zondag 30 januari 2022

80 jaar NOP

 Tijdgeest, het magazine van Trouw had 22 januari veel aandacht voor de NOP. Het Urkerland (zoals de NOP in het begin ook wel heette) bestaat dit jaar 80 jaar. Quirijn Visscher, journalist en oud-inwoner, schreef een mooie rapportage in de vorm van een aanzet tot een excursiegids, die had je vroeger. En verder een verhaal over scheepswrakken en in het bijzonder dat van de Dinkla-ramp dat eerder al uitgebreid in de NRC aan de orde kwam. 

Mooie foto's van de polder in de mist bij het artikel, inclusief die van de poldertoren met een paar afbraakpanden in Emmeloord die de indruk van een oorlogsgebied oproepen. Dat kon niet iedereen waarderen, sommigen hadden liever bollenvelden. Bij deze. 

vrijdag 28 januari 2022

in Oude Tonge

Interessante sessie gistermiddag in Oude Tonge. Georganiseerd door 5 grote akkerbouwers over hun visie voor de zuidwestelijke delta en reacties van ketenpartijen en gedeputeerden.  we spraken over de optimale bedrijfsgrootte om in de internationale concurrentie mee te kunnen. Die werd voor de duurzame akkerbouw al snel boven de 500 ha ingeschat. Loonwerk leek niet iedereen even ideaal om processen op het goede moment in de hand te hebben. Ter illustratie werd het eiland Schouwen Duiveland aangedragen: 10.000 ha, 110 boeren maar in feite zijn er nog geen 35 verantwoordelijk voor de bulk van het grondbeheer (en de emissies).  Visieontwikkeling op gebied en keten leek ons belangrijk en er zou een koppeling moeten komen tussen certificering en prijs. Sluit aardig aan bij het Rli advies Boeren met Toekomst dat ik als basis voor reflectie mocht inzetten.

Het deel over gebiedsprocessen sloot ik af met wat vragen: zijn de fondsen uit regeerakkoord ook voor deze gebieden? Hebben die dan gebiedsprocessen nodig of vooral duidelijkheid rond natuur en milieueisen, hoe zit het met de taakverdeling rijk-provincie, is er een Novi-plus nodig met zoekgebieden voor bossen, energie, woningbouw; hoe krijg je een RES achtig proces op gang - met gebieds- of bedrijfsnormen? En hoe regel je dan het contact tussen overheid en boer over het leveren van duurzaamheid voor geld: collectieve contracten of omgevingsvergunning, of wettelijke eisen op termijn? 

Kortom een mooie middag met mooie gesprekken bij een gastvrij bedrijf Van Iperen. Bleek al 100 jaar te bestaan en groot geworden door meststoffen aan de tuinbouw enkelvoudig in plaats van samengesteld te leveren, Zodat je met precisie levert wat nodig is. Met op enig moment nog financiering van de Haagse Vleeschmeesters. En nu kennisleverancier met middelenleveranties. 

woensdag 26 januari 2022

De Fundamenten

Onze lunchclub van oudere heren zag door de Covid-19 maatregelen zijn nieuwjaarsbijeenkomst in rook opgaan. Van het budget kregen alle leden het boekje De Fundamenten van Ramsey Nasr. Het zijn een drietal Corona-gerelateerde essays.  Hij stelt daarin dat de pandemie duidelijk maakt dat het politieke en economische systeem in afgelopen decennia de fundamenten van onze samenleving heeft aangetast. De neoliberale opvatting van het organiseren van de maatschappij moet het ontgelden, met als verpersoonlijking daarvan onze MP. En in het bijzonder gaat de knoet ook over de miljardensteun om bedrijven in stand te houden die niet duurzaam genoeg zijn voor de toekomst.

