maandag 7 augustus 2006

Motieven om te veranderen

Innovaties worden vaak geleidelijk ingevoerd. Eerst langzaam, dan sneller en tot slot veranderen ook de laatkomers. Dat heeft de adoptie of diffusie curve, die de vorm van een S heeft, en waaraan de naam van de socioloog Rogers verbonden is. Hij deed zijn studie in de jaren dertig en veertig in de Midwest van de Verenigde Staten in zijn onderzoek bij boeren naar het invoeren van hybride mais. Hij onderscheidde de vroege vogels (early adopters), de meerderheid van de volgers (in de take-off fase, het stijle deel van de curve) en de laatkomers (late adopters).
In het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie van deze maand staat een artikel over de invoer van de zgn. balanced score card en daarin halen de auteurs Abrahamson aan, die vier motieven aandraagt voor de invoer van een administratieve technologie, afhankelijk van of de diffusie afhangt van organisaties binnen / buiten de groep en of er wel of niet sprake is van imitatie:
efficiente keuze (organisaties uit de groep zijn het voorbeeld, geen imitatie)
gedwongen selectie (organisaties van buiten, bijvoorbeeld afnemers bepalen, geen imitatie)
mode (organisaties van buiten, en imitatie)
rage ('fad': organisaties van binnen, imitatie)

Verder ook een mooi artikel met een E-scan om uw ondernemerschap te beoordelen.

Zie: Rudy Balogh, Michael Corby en Paula van Veen-Dirks: De balanced score card in Nederland. In: MAB juli / augustus 2006
Martijn Dirissen en Peter Zwart: De E-Scan Ondernemertest ter beoordeling van ondernemerschap.

woensdag 2 augustus 2006

in een duurzame sector worden verliezen gemaakt

De discussie over landbouwbeleid in de NRC werd gisteren voortgezet met een nieuw rondje ingezonden stukken, nu o.a. van bekend Rotterdams kritikaster Jakob Kol en van Wouter van Dieren, nu natuurbeschermer op een waddeneiland.
Het leverde weinig nieuwe argumenten op. Wel maken veel discussanten de fout om bedrijven en de sector door elkaar te haspelen: bedrijven zijn te klein om het zonder subsidie te redden en daarom is de sector noodlijdend. De werkelijkheid is dat de vraag naar landbouwproducten als melk stabiel is, en er (om de arbeidsproduktiviteit te verhogen en daarmee het inkomen in stand te houden) wordt gemechaniseerd en geautomatiseerd. Dan hebben we dus minder bedrijven nodig. En omdat bedrijven niet onmiddelijk stoppen maar vooral als er zich geen opvolger aandient, zijn veel bedrijven dus te klein en verliesgevend. Maar dat wil niet zeggen dat de productie hier niet meer thuis hoort of dat het slecht gaat met de sector. Zoals oud-LEI directeur Jan de Veer vroeger zei: een sector / bedrijfstak kan alleen goed draaien als er bedrijven stoppen.
En verder willen velen zonder meer landschapssubsidies aan boeren voor voetpaden, houtwallen e.d. Het lijkt me slimmer om gewoon te bepalen (via de politiek) hoeveel meter voetpad of houtwal we willen, en daar dan (eventueel via offertes) voor te betalen. Dat is een helderder systeem dan eerst subsidie te betalen per ha en dan te bedenken of we wel genoeg houtwal krijgen.