donderdag 30 april 2009

Lijstje: Looking out for #1

Zomers vakantieweer komende dagen. We onderbreken daarom de normale berichtgeving voor een paar lijstjes. Aanleiding is een Flevolands schuurfeestje dat we in het vooruitzicht hebben omdat enkele vriendinnen 50 worden. Ze willen vooraf een dans-top 5. En dat doen we dus meteen maar in het openbaar, dan kunnen de liefhebbers meegenieten.
Vanwege het mooie weer, het jeugd-sentiment en omdat we niet kunnen kiezen, hier eerst een top 10 uit de onvergetelijke zomer van 1976:
  1. Bachman-Turner Overdrive: Looking out for #1
  2. Peter Frampton: Show me the way
  3. Bryan Ferry: Let's stick together
  4. Flash & the Pan: Hey St. Peter (volgens mij 1976 maar YouTube houdt het op 1977)
  5. Full House: Standing on the inside
  6. Sutherland Brothers & Quiver: Arms of Mary
  7. Elton John and Kiki Dee: Don't go breaking my heart
  8. Abba: Dancing Queen
  9. Queen: You're my best friend
  10. Jimmy James & the Vagabounds: I'll go where the music takes me

Niet opgenomen: Fats Domino's Blueberry Hill (opnieuw een hit in aug. 76) en Bonnie St. Clair's Dr. Bernard (nu ongetwijfeld een cult plaat met de jonge Ron Brandsteder als de onvergetelijke dr. Bernard). Ben benieuwd naar de andere lijstes. In de reacties hieronder?

woensdag 29 april 2009

level playing field

Op Ziezo.biz staat sinds een klein weekje een column van mijn hand over Level Playing Field. Een begrip dat m.i. vaak wordt misbruikt in het lobby circuit.

dinsdag 28 april 2009

Nieuw Licht

Het is nog niet zo eenvoudig om ons energiesysteem duurzaam te maken en af te komen van alle bijwerkingen op het klimaat. Vandaar dat de overheid energie steekt in een transitie naar duurzame energie. Uit het NWO/SenterNovem stimuleringsprogramma "Energieonderzoek" verscheen eerder dit jaar een fraai boekje: "Nieuw licht". Het geeft aan de hand van al het uitgevoerde onderzoek een interessant beeld door welk moeras we waden en hoe de samenleving naar 'all electric' of 'all gas' of 'locale zelfvoorziening' zou kunnen gaan. Of een combinatie, maar extremen zijn beeldender.
Voor de landbouw ook interessant omdat het veel materiaal over windenergie, biomassa en mestverwerking bevat. Zo staat er een mooie analyse in over hoe het verbod om in vergisting andere produkten bij mest bij te mengen ook contra-productieve kanten had. Wij wilden zo graag onze mest kwijt dat we bang waren dat bijmenging het mestprobleem zou vergroten. Duitsland deed dat niet en daardoor kwam de technologie eerder en sneller van de grond. Ook het onderzoek naar windenergie waarover ik twee jaar geleden al eens blogde, passeert de revue.
Het boek bevat nog een tweede laag: die van de innovatie- en transitietheorien. Er is heel veel beta-gamma onderzoek gedaan en veel gestudeerd op de beleids- en organisatorische kant van innovatie. Innovatie moet worden gezien als een maatschappelijk proces met mee- en tegenkoppelingen, en niet als een technologisch idee naar toepassing in een apparaat, zo wordt geconcludeerd. Ook hier komt men tot de conclusie dat het inzicht in machtstructuren een taboe in het onderzoek is. "Ook hier" omdat ik zelf net een boek over transitie in de landbouw voor de drukker klaar zit te maken waarin we ook die conclusie trekken.
Nieuw licht is wat mij betreft verplicht leesvoer voor iedereen die zich ook in de landbouw met transities en innovaties bezighoudt en zich in zeer begrijpelijk Nederlands wil laten inspireren door theorie.

D. van der Hoeven: Nieuw Licht. ISBN/EAN 9789077875346. Uitgegeven bij SenterNovem en NWO

maandag 27 april 2009

agrificatie revisited

Er is veel belangstelling voor de biobased economy, het idee dat je uit biomassa ook nog andere dingen kunt maken dan food and feed. Sommigen zijn daar nog al kritisch op, mijzelf incluis, o.a. omdat we al in de jaren tachtig onder te noemer "Agrificatie" ook zo'n beweging hadden die na een hype van verwachtingen in de vallei der teleurstellingen terecht kwam.
Wageningen UR collega Harriete Bos heeft een interessant boekje gemaakt met een analyse van 25 jaar beleid en innovatie op het gebied van groene grondstoffen. Ze onderscheidt een aantal fasen. Het begon met aanbod gedreven initiatieven in het noordoosten des lands omdat er landbouwproductie teveel was en de akkerbouw naar inkomens uit een "vierde gewas" zocht. Dat mislukte min of meer (het vierde gewas werd in veel gevallen verhuur voor groentes en bloembollen). Maar er was wel een kern gelegd van onderzoekers in Wageningen en bij bedrijfsleven die doorgingen.
Er ontstond een tweede fase waarin de overheid uitging van privaat-publieke initiatieven waarvan er een aantal tot succesvolle producten leidden, en andere ook niet. De drijfveer was niet langer aanbod van producten maar zorg om milieu, geen bulk die grote arealen kan wegzetten maar hoogwaardige toepassingen. Pas nu is daar een beetje een oordeel over te vellen, technologie-innovaties hebben vaak tien jaar of meer nodig voor ze echt de consumentenmarkt bereiken. Een eerder oordeel viel misschien wel te negatief uit, zeker voor sommige cases (en anderen mislukten alsnog).
En inmiddels zijn we dus in een derde fase, met klimaat en energie (dure olie) als drijfveer, als ook toch weer een aanbodsfactor, nl. afval uit de industrie die om voedselveiligheidsredenen niet altijd meer in veevoer mag. En de verbinding met de fijnchemie is belangrijker geworden.
Interessant boekje dat in ieder geval mijn beeld wat bijstelde.

