maandag 24 januari 2022

Stroopvet

 Zaterdag besteedde Karel Knip zijn wetenschapsrubriek in de NRC aan stroopvet.. Met speklappen van AH en stroop van de bekende Zeeuwsche Boerin (die oranje kartonnen bekers) probeerde hij het na te maken. Dat leverde aardige informatie op uit het verleden. 

Stroopvet lijkt vooral geassocieerd te worden met de Zuidwestelijke delta, met liefhebbers in de Hoekse Waard tot diep in Zeeland. Maar ook elders in het land werd het gebruikt en toen in juli 1940 de vetrantsoenering werd ingevoerd adviseerde het Voedingsbureau het potje vet op tafel te zetten en zo het besmeren van de boterham met boter te vervangen. 

Stroopvet was er voor de armere burger (liefhebbers daargelaten) die zich geen boter of margarine kon veroorloven op het  (rogge)brood. Het werd gemaakt bij de (huis)slacht, veelal van het varken (maar ik hoorde dat ook rund voorkwam) uit spek (dat dicht onder de huid zit) of reuzel (de vetdelen rond darmen en nieren) door dit uit te bakken en vet overbleef. Dat werd gemengd met stroop. Bij dat uitbakken ontstonden ook kaantjes. 

Veel van deze wijsheid haalt de auteur uit Eenvoudig maar voedzaam, de cultuurgeschiedenis van de dagelijkse maaltijd, van Jozien Jobse - van Putten, SUN, 1995. Gaan we eens lezen. 

Geen opmerkingen: