zondag 31 oktober 2010

retourtje Parma

Een dagje reizen in Europa: het Italiaanse Parma is wat verder weg dan je denkt. Ik was er voor een paar dagen bestuurswerk met de EAAE: we maakten voortgang in de organisatie van het congres volgend jaar in Zurich en we hielden er de ledenvergadering 2010.
Parma heeft dus wel een vliegveld, maar handiger vlieg je naar Milaan of -zoals ik deed- naar Bologna. Maar dat betekent dan toch vanaf  het vliegveld een half uur met een bus naar het station en een uur in de trein van Bologna naar Parma. Die natuurlijk maar 1 keer per uur gaat en net weg is. Enfin, je komt er wel. En vergeet niet je treinkaartje ook vooraf geldig te maken door die af te stempelen, anders kost je dat 5 euro boete - onschuldige buitenlander of niet.
Mooi stad trouwens, dat Parma en we hadden donderdagavond het genoegen te dineren bij ALMA. een hogeschool voor het koken in een chateau van de ega van Napoleon: men leidt er chefs in de Italiaanse keuken op. De studenten mochten op ons oefenen. Mocht je ooit de kans krijgen er proefkonijn te zijn: meteen doen. Weliswaar had de sommelier in opleiding de pech ons een fles witte wijn met kurk te serveren, maar dat werd snel goed gemaakt door een echt goed glas.
Vanmiddag vloog ik weer terug. Met zich op de Alpen met hun besneeuwde toppen, de Jura, een hoekje Oostvaardersplassen en een deel van Laag-Holland. Het rondje Amsterdam werd onverwachts ook nog gevolgd door een treinreis tot in Amsterdam omdat Schiphol - Leiden in de verbouwing was. Ach, we hadden een uur extra vandaag.

zaterdag 30 oktober 2010

Lijstje: Nacht

De Nacht van de Nacht vanacht. Een extra lange nacht, maar ook aandacht voor het recht op duisternis. In dat kader hiernaast de nachtelijke lichtsvervuilingskaart van de Benelux, waaruit je meteen kunt zien dat de Zuidwestelijke delta iets voor  haar buren kan betekenen. Mijn familie blijkt uit het donkerste dorp van Zeeland te komen, volgens de lijst van de donkerste plaats per provincie. Van Groningen tot Limburg:
  1. Hoge Land
  2. Schiermonnikoog (Friesland, ook de donkerste plek van Nederland)
  3. Drents-Friese wold
  4. Nationaal landschap N.O. Overijssel
  5. Landgoed Welna
  6. Roggebotzand (Flevoland)
  7. Gelderse Vallei (Utrecht)
  8. Amstelmeer e.o.
  9. Kop van Goerree
  10. Oostkapelle
  11. De Peel
  12. Maasduinen
bron: Belvedere Scheurkalender 2010

vrijdag 29 oktober 2010

klimaat en landbouw

Uit Parijs kreeg ik een alleraardigste studie van de OECD over landbouw en klimaatsverandering. Het rapport zet tal van onderzoek op een rijtje en onderscheidt hoofd- en bijzaken. Twintig jaar onderzoek met gewasmodellen en klimaatonderzoek laat zien dat tot 2050 de effecten van de klimaatsverandering waarschijnlijk erg klein zullen zijn. Pas in de tweede helft van deze eeuw gaat de gemiddelde temperatuur echt behoorlijk omhoog en zullen we het ook in de landbouw merken. Met dan nog de kanttekening dat gewasmodellen een deel van de substitutiemogelijkheden (tussen gewassen en soms zelfs rassen) onderschat.

De belangrijkste boodschap van de studies over de gevolgen van klimaatsverandering op de voedselprijzen is dan ook dat voedselprijzen tot 2050 heel gematigd zullen stijgen, gezien de gematigde stijging van de temperatuur.

Verder constateert het rapport dat de landbouw tegen relatief lage kosten emissies kan verlagen (mitigation). Dat maakt het welvaartstechnisch aantrekkelijk voor politici om vooral in de landbouw maatregelen te nemen. Het rapport maakt niet duidelijk of boeren er wat aan kunnen verdienen, hoewel het wel wijst op emissiehandel.

Het rapport ordent ook wat terminologie. We kenden al het onderscheid impact, adaptation (aanpassen en met de gevolgen leren leven) en mitigation (klimaatsverandering proberen te voorkomen door anders te gaan werken). De belangrijkste vormen van adaptation, zo schrijven de auteurs zijn Reducing sensitivity (bv. rassen zaaien die tegen een stootje kunnen), Altering the exposure (bv. investeren in weersvoorspelling) en Increasing resilience (bv. zorgen voor eigen vermogen zodat je kunt herstellen).
Aardig is ook de trits om met risico’s om te gaan: mobility (risico’s geografisch opvangen), storage (in de tijd opvangen), diversification (spreiding over categorien vermogen of inkomen), communal pooling (gezamenlijke actie tussen huishoudens) en exchange (via de markt, bv verzekeren).

