zaterdag 28 januari 2023

Oorzaken van de industriele revolutie

De aanleiding voor de Engelse industriële revolutie in de 18e eeuw blijft voer voor historici. In de rubriek Graphic Detail had The Economist vorige week een mooie pagina onder de titel Mothers of Invention. Met een grafiek met het nationaal inkomen per persoon voor het jaar 1650 = 100 zie je hoe in Nederland de welvaart wat daalde tijdens de Engelse oorlogen, weer naar 100 kroop voor de Franse Revolutie, toen meer dan 30% daalde en rond 1900 zich (zo schat ik) rond de 120 bevond. Maar in Engeland al richting de 500 liep. Ook Duitsland en Frankrijk en zelfs Spanje waren behoorlijk rijker. Nederland was in de 19e eeuw typisch een lage lonen land.

Terug naar de vraag wat die industriële revolutie veroorzaakte. De laatste inzichten wijzen op drie factoren die rond Liverpool en Manchester een rol speelden. Allereerst de beschikbaarheid van kapitaal uit de slavenhandel. Vooral gebieden waar dat kapitaal hoog was en snel groeide door succesvolle snelle slavenreizen (met dus weinig sterfte en hoge winsten) investeerden in de nieuwe technologie. Vervolgens was het ook schaarste aan arbeid. Daar hielpen vooral de Engels-Franse oorlogen tussen 1793-1815 een handje, en vooral in regio's waar er relatief veel dienstplichtigen waren als ook opgeleide technici ('mechanics') werd er fors in technologie geinvesteerd.

En tot slot speelden de boeren een rol. Een studie van Leander Heldring, James Robinson en Sebastian Volmer wordt geciteerd waaruit blijkt dat vooral gebieden met boeren die al eeuwen eigenaar van hun grond waren (of die tegen vrije marktprijzen konden pachten) tot de industrialiseerden regio's behoorden. Dat waren gebieden die in de Middeleeuwen tot de kloosters en abdijen hadden behoord maar door Hendrik VIII waren geprivatiseerd. In andere gebieden betaalden boeren aan de adel een vaste pacht (en was er weinig grondhandel zo vermoed ik) en zou het ondernemerschap veel minder zijn ontwikkeld. De ondernemende boerenstand zou een regionale ondernemersmentaliteit hebben gecreëerd.  Intrigerend idee.

woensdag 25 januari 2023

Geopolitics

Vanavond hoop ik te dineren bij de WRR, die een besloten sessie over geopolitiek organiseert. In mijn voorbereiding vond ik een ppt van exact 8 jaar geleden terug die we toen voor VNO-NCW hielden. De analyse lijkt me nog correct en er lijkt niet zo heel veel veranderd. 

vrijdag 20 januari 2023

Coase na Corona

 Liefhebbers van het werk van Nobelprijswinnaar Ronald Coase over transactiekosten (zoals ik) konden vorige week genieten van een artikel in The Economist met de titel The Fuzzy Corporation (14.1.2023). Over de vraag hoe digitale technologie de organisatie van bedrijven verandert.

Technologie verandert transactiekosten en daarmee de beslissing wat een bedrijf zelf doet en wat het uitbesteedt. De industriele revolutie betekende het einde van het 'putting out' systeem, waarin een bedrijf grondstoffen (zoals katoen) kocht, dat afleverde bij zelfstandige ondernemers (boerinnen) en het eindproduct voor de verkoop weer ophaalde. De zelfstandigen werden in feite tegen stukloon betaalt. De huidige kalverindustrie lijkt er nog op. Maar de innovaties als waterkracht en spinmachines in de 1e industriële revolutie maakte het aantrekkelijk de productie intern in de fabriek te doen en de arbeid naar de fabriek te verplaatsen.  Stoomkracht deed er nog een schepje bovenop. En elektriciteit maakte dat die fabrieken nog gemakkelijk groter konden worden, met lagen op elkaar omdat kracht makkelijker te verplaatsen was dan met die aandrijfbanden. 