Waar het dan wel erg ver gaat is het afschaffen van het principe van winstmaximalisatie - iedereen streeft naar nut. Het lijkt erop dat Nasr de economie als zero-sum game ziet en in navolging van Malthus de rol van innovatie sterk onderschat. Ook het feit dat we gezien de evolutietheorie (zonder meteoriet en uitstervende dino's waren we er niet geweest) onze plek op aarde moeten heroverwegen gaat ver, en de daar uit voortvloeiende tirade tegen de vleesindustrie te ver. We moeten naar minder dierlijk eiwit maar zero-tolerance lijkt me niet nodig en ook niet zonder risico's.  

Evenzo zou de crisis wellicht niet ontstaan zijn als de markt van Wuhan met zijn vleermuis-delicatessen eerder vervangen was door een KFC of ander fast-food restaurant. Maar dat de pandemie bepaalde structuren in onze samenleving bloot legt die ongewenst zijn en aan moet zetten tot fundamentele vernieuwing, daar heeft Nasr een punt. 

maandag 24 januari 2022

Stroopvet

 Zaterdag besteedde Karel Knip zijn wetenschapsrubriek in de NRC aan stroopvet.. Met speklappen van AH en stroop van de bekende Zeeuwsche Boerin (die oranje kartonnen bekers) probeerde hij het na te maken. Dat leverde aardige informatie op uit het verleden. 

Stroopvet lijkt vooral geassocieerd te worden met de Zuidwestelijke delta, met liefhebbers in de Hoekse Waard tot diep in Zeeland. Maar ook elders in het land werd het gebruikt en toen in juli 1940 de vetrantsoenering werd ingevoerd adviseerde het Voedingsbureau het potje vet op tafel te zetten en zo het besmeren van de boterham met boter te vervangen. 

Stroopvet was er voor de armere burger (liefhebbers daargelaten) die zich geen boter of margarine kon veroorloven op het  (rogge)brood. Het werd gemaakt bij de (huis)slacht, veelal van het varken (maar ik hoorde dat ook rund voorkwam) uit spek (dat dicht onder de huid zit) of reuzel (de vetdelen rond darmen en nieren) door dit uit te bakken en vet overbleef. Dat werd gemengd met stroop. Bij dat uitbakken ontstonden ook kaantjes. 

Veel van deze wijsheid haalt de auteur uit Eenvoudig maar voedzaam, de cultuurgeschiedenis van de dagelijkse maaltijd, van Jozien Jobse - van Putten, SUN, 1995. Gaan we eens lezen. 

zondag 23 januari 2022

Het beklemde land

 Soms sta je in de boekhandel en vraag je je af: neem ik dat boek nu wel mee of niet. Het overkwam me met Het Beklemde Land, een boek dat eind vorig jaar uitkwam. Het is van de hand van de freelance (en oud Vrije Volk) journalist Kees Kooman. Die is in de buurt van Dokkum gaan wonen en geïnteresseerd geraakt in het agrarische. 

Ik pakte het boek op omdat het overduidelijk over landbouw gaat. Het beklemrecht is een soort erfpacht, maar dan echt eeuwigdurend en met een pacht die niet geïndexeerd is, en dus zeer laag geworden is. En soms moet er ook nog een geschenk overhandigd worden, bv. bij een huwelijk. De facto is de beklemde pachter dus eigenaar. Het komt vrijwel alleen in Groningen voor. 

Mijn aarzeling zat in het feit dat de Verantwoording (die lees ik soms eerst) wel erg over het mestoverschot ('stront') gaat. En het speelt in de Westpolder, voert roemruchtige bewoners op als de familie Mansholt en Louwes, en die verhalen zijn na de Graanrepubliek en nog wat boeken bij mij wel bekend.

Enfin de interesse won het van de twijfel. Het boek geeft een alleraardigst inzicht in de worsteling van boeren met goed bodembeheer. Min of meer centraal staan een biologische veehouder en twee gangbare akkerbouwers die  meer willen met de bodem en die samen een biologisch perceel uien en aardappelen aanleggen. Het eerste lukt, het tweede werd door phytophtera een drama. Maar er is ook een uitstapje naar een oud-inwoner die in Duitsland nu aan regeneratieve landbouw doet en naar een paar Friese boeren. En veel verhalen over de oude bewoners van de Westpolder. De compositie van dat alles kun je naar believen lekker afwisselend of wat warrig noemen.

De stijl van het boek is sociologisch en dat geeft je ook een kijkje in wat boeren vanuit de maatschappij ervaren en hoe ze van menig zijn in vergelijking met andere bedrijfstakken onheus behandeld te worden gezien hun inspanningen en het gedrag van de consument. Het geeft de auteur  (die zijn sympathie voor de transitie en zijn aversie tegen de gangbare landbouw niet onder stoelen of banken steekt) ook de mogelijkheid zaken te bespreken die wetenschappelijk steeds weer discussie oproepen: dat de bodemkwaliteit achteruit loopt en dat er daardoor sprake zou zijn van teruglopende inhoudsstoffen van producten met consequenties voor gezondheid. 

In die aanpak moet je als journalist niet alles dood-checken. Toch staan er wel een paar fouten in het boek. Soms heeft de eindredactie een typefout over het hoofd gezien en Frans Keurentjes wordt twee keer de CEO van FrieslandCampina genoemd. Hij was voorzitter van het coöperatie-bestuur dat de CEO (Cees in 't Hart en zijn opvolgers) benoemt. Ook stelt de auteur zelf (p.90) in  het kader van het bashen van de overheid dat "Melkbussen uit hygiënische overwegingen verboden [werden] verklaard". Dat is m.i. onjuist. Die bussen waren gewoon te arbeidsintensief. En in veel gebieden werden ze met trekker en wagen opgehaald, terwijl fabrieken door fusies groter werden en zich concentreerden zodat vrachtautovervoer gewenst werd. Aldus ook Jan Bieleman in zijn standaardwerk Boeren in Nederland. Het waren dus de boeren zelf die in hun coöperaties kozen voor deze weg. En dat gebeurde ook lang niet overal gelijktijdig, wat je bij een overheidsmaatregel wel mag verwachten.

Enfin, uiteindelijk ben ik toch blij dat ik het boek heb aangeschaft en er een paar avonden aan besteed heb. Het boek geeft een mooi inkijkje in de worstelingen van boeren rond goed bodembeheer en hun keukentafelgesprekken over de rest van de maatschappij. Daarmee gaat geen boerenparadijs ontstaan (zoals de subtitel suggereert, en die ligt al helemaal niet in het verleden) maar die inzet van boeren is wel hard nodig om de duurzame wereld wat dichterbij te brengen. Waar te weinig waardering voor is - en wat wellicht onderbelicht is. Daar vult dit boek dan een lacune. En als de consument door het lezen van dit boek gaat nadenken over zijn gedrag is er weer wat gewonnen. 

vrijdag 21 januari 2022

donderdag 20 januari 2022

woensdag 19 januari 2022

bij bio in flevoland


Gisteravond praatte ik bij met de boeren van de BDEko vereniging Flevoland in een geanimeerde Zoombijeenkomst. De sheets staan hier.

dinsdag 18 januari 2022

eerste super

 De eerste supermarkt in Nederland werd in maart 1952 geopend in de Oranjestraat in Schiedam door Albert Hein, of beter gezegd diens kleinzoon Ab Hein. Het was een revolutie. Sommige klanten weigerden een mandje, omdat ze maar een bepaald product kwamen halen, maar keerden met handen vol producten op hun schreden terug om er alsnog een te pakken. Sommigen klaagden dat er zo meer verkocht werd, maar Heijn framede dat anders: nee, u vergeet zo veel minder. 

Ik wist dat Albert Heijn de huismoeders in de jaren zeventig aan de sherry had geholpen, maar eerder was al de bierconsumptie omhoog gegaan. De gemiddelde Nederlander dronk in 1950 nog 0.9  liter en in 1960 was het 26 keer zoveel. De stigende welvaart (en was in 1950 hier bier wel van de bon?) zal wel minstens zoveel geholpen hebben, maar de supermarkt maakte het ook mogelijk gewoon een kratje mee te nemen in plaats van hardop bij de kruidenier (was dat niet de slijter?) om een kratje te vragen. 

De supermarkt zou ook geholpen hebben de verzuiling af te breken. Want je ging nu naar de buurtsuper in plaats van de katholieke of confessionele kruidenier.  Althans dat claimde Ab Heijn. 

Ik ontleen de wijsheden aan een leuk interview met Ad van Liempt die zaterdag in NRC zijn boek Roaring Fifties toelichtte waarin de these wordt verdedigd dat er veel meer dynamiek in de jaren vijftig was (niet alleen Heijn, ook mediaster Pia Beck en anderen) dan we op basis van Reve's de Avonden en andere spruitjeslucht-verhalen aannemen. 

Coen Verbraak: Jaren 50 saai? _ Er zaten echte vernieuwers bij in: NRC 15.1.2022


maandag 17 januari 2022

Jodenhaas

 

Vorig jaar, nog voordat de horeca het niet meer de moeite vond om voor de lunch open te gaan, dineerden we in een restaurant waar Jodenhaas op de kaart stond. Mij onbekend, en gezien eerder gedoe over de namen van jodenkoeken en negerzoenen verbaasde ik me nogal over dit deel van de kaart. Het biefstukje smaakte overigens prima. 

Toch maar eens even nagezocht hoe het zit. Wel nu de website jodenhaas.nl (en de wiki) leggen het haarfijn uit. Sinds Jacob met de engel vocht en kreupel achterbleef is de achtervoet (met bil en biefstuk) voor de orthodoxe Joden niet kosher. Tenzij je de heupspier en achillespees verwijderd. En dus besloten slagers ook een soort biefstukje uit de voervoet te halen, en dat werd het jodenhaasje - uit de schouder van het dier gesneden. Tegenwoordig vaker aangeduid als diamanthaas. Die naam is niet ontleend aan het feit dat de joden het diamantairs vak beoefenden maar heet naar de vorm van het stukje vlees.

In het Engels is dezelfde benaming aan de orde: daar heet het Jewish fillet en nu ook wel Terrace major of Beef shoulder petitte tender. De eerste variant lijkt afgeleid van de Latijnse anatomische naam musculus teres major

zondag 16 januari 2022

boerderijbouw

Tijd om weer eens in het familiearchief te duiken. Dit keer pakte ik een boekje uit 2003 van de Provincie Zeeland in haar cultuurhistorische reeks. Het heet Van aardappelkelder tot zaadzolder, en is geschreven door de historicus Piet van Cruyningen. 

Heel informatief boekje dat laat zien hoe de boerderijbouw zich ontwikkeld heeft sinds de Middeleeuwen en hoe die in deze provincie, o.a. onder invloed van Vlaanderen, ook anders heeft ontwikkeld dan in andere delen van Nederland. Met ook grappige inzichten. Zo hebben er in Zeeuws-Vlaanderen en op Walcheren op sommige erven ook zgn. Vlaamse keten gestaan, dat waren veelal zeer basale onderkomens [weinig ramen, geen comfort] voor de gastarbeiders uit Vlaanderen die seizoensarbeid deden. Was ook ruw volk, in Noord Frankrijk stonden ze bekend als 'les godverdommes'. Kortom, de inzet van buitenlandse arbeid in de arbeidspieken is geen nieuw verschijnsel. 

zaterdag 15 januari 2022

De achterkant van AI

 

Met de kerst was iemand zo aardig mij het boek Atlas of AI van Kate Crawford toe te sturen. Zij had het gerecenseerd voor managementboek.nl en vond het wel wat voor mij. Dat klopt, ik heb er van genoten. Het boek is nu eens geen jubelverhaal over artificial intelligence maar geeft een kritische beschouwing. Niet alleen of die technieken nu echt wel goed personen herkennen en emoties kunnen lezen bij een sollicitatiegesprek of de douane, maar ook de effecten in de mijnbouw, energiegebruik, arbeidsomstandigheden bij de platformbedrijven en distributiehallen en de machtsverhoudingen. Een political economy van de kunstmatige intelligentie dus. 