Anita Wreford, Dominic Moran and Neil Adger: Climate change and agriculture. OECD, 2010

donderdag 28 oktober 2010

Na het LEI komt de NS

LEI medewerkers zijn onderzoekend en innovatief. Sommigen tot op zeer hoge leeftijd. Zoals mijn oud-collega Mijnheer Scheer, die de OV Chipkaart heeft onderzocht en over is gestapt. Tot vreugde van de NS die hem op zijn website heeft gezet (tabje OV Chip links onderin)
En dat voor iemand die zo ongeveer met pensioen ging toen ik begin jaren tachtig probeerde bij het LEI zijn werk te vernieuwen met de eerste spreadsheets (Symphony - voor wie het pakket nog kent) op draagbare computers van 5 kg met een klein schermpje. Mijnheer Scheer is nog niet op dood spoor, dat is wel duidelijk!

woensdag 27 oktober 2010

prikkeldraad is jarig

Het prikkeldraad is vandaag jarig: 27 oktober 1873 kreeg J.F. Glidden een patent op deze snelle en goedkope methode om een gebied af te zetten en daarmee vee (en tegenwoordig ook wild) binnen te houden. De wiki weet er meer van en laat zien dat er ook al eerdere patenten in die richting waren: op de uitvinding werd gewacht en velen dachten er over na.
Ik blogde al eens eerder over het effect van prikkeldraad op eigendomsrechten en ik recycle een berichtje over het einde van het prikkeldraad, als ook het verhaal dat de tweede wereldoorlog ons aan veel prikkeldraad heeft geholpen.

Tot slot: ik werd tot deze blog gestimuleerd door de Belvedere scheurkalender. Die meldt dat het prikkeldraad de intensieve veehouderij mogelijk maakte in het wilde westen van de VS. Dat is onzin, het is verbazend hoe snel tegenwoordig het woord intensief automatisch aan veehouderij wordt geplakt. De veehouderij voor en na het prikkeldraad was even extensief, het verschil was dat de dure cowboys veel minder hard nodig waren en dat veediefstallen moeilijker werden. En misschien dat het draad ook een prikkel was de grond (beter) te bemesten, maar daarmee was de veehouderij nog niet intensief: de mate van intensiteit werd nog steeds makkelijker gemeten in ha per koe dan in koe/ha.
Voorzover er later al sprake was van intensieve veehouderij, dan was dat in feed lots. En laten die nu net met planken zijn afgescheiden, en niet met prikkeldraad. Kortom: voortaan gaarne wat extensiever gebruik van het woord intensief in combinatie met veehouderij.

maandag 25 oktober 2010

Zuidplas als lesje in duurzame ontwikkeling

Thuis in Zuidplas is de titel van een boekje dat mijn nieuwe fusiegemeente eerder dit jaar rondstuurde. Vrijdag gebruikte ik het om AIO's in Wageningen uit te leggen dat het begrip 'duurzame ontwikkeling' lastig is. Neem de ontwikkeling van de polder waar ik woon: rond het jaar 1000 was de bevolkingsdruk in Europa blijkbaar zodanig dat het aantrekkelijk werd in te polderen en het houtland Holland van zijn bomen te ontdoen en te gaan boeren op de veengronden. Vanaf de rivieroevers waar al jagers, vissers en landbouwers woonden werden de veenweiden (aanvankelijk ook nog akkerbouwgronden tot ze teveel inklonken en te drassig werden) gecreerd. Dat lijkt me een duurzame ingreep, tenzij je de natuur in plaats van de mens als criterium neemt of je toen al zorgen maakte over broeikasgassen. Pakweg zo;n 500 jaar later kwam er een tweede forse ingreep: de veenweide werd afgegraven / uitgebaggerd voor het veen. Dat was nodig voor de ontwikkeling van de steden. Ook voor het bakken van IJsselsteentjes langs de Hollandse IJssel, want de steden schreven steeds meer voor dat bouwen in hout vanwege brandgevaar niet meer mocht.
Ook dat lijkt me wel een duurzame ontwikkeling, ook al ging landbouwgrond verloren. In ieder geval dacht Joost van den Vondel er zo over: "Gelukkig het land, waar 't kind zijn moer verbrand" zo dichtte hij zonder ironie.
De wateroppervlaktes leiden tot goedkoop transport, visvangst en vogelvangst: de jonge aalscholvers en reigers werden als delicatesse tot in Engeland verkocht. Maar de meren werden waterwolven en in 1781 leerden kinderen op school het versje "Turf is vaderlandsche brand, stook toch niet te veel; Van de grond waarop gij woont, is turf een deel". Met koopmansgelden uit o.a. Haarlem waren toen al de nodige polders rond de Zuidplas aangelegd.
Al in 1700 gaven de Staten toestemming de 4500 ha Zuidplas te bedijken, maar het duurde tot 1825 voor Koning Willem I er daadwerkelijk mee liet beginnen. Gefinancieerd door de gelden uit het Indische Cultuurstelsel en de eerste polder die niet door privaat initiatief maar door de Nederlandse staat werd drooggelegd. De Belgische opstand zorgde nog voor vertraging, maar dat betekende weer dat de Zuidplaspolder de eerste Nederlandse polder werd waar naast molens ook stoomgemalen werden ingezet - een voorproefje voor de Haarlemmermeer.
Opnieuw een duurzame ontwikkeling, zo lijkt me, hoewel niet voor de eerste boeren: "Nieuw land wint men voor de derde hand" of "De eerste boer dood, de tweede in nood en de derde zijn brood".
En nu wordt de polder tot waarde gebracht door de akkerbouwgrond te bestemmen voor glastuinbouw, bewoning, industrie, natuurgebied etc. Opnieuw een waardetoename en maatschappelijk gezien m.i. een duurzame ontwikkeling. Hoewel sommige onteigende boeren, en -zo bleek op de borrel vrijdag- ook sommige landbouwwetenschappers daar anders over denken.

Posted by Picasa J. Knoester (red.) Thuis in Zuidplas - van polder tot gemeente. Gemeente Zuidplas, 2010

zondag 24 oktober 2010

Waar wij wonen

Willem van Toorn, de literator die eerder deze maand de Groeneveldprijs won, publiceerde de essentie van zijn betoog bij de aanvaarding van de prijs in de NRC van dit weekend. Hij gaat terug naar Jac. P. Thijsse die een van zijn Verkade albums publiceerde met de mooie titel "Waar wij wonen". Thijsse beschreef het landschap als "een merkwaardig mengsel van natuur en cultuur", waar we trots op mogen zijn.
De stelling van Van Toorn is dat het landschap, de ruimte, niet meer primair de plek is waar wij wonen, zelfs niet de plek waar we werken, maar het strijdperk waarin wij onze concurrenten moeten verslaan. Zijn geliefde citaat dat dit onderbouwt is een conclusie uit de nota Ruimte die enkele kabinetten-Balkenende meeging: "Meer specifiek richt het kabinet zich in het nationaal ruimtelijk beleid op versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland".
Een mooi inzicht en terecht voor waar het een vrijbrief is om overal maar te bouwen en dat ook nog (door gebrek aan geld of creativiteit) op een lelijke wijze te doen. Maar het is voor een deel ook een onterechte tegenstelling. De conclusie uit de nota Ruimte zou ook wel geschreven kunnen zijn in plechtstatige 17e eeuwse woorden van de Amsterdamse burgemeesters die de grachtengordels lieten aanleggen, nu op de Unesco erfgoed-lijst. De essentie van het Nederlandse landschap en de ruimte is dat het steeds verandert, de kunst is om dat kwalitatief hoogwaardig te doen. Juist ook omdat kwalitatief hoogwaardig landschapsontwerp en ruimtebeheer de concurrentiepositie helpt versterken.
Interessant is dat de auteur niet alleen de negatieve kanten van globalisering ziet, maar ook die van de nieuwe trend van regionalisering. Het eigen-volk-eerst-denken heeft volgens van Toorn niets te maken met ervaring van de eigen cultuur van Jac. P. Thijsse et al. Ook deze regionaliserings trend is cultuurvijandig en gebaat bij geheugenverlies. Niet anders dan bij globalisering zou ook hier het doel van de economie consumptie, amusement en infantilisering zijn, waarbij Louise Fresco en Raffaele Simone worden geciteerd.

Eens dat het menselijk gedrag in beide bewegingen niet anders is. Dat het doel van de economie consumptie, amusement en infantilisering zou zijn lijkt me echter onzin. Een economie is geen actor en kun je dus nauwelijks een doel toekennen. De economie is een afspiegeling van de keuzes die mensen maken, en als de culturele en morele waarden ontbreken (of niet overtuigend genoeg zijn) om het Louvre of de Hollandse veenweiden te apprecieren en we liever naar Hersonisos of een andere playa gaan, dan is dat de uitkomst. Dat ligt niet aan het economisch stelsel en teveel liberalisme, maar aan de keuzes die we zelf maken.

Willem van Toorn: Waar wij wonen. NRC 24+24 oktober 2010
Posted by Picasa

zaterdag 23 oktober 2010

Groeten uit Stampersgat

Na meer dan dertig jaar liep ik vandaag weer eens door de suikerfabriek van Stampersgat -Dinteloord. Suikerunie heeft in de tussenliggende jaren niet stilgezeten. De fabriek is leeg geworden, er lopen veel minder mensen rond, een campagne wordt nu met minder dan 200 man gedraaid en er wordt een veelvoud van bieten verwerkt omdat andere fabrieken gesloten zijn. En de besturing van zo'n fabriek vindt plaats vanuit een moderne operating room - een procescontrole kamer die bij Shell niet misstaat. De bieten worden just-in-time aangevoerd - dat wij er op zaterdagmorgen redelijk veel zagen liggen, komt vooral omdat er op zondag overdag niet geladen wordt. Ze worden ook niet meer per boot vervoert (leek me wel milieuvriendelijk) noch met het waterkanon de fabriek ingespoten - wat vroeger altijd mooie plaatjes opleverde.
De fabriek huisvest inmiddels ook een museum van de Stoomclub Suikerunie - dat me leerde hoe lang sommige van die mooie machines uit een oude technologische golf in productie zijn gebleven: sommige zijn pas in de jaren 90 buiten dienst gesteld, na soms al in de 19e eeuw geinstalleerd te zijn. Kom daar met computers eens om!
Posted by Picasa

vrijdag 22 oktober 2010

PVV Melk

Eigen zuivel eerst! zo pakte de meepakkrant De Pers gisteren op de voorpagina uit. Het reclamevolk grijpt naar nationalisme, met als voorbeeld de Campina boodschap “U denkt misschien dat alle melk hetzelfde is. Toch wordt steeds meer melk uit het buitenland gehaald. Gelukkig komt Campina-melk gegarandeerd van onze Nederlandse koeien”.


Dat zou volgens geciteerde reclamemakers een voorbeeld zijn van inspelen op nationalisme, iets waar Nederland in achterloopt. Bij kiezers van de PVV maar ook andere partijen, ligt een markt voor nationalistische sentimenten en daar speelt deze recelame campagne geraffineerd op in, zo meldt een reclamewatcher.

Friesland-Campina licht toe dat dit toch een misinterpretatie is. Sommigen vatten het wel zo op, zo meldt de woordvoerster, maar de reclame is ingegeven door de hang van consumenten naar producten van dichtbij.

Wat het verschil tussen dichtbij en nationalisme is wordt niet helder, maar gedoeld zal worden op het food miles idee dat dichtbij duurzamer is. Dat is nog maar de vraag, boter en kaas uit Nieuw Zeeland zouden wel eens duurzamer kunnen zijn dan Brabantse melk -afhankelijk van hoe je aankijkt tegen het gebruik van ingevoerd krachtvoer in NL versus veel hectares in Nieuw-Zeeland.

Overigens komt de melk van het in Nederland gevestigde Deens-Zweedse Arla ook van Nederlandse koeien: dat geldt zeker voor de melk die men hier verwerkt, en ook van meer dan 10% van de melk in Denemarken die daar door (ex-)Nederlandse boeren met Nederlandse (Holstein-Frisian) koeien wordt geproduceerd: die heeft op zijn minst een dubbel paspoort zou ik zo denken.

Tot slot: er is helemaal geen reden tot voorpaginanieuws. In 1983 (toegegeven, toen ging het met de economie ook niet best) maakte Coberco ook al reclame voor melk uit de eigen streek. Zie de poster hierboven. Het heeft niet geholpen: Coberco is niet meer, het fuseerde tot een van de voorgangers van Friesland-Campina.

donderdag 21 oktober 2010

recent duurzaam

Morgen (vrijdag) geef ik bij het 50 jarig bestaan van de vakgroep Bedrijfseconomie in Wageningen een praatje over duurzaamheid. In de voorbereiding kwam ik nog een paar interessante rapporten tegen, die ik je niet wil onthouden.
Het Wereldnatuurfonds publiceerde onlangs Living Planet Report, waarin ook een scneario naar 2050 zijn doorgerekend. We hebben drie aardes nodig zo is de kortste samenvatting die ik las. Mooie site trouwens.
De Rabobank maakte een vergelijkbare analyse en roept de voedingsmiddelenindustrie op te werken aan duurzaamheid in zijn rapport Sustainability and security of the global food supply chain.