De telegraaf, de telefoon en later de container en IT maakt het voor multinationals makkelijker om werkzaamheden over grote afstanden te combineren en eventueel elders uit te besteden aan onderaannemers. Het blad vraagt zich nu af wat of breedband, digtiaal vergaderen (zoom etc) en Covid-19 in dat kader betekenen. Het lijkt erop dat bedrijven beter kunnen meten wat medewerkers (extern en intern) doen, niet alleen in termen van output, maar ook in het proces van iets maken. Dat betkent dat werken op afstand makkelijker is, zowel intern (je hoeft niet elke dag naar kantoor of kan vanuit de provincie werken) als extern (je kunt het in andere, goedkopere, landen laten doen). Platformen voor free-lance helpen daarbij. 

Ook de samenwerking met andere bedrijven is makkelijker geworden. Outsourcing neemt toe.  Een en ander lijkt vooral consequenties te hebben voor het witte-boordenwerk in dure westerse regio's. Lage lonen landen en werkgevers profiteren. 

donderdag 19 januari 2023

column food+agribusiness

 Prima dat onze EU Commissaris voor landbouw opkomt voor de kleine bedrijfjes. Maar ik kan er niet zo goed tegen als daar economische argumenten bij verzonnen worden die geen hout snijden - dat doet afbreuk aan de economische wetenschap en de politiek. Reden voor een scherpe column in Food + Agribusiness,

woensdag 18 januari 2023

Boer Braat

Nog een PS onder het stukje hieronder over de politieke situatie in het interbellum. Ik kwam via het artikel ook op het spoor van Boer Braat. Dat was een voorloper van Boer Koekoek. De man zat in de jaren 20 eeen groot aantal jaren in de kamer. Hij was de voorman van de Plattelandersbond, die ontstond als reactie op de overheidsinvloed op de landbouw tijdens de eerste wereldoorlog. De partij streed tegen de moderne stedelijke cultuur en streed tegen de zomertijd. Maar werd daarin steeds weggestemd. 

dinsdag 17 januari 2023

Dierlijke consumptie

In november nam ik deel aan een panel in een afsluitend college voor studenten. Als dank kreeg ik een boekje van Imke de Boer: Past het dier nog op ons bord?  dat vorig jaar zomer verscheen. De Boer is hoogleraar Dieren & Duurzame Voedselsystemen bij WUR. Het is een goed geschreven publieksboekje op wetenschappelijk fundament over haar zoektocht naar dierlijke producten op het bord.  Een zoektocht van een ponymeisje naar een studiekeuze dierenarts (uitgeloot en dus in Wageningen terechtgekomen) en met veel plezier voor wiskunde in de fokkerijwereld beland. Om vervolgens kritische vragen te gaan stellen over de verhouding mens-dier en nu op weg naar het vegetarische. Dit persoonlijke pad is overigens slechts een illustratieve voedingsbodem voor beschouwingen over de rol van het dier in het voedingssysteem (nuttig voor dingen die mensen niet eten) van de noodzaak van dierlijke producten in ons dieet, zoönosen, de vraag wat ons het recht heeft over (andere) dieren te heersen en dierwelzijn. Mooi overzicht van topics die spelen. Ik kan het boekje aanraden, je hebt er een leuke avond aan, het leest makkelijk weg en zet je toch aan tot nadenken. Uitgegeven bij Noordboek. 

maandag 16 januari 2023

Boer en politiek in interbellum

 Tot slot van de reeks blogposts gebaseerd op artikelen in KZGW's Archief 2020-I een analyse van historicus Jan Zwemer over de tegenstellingen tussen boeren en landbarbeiders in het interbellum en met name wat dat betekende voor de politiek en de stembusuitslagen. De voorgeschiedenis is een liberale 19e eeuw waarin het klassieke liberalisme de boventoon voerde, en er onder arbeiders en de laagste klassen van de maatschappij veel armoede was. Het leidde tot de opkomst van alternatieve maatschappijvisies zoals het socialisme en daarop gebaseerd het communisme maar ook het corporatisme. Op het Zeeuwse platteland hadden de (grote) boeren de macht in handen. 