Die term Political economy of iets als Behind the scenes was me overigens duidelijker geweest dan die term Atlas in de titel. De auteur heeft ook wel een paar pagina's nodig om het uit te leggen en het kostte me even doorzetten voor ik er echt in was. Maar dan leest het ook als een trein en je hebt het uit voor je het weet want zelden las ik een boek met zoveel pagina's noten en dito literatuurlijst. Een boek dat hoognodig  kritische kanttekeningen zet bij het technologie-optimisme van AI en de oligopolie van bedrijven. 

donderdag 13 januari 2022

leestekens

 Het lezen van het landschap is een kunst. Via twitter werd aandacht gevraagd voor de mooie site Leestekens in het landschap: https://www.leestekensvanhetlandschap.nl/  Warm aanbevolen. 

woensdag 12 januari 2022

concurrentie onder boeren

In de meest recente uitgave van de European Review of Agricultural Economics schreven enkele Franse vakgenoten (van het INRAE in Rennes) een interessant artikel over de verhouding of wellicht concurrentie tussen boeren onderling. Het team keek wat de invloed is van de buren op de beslissing van boeren om er mee te stoppen. Meer in het bijzonder keken ze naar Franse boeren jonger dan 50 die afgelopen jaren zijn gestopt. Van die boeren kenden ze het inkomen en het inkomen van de andere boeren in de buurt (omdat ze allemaal verzekeringspremies betalen op basis van hun werkelijke inkomen). 

Niet verbazend is dat ze constateren dat vooral boeren met een laag inkomen die ook relatief jong zijn en boeren op kleine bedrijven stoppen. Je mag veronderstellen dat de eerste groep nog wel andere kansen ziet in de maatschappij en dat de tweede groep die wellicht moet zien. De modelresultaten geven ook aan dat de inkomens van de boeren in de buurt invloed hebben. Boeren die stoppen wonen vaker in de buurt van collega's met hoge inkomens. En dat geldt nog weer sterker voor stoppende boeren met lage inkomens of kleine bedrijven. 

De relatieve positie doet er dus toe. De auteurs wijzen op een benchmark-effect: je vergelijkt je met je collega's en als je ziet dat je achter blijft ga je wat anders doen. Je zou ook kunnen veronderstellen dat de stoppers de inschatting maken dat ze het gaan verliezen in de grondmarkt: de beter verdienende buren hebben meer kans hun bedrijf te ontwikkelen. 

Emmanuel Paroissien, Laure Latruffe and Laurant Piet: Early exit from business, performance and neighbour's influence: a study of farmers in France. in: ERAE 48(5) 2021

dinsdag 11 januari 2022

19e eeuws dagboek

 Het andere artikel uit Archief 2021 van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen waar ik wat aantekeningen over maak is dat van Hendrik Struik: Stoffe van Dankbaarheid: Dagboekaantekeningen (1845-1854) van Arnout Jacob van Teylingen. Het artikel bevat een schets van het leven en werken van deze Van Teylingen en in goed leesbare vorm zijn dagboek over genoemde jaren. 

Van Teylingen behoorde tot de meest welgestelde inwoners van Walcheren, waar hij na een marine-carrière belastingontvanger was, korte tijd burgemeester van Souburg en lid van de gemeenteraad van Middelburg. Hij kwam uit zeer goede kringen en het valt op hoe in die 19e eeuw die (ondanks verkiezingen) met elkaar de banen en de macht verdeelde. De familie was nieuwe adel, althans deels; verschillende takken werden achtereenvolgens in 3 keer in de adelstand verheven.

Boeiend is dat Van Teylingen in zijn dagboek veel aantekeningen maakt over het weer, over het reizen binnen Nederland (met de boot van Middelburg naar Rotterdam of Dordrecht en dan de trein; het gezin ging o.a. kijken bij de drooglegging van de Haarlemmermeer en de graafwerkzaamheden in Zandvoort voor de eerste drinkwaterleiding van Amsterdam) en over de landbouw. Waaronder de oogsten en de prijzen (die bv. in 1853 hoog waren, wat niet alleen werd toegeschreven aan de problemen in de aardappeloogst maar ook aan de Krimoorlog en de zeer grote uitvoer naar Engeland). En ook nog aan de toestroom van goud uit de VS maar je kunt je afvragen of de dagboekauteur een monetaristische visie gehad kan hebben op inflatie. De auteur van het stuk in ieder gaval niet, die kan geen verband bedenken, ondanks gegoogle.