woensdag 20 oktober 2010

dinsdag 19 oktober 2010

beleggen in de agribusiness

Als agrarische producten (de soft commodities) duurder dreigen te worden, wordt het aantrekkelijk te investeren in ondernemingen die het produceren. Waardoor die aan goedkoper kapitaal komen voor uitbreiding van de productie. Dit feed back mechanisme in de economie is al een tijdje werkend. Zelfs het Robeco blad Safe komt nu met 10 "agrarische stockpicks":
  1. Bunge (VS): breed palet aan activiteiten, sterk in Brazilie
  2. Nutreco (NL): vis- en veevoer (het blad suggereert in een fotobijschrift dat men nog in zalm zit, dat is niet meer zo)
  3. Marine Harvist (Noorwegen): zit wel in zalm, in Noorwegen en Chili
  4. Agrium (Canada): kunstmest
  5. Glanbia (Ierland): kaas en wei
  6. Sun Opta (Canada): "organische" gewassen (een term die ik vorige week in de NRC ook las in de column van Louise Fresco, maar een onjuiste vertaling is van organic: dat heet biologisch in goed Nederlands)
  7. SLC Agricola (Brazilie): beursgenoteerd boerenbedrijf
  8. Syngenta (Zwitserland): gewasbescherming en gmo zaden
  9. Cosan (Brazilie): suikerriet voor suiker en ethanol
  10. Illovo Zugar (Zuid Afrika): Suikerrietplantages in zuidelijk Afrika.
Dat alles onder het motto dat resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst zijn, want de afgelopen 100 jaar daalden de agrarische grondstoffen trendmatig in prijs.

P. van Kleef: Rijk aan voeding in: Safe, oktober 2010

maandag 18 oktober 2010

bietentocht

Het is de week van de geschiedenis. Morgen de derde dinsdag in oktober en dus de Zuidlaarder paardenmarkt. Al meer dan 1000 jaar.
Veel korter nog is de suikerbiet in ons land - sinds Napoleon. Vandaag is de Bietentocht 2010 van start gegaan, sinds een jaar of tien een historische belevenis als variant op de Warmonder mestrace.
Zaterdag gaan ze me hopelijk laten zien dat het er intussen een stuk moderner toegaat in het bietenvervoer naar Stampersgat.

ik was Amerika

Laat ik vandaag eens een boek aanraden dat helemaal niets met economie of landbouw te maken heeft (afgezien van wat katoenpluk scenes): de roman "Ik was Amerika" van Gustaaf Peek. Ik kreeg het boek van een naamgenoot van de auteur (geen familie), en je leest het in 1 keer uit: knap geschreven.

zondag 17 oktober 2010

bevolkingsgroei

De nieuwste uitgave van het blad The Broker bevat een aantal artikelen over het thema bevolkingsgroei, emigratie (immigratie) en ontwikkeling. Andrew Fischer legt nog eens uit dat het ondervoedingsprobleem niet een aanbodsprobleem maar een vraagprobleem is, maar ook hoe moeilijk het is om tot ontwikkeling te komen bij een arbeidsoverschot. Hij herinnert eraan dat bij de ontwikkeling van Europa 20% van de bevolking naar de nieuwe wereld emigreerde "which had been murderously cleansed for the purpose".

A. Fischer: The demographic imperative in: The Broker 22, oktober/november 2010

zaterdag 16 oktober 2010

Lijstjes

Voor alle andere liefhebbers van lijstjes: hier is een link naar een site die grossiert in Top-10 lijstjes. Met de top-10 van gourmet-cities, de top-10 van voedsel dat goed is voor de hersenen (van oesters via curry tot chocolade) en de top-10 chocoladebestemmingen van deze wereld.