Die macht van boeren in de contractonderhandelingen met individuele landarbeiders maakten de lokale sociale verhoudingen niet makkelijk. Er kwamen wel arbeidersvereniging op als een soort vakbond maar pas in 1941 zou de bezetter een nationaal contract verplicht stellen, wat lokale en regionale verhoudingen gemakkelijker maakte. 

Er lijken een paar specifieke ontwikkelingen tussen regio's te detecteren. Allereerst waren er regio's van grote pachtboeren, zoals West-Zeeuws-Vlaanderen (waar ook veel Belgische en Franse verpachters waren) met scherpe verhoudingen tussen vrijzinnig liberale boeren en de landarbeiders. Het liberale Schouwen had ook die scherpe verhoudingen kunnen hebben, maar dat lag dichter bij de groeikern Rotterdam zodat er minder overschot aan arbeid was. Schouwen had ook een middenstand die verdeeld was over betrokkenheid bij arbeiders en boeren, terwijl in Zeeuws-Vlaanderen de middenstand bij de boerenelite aanschoof. 

Anderzijds waren er regio's (zoals Walcheren) met eigengeerfde boeren die nog wel eens een stukje land aan hun arbeiders wilden verhuren zodat ze in de schaarse vrije uren hun eigen groente en aardappels konden telen en een varken of kalf konden houden. Sommigen klommen op die manier op tot zelfstandig boer. Dat maakte de tegenstellingen minder scherp, er was kans op opwaartse mobiliteit voor individuen. Overigens zaten daar ook nadelen aan: voor Tholen is vastgesteld dat het tot veel minder activiteiten in het verenigingsleven leidde, zodat die emancipatiemogelijkheid minder werd benut. 

Soms leidden de sociale verhoudingen tot specifieke landarbeiderspartijen omdat de door boeren gedomineerde confessionele partijen te arbeidersonvriendelijk werden gevonden (zoals in het katholieke Oost-Zeeuws-Vlaanderen). Daarnaast, of dwars door de landbouwstructuur waren er regio's waar de verzuiling sterk toesloeg (vaak met een bevindelijke richting in de Hervormde kerk of bepaalde richtingen in de Gereformeerde Kerken) en partijen als de ARP naast boeren ook een landarbeider op de lijst zetten. 

Een bijzondere rol speelde nog de Landbouwcrisisorganisatiebeschikking 1934 II die een grote overwinning voor de landarbeidsersbonden was op het confessionele kabinet. Boeren die steun wilden ontvangen moesten de landbarbeidsrsbonden erkennen als overlegpartner en arbitrage aanvaarden als men lokaal niet tot een arbeidscontract kwam. Veel boeren schoot die koppeling in het verkeerde keelgat en voelden zich gedwongen te kiezen tussen de alternatieven SGP en NSB. Het dreef vooral liberale boeren naar Mussert. Het lijkt er ook op dat de middenstanders en kleine boeren zorgden voor een verrechtsing van de SGP, terwijl sommige arbeiders zouden emanicperen via de SDAP / PvdA. 

Tot slot: het boekje bevat ook nog een mooi artikel dat documenteert hoe de huidige Zeeuwse landbouw er qua activiteiten uitziet en welke uitdagingen er zijn. Van de hand van Gerard Magnus.

zondag 15 januari 2023

EEAC advies

 Even tussendoor: Food + Agribusiness publiceerde mijn opinieartikel dat probeert een samenvatting te zijn van een eerder EEAC advies over de Framework Lauw Sustainable Food Systems. Ik zette het stuk ook op LinkedIn

vrijdag 13 januari 2023

Zeeuwse tarweteelt

 Het Archief 2022-I, de KZGW uitgave waar de blogposts van deze week op gebaseerd zijn, bevat ook nog 2 papers over de landbouwpolitiek. De eerste is van Piet van Cruyningen (WUR) over de rol van de politiek op de landbouw in de eerste helft van de 19e eeuw. In de steden ging het al een halve eeuw minder goed en de landbouw kreeg meer de belangstelling van de notabelen, de deftige elite, Die las internationale literatuur en vond dat de landbouw verder vooruit geholpen kon worden. Met de Engelse landbouw als lichtend voorbeeld. Dat leidde in 1805 tot een staatsregeling die het mogelijk maakte dat in alle provincies van de Bataafse republiek een Commissie van Landbouw kon worden aangesteld. 

Zo ook in Zeeland. Waar er zo waar een paar echte landbouwers in de Commissie zaten, naast zgn. experts die er wat van zouden weten. Over het algemeen was de praktijkkennis in de Commissies beperkt. De Zeeuwse commissie hekelde het te lage bemestingsniveau van de akkers. Er was (en is) in Zeeland relatief weinig vee. Door die lage hoeveelheid mest zou de opbrengst beneden het haalbare niveau liggen.  Theoretische kennis, zoals later door Von Liebig geponeerd, ontbrak echter. Het landbouwstelsel van de 'Zeeuwse tarweteelt' (zoals W. Staring het betitelde) dateerde al van voor 1600 en was typerend voor het Z.W. Kleigebied: een 6-jarige cyclus van braak, koolzaad of gerst, tarwe, paardenbonen, tarwe, paardenbonen of een ander voedergewas. Hier werden dus "witte" of "rovende" gewassen (granen) afgewisseld met "zwarte" vlinderbloemigen zoals paardenbonen, erwten of klaver.  Die laatsten zorgden voor de stikstofbinding. Na de braak werd met opzet geen tarwe geteeld om legering van de lange halmen te voorkomen, want in de braak werd de mest opgebracht: 25 karren per gemet en werd de structuur verbeterd en onkruid bestreden. 

Opbrengstcijfers die boeren al wel verzamelden onderbouwden de kritiek van de zelfbenoemde experts niet, De discussie richtte zich vooral op de paardenbonen, maar daarvan werden de opbrengsten niet verkocht en dus waren die kg-opbrengsten niet erg duidelijk. Die hadden misschien inderdaad wel beter door klaver of voederbieten (met meer mest) vervangen kunnen worden. Al met al was de invloed van de Commissie op de praktijk niet groot. Belangrijkste wapenfeit lijkt het oprichten van de ZLM te zijn geweest, waar boeren en masse lid van werden. En onder die organisatie zou de veestapel in Zeeland verdubbelen, met meer voederbieten en klaver in het bouwplan. Maar daar speelde mogelijk ook de landbouwcrisis nog wel een rol in, zo vermoed ik. 

donderdag 12 januari 2023

historie van de fruitteelt

 Van Zigeunerin tot Pink Lady - onder die titel beschrijft Jan de Jonge de geschiedenis van de Zeeuwse fruitteelt in een Nederlandse context in Archief 2022-I van het KZGW. Een lang en boeiend verhaal. Ik pik er met economische blik een paar punten uit ter stimulering om het helemaal te lezen.

Allereerst dat de vraag er toe doet: na 1700 nam de vraag uit de steden af, en prompt daalde het areaal. De vernieuwing van de fruitteelt vond vooral na 1890 plaats en daarin speelden investeerders  en investeringsmaatschappijen een grote rol. Met half-hoogstammen en daartussen geen weiland maar bessen. 

De auteur geeft ook een mooie uiteenzetting van de voordelen van het veilingsysteem, ook voor de handel en laat zien hoe die hier en daar het voortouw nam voor het organiseren van een veiling. In WO I wordt dat verplicht en ontstaat veildwang (als de overheid de verplichting instelt heeft het dwang, als de coöperatie dat doet in de statuten heet het plicht). 