H. Bos: Agrificatie en de Biobased Economy. Wageningen UR ISBN 978-90-8585-345-9

zondag 26 april 2009

klantwaarde

Eerder deze week hadden we hier en op Foodlog.nl een hele discussie over het gedrag van supermarkten met de vaktermen kruissubsidie en value-based pricing. Ik beloofde nog een afrondende (?) beschouwing.
Er blijft allereerst wat discussie over begrippen. Value-based pricing heet in goed Nederlands Klantwaarde-beprijzing, zo leerde ik van een collega. Het komt er op neer dat je in de supermarkt doet wat elke verkoper op de soukh van Damascus of bij de toeristenstalletjes in Luxor doet: probeer die prijs te vragen die de klant er maximaal voor over heeft. Wel mag je daar afdingen en bij Albert Heijn niet. Volgens sommigen in de discussie (ik betwijfel dat) zit daar een onethische kant aan.
In vaktermen: een deel van het consumentensurplus wordt gemonitariseerd terwijl bedrijven zouden moeten werken op kostprijs-plus. Economen hechten veel meer aan de signaalwerking van prijzen in markten dan aan de kostprijsgedachte en denken dat de markt door toetreding vanzelf wel corrigeert. Zolang dat niet gebeurt is er dus ook sprake van kruissubsidie: als de marge op groente hoog is en die op melk of wc-papier laag, dan subsideren de groentekopers de wc-papierkopers.
Huib Rijk heeft in de discussie gelijk dat als die klantwaarde beprijzing van groente niet zou gebeuren, er natuurlijk wat meer gezonde groente zou worden verkocht, en minder wc-papier (hoewel me dat een prijsinelastisch product lijkt). Op korte termijn zijn boeren daarmee beter af, volgende seizoenen worden er dan meer groenten geteeld, zodat ze niet zozeer meer verdienen maar er wel een paar meer boeren overblijven.
[wat Huib's opmerking over zuivel betreft: ik dacht dat de marges daar op laag zijn, er werd vaak mee gestunt, maar de marges zijn wel hoger dan van boeren o.a. omdat daar nog een heel schaalvergrotingsproces gaande is waardoor marges onder druk staan]
.
klantwaarde
Ik heb even geprobeerd te zoeken naar enig bewijs voor de toepassing en theorie van klantwaarde-beprijzing. Google Scholar levert weinig op. Wel papers uit de landbouweconomie (zonder daar op te zoeken!) over wat wij in Nederland uitbetaling op kwaliteitskenmerken noemen: rundvlees aan boeren niet betalen op basis van kilo's maar ook op basis van kwaliteitsaspecten als vet-dooradering of malsheid. Dat dat een goed idee is, wordt niet bestreden en doen we in de landbouw al wel een eeuw. De term wordt ook gebruikt voor adviseurs zoals accountants en juristen die overstappen van een rekening per uur naar een rekening per geleverde dienst. Nielsen's blogpulse geeft nog niet direct een indicatie dat er een toenemende discussie is.
Ook in de discussie op Foodlog gaat het eerder om impressies dan om veel harde cijfers. Dick wees op een bijdrage op de site van het Parool van Wouter Klootwijk over de extra verse eitjes. Het gaat Klootwijk overigens vooral over de richting waarin het voedselsysteem zich zou moeten ontwikkelen (verse eitjes van de boer uit de streek), als ik zijn conclusie goed begrijp.
.
marge berekening
Een empirisch probleem is overigens ook nog wel om de marges goed vast te stellen. Ik lees daar weinig over. Groente en fruit zijn voor supermarkten een lastige categorie: er is veel uitval aan, het kost veel m2, je moet sommige groenten af en toe wat benevelen wil het er netjes uitzien, en de slechte exemplaren die consumenten laten liggen weghalen. Het is een bederfelijk product met veel uitval en consumenten willen vaak informatie zodat er iemand moet rondlopen die er verstand van heeft. Dat is wat anders dan suiker of wc-papier waar je tegen de 16-jarige scholier kunt zeggen: doos uitpakken en in het vak er achteraan bijzetten.
Met andere woorden, de kosten liggen ook hoger en zo kom je in een hele discussie over kostprijs en winstberekening, wil je netto-marges goed vaststellen. Kan een deskundige daar eens zijn licht over laten schijnen?
.
toetredingsbarieres
Als de markt zou moeten corrigeren, moet er niet al te veel toetredingsbarrieres zijn. Dick Veerman vraagt zich af of die er zijn. Natuurlijk zijn ze er, maar ik acht ze niet groot voor groente- en fruit: je kunt vrijwel overal met betrekkelijk weinig kapitaal een groente- en fruitzaak beginnen, van de markt en de boerderij tot een winkel in een (betere) woonwijk. Een hele supermarktketen is wat anders, maar ook daar is het landschap niet stabiel. VeGe, SPAR en Konmar zijn niet meer onder ons of niet meer wat ze waren, Jumbo en Plus, maar ook Aldi en Lidl waren er in de jaren 80 nog nauwelijks of niet. Maar voor zulke ketens zijn natuurlijk veel grotere investeringen nodig of het traject duurt veel langer als het uit autonome groei van een familiebedrijf moet komen. Maar als Colruyt, Auchan of Delhaize dat zouden willen zijn hun zakken diep genoeg om ook in Nederland te beginnen of een keten op te kopen, zo lijkt me.
Ik was vrijdag in Brussel en liep nog even langs de Exki: dat soort nieuwe winkelconcepten voor gezond lunchen en take away is misschien nog wel de meest belovende tussenvorm. En daar wordt dan door Carrefour etc weer op gereageerd. Kortom: het kan even duren maar de markt lijkt me wel te werken.
.
Bio
Tot slot de biologische (of moderner: organische) producten. De verkoop daarvan blijft op niveau. Van een OECD collega begreep ik vrijdag dat dit ook in Frankrijk nog steeds het geval is. Toch is er in de Foodlog discussie veel misprijzen over het op klantwaarde prijzen van biologische producten. Ook hier geldt nog een uitnodiging aan deskundigen om met cijfers te komen: aan kleine volumes zitten meer kosten. Het is trouwens heel gebruikelijk om nieuwe producten in de markt met een afroom-strategie te introduceren.
Ik was gisteren nog even bij de Welkoop (de Agrifirm variant van de Boerenbond-winkels voor Neerlands' protestants platteland) en zag daar voor 80 euro een fraaie parasol waar de Bijenkorf tien jaar geleden bij de introductie van dit type minstens het driedubbele vroeg met minder gebruiksgemak.
Ik associeer de discussie rond bio ook enigszins met teleurstelling dat de kopers ervan niet zien dat het marktaandeel sterk groeit. Waren ze eerst bereid te kopen met het argument dat ze bijdragen aan de verduurzaming van heel de landbouw, nu ervaren ze dat dit voorbeeld-effect weinig inhoudt. Uberhaupt krijgen de denkers over bio door dat het een ingewikkeld concept is. Het is een vorm van landbouw met lage milieubelasting, waarbij gezondheids- en smaakclaims wetenschappelijk veel lastiger te onderbouwen zijn. Maar de aankoopargumenten liggen niet zozeer op milieuvlak (en organische aardbeien ingevlogen uit ZuidAfrika kan bij veel kopers dan ook best door de beugel), maar op dat van smaak en gezondheid. Zo blijkt opnieuw uit een rapport dat een aantal van mijn collega's vorige week publiceerde.
Uit dat rapport blijkt ook dat consumenten de natuurvoedingswinkel associeren met duur, maar niet met winstbejag. De supermarkt wordt daarentegen uitdrukkelijk wel met winstbejag geassoiceerd (3.7 op een 1-5 schaal, tegenover 2.6 bij de natuurvoedingswinkel). Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat image van de supermarkt en teleurstelling over de olievlekwerking van biologisch op de gangbare landbouw de discussie over effecten van klantwaardebeprijzing en kruissubsidie doen opvlammen.
Empirisch leidt dat tot de vraag of een kostprijsplus voor bio zou leiden tot duidelijk lagere prijzen en een sterke groei van het marktaandeel. Of dat we onze energie beter kunnen steken in harde maatregelen om de gangbare productie duurzamer te maken.
.

zaterdag 25 april 2009

land art in de wilhelminapolder

Een mijlpaal voor de Koninklijke Wilhelminapolder vandaag: het 200 jarig bestaan. Er was een mooie bijeenkomst georganiseerd, met Hare Majesteit en vele anderen. Een bijzonder bedrijf dat veel heeft bijgedragen aan de innovatie van de Nederlandse akkerbouw.
Tweehonderd jaar geleden ingepolderd door een groep Rotterdamse havenfamilies [vandaar de foto links]. Die dat graag met winst hadden doorverkocht maar na het vertrek van Koning Lodewijk Bonaparte (men begon dan ook als de Lodewijkpolder) in een periode van deflatie terecht kwamen (ook toen al) waarin de grondprijzen fors kelderden. En zo gedwongen boer werden. Nu citeerde een van de maten de Zeeuwse boerenwijsheid: liever kluiten dan duiten. Blijkt dus een nuttige combinatie geweest, die Rotterdamse handel en de Zeeuwse boerenstand. Illustreert mijn stelling dat de Zeeuwse landbouw al eeuwen een industrieeel karakter heeft en dat we dat in alle nostalgie niet moeten ontkennen. Gewoon doorgaan met de ICT-innovaties.
Er verscheen een mooi jubilieumboek. Ik heb er net een poosje in zitten bladeren en lezen, en het is de moeite waard. Kom ik nog wel eens op terug.
Wie mee wil genieten van het tweede eeuw feest: sla direct na de Zeelandbrug en de Zandkreekdam even rechtsaf naar de boerderij Hongersdijk en daar is een boeiende tentoonstelling over Land & Art. Kunstenaars hebben zich laten inspireren door de Wilhelminapolder. Er is een heel mooi Deens ontwerp van landschapkunst (dat helaas niet de prijs van de uitvoering heeft gewonnen), een Oosterijkse komt met foto's die de industriele kant van de landbouw benadrukken (in de We feed the world traditie) en er hangt een erg inspirerende en vervreemde reeks fotomontages waarin de boerenschuur waar je staat steeds een ander landschap op de voorgrond heeft. Wat er steeds zeer logisch uitziet zodat je uiteindelijk naar buiten loopt om te zien wat nu het echte landschap is. Landschap is maakbaar. Mooi dat die Rotterdammers dat 200 jaar geleden hebben gedaan.
En dat bracht tijdens de netwerk-borrel bij verschillende gesprekspartners de kout ook nog op de Hedwige en het kabinetsbesluit om niet te ontpolderen. Veel Zeeuwen en de landbouw zijn verrast tevreden, anderen kwamen me vertellen dat dit uitstel is en het verschuiven van de beslissing naar de EU die dan weer eens een zwarte piet krijgt in een dossier waar ze niets mee te maken heeft. Natuur is er al veel in Zeeland, maar zou dit extra geld om de discussie op te lossen niet beter besteed kunnen worden aan werkgelegenheid in de krimpende provincie, zo vroeg ik me op de terugweg af. Desnoods door Waterdunen en Perkpolder rond nieuwe natuur in de Hedwige nog eens over te doen: er moeten toch 300 rijke Gentenaren en Antwerpenaren te vinden zijn die daar voor een miljoen een leuke villa willen met uitzicht en veel voorzieningen die werkgelegenheid scheppen? Op een deel van het door de Rotterdammers ingepolderde land hebben ze dat al een keer gerealiseerd: luxe wonen aan brak water aan de noordkant van Goes.
Enfin, ga eerst maar eens op de tentoonstelling kijken.

vrijdag 24 april 2009

Zelandia Illustrata

Het Koninklijk Zeeuws Genootschap der Wetenschappen laat in de laatste aflevering van zijn tijdschrift weten dat de illustre Zelandia Illustrata is gedigitaliseerd. Google books heeft ook een versie online waarin het heerlijk zoeken is. Dat als voorproefje op het 200-jarig bestaan van de KoninklijkeMaatschap tussen eigenaren van gronden in de Wilhelminapolder en de Oost-Bevelandpolder, dat we morgen mogen meevieren.

donderdag 23 april 2009

in een rijtuigje

Het Ministerie van Verkeer & Waterstaat bracht vanmiddag zijn water-netwerk bijeen in Amersfoort. In een alleraardigste ambiance: De Rijtuigenloods, een oude treinenwerkplaats bij het station (dat ja na alle verbouwingen ervan en er omheen niet meer terugkent) die is omgetoverd tot conferentieruimte. In tal van oude wagons kun je er in groepen uiteen gaan.
En dat deden we ook. We spraken over de zoetwatervoorziening van dit land: daar komt mogelijk om sommige momenten op sommige plekken tekort aan. Wordt dus tijd dat we de waarde ervan eens uitrekenen. En we moeten wennen aan het idee dat het in het westen hier en daar wat zouter wordt. Vraagt dus om sociaal leren tussen alle partijen, en wat reken- en denkwerk.
In een andere sessie ging het over het idee met 5 andere delta's in de wereld kennis uit te wisselen. Staat in het Nationale Waterplan dus ik vertel geen staatsgeheimen. De keuze is gevallen op 5 delta's in ontwikkelingslanden. Die volgens kenners technisch weinig vergelijkbaar zijn met onze problematiek (behalve dat ze ook onder kunnen lopen) en het bedrijfsleven vond dat ze er weinig aan hadden want koopkracht zit daar niet. De adviseurs mijzelf incluis zagen meer in leren van vergelijkbare regios in bv. Europa op integratie met natuur en milieubeheer, verbinden van stad en delta (stakeholder management) en vergelijkbare landbouw op de grens van zoet en zout. In plaats van op missie met de dominee of de verkoper.
Enfin, het was een boeiende middag op een inspirerende plek, met een aantal oude bekenden.

PS voor Huib, Steven, Dick en andere geinteresseerd in de Klantwaarde discussie: ik kom er komende dagen nog een keer op terug.

woensdag 22 april 2009

de kredietkrisis revisited

Groenten en Fruit met een specifieke waardepropositie zoals biologisch, fair trade of streekproducten houden zich goed staande of groeien zelfs. Zo vertelde de Greenery topman gisteren op een bijeenkomst van de NCR en de Rabobank in Utrecht over de kredietkrisis. Ik geef het maar even door omdat er op foodlog fors over gediscussieerd wordt. Onduidelijk bleef waarom: is de kredietkrisis ook een waardenkrisis, of voelen we het nog niet in de portomonnee of kopen we wat duurs in plaats van een bezoek aan het restaurant? Het werd er niet bij verteld.
Ik spoorde naar Utrecht om een even te horen hoe de vlag er bij hangt. Mevrouw de Minister hield een positief verhaal (er zijn effecten, maar we kunnen tegen een stootje, na regen komt zonneschijn, zo was de teneur). De Rabo CFO had een somberder verhaal. En bij de cooperaties leek het wel mee te vallen: handelsstromen verleggen zich, dat wel, daardoor wordt lokale productie ook weer aantrekkelijker (minder valuta risico) en daardoor is er ook prijsdruk, maar het is wel te overzien.
Houden zo, maar gerust ben ik er niet op - de analyse van de Rabobank zelf lijkt me realistischer.

dinsdag 21 april 2009

value based pricing

Wat zijn webdiscussies soms toch verwarrend en bovenal tijdrovend. Gisteren was er geen blog want ik heb me in een foodlog discussie laten trekken - voor je het weet wordt je ook nog een karikatuur aangemeten.