Opvallend vond ik ook nog de ziekte bestrijding. Er is nogal wat ziekte en Van Teylingen zelf is niet oud geworden en vermoedelijk aan tbc overleden, gezien het ziektebeeld dat hij weergeeft. Ook aderlatingen en het plaatsen van bloedzuigers (met een vergelijkbaar doel) waren ook in 1846 nog gebruikelijk. Er werd zelfs nog met gewone (mensen) pokken gevaccineerd, hoewel Koning Willem I al 1818 de Medaille voor Koepokvaccinatie (die in 1796 door de Engelse arts Edward Jenner was ontdekt) had ingesteld voor elke arts die aantoonbaar meer dan 100 mensen had gevaccineerd.  Er werd ook veel gekwakzalverd, maar dat is natuurlijk ook een vaststelling achteraf. 

Wat het weer betreft, is 1853 het vermelden waard: de herfst was toen zo mooi en droog dat dit gevolgen had voor de stad: er dreigde een tekort aan meel omdat er veel te weinig wind was geweest en begin december verbood de stad het gebruik van water voor het renigen van de ramen en de stoepen. Er dreigde een tekort aan drinkwater.  Sommige inwoners moesten van verre uit een sloot of vijver een paar emmers naar huis slepen.

Tot slot: de gemeentewet van 1865 zou gemeentelijke belastingheffing door middel van accijnzen verbieden. Middelburg liep daar in 1855 al op vooruit. Van Teylingen, oud belastingman, betoogde bij de begroting in de raad in zijn maidenspeech dat de gemeentelijke accijnzen op vlees, vis, azijn, zeep, laken (wol), bier en op het gemaal (d.q.z. het laten malen van graan) in strijd zijn met "de billijke verhouding die er moet bestaand tussen arbeid en kapitaal". (p.169)  Hij vindt de belasting onzedelijk omdat die aanzet tot ontduiking, verderfelijk omdat ze vooral drukt op de arbeidende klasse en nadeling omdat de opbrengst minder zal zijn dan geraamd.  

De gemeenteraad ging in grote meerderheid met hem mee en een commissie ontwikkelde een methodiek voor belasting op basis van inkomensschijven. Waarbij een vrije voet zal gelden van 400 gulden. 

maandag 10 januari 2022

Archief KZGW: Bouman

Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen stuurde zijn leden in de kerstvakantie het jaarboek, Archief 2021 genoemd. Het bevat boeiende artikelen. Om te beginnen breng ik het laatste artikel van de bundel onder de aandacht, een biografisch verhaal over Pieter Jan Bouman. Hij was in de jaren 50 hoogleraar sociologie in Groningen en publiceerde in 1953 de bestseller Revolutie der eenzamen - Spiegel van een tijdperk. Het boek beleefde 34 drukken en was het slot van zoektocht naar maatschappijordening. Hij schreef het grotendeels op de Rusthoeve bij de familie Bom in Colijnsplaat, tegenwoordig een proefboerderij. In de oorlog had hij daar, toen nog als leraar geschiedenis en economie aan de HBS in Middelburg (hij was ooit opgeleid als econoom in Rotterdam) ook het gedenkboek van 100 jaar ZLM geschreven. En vandaar dus in de landbouw een bekende naam. Dat boek ligt hier op te stapel om gelezen te worden, mooi om wat meer van de auteur te weten. 