Boeiend is ook hoe de introductie van spil-stammen met 2000 a 3000 bomen per ha in plaats van de 100 hoogstambomen (die wel 100 jaar kunnen worden) voor de oogst in volwassen stadium niet veel uitmaakt. Maar het duurt lang voor de hoogstam volgroeid is, en de spilbomen komen direct al tot een hoge productie van 10 kg per boom, net zoveel als de hoogstam in die eerste jaren. Na 10 jaar is het verschil per ha wel weg. De hoge kapitaalintensiteit van de vele bomen wordt echter in die eerste 10 jaar terugverdiend.  En denk ik dan: vooral bij hogere rentes hebben die eerste jaren een doorslaggevende rol. Ook boeiend hoe in de appelteelt de rasverbetering sterk is, gezien ook de namen in de titel van het artikel. Bij peren, die nu de overhand hebben, is de Conference niet weg te branden. 

dinsdag 10 januari 2023

De Franse revolutie en prijsfixatie

 Het tweede artikel in het Archief 2022-I, de uitgave van het KZGW gaat over de reactie van de Zeeuwse autoriteiten op het uitbreken van de Franse Revolutie. Vaak wordt gesteld dat het overheidsingrijpen in markten vooral uit de 1e wereldoorlog dateert, maar in 1789 kon men er ook wat van. Historicus Jan Zwemer beschrijft het.

De graanoogst van 1788 was in Frankrijk slecht, wat bijdroeg aan de revolte die in juni uitbrak. Maar al voor die tijd liepen de prijzen op, zoals ook blijkt uit de noteringen van de internationale leidende markt van Danzig (Oostzeegebied). De gewesten gaan over het voedselsysteem, en Zeeland overweegt een uitvoerverbod. Maar dat blijkt niet haalbaar en niet nodig, het gebied is sterk exporterend. Op 28 juli, het is dan nog 2 maanden voor de eerste oogst beschikbaar komt (want die werd in herfst en winter met de vlegel gedorsen), stelt het gewest Holland een maximum broodprijs in, de zgn. broodzetting. Bakkers kunnen het bedrag dat ze bij hun inkoop meer betalen van de overheid. En graan mag alleen nog gebruikt voor brood. 

Zeeland kiest voor een leveringsplicht van 5 zakken per gemet tegen een lage, de normale, prijs. De landbouwers hebben niet te klagen want ze kunnen de rest tegen forse prijzen afzetten voor de uitvoer. Het gewest en de steden leveren die 5 zakken door aan de bakkers van brood, de peperkoekbakkers  etc. Toch zijn er volop klachten over uitvoeringsproblemen. Zo laat Schouwen (dat graan van Tholen is toegewezen) de Thoolse boeren hun graan tot eind seizoen bewaren. 

Lang duurde het allemaal niet: binnen een jaar was de prijs van granen onder die van de fixatie gezakt en kon de regeling worden ingetrokken. 

maandag 9 januari 2023

Tienden voor de Nassaus

 Deze week enkele historische posts. Ik las namelijk de KZGW uitgave Archief 20222-1, waar ik eerder over berichtte omdat mijn eigen paper over de structuur van de Zeeuwse landbouw daari in staat. Nu las ik ook de andere bijdragen.

Allereerst een bijdrage van Adrie de Kraker. Hij analyseerde de oogstresultaten van  de Nassau-Domeinen in Zeeland en Staat-Vlaanderen (het huidige Zeeuws-Vlaanderen). De rentmeesters van de domeinen van de familie (Oranje)Nassau moesten uitgebreid rapporteren over die opbrengsten. Op zich lijkt dat raar voor verpachte hoeves, maar dat kwam voort uit het tiendrecht: men had recht op 10% van de oogst. Ooit een katholieke belasting, maar die was overgegaan op de eigenaar en gold nog in de onderzochte periode (eind 18e eeuw, voor de Franse overheersing). Tot die domeinen behoorde het Hulster ambacht (ten Noorden van Hulst), dat ooit eigendom was van de Abdij Ter Duinen (die het had ingepolderd) maar dat was in de 80-jarige oorlog geconfisqueerd en in handen gekomen van de Nassaus. En de heerlijkheid St. Maartensdijk (Tholen) was door Anna van Buren (Egmond) bij haar huwelijk met de Zwijger ingebracht, net als een domein op Noord-Beveland. (Geen wonder dat men belang had bij de herinpoldering nadat het bijna een eeuw drijvende was geweest). 