Dank aan Steven voor zijn reactie bij de weblog van maandag. Die schept licht in de discussie doordat hij de vraag goed weet te definieren (denk ik): leidt segmentatie en value based pricing (waarbij verkopers proberen de prijs precies te zetten op het bedrag dat je maximaal wilt betalen, in economenjargon blijft er dan geen consumentensurplus over) tot negatieve effecten (externalities) op immateriele waarden van het product als dierwelzijn, biodiversiteit, milieuvriendelijkheid (de consumer concerns) en eventueel verschraling van het aanbod.

Ik zou het niet weten. Mooie vraag voor een studentenscriptie. Mijn onderbuik-gevoel zegt "geen effect" of "een inderdaad negatief effect maar vermoedelijk in lichte mate". Aanwijzingen daarvoor:

1. bij een dutch auction (onze veiling bij afslag) wordt er meer consumentensurplus afgeroomd dan bij een traditionele veiling bij opbod, maar ik heb nooit vernomen dat dit dergelijke bij-effecten heeft. Maar ik ken niet alle veilingtheorie-literatuur.

2. bij Value based pricing verschuift dus een stukje surplus van de koper naar de verkoper. Dat zou er dan toe moeten leiden (wil het gevreesde effect optreden) dat de koper daardoor minder geld heeft voor een ander (nog duurder) product dat onder een duurzaamheidslabel wordt aangeboden, of minder geld over heeft voor een gift aan een NGO die dat duurzaamheidseffect najaagt. Zou kunnen als de consument een echte budgetrestrictie [en liefst nog op voedsel] heeft. Zou me verbazen als het empirisch een groot effect is.

3. En de verkoper maakt dus wat extra winst, waarvan we dan aannemen dat het niet snel weggeconcureerd wordt, en we nemen dan blijkbaar aan dat dit uitgekeerd wordt aan de aandeelhouder of dat de directeur een grotere auto mag leasen, maar dat het in ieder geval niet aan duurzaamheid of productontwikkeling wordt besteed. Lijkt me wel een realistische aanname.

4. Kortom als je de consument als meer waarde-gedreven ziet als de producent, dan zou het effect er kunnen zijn.

5. En in werkelijkheid is het ingewikkelder, want het zou wel eens kunnen zijn dat value based pricing makkelijker is toe te passen met milieukeur en andere duurzaamheidslabels dan met de Brinta. Dat zou dan nog tot wat extra vraaguitval kunnen leiden juist voor duurzame producten.

6. Anderzijds kan een super het natuurlijk ook naar beneden toepassen, door juist op die producten wat minder marge te nemen, bv. om een groen imago te krijgen, of doordat de prijselasticiteit zodanig is dat dit een duidelijke omzetstijging meebrengt. Zo is bio bij mijn weten wel degelijk hier en daar gepromoot.

7. Een analogie uit andere markten zou kunnen helpen. Auto's met heel veel merken met aparte imago's die ook nog eens individueel verkocht worden lijken me wel een mooie analogie. Zouden er meer hybrides verkocht worden als je niet meer mag onderhandelen over de inruil van je oude auto en de accesoires?

Zou een faillisement van Saab (een Ford met veiligheidsattributen en een extra prijskaartje) er toe leiden dat er meer veiligheidsattributen bij alle Fords ontstaan tegen een lagere prijs omdat een deel van de valuebased pricing verdwijnt? Kan ik moeilijk geloven maar uiteindelijk zijn het meer empirische dan theoretische effecten.


Misschien kan iemand er goed onderzoek naar doen. Onbevredigende conclusie vermoed ik.

zondag 19 april 2009

supermarktprijzen

Mijn posting op Foodlog leverde een mailtje op van Steven Haass met de vraag of ik me ook eens wil buigen over prijsstrategien in de supermarkten. Daarbij gaat het enerzijds om het prijzen van op basis van de inkoopprijs plus marge versus prijzen tegen een inschatting wat de klanten er voor over hebben. Dat laatste zou toenemen (is dat zo?). Een tweede aspect is het differentieren van de marge, die dan bijvoorbeeld laag is op de ene productcategorie en hoog op de andere. Dat wordt ook wel kruissubsidiering genoemt. Wat moeten we daar allemaal van vinden?