vrijdag 15 oktober 2010

concurrentiekracht

De concurrentiekracht van de Europese voedingsmiddelenindustrie kwam gisteren ter sprake op een conferentie van DG Enterprise en het Belgische voorzitterschap. "For a competitive food supply chain in Europe". Ter plekke was de food supply uitstekend geregeld door Belgie. En het was alleraardigst om een paar jaar na alle onderzoek op dit thema en de High Level Group velen uit het circuit weer eens tegen te komen.
Meer teleurstellend vond ik dat er weinig voortgang in lijkt te zitten. Vrijwel alle inzichten en standpunten kwamen me zeer bekend voor. Hier en daar was de toon wat begripvoller, zowel van de retail als de kleine italiaanse vleesverwerkers. Het woord sustainability en hoe voeden we 9 miljard mensen werd wat meer benadrukt dan een paar jaar geleden. Hier en daar is er wat geexperimenteerd met gedragscodes rond transparantie in de keten, zoals in het VK.
Maar verder zitten de standpunten nog muurvast. Het gaat vooral over het verdelen van de taart (de marge in de keten), niet over het samen vergroten van de taart. Dat boeren, food industry en retail ook partners zijn en dat bv. in landen als Polen samen hele nieuwe ketens zijn opgezet waarmee import van appelen van buiten de EU vervangen is door lokaal aanbod, werd door Tesco wel mooi getoond maar mocht de andere ketenpartijen niet vermurwen. Ook het beleid lijkt meer bezig met correctieve acties en regulering dan met innovatie zoals we dat in Nederland wel doen in ketenprogramma's of rond agrologistiek.
Na afloop kregen we van het voorzitterschap niet alleen een memory stick met het materiaal van de conferentie, maar ook een opvouwbare paraplu. Ik vrees dat het een symbolisch gezien toepasselijk presentje was.

donderdag 14 oktober 2010

concurrerende regio's

Zijn onze regio's wel concurrerend genoeg, en vooral: denken we daar wel genoeg over na. Dat vraag ik me af in een nieuwe column op Boerenbusiness.nl

woensdag 13 oktober 2010

Nogmaals: Uit Zicht in zicht

Eerder kondigde ik hier een recent werk van de WRR aan: Uit Zicht, een boek over toekomstverkenningen. Inmiddels heb ik het gelezen en ik kan het alleen maar nog een keer extra aanbevelen. Bevat mooi overzicht van de aanpakken van toekomstverkennen, als ook essays over het gebruik (of niet-gebruik) ervan in beleid. En daarmee ook een aantal beschouwingen over de interactie tussen beleid en onderzoek en de rol van kenniskamers en CSO's in strategie.
Kortom wie geinteresseerd is in beleidsevaluaties in het licht van de toekomst als ook de orientatie van de overheid op de toekomst, leze Uit Zicht.

dinsdag 12 oktober 2010

Erfgoed voor de lieve vrede

Vandaag promoveerde Roel During in Wageningen op het proefschrift 'Cultural heritage discourses and Europeanisation’. De samenvatting heeft de titel van deze blog.
Bij die cultuurhistorie gaat het heel vaak om gebouwen of andere fysieke zaken: waterlinies, vestingwerken etc. Zeker in de cases die Roel voor zijn proefschrift bestudeerde, in Interreg verband.

De gamma-wetenschapper is natuurlijk niet zozeer in die fysieke werkelijkheid geinteresseerd, maar in hoe mensen daar mee omgaan. Een nog hogere vorm van gamma-wetenschap lijkt me dan de vraag hoe mensen met elkaar omgaan zonder dat meteen fysieke zaken aan de orde lijken. Sommige van die omgangsvormen zijn gestold in ons rechtssysteem. Ook dat heeft een cultuurhistorie (of zo je wil rechtshistorie).
Voor een feestbundel bied ik de promovendus dan ook gaarne een lijstje aan van cultuurhistorisch interessante rechten. Ook omdat een enkele ervan eerder aan de orde kwamen in het transitie-onderzoek dat we samen (en met anderen) mochten managen. En omdat elke wetenschappelijke vernieuwing begint met inventariseren en classificeren hier een volwassen lijstje van 18 cultuurhistorische juweeltjes voor een volgende studie:
  1.  Beklemrecht
  2.  Groninger stadsrecht
  3.  Recht van de 13e penning
  4.  Visrecht
  5.  Veerrecht
  6.  Weiderecht
  7.  Pootrecht
  8.  Recht van eendenkooi
  9.  Recht van windvang
  10.  Mijnrecht
  11.  Recht van aanwas en recht van opstrek
  12.  Zwanendriften
  13.  Recht van overpad
  14.  Recht van (uit)zicht
  15.  Jachtrecht
  16.  Markerecht
  17.  Meent rechten
  18.  Naboarschapsrechten
De eerste tien zijn zakelijke rechten die sedert de invoering van het vorige Burgerlijk Wetboek in 1838 niet meer kunnen worden gevestigd, maar die nog wel dienen te worden gerespecteerd. De andere zijn mogelijk nog ouder, resp. bestaan nog steeds.

maandag 11 oktober 2010

EuroAirport Bazel.

