter hoogte, daarboven was langdurige bewoning niet mogelijk. En hoewel er al 20.000 jaar op de hoogvlakte wordt gejaagd, was die teelt tot 3.000 meter ook nog maar zo'n 5500 jaar oud.
Omdat het 3600 jaar geleden kouder werd, had de bewoningsgrens moeten zakken. Maar hij bleek te stijgen naar 4.700 meter hoogte. Omdat de Tibetanen de beschikking kregen over gerst, dat welliswaar een langer groeiseizoen heeft dan millet, maar wel tegen enige vorst kan.

The Economist 22.11.2014

vrijdag 5 december 2014

duurzaamheid en ketenorganisatie

De paneldiscussie die ik hier gister rapporteerde was nog al eenduidig in zijn conclusie, met Franse, Engelse en Scandinavische (en Nederlandse) inbreng zien we dat er een duidelijke trend is ontstaan in het organiseren van de supply chain:
  • het succes van de productiestijging in de jaren 50 en 60 bracht ook milieu-nadelen mee, bleek deels niet-duurzaam, leidde in economenjargon tot negatieve externalities.
  • mede onder politieke lobby van het systeem was de overheid niet in staat dat te corrigeren met regelgeving of belastingen, zodat we niet meer de echte prijs voor ons voedsel betalen
  • sinds de jaren 90 is bij een groep burgers (en werknemers van bedrijven) het inzicht gegroeid dat men er dan of zelf via aankopen of via legitimeren of dulden van NGO's wat aan moet doen
  • bij bedrijven gaat dat in eerste instantie ook gepaard met kostenvoordelen, inputs worden vervangen door management (wat niet helemaal gratis is overigens).
  • retailers en food processors gaan daarmee meer eisen stellen aan ingekochte producten, omdat grootste onduurzaamheid bij boeren zit, daar is door weer en in open veld de productie meest onduurzaam en is veel te leren van best practices.
  • daarmee zijn ze gedwongen de businessmodellen en vooral de supply chain te veranderen. Handel is vaak anoniem en als je geen paspoorten bij batches producten hebt (waar met ICT is vastgelegd hoe duurzaam is geproduceerd), krijg je dus kortere ketens met dikkere contracten die voor het bedrijf (niet noodzakelijk voor de consument) transparantie oplevert.
  • daarmee krijgt retailer of food processor ook een zorgplicht over die groepen arme boeren in ontwikkelingslanden die het zo aan zich bindt.
  • overigens is er nog de nodige verwarring waar wat beter werkt als het gaat om het reputatiemechanisme: is het vooral B2B en moet je vooral Mars als merk of AH (Puur en Eerlijk) communiceren (en naar NGO en in jaarverslag verantwoording afleggen) of moet je je product volhangen met tal van logo's? Wat ook weer invloed heeft op de business-modellen van de logo-houders.

donderdag 4 december 2014

stevia

Deze foto van een schilderij uit 1599 van Jacques De Gheyn, tuit de collectie P. en N. de Boer, getiteld Gevilde Kalfskop stond vandaag in de NRC. Zulke taferelen werden toen geassocieerd met welvaart, zo begrijp ik.
Zelf was ik vanochtend in de RAI waar een grote beurs werd gehouden om de wereldwijde verkopers van voedingsingredienten (van aardbeienconcentraat tot enzymen) te koppelen aan de regionale voedingsmiddelenfabrikanten. De beurs wordt regelmatig op allerlei plekken in de wereld georganiseerd, zo begreep ik.
En in de beurs kon men ook een aantal side-events bezoeken, waaronder een paneldiscussie over het organiseren van duurzame ketens. Waar ik in deelnam en dat was de moeite waard: interessante mensen uit tal van plekken uit Europa.
Zo kwam ik in contact met het bedrijf Pure Circle, dat zich bezighoudt met duurzame Stevia. Ze laten het op 4 continenten door meer dan 10.000 boeren produceren en bewaken de duurzaamheid van de teelt. En ze beginnen so wie so met een voorsprong want er zou maar 1/3e van het areaal nodig zijn van suikerbieten of suikerriet voor dezelfde zoetheid. Als indirect-landuse een verkoopargument is dan wordt het snel opgepikt in de duurzaamheidsclaims.
Wat ik niet wist is dat Stevia een koude oorlog product is: doorontwikkeld door de Russen, die niet van buitenlandse suiker afhankelijk wilden zijn en het in 1899 in Paraquay als zoetmaker (her)ontdekte plantje veredelden, zo werd me verteld. En vandaar dat tot nu toe China hoofdleverancier is, er waren ook verschillende Chinese stevia-aanbieders op de beurs. Ze hebben al 40 jaar een forse markt in Japan.
Ook de suikerbieten waren al een product van een oorlog: Napoleon zette bij het continentatle stelsel, de blokkade door de Engelsen die de aanvoer van suikerriet afsneedt, in op een ersatz. De geschiedenis herhaalt zich.

woensdag 3 december 2014

presentatie in Amsterdam

Gisteren gaf ik in Amsterdam een presentatie voor een conferentie met mensen die onze zuivelproducten innoveren. Een wereld van toetjes, enzymen en meer. Ik had het over de link tussen consumenten en boeren. Met deze presentatie die op SlideShare staat.

dinsdag 2 december 2014

Sesam

In het boek Airport van Arthur Hailey, een luchthaven roman uit 1968, komt een personage voor die alle hoofdletters van haar typemachine (weet je nog wat dat was?) gesloopt heeft. Ze had daar een of ander typisch jaren 60 argument voor, dat me nu even onschoten is, mogelijk iets in de trant van dat er al ongelijkheid genoeg is in de wereld.
Ik moest er aan denken toen ik de hoofdletter-vrije omslag zag van het proefschrift van mijn LEI collega Gerdien W. Meijerink, die vandaag in Wageningen promoveert op het proefschrift "farmers, traders, and a commodity exchange - institutional change in ethiopian seame markets". Een paar pagina's verder krijgt Ethiopie wel een hoofdletter, en gelukkig is het proefschirft zelf zeer leesbaar, met normaal gebruik van hoofdletters en kleine letters.
En met vaak de afkorting in hoofdletters ECX. Die staat voor Ethiopian Commodity Exchange. Waar naar aanleiding van eerder onderzoek de verhandeling van sesamzaad verplicht is gesteld. Om de transparantie in de markt te vergroten. Het proefschrift evalueert de gang van zaken. Er worden voordelen in transparatie geconstateerd, maar er is ook aanhoudend wantrouwen bij de handelaren. Dat is verontrustend en kan te maken hebben met het feit dat de handelaren het tot nu toe moesten hebben van de sociale, informele netwerken. Die zijn minder hard nodig bij anoniemere transacties en dus leveren de handelaren die daar goed in waren in. En moeten nieuwe vaardigheden leren.
Net zoals bij de vervanging van de typemachine door de wordprocessors, de secretaresses die goed waren in foutloos typen en zonder Typ-ex (weet je nog wat dat was?) konden, ineens ingehaald werden door matige typistes die nu heel goed in desk-top publishing met opmaak, spellingscontrole en voetnoten in Wordperfect uit de voeten konden.