Als ik het debat op Foodlog zo bekijk dat is er al snel een ondertoon van "we worden gepakt" of "het verschraalt het aanbod". Supermarkten zijn niet populair, maar ik zou toch nog wel eens goed onderzoek willen zien waarin dat allemaal wordt aangetoond. Misschien bestaat het onderzoek al (dan houd ik me aanbevolen), maar het is te mooi weer om een ochtend in Google Scholar te duiken.
Op voorhand daarom het volgende commentaar:
  1. De concurrentie tussen de supermarktformats is moordend (vandaar ook dat ze de rest van keten uit proberen te knijpen) en er is dus niet veel reden aan te nemen dat de consument grootschalig gepakt wordt. Temeer niet omdat consumenten dol zijn op prijsvergelijkingen zoals de Consumentenbond die uitvoert, en er een groep is die doelbewust in meerdere formats winkelt en het een bij AH haalt en het ander bij Lidl. Zeker nu we de broekriem aanhalen.
  2. Economen gaan er daarbij -gesteund op empirisch bewijs- vanuit dat de prijzen ongeveer komen te liggen op het snijpunt van de kostprijs en wat de consument er voor over heeft. Neem het beroemde geval van het bruine ei dat wat duurder is dan het witte, waarover ik hier eerder blogde.
  3. Een en ander neemt niet weg dat de marketeers van deze wereld tal van spelletjes spelen met de consument om haar tot meer of andere aankopen te verleiden. Je zet het spul op ooghoogte, cola op kinderooghoogte, of de snoep bij de rij voor de kassa, of je zet er een bord "aanbieding" bij. Of "5 stuks voor 4,65" ook al kosten de individuele items maar 0,80 cent. Of "meest verkocht" (voor de twijfelaars die op kuddegedrag vertrouwen). Of een dure verpakking. En je zet de bloemen en groenten bij binnenkomst om mensen te trekken en hun snelheid te vertragen. En zuivel achterin zodat je de hele winkel door moet. Het is mijn vak niet, maar dank zij de marketing en economische psychologie is er een hele bedrijfstak die al sinds jaar en dag dit probeert te optimaliseren.
  4. In dat kader kan het ook aantrekkelijk zijn met producten te stunten. Veel mensen beoordelen het prijsniveau van een winkel niet aan de totale rekening of het winkelwagentje van de Consumentenbond, maar aan de prijs van een pak melk en een brood. Anchoring in de termen van de behavorial economics. Daar moet je dus niet teveel marge opnemen. Die neem je dan op toiletpapier. Verschillend lezers van Foodlog zitten regelmatig in Frankrijk en ik durf er wat om te verwedden dat ze lekker goedkoop tanken bij de supermarche. Daar trek je klanten met de laagste benzineprijs, want de kip uit Bresse hebben ze bijna allemaal.
  5. Dat kan dus inhouden dat de toiletpapierkoper de melkkoper subsidieert. Of dat empirisch een groot effect is, is de vraag: de meeste melkkopers kopen hebben ook toiletpapier nodig. Het kan er ook toe leiden dat de melkproducent wat meer onder druk wordt gezet dan de papierproducent, maar de super zal het niet nalaten ook de inkoopprijs van toiletpapier nog wat te verlagen als hij daar mogelijkheden toe ziet.
  6. Het kan er ook toe leiden dat de innovatie in producten wat lager is, maar ook dat is lastig aan te tonen. Blijkbaar vonden we dat we niet genoeg hadden aan de Koetjes chocoladerepen bij de SPAR en toen kwamen de Leonidas en Australian ketens. En melk mag dan laag geprijst zijn, het dwingt Danone en consorten om het niet in melk maar in een hele rij ander zuivelproducten te zoeken, tot flirts met cosmetica aan toe.
  7. De economische wetenschap is a-moreel: je kijkt hoe de wereld werkt en hoe mensen spelletjes met elkaar spelen. En of het ook efficienter kan. Een waarde-oordeel zit daar niet bij. Maar als ik die toch zou moeten geven, dan heb ik de indruk dat het grootste onrecht niet zit in de wijze van beprijzen in de supermarkt, maar in het beprijzen buiten de supermarkt. Twee voorbeelden: er zijn lease-autobezitters die hun tripje naar Auchan in Lille op zaterdagochtend afwentelen op de baas en de belastingbetaler omdat ze niet zelf opdraaien voor de kosten van die kilometers. En we betalen veel te weinig voor ons voedsel omdat de milieuvervuilingskosten helemaal niet in onze dierlijke producten zitten. Zulke issues lijken me maatschappelijk veel urgenter.

zaterdag 18 april 2009

bio op foodlog

De discussie over de omzetcijfers in bio en de melding daarvan in de Volkskrant wordt voortgezet op Foodlog. Zie aldaar.

vrijdag 17 april 2009

biologisch en sherry

Het gaat goed met het biologisch product, de recessie krijgt er nog geen vat op. Eind vorig jaar was er nog een forse omzetstijging en ook nu zien Biologica en de Taskforce Marktontwikkeling Biologische Landbouw nog geen daling. Zo meldden ze gisteren in o.a. de NRC.
Het valt vooralsnog dus mee met de health check van deze producten in de recessie. Verklaringen zijn nog zoek. Een economische crisis als deze is ook een waardencrisis, dus misschien leidt dat tot bezinning en aankoop van bio. Of willen we ons zelf verwennen thuis in plaats van het restaurant (is er een substitutie of wellicht zelfs een Giffin effect?). Of vertrouwen we de grote voedselimperia niet meer nu ook de banken al niet meer te vertrouwen zijn en gaan we voor de biologische teler om de hoek? Wie het weet mag het zeggen, dat spaart verder onderzoek uit.
Uli Schnier, de voorzitter van de Taskforce, meldt in de NRC ook nog dat "Albert Heijn Nederland aan het biologische voedsel heeft gebracht". Het is nog niet zo heel lang geleden dat enkele van mijn collega's er op wezen dat er veel potentiele kopers van bio zijn die niet op de fiets naar de natuurvoedingswinkel willen, maar met de auto naar een supermarkt met een parkeerplaats. Wat tot behoorlijke discussies over de toekomst van het concept biologisch leidde, en terecht.
Overigens is de uitspraak van Schnier natuurlijk een variant op die over de sherry: Albert Heijn persoonlijk was er trots op heel Nederland (althans de huis- en haar buurvrouw die als 'groene weduwe" in de slaapsteden woonde, haar huishouden had gemechaniseerd met een vaatwasser en droger, de kinderen op school had en nog niet was toegetreden tot de arbeidsmarkt en geen tweede auto had) aan de sherry geholpen te hebben.
Laten we voor de biologische sector maar hopen dat de vergelijking met sherry mank gaat, want toen de huisvrouw de arbeidsmarkt betrad was het over met de sherry-rage.

donderdag 16 april 2009

Jamie Oliveoil


De Engelse alliantie van belastingbetalers, die liever geen belasting betalen, maken zich boos over het Europese landbouwbeleid. In plaats van pamfletten en rapporten hebben ze nu een geolied You Tube filmpje gemaakt met in de hoofdrol Jamie Oliveoil, een pastische van topkok Jamie Oliver.
Voor wie het op het weblog CAP Healthcheck nog niet gezien had: hier is de link

woensdag 15 april 2009

agribusiness complexen

Gisteren besteedde ik al enige aandacht aan een boekje dat onlangs uitkwam over Agribusiness clusters: bouwstenen van de regionale biobased economy.
Het bevat een mooi verhaal de Groningse hoogleraar Dirk Strijker. Hij gaat tongue-in-cheek in op de historie van het begrip met fraaie passages als: "De term 'agribusiness complexen' ademde de sfeer van maak- en stuurbaarheid, en het klonk wetenschappelijk, abstract en 'sophisticated'. Dat waren vast niet de redenen waarom zij de term gebruikten, maar het was waarschijnlijk wel om die reden dat het begrip snel werd opgepikt door beleidsinstanties. Binnen het Ministerie van LNV (S. gebruikt de nieuwe naam voluit, dat is een anachronisme lijkt me -kjp) waren het vooral ambtenaren die zich met handel en verwerking bezighielden die er triomfantelijk mee wegliepen. Ze hadden nu immers iets, waarmee ze zich konden onderscheiden van de 'boeren-afdelingen' van het ministerie."
We hebben het dan over de jaren 80 en Strijker klapt ook nog uit de school over het verloop van een LEI project dat in 1987 leidde tot een veel geciteerd boekje over die complexen.