De door de NS verzonnen sneeuw bij 17 graden en een mooi herfstzonnetje was er misschien niet de oorzaak van, maar de trein naar Schiphol was gisteren toch mooi 2 minuten te laat. Wat een goede vlucht naar Bazel, waar ik vanochtend met een Nederlandse multinational van gedachte mocht wisselen over de toekomst van de landbouw, niet verhinderde.
Air France vloog niet te hoog en dus hadden we bij een onbewolkte hemel een mooi uitzicht op het overdreven verlichte Nederland en Belgie. Het vliegveld van Bazel kende ik niet, het blijkt het meest Europese vliegveld te zijn dat er bestaat. Het ligt namelijk in Frankrijk en is formeel de EuroAirport Bazel Mulhouse Freiburg. Vanuit het drielandenpunt bedient het drie steden. Het heeft een uitgang Zwitserland en een uitgang Frankrijk/Duitsland. De uitgang Zwitserland voert je via de Zwitserse douane en 8 km snelweg zonder afslagen naar het echte Zwitserland.
Vanmiddag kwamen we ook weer aan op het Zwitserse deel en passeerden de douane via vertrekhal 4 (Zwitserland) naar 1 (EU). Opnieuw mooi vliegweer, we vlogen Nederland binnen met zicht op Antwerpen, de Hedwige, het land van Saeftinge en de bocht van Bath. Zo zie je nog eens wat.

zondag 10 oktober 2010

101 vragen over natuur en landschap

Bij LNV (om je te laten wennen: het Ministerie van ELI in oprichting) verscheen de publikatie "101 vragen over de toekomst van natuur en landschap". Ik heb even nageteld, het zijn er in werkelijkheid 42, maar de titel is natuurlijk niet letterlijk bedoeld.
Overigens geven de onderzoeksvragen ook antwoorden, over wat er rond die vragen al bekend is. En het gaat over natuur en landschap in zeer brede zin, dus ook over agroproductieparken, ecologiseren van de landbouw en zelfvoorziening met biologische landbouw.
Met veel literatuurverwijzingen. Een aanbevolen overzichtspublikatie dus.

zaterdag 9 oktober 2010

Kleine Denen

Meer dan 95% van de Deense full-time landbouwbedrijven is te klein: als ze groter zouden zijn zouden ze per eenheid product meer verdienen (door een lagere kostprijs). Er zijn maar een paar bedrijven die te groot zijn, en beter wat zouden kunnen krimpen.
Vooral akkerbouwbedrijven, die onder de Deense wetgeving minder makkelijk kunnen uitbreiden en desalniettemin groeiden van 85 ha in 1985 tot 159 ha in 2006 en over de laatste 22 jaar de sterkste productiviteitsontwikkeling hadden (3,3% per jaar), zijn te duidelijk te klein.
Maar ook varkens- en melkveebedrijven zijn te klein. De productiviteitsontwikkeling ligt daar wat lager (2,1% resp. 2,4% per jaar). De handel in quota helpt, zo schrijft de auteur van dit onderzoek.
Het zijn vooral de technologische ontwikkeling en de schaalgrootte die bijgedragen hebben aan die productiviteitsverbetering. Technische efficiency en veranderingen in de mix van inputs hebben veel minder bijgedragen. De laatste zin van het artikel: "De resultaten suggereren dat overheidsmaatregelen die individuele bedrijven ervan weerhouden om hun omvang aan te passen aan de technologisch optimale grootte, kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de productiviteitsontwikkeling in de agrarische sector".

Svend Rasmussen: Scale efficiency in Danish agriculture: an input distance - function approach in: European Review of Agricultural Economics 37 (3),2010

woensdag 6 oktober 2010

Speculatie

Ziezo.biz heeft zich omgedoopt tot Boerenbusiness.nl. Al een tijdje geleden schreef ik er een column over speculatie. Hierbij alsnog een link, want ik had hem zelf ook nog niet teruggevonden in de overigens mooie opmaak van de site.