Co Strootman: Geboorte van een cultuurdrager: P.J. Bouman in Zeeland in: KZGW: Archief 2021

zaterdag 8 januari 2022

pomologie

De laatste uitgave van vorig jaar van Wageningen World bevatte een leuk verhaal over de collectietuin van appelrassen in Randwijk. Onder beheer bij het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland. Dat gaf in 2015 een Oranje Lijst uit van alle granen, groenten en fruit die tussen 1850 en 1940 werden geteeld. Met ook 483 oude appelrassen waarvan er nog 343 over waren. Veel rassen zijn streekgebonden, ze doen het goed op een bepaalde grondsoort en in een bepaald microklimaat. De naam van de streek komt dan ook nog al eens terug in de naam van het ras. Maar oude rassen zijn soms ook onder tientallen regionale synoniemen bekend. Verwarring alom dus. 

Het artikel meldt in een kadertje ook dat Johann Hermann Knoop de grondlegger is van de pomologie. In 1758 beschreef hij met bijbehorende tekeningen meer dan 100 soorten appels, inclusief synoniemlijsten. Deze Duitse hovenier werkte voor de Friese stadhouder Johan Willem Friso op diens landgoed bij Leeuwarden. Dat het tot een boek kwam vond zijn oorsprong in zijn ontslag aldaar in 1749 wegens drankmisbruik van appelbrandewijn. Daarna zag hij zich genoodzaakt als wetenschapper de kost te verdienen. Het boek werd een bestseller: het is nog steeds te koop.

bron: Marion de Boo: Appelrassenrijkdom in: Wageningen World, 2021 #4

vrijdag 7 januari 2022

lijstje: vleesvervangers door de eeuwen heen

 
In zijn kersteditie (18.12.2021) kwam de Economist met een overzichtje van vleesvervangers in de historie van de mensheid. De Vegetarische Slager had zo zijn precedenten, een lijstje:

  1. 570-490 voor Chr.: Pythagoras gelooft in reïncarnatie en roept zijn studenten op geen vlees te eten vanwege het risico dat ze dan hun voorouders opknabbelen.
  2.  6e eeuw Seitan, een product van gluten wordt ontdekt, wellicht als bijproduct van tarwe-noedels
  3. 13e eeuw: christenen gaan amandelmelk gebruiken. Vermoedelijk overgenomen uit het Midden-Oosten waar het een hoestdrankje was. 
  4. 1346-1353: na de pest neemt de vleesconsumptie sterk toe, met name in de lagere klassen in 1353 is 15% van het dieet van werklui vlees, 100 jaar eerder was dat nog maar 4%
  5. 1609: toename van plantaardige substituten, met name omdat ze goedkoper zijn. Een recept uit Oostenrijk uit dat jaar noemt amandelmelk "vet voor de armen". 
  6. 1760 Benjamin Franklin proeft tofu in Londen en stuurt sojabonen naar de VS. Tofu was ontstaan in China waar tijdens de Tang dynasie (618-907) kaas uit Europa beschikbaar kwam. Wegens gebrek aan koemelk gebruikten chinezen sojamelk om bonenkaas te maken.
  7. 1812 publicatie van het eerste Engelse vegetarische kookboek. 
  8. 1885 Tolstoy wordt vegetarier en vermoedelijk inspireert dat Ghandi
  9. 1890-1899 De 7e dags adventisten in Amerika promoten Seitan en volgeling John Kellog vult zijn assortiment cornflakes e.d. aan met Protose, ä perfect substitute for flesh food". Hij is van mening dat het vegetarisch dieet een goede remedie is tegen masturbatie
  10. 1944 Dierwelzijnsactivtisten Donald Watson en Dorothy Morgan komen met de term Vegan
  11. 1994 Start-up Oatly
  12. 2015 vleesconsumptie in het VK begint te dalen. In vier jaar tijd met 17%
  13. 2019 Beyond Meat wordt opgericht in Los Angelos en is eerste van dit type bedrijven dat naar de beurs gaat in een IPO. 
  14. 2020 Rugenwalder Muhle, een grote Duitse worstenmaker, haalt voor het eerst meer omzet uit plantaardige dan uit dierlijke vleesproducten. 

donderdag 6 januari 2022

Caesar en de Germanen


Grappige citaten uit het werk van Julius Caesar over de Germanen, in een artikel in de kersteditie van The Economist. Hij constateerde dat de Germanen akkerbouw uit de weg gingen, ze leefden liever op melk, kaas en vlees. Ze bleven ook lang celibatair omdat ze dachten daardoor sterker te worden. En ze vonden het belangrijk om veel bos om hun heen weg te kappen en braak te leggen zonder bewoning. Volgens de generaal omdat ze bang waren voor invasies die ze niet aan zagen komen uit de wildernis. 