Varkens in nood
Meer inhoudelijk beziet het artikel hoe het met een aantal regionale complexen verlopen is. Interessant is die van de varkenshouderij die op een institutioneel bepaald concurrentievoordeel is gebaseerd, nl. de import van graanvervangers. Strijker laat zien hoe het aandeel van de cluster in Europa is teruggelopen (voor Brabant en Limburg van 9,4% naar 7,6% van de EU-9 productie), maar dat er wel een succesvolle lobby is gevoerd om het mestprobleem als een nationaal in plaats van een regionaal probleem te zien (wat het wel was). Ruimtelijke clusters hebben dus ook lobby-kracht die ze in stand kan helpen houden.
Het paper herinnert er ook nog eens aan dat de kalvermesterij op de Veluwe zit, niet alleen vanwege de kleine zandboeren, maar ook vanwege het ijzervrije drinkwater. En tot slot waarschuwt de auteur zeer terecht dat een ruimtelijke cluster ook nadelen heeft. Naast congestie ook onderlinge afhankelijkheden die op strategisch niveau ongewenst kunnen zijn. "Dat is wellicht de reden dat heel wat blauwdrukken voor dit soort verknopingen, ontworpen door overheden of consultants, nooit gerealiseerd worden.".
Helemaal mee eens, ik pleit er al jaren voor om bij het ontwerpen van die agroparken ook een assessment te doen op de institutioneel economische verhoudingen binnen zo'n cluster. Anders wordt het niets met de industrial ecology.

D. Strijker: Agribusiness complexen en ruimtelijke clustering in: H.Smulders, M. Gijzen en F. Boekema (red): Agribusiness clusters -bouwstenen van de regionale biobased economy?. Shaker Maastricht, 2009

dinsdag 14 april 2009

Lijstje: Zoek een competing F

Vier F's om de competing claims (het idee dat je maar 1 ding tegelijk kunt met de biomassa die geteeld wordt) hadden we al: de klassieke drie
  • Food (voedsel)
  • Feed (veevoer)
  • Fibre (vezels als vlas en katoen)

En hoewel hout en stro altijd al voor brandstof werden gebruikt is daar sinds de bio-energie ook bijgekomen:

  • Fuel (brandstof)

In ontpolderingsdiscussies mag ik ook graag de factor Natuur toevoegen, wat ik dan maar doe met de F van Forest, maar dat is afgezien van de ooibossen langs de rivier niet zo'n sterke F. Wie weet een betere. En dan is er natuurlijk nog een F nodig voor de inFrastructuur.

Enfin, ik kom daarop omdat oud-minister Cees Veerman en Huub Smulders in een vorige week uitgekomen boekje ook nog de F van Fiducie voorstellen voor dit rijtje, omdat Vertrouwen sinds de kredietcrisis ook in short supply is. Is wat voor te zeggen en grondbezitters zijn vaak te vertrouwen want ze kunnen zich niet snel uit de voeten maken. Hoewel dat als verklaring voor de pompeuze bankgebouwen ook ooit opgeld deed.

C.P. Veerman en H. Smulders: Food, Feed, Fuel en Fibers: mondiale ontwikkelingen en de beleidspositionering van Nederland in: H. Smulders, M. Gijzen en F. Broekema: Agribusiness clusters. ISBN 978-90-423-0353-9

maandag 13 april 2009

Vrolijk Pasen: zoek een eitje

Mooi weer om deze Paasdagen het voorjaar op te zoeken. Niet in het tuincentrum of de meubelboulevard, maar echt buiten. Voor wie toch binnen zit en nog op een puzzel zit te wachten: de meest bijzondere paaseieren zijn die van Faberge. Ik zag er ooit 10 in het Kremlin Armoury Museum in Moskou, zie de wiki.
Wie zoekt er uit welke eieren een landbouwmotief hebben, anders dan het ei zelf? De eerste twee tellen, want die hebben een hen; er is er een met een russisch spoorwegmotief (toen die aandelen nog wat waard waren) en een met een eerste wereldoorlog motief. Maar zijn er ook agrarische?

zondag 12 april 2009

's lands aard, economie en euthanasie

Hoe komt het toch dat opvattingen, normen en waarden tussen op het eerste gezicht gelijksoortige landen verschillen? Institutioneel economen denken dat die normen niet alleen ons economisch gedrag bepalen ("vis op vrijdag") maar dat ook omgekeerd de economie soms de bovenbouw van de normen bepaald (zwarte teer was ooit effectief en goedkoop in Zeeland en dus vinden we nog steeds dat de schuren daar zwart moeten zijn met een witte bies rond de deuren).
Zo kun je dus ook naar verklaringen zoeken waarom de opvattingen over euthanasie in Europa zo uiteen lopen (en het dus niet erg zinvol is dit op EU niveau te regelen). The Economist deed dat vorige week.
Nederland en Belgie zijn relatief erg liberaal op dat onderwerp. Daar zijn twee mogelijke economische verklaringen voor: er is weinig reden om om euthanasie te vragen uit financiele overwegingen (de verzekering draait op voor je kosten van langdurige behandeling) terwijl je bv. in de VS failliet kunt gaan aan je eigen ziekte. Daar is dus de angst in het debat dat je uit financiele belangen pleit voor euthanasie. Een tweede is dat de zorg in Nederland is georganiseerd via huisartsen, die relatief dicht bij de gezinnen staan. In Zuid-Europa is de verhouding veel hierarchischer.
Maar cultuur speelt ook een rol: "The Dutch are an outspoken, demanding bunch, who expect strait answers [van hun arts]" zegt een Belgische wetenschapper, Luc Deliens. "The Dutch, a seafaring nation of traders, have also long imported new and foreign opinions. They are used to resolving conflicting principles. There has never been one very strong common idea on what is allowed". Aldus Dick Willems, een Nederlandse arts en ethicus in het blad.
En het zou natuurlijk kunnen zijn dat elders de praktijk niet zoveel anders is (onderzoek wijst daarop), maar dat wij het geen probleem vinden er over te discussieren en schrijven.

The Economist: the great euthanasia debate; 4.4.2009

zaterdag 11 april 2009

Kopieergedrag

Kopieren is ook een kunst. Margarine begon zijn leven als kunstboter. Uitgevonden vlak voor de Frans-Duitse oorlog van 1870 door een Fransman was de fabrieksmatige wereldprimeur in Oss. Eerst door Jurgens, een jaar later volgde Van den Bergh. Later zouden ze fuseren tot Unilever. Wereldwijd kreeg het product de wind in de zeilen ten tijde van de eerste wereldoorlog, toen boter op veel plekken op de bon ging.
Een bekend verhaal. Wat ik niet wist, en onlangs las in een beleggingsadvies over Oce, de kopieermachinefabrikant uit Venlo, is dat het boterkleursel om margarine geel te kleuren is uitgevonden door de Limburgse apotheker Lodewijk van der Grinten. Hij was de grondlegger van het concern dat lange tijd Oce van der Grinten heette, en nu nog Oce. Kopieren zit ze in het bloed. De wiki bevestigde het verhaal. Zie aldaar voor meer.

donderdag 9 april 2009

platteland 2040

In Villa Sonsbeek spraken we vanmiddag over het platteland van 2040. Leuke brainstorming naar aanleiding van een scenario over overheidssturing en innovatie. Uiteindelijk leek het ons weinig voorspelbaar: wie had vijftien jaar geleden gedacht dat het nu over verpaarding zou gaan.
In 2040 hebben veel van de inwoners van Nederland weinig historische binding met het platteland zoals wij ons dat herinneren of nu nog ervaren. Verder schatten we de leefbaarheidsproblematiek van kleine kernen niet al te zwaar in. De stad is altijd dichtbij. En veel van Nederland is tegen die tijd net als de omgeving van Villa Sonsbeek nu: een stadspark. Mooie plek dus voor een causerie en een etentje.

woensdag 8 april 2009

kunt u het nog volgen?