Enfin, dat tiendrecht was in de 8e eeuw door de paus ingesteld als een kerkelijke belasting op de opbrengst  van de gewassen en vee. Dat recht werd ook (onrechtmatig) geclaimd door feodale heren. Graven en hertogen schonken ook wel tienden aan kloosters en kerken. Tegen het eind van de middeleeuwen ging dat niet meer in natura (de 10e schoof etc.) maar boden ze de tienden in delen (blokken) te koop aan. Dat gebeurde dan jaarlijks, vlak voor de oogst zodat de waarde door potentiele kopers goed in te schatten was. Veelal waren het de boeren zelf, of hun buren of kleine handelaren die als koper optraden. Hoewel men spreekt over tiendverpachting, was het een jaarlijks fenomeen. Het bieden gebeurde veelal "bij kaarsbranding": er kon geboden worden tot de kaars uitging, en het laatste bod was dan finaal. 

zondag 8 januari 2023

De vrije markt als idee

De NRC van oudejaarsdag bevatte een paginagrote recensie van Free market - the history of an idea van Jacob Soll. De recensist (en auteur?) zien meer in Colbert dan in Adam Smith zo lijkt het. Smith besteedde eigenlijk helemaal geen aandacht aan de nieuwe technologie van zijn tijd, zoals de stoommachine van James Watt. Colbert was zoals de chinezen voor staatskapitalisme. Enfin, het zgn. neoliberalisme is een modern idee, ook Smith stelde dat de markt in bedwang moet worden gehouden. Veel oude schrijvers zagen daarin een rol voor de landadel, die zouden niet de hebberigheid hebben van de kooplieden (en later: industriëlen). Daar dachten sommige pachters wel anders over, denk ik. Enfin, toch maar eens lezen. 

zaterdag 7 januari 2023

Vicon en Prolion

 Eind vorig jaar verscheen ook nog een editie van VORK. Met daarin een artikeltje van historicus Jan Zwemer over Piet Oosterling. Die blijkt jarenlang [van 1968 tot 1986] de uitvinder van Vicon in Nieuw-Vennep te zijn geweest en daar tal van machines te hebben verbeterd of te hebben ontwikkeld, zoals de balenpers. Vanaf midden jaren tachtig werkte hij met het IMAG aan de eerste melkrobot, toen nog AMS - het automatisch melksysteem. In 1990 begon hij zijn eigen bedrijf, Prolion, en zette zich daar aan de robot ontwikkeling. Dat ging midden jaren 90 naar de beurs om de productie op te kunnen starten. Door de MKZ kreeg het bedrijf het zwaar.In 2002 kwam het in handen van investeerders en later kwam het concept in handen van Westfalia (de GEA groep). Leuk om te lezen, al was het maar omdat ik begin van de eeuw voor McKinsey nog eens wat schattingen maakte van de afzet van de Prolion robots. 

vrijdag 6 januari 2023

discounters en nationaal merk

 
Nog een Frans paper uit ERAE 2022/5 en wel over de drijfveren van de hard discounters om nationale merken te introduceren. Celine Bonnet et al. keken naar zuiveltoetjes. In die markt zijn er veel merken van fabrikanten. De discounters introduceren dan graag een nationaal merk, dat levert ze meer winst op en het is goed voor de consument want die krijgt lagere ririjzen. Ook de leveranciers van die producten onder nationaal label profiteren maar de gangbare retailers leiden onder deze strategische zet. De harde discounters trekken niet alleen nieuwe segmenten klanten aan en breiden hun marktaandeel uit, maar ze profiteren ook van een variëteitseffect: ze kunnen nu de leveranciers van de private labels (van de merkfabrikanten) in de onderhandelingen onder druk zetten. 

donderdag 5 januari 2023

oudjes en voedsel

 we waren in het oude jaar niet helemaal door de interessantste papers van de ERAE gekomen. In issue 2022/5 studeren Gayanch Kurreghian en Louis-George Soler op de voedselconumptie van Fransen naar leeftijdsklasse. Ouderen geven minder uit aan voedsel en wie weet gaat dat samen met ondervoeding en dat zou niet best zijn, de gezondheidskosten van deze groep liggen toch al hoog. 

Maar hun onderzoek toont aan de ouderen meer zelf doen in de keuken. Waar de middelbare consument tijd te kort komt en geld genoeg heeft, worden meer services in het voedsel gekocht: kant-en-klaaar, voorgesneden. Ouderen doen meer zelf. Het onderzoek is wel met wat methodische problemen behept: het is niet mogelijk mensen door al die leeftijdsklassen te volgen (dus gaan de huidige jongeren later ook de keuken in?) en de restaurantbestedingen en food service zitten niet in de dataset. Toch interessant dat opportunity cost een rol lijken te spelen,

dinsdag 3 januari 2023

kokosnoten in de eilandeconomie

Eiland-economieën zijn vaak interessant: de hoge transportkosten kunnen er processen helderder maken. Zo ook op Zanzibar, zo las ik in de kersteditie van The Economist. Daar is de prijs van kokosnoten, een belangrijk product in de lokale keuken, sterk gestegen. Wat niet, zou je denken met de voedselinflatie maar in dit geval is de oorzaak gebrek aan ruimtelijke ordening: de steden groeien zo sterk in de breedte in plaats van in de hoogte dat de plantages worden opgeofferd. Waarbij er meteen hout van de bomen wordt geoogst voor de meubelmakerij. Tja.

maandag 2 januari 2023

Lijstje: a-typisch voedsel

we beginnen het nieuwe jaar met nog wat informatie ontleend aan stukken die ik in de kerstvakantie las. In de kersteditie van The Economist maakte de columnist Charlemagne zich vrolijk over de Europese traditie van typische, historische, levensmiddelen. Het leidt tot een lange lijst van producten die helemaal niet zo oud zijn, en ook niet typisch. Een lijstje.

  1. Ciabatta: typisch Italiaans, in 1982 geïntroduceerd door Italiaanse bakkers om de opmars van het Franse stokboord, de barquette, een halt toe te roepen. 
  2. Trdelnik: sinds een jaar of tien op elke straathoek in toeristisch Praag te koop: Deens deeg met daarin een rotisserie van kip. Misschien Roemeens of Slovaaks, zeker niet Boheems.
  3. Belgische bieren, de dubbels en tripels. ontwikkeld omdat het tussen 1919 en 1983 er in cafés in België geen sterke drank mocht worden verkocht. (ik heb ook wel eens het verhaal gehoord dat er eerder al sterke drank alleen per liter mocht worden verkocht, dit moeten we nog eens nazoeken)
  4. Zwitserse fondue: geïntroduceerd door de Schweizerische Käseunion toen in de jaren dertig er een overschot was van Emmentaler en Gruyère door de crisis en ingestorte internationale handel. Asteris en OBelix hebben dus geen kaasfondue genuttigd
  5. Ploughmen's Lunch, het met kaas overladen pubfood werd om vergelijkbare reden bedacht door de Milk Marketing Board in het VK in de zestiger jaren
  6. Bailey's Irish Cream: Iers drankje (the Economist; een ziekelijke mix van wiskey, room en cacao extract)  dat in de jaren zeventig populair werd gemaakt om de room weg te werken die overbleef toe Ierse zuivelfabrieken veel afgeroomde melk gingen produceren omdat dit populair werd. 
  7. Karper is in Polen bij uitstek een gerecht voor de kerst. De volgens sommigen wat modderige vis werd in 1940 populair gemaakt toen er tekorten waren aan andere vissoorten, door de karper uit te delen als bonus en bij feesten
  8. Zalm-sushi eten de Japanners sinds de Noren in de jaren 80 een overschot aan zalm hadden en het in Japan introduceerden. Voor die tijd was alleen tonijn en zeebaars acceptabel 
Het blad vraagt zich dus af waarom je die zogenaamde tradities in het spotlicht moet zetten. Ze geven het antwoord zelf: een verhaal draagt bij aan de kwaliteit van de maaltijd en zelfs aan de smaakbeleving. 
Misschien kan een volgende keer de Vlaflip en de Rivella ook op de lijst.