Als het niet zo lukt met de eiwittransitie benoorden de Rijn dan weten we hoe het komt. 

dinsdag 4 januari 2022

Recensie B+B


 Gisteren verscheen op BoerEnBusiness mijn maandelijkse column met een retro-recensie. Januari en dus bijna traditiegetrouw gaat het over jaarcijfers en een bedrijfseconomisch onderwerp. Dit keer een oud proefschrift uit LEI kringen. Zie alhier

maandag 3 januari 2022

restaurant geschiedenis

De kersteditie van The Economist geeft vaak aanleiding nog wat voedselgerichte aantekeningen te maken. Zoals dit jaar uit het artikel "The pleasure of the table - an economic history of the restaurant"(18.12.2021). Volgens het artikel zijn restaurants hooguit een paar honderd jaar oud verschijnsel. Althans als je het over echte restaurants hebt met tafels en individuele bediening. Want take-aways waren er al eerder. In Pompeï zijn er 158 geteld, of althans verwoest in 79 n. Chr. Eén voor elke 60 - 100 inwoners, daar komen de meeste steden nu niet aan. Klaargemaakt vlees, vis en wild was er in Londen al vanaf 1170 te krijgen. De eerste Amerikaanse taveerne werd in 1634 in Boston geopend. In dezelfde tijd ontstond in Frankrijk de table d'hõte, Maar daar zit je dus met zijn allen aan een tafel met hetzelfde menu, zoals in een gemeenschappelijke keuken.  Ze hadden ook een economische reden: voordat de steenkool breed beschikbaar kwam werd er gestookt op hout of turf, en dat was duur voor individuele huishoudens: op eenzelfde vuur kon je ook gezamenlijk een veel grotere pot koken: economies of scale voor de professionele keuken. Dat maakte het dus ook een activiteit met een lage status - in tegenstelling tot het echte restaurant dat het van luxe moet hebben.

Dat gaf dus een optie om de gemeenschappelijke maaltijd te gebruiken in een private dining room, niet bij jan en alleman, laat staan het gepeupel aan tafel. Maar wie echt rijk was had thuis eigen staf. Tussen die opties van thuis en de private dining room met de gemeenschappelijke pot ontstond in de 18e eeuw het restaurant zoals we het nu kennen. Wilton's, een visrestaurant opende in 1742 in Londen. In Dublin opende in 1775 de Three Blackbirds. Het oudste restaurant in New York is Fraunces Tavern vermoedelijk uit 1762 and still going. 

Het opbreken van de gildes zou bijgedragen kunnen hebben aan de komst van de restaurants: Slagers mochten vlees verkopen, wijnhandelaren wijn. Het combineren van de twee was blijkbaar niet overal toegestaan. In ieder geval niet in Parijs waar een mr. Boulanger (what's in a name) overging tot het verkopen van een gerecht van schapenvoet-in-witte-wijn-saus, en kreeg het aan de stok met de traiteurs (die het recht op de verkoop van ragout claimden). Maar hij won de rechtszaak. In Engeland werd het verstrekken van voedsel bij de cafés aangemoedigd door de wetgever, om alcoholmisbruik te beperken.

De groei van de restaurants kwam in de 20ste eeuw. De Michilingids is van 1900 en 26 jaar later werden sterren toegevoegd. Het ging om luxe, want thuis eten bereiden voor kleine gezinnen werd afgelopen eeuw steeds goedkoper. In 1930 was in Amerika een maaltijd in een restaurant 25% duurder dan thuis, in 2014 was dat 280%.