Wie de weblog handiger wil volgen kan links onder gebruik maken van een nieuwe Google service in deze Web2.0 wereld: de volgoptie

dinsdag 7 april 2009

Lijstje: ondernemersvaardigheden

Het Zwitserse bureau FIBL stuurde me een dik pakket met twee rapporten uit het Europese Onderzoeksproject ESoF: Enterpreneurial Skill of Farmers. Ik had het genoegen de afgelopen jaren in een adviesrol bij het project betrokken te zijn. Het heeft een hoop opgeleverd, maar ik volsta hier maar met een lijstje van 5 vaardigheden die de ondernemers van de toekomst nu al moet hebben:
  1. Professional skills (technical skills, production skills)
  2. Management skills (financial management, administrative management)
  3. Opportunity skills (recognising and realising business opportunities)
  4. Strategy skills (developing and ealuating a business strategy)
  5. Co-operation / networking skills (networking and utilising contacts)

Christine Rudman (ed): Entrepreneurial skills and their role in enhancing the relative independence of farmers, FiBL, Switzerland ISBN978-3-03736-028-6

maandag 6 april 2009

1971: de introductie van het rollenspel

Deze winter kruiste mijn pad dat van een adviseur van De Beuk en zij stuurde me hun jubilieumboek Meedenkers & Dwarskijkers. Ik las er afgelopen dagen een aantal hoofdstukken uit. Er staat een buitengewoon leuk en interessant hoofdstuk in van Tom Pauka, de eerste directeur en mede-oprichter, die uitlegd hoe het bureau is ontstaan als de Presentatiegroep van de PvdA.
Dat was in kringen van de Vereniging van Arbeiders Radio Amateurs, beter bekend als de VARA, in 1971. VARA presentator en volkshogeschool directeur Bob Loevens deed eerder wat in de verkoop van potten en pannen, volgde daarvoor een verkoopcursus in de VS en leerde daar dat je met rollenspellen lastige situaties kunt exploreren. Dat leert nu elke jonge medewerker op een cursus Omgaan met klanten, maar dat was toen dus nieuw.
En zo gaat een groep tot het rollenspel bekeerde mensen de NieuwLinksers (ook Vara) trainen en daarna dus de PvdA. Uiteindelijik groeit er een echt bedrijf uit deze beweging, dat ook anderen traint, als het maar geen NieuwRechtsers zijn.
Leuk verhaal met smakelijke opmerkingen over bekende politici zoals Hans van Mierlo ("de publiekslieveling komt in een hard debat niet uit de verf") en Joop den Uijl ("kan beter uit de buurt van gewone mensen worden gehouden, want die concluderen in meerderheid dat hij geen belangstelling heeft voor andermans mening"). Op de Tros hoorde ik zaterdagochtend nog een communicatiedeskundige negatief over Marcel van Dam ("zijn mening hebben we nooit echt vernomen bij het Lagerhuis want hij wordt niet aardig gevonden en dus luisteren mensen niet") dus niet alles heeft de presentatiegroep de Beuk opgelost, maar in ieder geval zijn ze ver gekomen. En het levert een vermakelijke terugblik van Tom Pauka op. Lees de pdf versies op de site van de Beuk.

De Beuk: Meedenkers en Dwarskijkers

zondag 5 april 2009

kom in de kas

Voordat mijn dag gisteren eindigde met een gezellige remake van een vroegjarenzeventig schuurfeestje in aardappelpotend Flevoland, was er tijd voor de Kom_in_de_Kas actie van tuinbouwend Zevenhuizen. Professioneel georganiseerd. We bezochten kwekers van oranje paprikas, van anthuriums en van rozen. En van vaste tuinplanten want de organisatoren hadden het begrip "kas" maar wat opgerekt tot een vaste planten kweker, een akkerbouwer, een loonwerker en nog iest met oude tractoren en kleinvee.
Vooral dat laatste is verstandig, zo begreep ik onlangs uit een onderzoek: voor stadsmensen is een boerderij iets met dieren. Waarbij ze iemand in een overall en op klompen verwachten, en het is uiterst verstandig om aan zo'n beeld te beantwoorden. Net zoals het verstandig is om ook de nadelen te benoemen als je twijfelende mensen van iets wilt overtuigen. Uit dat onderzoek staat me ook bij dat je als boer of tuinder al de wereld gewonnen hebt als je mensen vriendelijk ontvangt, want de gemiddelde stadsbewoner verwacht een wat stugge, introverte man die je misschien wel van het erf wil afkijken.

Nederland bloeit
In de jongste uitgave van het blad Cooperatie borduurt communicatiedeskundige Jeen Akkerman door op dit thema. Hij constateert dat elke keer weer uit onderzoek blijkt dat burgers boeren zien als hardwerkende en eerlijke lieden, maar dat agrarische ondernemers zelf telkens weer vermoeden dat hun imago bijzonder slecht is. Hij zet daarom kritische vraagtekens bij de recente LTO campagne Nederland bloeit, die Ondernemers van nature en Vrienden van het Platteland opvolgt.
Zijn kritiek is dat individuele boeren en tuinders in de campagne een te onderschikte rol spelen. Ze zouden veel meer zelf de PR en communicatie moeten voeren. Waarom niet elke boer en tuinder een goede eigen webpage? Akkerman vermoedt dat het doel van de campagne voor een deel ook het tevreden stellen van de achterban is, om te laten zien dat LTO opkomt voor de achterban.

Natura 2000
Het bedrijf van de toekomst kan niet meer zonder eigen communicatieplan, al was het maar omdat er personeel en vergunningen bij uitbreiding nodig zijn. Niet alleen Akkerman wijst op dat probleem (en raadt ook hier aan dat boeren de hinder van buren niet ontkennen maar de dialoog aangaan over de afweging), ook jurist Willem Bruil laat in hetzelfde nummer van Cooperatie zien hoe het beschermen van Natuurgebieden niet ophoudt bij de grens van het natuurgebied maar ook in een straal er omheen zijn invloed heeft. Als een dorp dreigt uit te breiden en agrarische grond wordt 'warm' (stijgt in prijs) dan is dat een schaduwwerking die economisch vaak welkom is. Als er een natuurgebied wordt vergroot en de schaduwwerking maakt dat de grond minder waard dreigt te worden (door gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden) dan is dat minder welkom. Misschien helpt communiceren, hoewel de bijdrage van Bruil doet vermoeden dat de wetgeving hier zeer strikt is.
Het bracht me op het idee dat de markt wel een oplossing zal verzinnen. Een oplossing die de mega-stallen met de koeien op stal in de hand zal werken: uitbreiding van stallen wordt door deze regelgeving onmogelijk in een straal van 10 km van een natuurgebied en dus relatief makkelijk daarbuiten. Voor de teelt van veevoer (gras, mais) maakt de ligging geen verschil. Ergo, stallen zullen uitgebreid worden daar waar geen natuur in de buurt is en er ontstaan gespecialiseerde veevoerverbouwers (loonwerkers?) rond de natuurgebieden die het veevoer transporteren naar de grotere staleenheden uit de buurt van natuurgebieden. Net zoals dat elders (in Californie) gebeurt naar de mega-stallen bij de stad omdat je in een woestijnklimaat historisch makkelijker veevoer dan melk transporteert. Of zie ik wat over het hoofd?