dinsdag 5 oktober 2010

Watervoetafdruk

Voor wie nog geen water genoeg gezien heeft in de afgelopen weken, hier een Vlaamse site over onze watervoetafdruk. 2400 liter water is er nodig voor een pond kaas. En sommige landen exporteren meer water dan ze importeren. Dat soort interessante weetjes.
Food Foot prints zijn vrij onzinnige indicatoren - net als Food miles. Ze zeggen betrekkelijk weinig over de milieu-impact van een product. Bij
water is dat zelfs zo duidelijk, dat hopelijk bij velen de ogen open gaan: alle water dat je in Nederland in september gebruikt voor de grasgroei of de kaasproductie lost eerder het probleem op dat we teveel hebben dan dat er schade is. Aannemend dat je voor het leidingwater netjes betaalt, het grasland krijgt de regen gratis. Zelfs in de zomer is er veelal geen schade (ik weet het, hier en daar wel, we hebben niet voor niets beregeningsverboden).
Maar wie water oppompt van 20 meter diep uit de Punjab in India om melk te produceren, zonder te betalen voor de energie en het water en daarmee het waterpeil laat zakken, is wel verkeerd bezig. Wie daarentegen uit Nijlwater dure spercieboontjes kweekt en die exporteert en met het geld goedkope onberegende tarwe uit North Dakota importeert verdient geld, en is goed bezig met zijn water export en ontwikkeling van de economie. En zeker beter dan geiirigeerde tarwe te gaan telen in de woestijn.
Je kunt dus niet zomaar allerlei soorten water optellen. Je kunt wel de schades van de watergebruik inschatten, in euro's uitdrukken en die euro's optellen. Watervoetafdrukken zijn dus weinig informatief.

Eigenlijk zijn ze educatief in ons te leren wat slechte indicatoren zijn. Maar daar zullen de makers van de site wel niet op doelen wanneer ze in een zelfkritische pagina schrijven dat je de indicator alleen educatief mag gebruiken omdat hij "als beleidsinstrument minder houvast" biedt.  Vlaanderen heeft waterstress, zo begrijp ik. De indicator zelf roept het ook op. Want dat groenten uit het seizoen voor het milieu beter zijn dan die uit het seizoen, daar heb je die indicator niet voor nodig.
Eens kijken of ik morgen zonder stress uit Brussel terug kom.

maandag 4 oktober 2010

Hoogelande

Een jaar of drie geleden blogde ik hier al eens over de verdwenen dorpen van Walcheren, waaronder Hoogelande. Ook om te laten zien dat leegloop van het platteland geen nieuw verschijnsel is, ook niet in Nederland.
De nieuwste uitgave van het maandblad van de Haagse societeit De Witte besteedt in een artikel aandacht aan het Hofje van Hoogelande, een Haags hofje aan de Johannes Camphuysstraat ter plekke, weinig bekend, ver van het centrum, en gebouwd in 1907 in neo-renaisance stijl.
Het verving toen het bouwvallig geworden Hofje van Hoogelande aan de Boekhorsterstraat in het Oude Centrum. En dat was gebouwd in 1669 door jonkheer Eduard van Hoogelande. Deze Eduard kwam uit een vermogende katholieke familie die haar naam ontleende aan de heerlijkheid Hoogelande, inderdaad op Walcheren. Toen Middelburg in 1574 overging naar Oranje vertrok deze familie naar Leiden, waar ze een rol speelde in de universiteit die een jaar later door Willem van Oranje werd gesticht. En waar religieuze tolerantie een groot goed was.

zondag 3 oktober 2010

100 jaar AAEA

 Paul W. Barkley scheeft A Centennial History of the AAEA waarin hij de geschiedenis van de Amerikaanse landbouweconomen-vereniging documenteerde. Niet alleen leuk om te lezen, maar er staan opvallende zaken in.
Zo heeft de vereniging een historie van commissies die tot standpunten moesten komen o.a. over terminologie in het vakgebied. Juist op dat terrein was er een commissie die decennia lang vergaderde en het in het midden van de vorige eeuw uiteindelijk het over veel eens kon worden maar nauwelijks over begrippen waar ook nu nog steeds veel discussie over is, zo merkt Barkley op: zoals de kostprijs van producten, de beloning van arbeid e.d.
Verder merkt de auteur op dat er in de jaren twintig (toen na de hoge prijzen van de eerste wereldoorlog de landbouw in een crisis werd gedompeld die tot de tweede wereldoorlog zou duren) bij de wetenschappers nauwelijks enige aandacht was voor actuele maatschappelijke issues. Wie beweert dat het vroeger beter was, kijke uit.

zaterdag 2 oktober 2010

Vlaamse boeren boeren goed

Gisteren even naar Brussel op en neer. Na diefstal van een laptop en een bezoek aan de Brusselse Flikken was er nog tijd om op de universitaire societeit even de kranten door te bladeren. Het financiele dagblad De Tijd meldt dat de Vlaamse boeren dit jaar een inkomensstijging van 40% zullen meemaken. Volgens deze eerste inkomensprognose van het seizoen, van de Belgische Boerenbond, gaat het vooral in de akkerbouw goed en ook de melkveehouderij ziet een herstel. Varkenshouders daarentegen hebben het zwaar door de hoge veevoerprijzen. Gemiddeld pakt de marktwerking dus goed uit, met dank aan de Russische branden en het exportverbod. De inkomens liggen nog wel onder het niveau van zo'n 5 jaar geleden.