Willem Bruil: Natuurbescherming
Jeen Akkerman: Samenwerken in communicatie
Beide in: Cooperatie, maart 2009, nummer 598
Posted by Picasa

vrijdag 3 april 2009

water te koop

Voor Ziezo.biz schreef ik een column over water - misschien moeten boeren daar wel voor gaan betalen. Discussie is aldaar welkom. Gebaseerd op mijn ervaringen in het Zuidwesten. Vorige week meldde ik mijn bezoek aan Goes en de organisatie heeft nu de presentatie on line gezet.
Komende week zal ik je niet meer met water lastig vallen.

donderdag 2 april 2009

over de afval industrie

Markten hebben de overheid nodig. Dat weten we in de landbouw al lang: zonder regelgeving geen markt voor biologische producten. Zonder persoonlijk budget in de gezondheidszorg geen zorglandbouw. Dat zijn mijn standaardvoorbeelden, maar de afvalindustrie zou er ook wel een kunnen zijn.
Of de banken, maar daar heeft iedereen het over. Even tussendoor voor de G20-demonstranten: je kunt beweren dat de financiele crisis een voorbeeld is van marktfalen met de implicatie dat we allerlei liberalisaties in de omroepwereld of de telecom moeten terugdraaien, maar je kunt nog beter beweren dat de financiele crisis een geval is van overheidsfalen. Zelfs een van de meest liberale economen, Milton Friedman, kende aan de overheid nog een paar rollen toe. Naast defensie, noemde hij met name toezicht op het bankwezen omdat het anders fout gaat. Daar hebben de Amerikanen al een paar eeuwen ervaring mee, maar blijkbaar weinig van geleerd.
Terug naar de afvalindustrie: eind februari had The Economist er een survey over. Net gewone economie. Als de overheid de wetgeving aanscherpt zodat je niet alles zomaar ergens mag weg gooien, gaan de kosten omhoog: tussen 1985 en 2005 steeg de prijs van een ton afvalverwerking in de VS van $ 10.- naar $ 35. In Italie ligt de prijs nu op euro 50, in Frankrijk op euro 74 per ton. Grote afvalverwerkers hebben baat bij wetgeving, dat drijft te prijs omhoog en de kleintjes uit de markt.
Verder zie je dat lager de arbeidskosten, hoe meer er wordt gesorteerd. Op vuilnisbelten in de derde wereld is enorm veel particulier initatief en een perfecte sortering. Dus is het zeer zinvol om de lege containerschepen terug naar China als ballast oud papier en andere troep mee te geven, dan kunnen ze het daar uitzoeken en er weer karton voor de volgende serie breedbeeld TVs van maken. Vanuit de VS is dat dan ook het grootste exportproduct naar China in volume. Maar als transport niet zo ongeveer gratis is, dan heeft sorteren weinig zin, dan kan afvalscheiding milieuvervuilend zijn. Leuk vak, de economie van afval.

Uit: Talking rubbish- a special report on waste, The Economist, 28.2.2009

woensdag 1 april 2009

Lijstje: Talk Dutch

Vandaag zat ik een stuk in het Engels te schrijven en kwam in een woordenboek een aflevering van de column Over Taal tegen die Camiel Hamans ooit schreef in de NRC. Gedateerd op maandag 4 november 19??. De column ging over het gebruik van het woord Dutch in het Engels. Dat heeft een ongunstige betekenis, het is een scheldwoord uit de tweede helft van de 17e eeuw toen de Engelse zeeoorlogen (onze terminologie) werden gevoerd. Waarin het dus belangrijk was de vijand negatief af te schilderen, net zoals wij later het woord 'mof' voor Duitser introduceerden. Oorlogsvoering vindt op alle fronten plaats, ook die van de taal. En dus kennen we:
  1. Go Dutch: de kosten worden gedeeld
  2. Dutch treat / party / lunch: waarin ieder voor zichzelf betaalt
  3. Dutch feast: de gastheer is nog eerder dronken dan de gasten
  4. Dutch auction: bij afslag, en zoals economen weten haalt de verkoper er dan net wat meer uit dan de koper. Tuinders wijzen er liever op dat het ook sneller gaat dan bij opbod.
  5. Dutch reckoning: grove rekening zonder specificaties
  6. Dutch bargain: een koop die besloten wordt met een goede dronk (en dus niet per se een koopje)
  7. Dutch book: bookmaker die kleine inzetten accepteert
  8. Dutch foil / gold/ leaf / metal: klatergoud of namaak-bladgoud
  9. That beats the Dutch: erg grof, dat is de limit
  10. Dutchman's drink: de forse teug waarmee je in een keer een borrel achterover slaat - dat is weer weinig gierig
  11. Dutchman's headache: dronkenschap
  12. Dutch courage: moed vergaard na drank - jenevermoed schijnt het oude nederlandse woord te zijn maar dat raakt met het verdwijnen van de jenever ook in ongebruik
  13. Dutch defence: slappe verdediging, schijnverweer
  14. Do a dutch: deserteren
  15. Dutch act: zelfmoord
  16. Dutch wife: rolkussen
  17. Dutch widow: hoer
  18. Dutch cap: pessarium
  19. Dutch build: gezet
  20. Dutch nightingale: kikker
  21. Dutch concert / medley: Poolse landdag, kakafonie
  22. Dutch comfort: schrale troost
  23. Dutch crossing: scheef oversteken
  24. I'm Dutch if: ik zal een boon zijn als
  25. a Dutch cheese: iemand met een kale kop, afgeleid van de ronde en glimmende Edammer kaas
  26. Dutch / Dutch clock / my old Dutch: vrouw of moeder de vrouw. Mogelijk een verwarring met duchess of dat net als bij dial [wijzerplaat] de clock slang geworden is voor gezicht.
  27. Dutch uncle: iemand die ongevraagd streng critiseert
  28. To talk like a Dutch uncle: iemand de mantel uitvegen, strafpredikatie houden
  29. Talk Dutch: brabbelen
  30. it's Dutch for me: het is Grieks voor mij
  31. Double Dutch: koeterwaals

Overigens haalden de Engelsen iets dergelijks met de Fransen uit maar die werden niet als slap en gierig maar als oversexed neergezet.

Aanvullingen welkom.
Uit: Camiel Hamans: Over Taal - Dutch in NRC maandag 4 november 19X